business

DFF Ventures, voorheen: Dutch Founders Fund, kondigt vandaag de opening aan van zijn derde investeringfonds. Daar zit sneller dan verwacht al vijftig miljoen euro in, een bedrag dat gaat oplopen tot zestig miljoen euro. Met dat geld wil het fonds in de komende jaren twintig tot vierentwintig investeringen kunnen doen in prille ondernemingen in Europa, ook wel richting het midden-oosten. Met tickets tussen de 250.000 en 2,5 miljoen euro blijft de aanpak hetzelfde als eerder. Managing partner Patrick Kerssemakers tegen Emerce: “Bij alle deelnemingen willen we de eerste geldgever zijn, in de eerste ronde zitten. We zijn actief op het gebied van B2B marketplaces, vertical AI/SaaS en recommerce. Die liggen in elkaars verlengde.” Het bedrijf van succesvolle ondernemers die investeerder werden verbreedde afgelopen jaren zijn horizon van Nederland naar Europa. De meeste deelnemingen zijn Engeland en Duitsland, maar het is ook actief in Italië, Spanje, Frankrijk, Dubai, Turkije en Egypte. Sinds de oprichting is de focus altijd blijven liggen op online marktplaatsen. Of dat nu voor brandblussers, schroot, tweedehands mobieltjes is of de logistiek bemiddeling daar omheen. “Er zijn weinig vc’s die pressend doen in B2B marketplaces. Vanwege ons specialisme weten ondernemers en andere investeerders ons tegenwoordig wel te vinden. Jaarlijks zien we nu zo’n duizend investeringsvoorstellen. De kwaliteit daarvan wordt steeds beter.” Zijn college Laurens Groenendijk legt in een persbericht uit: “Met Vertical AI ga je heel diep in één sector. Je begint met een workflow tool, een ‘operating system’ voor dat domein. Daarna voeg je laag voor laag diensten toe: financing, logistics en uiteindelijk ook een marketplace. Zo ruil je breedte in voor diepte, en word je onmisbaar. Je begint als tool en eindigt als de backbone van een hele industrie.“ Sinds begin 2025 is er een nieuwe partner actief bij DFF Ventures: Maarten Engelen. Hij stond aan de basis van onder meer Treatwell en Hiber. Kerssemakers hoopt voor het einde van 2025 nog twee investeringen bekend te kunnen sluiten met het nieuwe fonds. Dat zou het totaal dan op drie brengen. “Net als bij onze eerdere fondsen houden we het bewust klein en ondernemend, geen institutioneel kapitaal, en alleen ondernemers en executives van grotere Nederlandse bedrijven.”

Snowflake heeft een nieuw programma gelanceerd dat zich specifiek richt op jonge technologiebedrijven. Onder de naam Snowflake for Startups wil de datagigant kapitaal, technische middelen en marktkansen beschikbaar maken voor ondernemingen die hun software bouwen op het Snowflake-platform. Daarmee vervangt het bedrijf het eerdere Powered by Snowflake-programma en vergroot het de nadruk op kunstmatige intelligentie. […]

Op vrijdag 30 september lanceert de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) een nieuw onderzoeksinstituut dat zich volledig richt op de chips van de toekomst. De naam van dit instituut wordt tijdens de opening onthuld. Het nieuwe instituut verenigt drie bestaande TU/e-onderdelen (het Eindhoven Hendrik Casimir Institute, het High Tech Systems Center en het Future Chips Flagship) tot één entiteit. Meer dan 700 onderzoekers gaan hier interdisciplinair samenwerken aan halfgeleiders, quantumtechnologie, fotonica, geavanceerde materialen, processen en hightech-systemen. De TU/e doet al ruim vijftig jaar onderzoek naar chips. Met deze kennis en ervaring draagt de universiteit bij aan het versterken van het Europese concurrentievermogen, zoals ook benadrukt in het recente Draghi-rapport. Toch blijft het, zelfs met forse nationale en Europese stimuleringspakketten, onmogelijk om de enorme financiële slagkracht van de Verenigde Staten en China te evenaren. Om concurrerend te blijven, moet Europa zijn onderzoeks- en innovatieprocessen slimmer organiseren, is het idee van de TU/e. Dat is precies wat dit nieuwe instituut beoogt. Door ruim 700 onderzoekers van verschillende kennisdomeinen onder één dak te brengen, wil de TU/e het contact tussen de verschillende disciplines vergemakkelijken en samenwerking over de grenzen van vakgebieden heen bevorderen. Deze aanpak is uniek. Bovendien wordt deze interdisciplinaire aanpak versterkt door de unieke positie van de TU/e in het Brainport-ecosysteem. Dankzij nauwe samenwerking met startups, spin-offs en partners als ASML en NXP vinden onderzoeksresultaten sneller hun weg naar de maatschappij. Dat versnelt niet alleen het onderzoek, maar ook de toepassing en valorisatie van nieuwe technologie. Op deze manier wil de TU/e haar sleutelpositie in Nederland op het gebied van onderzoek naar chips en hightechsystemen verder uitbouwen en zich verder ontwikkelen tot een Europese voortrekker in het halfgeleideronderzoek. Om die ambitie kracht bij te zetten, investeerde de universiteit eerder dit jaar 200 miljoen euro in een nieuwe cleanroom. Ook Project Beethoven levert hiervoor een belangrijke stimulans.

Opleidingsplicht verkleint risico op bestuurdersaansprakelijkheid bij cyberincidenten.

Na jaren van focus op zakelijke oplossingen richt TomTom zich weer nadrukkelijk op consumenten. Het Nederlandse bedrijf introduceert vandaag een eigen rijassistent, die samen met een nieuwe gratis TomTom-app een complete oplossing moet vormen om automobilisten onderweg beter te informeren. Het apparaatje, simpelweg Tom genoemd, is klein, magnetisch aan het dashboard te bevestigen en werkt zonder scherm of spraakfunctie. In plaats daarvan waarschuwt het bestuurders via LED-signalen (rood, oranje of groen) en een zoemer voor onder meer flitspalen, files en gevaarlijke situaties. Zo blijft de aandacht maximaal op de weg gericht. Tom schakelt automatisch in bij het starten van een rit en ontvangt alle informatie van de bijbehorende TomTom-app, die stilletjes op de achtergrond draait. Bestuurders krijgen daardoor verkeerswaarschuwingen, ook wanneer ze geen actieve navigatie gebruiken. Emerce kreeg de rijassistent gisteren al te zien op het Amsterdamse hoofdkantoor van TomTom. Het compacte apparaatje wordt met bluetooth aan de smartphone gekoppeld en hoeft pas na een maand gebruik weer opgeladen te worden met een USB kabel. De nieuwe app bevat real-time kaarten, actuele snelheidslimieten en uitgebreide flitspaalgegevens voor Europa en Noord-Amerika. Dankzij TomToms wereldwijde netwerk van gebruikers worden dagelijks miljarden datapunten verzameld, wat zorgt voor zeer nauwkeurige verkeersinformatie en dynamische routeadviezen. Opvallend is dat gebruikers geen abonnement hoeven af te sluiten. Er zijn alleen kosten voor de rijassistent zelf. Hoewel TomTom nog steeds consumentenproducten levert, waaronder navigatiekastjes voor in de auto, richt het Nederlandse bedrijf zich eigenlijk vooral op de zakelijke markt. Uitstapjes naar slimme horloges en actiecamera’s zijn al jaren geleden stopgezet. Tom by TomTom is vanaf 25 september exclusief te reserveren via TomTom.com, en vanaf oktober ook verkrijgbaar via Amazon en geselecteerde winkels voor 79,99 euro.

FOTO: Apps van banken. Of iets als dit: https://www.consultancy.nl/nieuws/57296/de-beste-bankapps-ter-wereld-nederland-in-de-subtop. TEKST: Mobile Banking Benchmark 2025. Logo: Sia. Kan het in de soort van zwart / groen stijl van Sia? Nederlandse banken hebben de afgelopen jaren opnieuw stappen gezet in het verbeteren van hun mobiele apps.

Annemarie Kalshoven staat bijna één jaar aan het roer van de adviesgroep bestuur en organisatie bij AT Osborne. “Verandermanagement, bestuursadvies, governance of het ontwikkelen van teams – bij ons vind je een uitgebreide toolset voor blijvende verandering.

Veel organisaties ervaren in de praktijk dat hun projecten de ambitieuze doelstellingen niet waarmaken. Dit leidt tot verspilling, frustratie bij teams en het uitblijven van voortgang. Met de nieuwe aanpak van HillFive– genaamd GRiP – kunnen organisaties effectiever en slimmer sturen op het behalen van projectresultaten.

Als starter begon Daphne Verboom vol enthousiasme haar carrière bij Missie3 als adviseur omgevingsmanagement. Twee jaar later is ze een belangrijke schakel in duurzame infraprojecten. Ze blikt terug op een zeer leerzame periode, waarin ze zich binnen dit veelzijdige vakgebied en haar nieuwe werkgever volop heeft kunnen ontwikkelen.

Op de VU Campus in Amsterdam is begonnen met de bouw van de eerste ai-hub voor life sciences in Nederland, het Matrix Innovation Center. Daar speelt informatiebeveiliging vanaf de start een belangrijke rol. Op de VU Campus in Amsterdam is de eerste paal geslagen van het Matrix Innovation Center of MIC, een ai-hub voor startups en scale-ups in life sciences, health en biotech. ‘Binnen MIC zullen startups, scale-ups en spin-ins nieuwe computermodellen programmeren die direct in het aangrenzende lab getest kunnen worden op effectiviteit. Daarnaast kunnen de ondernemers werken met de toonaangevende kennis binnen het Amsterdam UMC en de relevante patiëntendata en samples om goed te kunnen testen,’ legt het centrum uit. ‘Waar biowetenschappen zich richten op farmaceutische ontwikkeling en de medtech-industrie op instrumenten, ontstaat een nieuw domein: ai-gedreven preventie, voorspelling, monitoring en diagnostiek. De belofte hiervan is enorm. Ai maakt preventie, voorspelling, monitoring en diagnose sneller, betrouwbaarder en toegankelijker.’ De eerste paal van deze nieuwe ai-hub werd geslagen door Stadsdeel-Zuid-voorzitter Bart, Marcel Nollen van het college van bestuur van de VU en de MIC-directeur. Het gebouw zal negen verdiepingen krijgen met zo’n tienduizend vierkante meter aan hoogwaardige laboratoria, gedeelde voorzieningen en werkplekken. Ai startups direct cyber secure Er zijn veel zorgorganisaties en de meeste daarvan moeten voldoen aan NEN7510, informatiebeveiliging. Toch heeft niet iedereen dat op orde, zoals de recente labhack heeft laten zien. MIC wil dit vanaf het begin goed aanpakken. ‘Wij hechten veel waarde aan samenwerking tussen startups onderling, en in combinatie met andere (kennis)instellingen. Dit is om innovatie in life sciences te stimuleren en om te zorgen dat er een ecosysteem ontstaat waarin organisaties van elkaar kunnen leren. Dus ook op een belangrijk gebied als compliance,’ legt MIC-directeur Ivo Sweep uit aan Computable. ‘Het is onze kerntaak om een huisvesting te faciliteren waar startups, scaleups en spin-ins hun bedrijf kunnen voeren en onderzoek kunnen verrichten. De verantwoordelijkheid voor compliance ligt uiteindelijk bij de huurder zelf. Als meerdere startups tegen deze uitdaging aanlopen, dan zullen we zeker kijken of we de huurders kunnen helpen met gezamenlijk advies of het aantrekken van de juiste dienstverlening. Het is nu nog te vroeg om te bepalen hoe dit specifiek kan worden ingericht, aangezien dit ook samenhangt met de specifieke behoeften van de huurders.’ Met zoveel kleine ondernemingen, allemaal met hun eigen applicaties, die allemaal aan het ontwerpen en testen zijn, heeft het MIC een complexe cybersecurity-vraagstuk op te lossen. ‘MIC heeft cybersecurity vanaf de start van de bouw hoog in het vaandel. Daarom wordt het netwerk en de beveiliging uitgevoerd door een professionele netwerkbeheerder. Zo wordt er bijvoorbeeld een firewall in het gebouw geplaatst voor de beveiliging van het netwerk in het gebouw. Deze wordt redundant uitgevoerd,’ vertelt Sweep. ‘Daarnaast zijn er verschillende netwerken beschikbaar waaronder een open netwerk – met wachtwoord – en een eduroam netwerk, voor medewerkers en studenten van de universiteiten. Alle bedrijven zullen een eigen partitie op het geheel krijgen zodat er een veilige omgeving is waar alleen zij toegang toe hebben, wat voorkomt dat bedrijven op hetzelfde netwerk zitten.’ Het nieuwe MIC hoopt eind 2027 de deuren te openen.

In aanloop naar de verkiezingen toont onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van branchevereniging NLdigital aan dat een ruime meerderheid van de Nederlanders (63%) een sterke digitale economie ziet als cruciaal voor Nederlandse onafhankelijkheid en veiligheid, meer dan tienmaal het aantal dat dit niet zo ziet (6%). Driekwart van de Nederlanders (75%) vindt dat werknemers actief moeten worden omgeschoold naar sectoren met tekorten, zoals ICT en zorg. Ruim de helft (55%) vindt dat de overheid studiekeuzes sterker mag sturen om arbeidstekorten op te lossen. Digitale veiligheid net zo belangrijk als zorg en onderwijs: Zeven op de tien Nederlanders (70%) zien digitale veiligheid als even essentieel voor de toekomst als goede zorg en onderwijs. Twee derde (68%) wil dat de overheid hier extra in investeert. De helft (52%) vindt zelfs investeren in digitale verdediging belangrijker dan in traditionele defensie. De helft van de Nederlanders (48%) wil dat ons land inzet op eigen digitale technologie. Ook ziet de helft van de mensen (49%) de noodzaak van Datacenters en AI-ontwikkeling in Nederland en minder dan drie keer zo weinig zien dit niet (15%). Tegelijkertijd maakt de helft van de Nederlanders (53%) zich zorgen over hun online veiligheid. Bijna evenveel (48%) vrezen dat digitalisering kan leiden tot grotere sociale ongelijkheid. Acht op de tien (82%) vinden bovendien dat burgers en bedrijven zelf óók verantwoordelijkheid moeten nemen om digitale aanvallen te voorkomen. Het onderzoek toont opmerkelijke eensgezindheid tussen kiezers van verschillende partijen. Aanhangers van PVV, GL-PvdA, CDA, VVD, D66 en JA21 steunen allemaal in meerderheid actieve overheidssturing op digitalisering en omscholing naar ICT-sectoren. Het onderzoek werd uitgevoerd door Ipsos I&O van 12 tot 16 september 2025 onder 1.006 Nederlanders via het I&O Research Panel. De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de TK-verkiezingen van 2023 en is daarmee representatief voor de volwassen Nederlanders op deze kenmerken.

Qualcomm heeft twee nieuwe chipsets aangekondigd die de prestaties wederom verhogen voor Windows-pc’s en smartphones. De Snapdragon 8 Elite Gen 5 wordt de snelste mobiele processor ooit, terwijl de Snapdragon X2 Elite zich richt op ultra-premium laptops. Beide chips beschikken over een krachtige NPU, de X2 Elite kan 80 TOPS AI-rekenkracht leveren. De chips beloven […]

De recente labhack laat zien dat de zorgsector hardnekkige problemen heeft met informatiebeveiliging. ‘Zonder autonomie zullen instellingen achter de feiten blijven aanlopen, ongeacht hoeveel vinkjes er op de compliance-checklist staan.’ Deel 8 van de serie over informatiebeveiliging in de zorg. De ransomware-hack bij Clinical Diagnostics, een Nederlandse dochter van Eurofins, waarbij vertrouwelijke gegevens van honderdduizenden Nederlanders werden gestolen, was schokkend maar niet verrassend. ‘De zorgsector is al jaren koploper in datalekken, met bijna zevenduizend meldingen in 2024, volgens de Autoriteit Persoonsgegevens,’ weet Pim Kerstens, director Healthcare bij Uniserver, de Nederlandse provider van soevereine clouds aan onder andere gemeenten en de zorgsector. Hij praat met Computable over het probleem dat de zorgsector heeft met informatiebeveiliging. ‘Ondanks de vele regels en standaarden – AVG, NEN7510, NIS2 – blijft de praktijk weerbarstig: beveiligingsincidenten stapelen zich op. Die regels zijn essentieel, maar hebben één grote beperking: ze zijn vaak reactief. Een protocol of norm beschermt niet als de basisinfrastructuur versnipperd is of verantwoordelijkheden onduidelijk zijn.’Wat zijn de grootste cybersecurity-zorgen van de zorg?‘Bij de labhack zagen we hoe dat misgaat: waarschuwingen werden te laat opgepikt, de meldplicht niet nageleefd en pas na weken kwam er duidelijkheid over de omvang. In een sector waar vertrouwen en privacy cruciaal zijn, is dat desastreus. De zorg kampt als sector met een hardnekkige mix van kwetsbaarheden die de impact van hacks en datagijzeling vergroten:Fragmentatie: systemen zijn in de loop der jaren ad hoc aan elkaar geknoopt, vaak zonder structurele architectuur;Verkeerde risico-analyses, of zelfs het ontbreken ervan;Schijnveiligheid: gegevens zijn weliswaar in Europa opgeslagen, maar vallen soms toch onder buitenlandse wetgeving;Onduidelijke verantwoordelijkheden: wie monitort afwijkend gebruik? Wie neemt beslissingen bij een incident?;Menselijke fouten: doordat processen niet sluitend zijn en monitoring tekortschiet.Veel van deze ellende is te ondervangen met meer digitale autonomie: de mogelijkheid om zélf te bepalen waar gegevens staan, wie er toegang toe heeft en hoe technologie wordt ingezet.’Wat had het getroffen lab of het moederbedrijf kunnen doen of eisen om binnen de bestaande omgeving autonomer te zijn?‘Het getroffen lab of het moederbedrijf had binnen de bestaande omgeving verschillende maatregelen kunnen nemen om meer digitale autonomie te bereiken en de impact van een datalek te beperken’:Ze hadden kunnen eisen dat data altijd centraal en gecontroleerd worden opgeslagen, zodat toegang en gebruik volledig inzichtelijk zijn;Strikte toegangscontrole (rbac) en multi-factor-authenticatie hadden de kans op ongeautoriseerde toegang verkleind;Ook had real-time monitoring van afwijkend datagebruik kunnen zorgen dat incidenten binnen minuten in plaats van weken worden opgemerkt;Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden tussen bestuur, it en leveranciers hadden snelle besluitvorming mogelijk gemaakt bij een incident;Tot slot had men eisen kunnen stellen aan leveranciers, zoals dat data binnen Europese jurisdictie blijven en dat er transparantie is over hun informatiebeveiligingsmaatregelen. Zo blijft een organisatie regie houden, zelfs binnen bestaande systemen.Hoe kunnen zorgorganisaties, van huisartspraktijk tot Bevolkingsonderzoek, nú al pro-actiever en autonomer worden?‘Door hun digitale regie actief te versterken. Ze kunnen beginnen met het centraal beheren van patiënt- en onderzoeksdata, waarbij duidelijk wordt wie toegang heeft en welke activiteiten worden gelogd. Real-time monitoring en automatische waarschuwingen bij afwijkend gebruik (xdr) zorgen ervoor dat incidenten direct worden gesignaleerd. Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden tussen bestuur, it en leveranciers versnellen besluitvorming bij problemen. Ook is het cruciaal om leveranciers te verplichten data binnen Europese jurisdictie te houden en transparante beveiligingsmaatregelen te hanteren.’‘Regelmatige risicoanalyses en scenario-oefeningen helpen zwakke plekken vroegtijdig te identificeren. Door deze maatregelen te combineren, beperken zorginstellingen niet alleen de kans op datalekken, maar behouden ze ook vertrouwen van patiënten en partners, terwijl ze wendbaarder reageren op onverwachte incidenten.’Op welke wijze kunnen regels en regelgevende instanties pro-actiever zijn om de informatiebeveiliging – vooral bij de zorg – te vergroten?‘Toezichthouders kunnen informatiebeveiliging in de zorg versterken door verder te gaan dan naleving en audits. Preventieve standaarden rond real-time monitoring, snelle incidentrespons en digitale autonomie bieden meer bescherming dan alleen documentatie. Praktische hulpmiddelen, zoals scenario-oefeningen en handvatten, helpen zorginstellingen zich beter voor te bereiden op datalekken en cyberaanvallen. Centrale meldpunten en het delen van dreigingsinformatie versnellen kennisuitwisseling en vergroten het sectorbrede bewustzijn.Daarnaast is transparantie van leveranciers essentieel: zij moeten inzicht geven in hun informatiebeveiligingsmaatregelen en data binnen de Europese jurisdictie bewaren. Ook duidelijke governance en verantwoordelijke functies zorgen ervoor dat instellingen meer grip krijgen op hun systemen en incidenten beter kunnen beperken. Tot slot kunnen zorgorganisaties risico’s verkleinen door minder gevoelige data, zoals bsn’s, op te slaan en in plaats daarvan interne patiëntnummers te gebruiken.’Organisaties zijn geen eiland. Ze zijn afhankelijk van applicatieleveranciers en van de eisen van organisaties met wie ze bijvoorbeeld gegevens uitwisselen. Hoe autonoom kan je dan zijn?‘Organisaties zijn inderdaad nooit volledig zelfstandig; ze zijn afhankelijk van applicatieleveranciers, externe partners en wettelijke eisen. Toch is digitale autonomie binnen deze context wel mogelijk door bewuste keuzes en regie. Zo kan een organisatie eisen dat leveranciers transparant zijn over hun beveiligingsmaatregelen, dat data binnen Europese jurisdictie blijven en dat toegang en gebruik duidelijk gelogd worden. Bij gegevensuitwisseling kunnen standaarden en protocollen worden afgesproken die veiligheid en controle garanderen. Ook kan men interne processen en verantwoordelijkheden zo inrichten dat afwijkend gebruik van data of afwijkende verzoeken aan de applicatie direct worden opgemerkt, ongeacht externe systemen.’‘Autonomie betekent hier niet absolute onafhankelijkheid, maar het behouden van controle over waar data staan, wie en hoe er toegang toe heeft en hoe incidenten worden beheerd. Zo kan een zorgorganisatie snel reageren en schade beperken, zelfs binnen een netwerk van leveranciers en partners.’Digitale autonomie en digitale soevereiniteit: is er een verschil?‘Ja, er is een subtiel maar belangrijk verschil tussen digitale autonomie en digitale soevereiniteit. Digitale autonomie gaat over de praktische regie die een organisatie heeft over haar data en systemen: waar gegevens staan, wie er toegang toe heeft en hoe incidenten worden beheerd. Het is vooral operationeel en intern gericht, gericht op snelle detectie en respons bij afwijkend gebruik. Digitale soevereiniteit daarentegen heeft een meer strategisch en juridisch karakter: het gaat om controle over data in relatie tot externe partijen en wetgeving, bijvoorbeeld dat data binnen de eigen jurisdictie blijven en niet wordt onderworpen aan buitenlandse wetten.’‘Autonomie is een voorwaarde voor soevereiniteit; je kunt alleen soeverein zijn als je intern de regie hebt. In de zorg betekent dit dat beide nodig zijn: autonomie beperkt direct risico, terwijl soevereiniteit bescherming biedt tegen externe dreigingen en juridische complicaties.’Wat heeft de zorg aan méér digitale autonomie?‘In de praktijk betekent zulke digitale autonomie dat afwijkend gebruik van data binnen minuten wordt gedetecteerd in plaats van weken later. Het betekent dat de verantwoordelijkheden glashelder zijn tussen bestuurders, it en leveranciers. En het betekent dat zorginstellingen niet afhankelijk zijn van leveranciers of wetgeving buiten Europa.’‘Het is belangrijk te erkennen: een hack kan altijd gebeuren. Maar de impact ervan wordt bepaald door de mate van regie die je hebt. Met een vergrote mate van digitale autonomie beperk je de schade en behoud je het vertrouwen. Door te investeren in digitale autonomie, versterken we zowel de veiligheid als de wendbaarheid van onze zorg. Zonder autonomie zullen instellingen achter de feiten blijven aanlopen, ongeacht hoeveel vinkjes er op de compliance-checklist staan.’De andere delen van deze serie over informatiebeveiliging in de zorg zijn hier te vinden.

AI-agents kunnen al gauw tot securityproblemen leiden. Om ervoor te zorgen dat ze zich aan bedrijfsbeleid houden, schakelt Nametag de hulp in van Okta. Okta-onderzoek laat zien hoe wijdverspreid AI-agents al zijn: 91 procent van organisaties gebruiken ze tegenwoordig. Slechts 10 procent van deze bedrijven hebben volgens dit onderzoek een volwassen beveiligingsstrategie op dit front. […]