computable

62 nieuwsberichten gevonden
Zo vermijd je de ai-valkuil
9 uur
BLOG – In de erp-wereld wordt ai een essentiële functionaliteit. Volgens de EY AI Pulse Survey zal het aantal Amerikaanse senior managers dat tien miljoen dollar of meer in ai investeert dan ook verdubbelen in 2025. Niet gek, aangezien ai grote hoeveelheden gegevens analyseert, realtime-inzichten biedt en geautomatiseerde workflows creëert. En ai-oplossingen worden alleen nog maar branchespecifieker en geavanceerder. Maar het overmatig of verkeerd gebruik van ai binnen erp-systemen kan risico’s met zich meebrengen. Dit wordt wel de de ai-valkuil genoemd.Wie trapten al in deze valkuil en hoe voorkom je dat jouw organisatie dat doet? Ai in de publieke sector Er zijn talloze voorbeelden van bedrijven die de ai-valkuil niet wisten te ontwijken. In de publieke sector werden door ai ondersteunde erp-systemen omarmd als dé oplossing voor het stroomlijnen van overheidsprocessen. Dit leidde vaak tot overhaaste implementaties, zonder voldoende besef dat veel van deze systemen onvoldoende aansloten op de unieke en complexe eisen van overheidsinstellingen. Zo was er een overheidsinstelling die een door ai ondersteund erp-systeem implementeerde dat voor zakelijk gebruik was bestemd. Het gebrek aan ondersteuning voor complexe mechanismen voor budget- en subsidiebeheer, maakten workarounds en schaduw-itnoodzakelijk. Werknemers grepen steeds vaker terug op oude methoden, waarna de ai-oplossing uiteindelijk helemaal werd stopgezet. Het eindresultaat? Niet alleen tijd- en geldverspilling, maar ook een kostbare terugkeer naar een traditioneel, op maat ontwikkeld erp-systeem. Ai in non-profitorganisaties Dan is er het voorbeeld van een internationale non-profitorganisatie die een ai-tool implementeerde om het donateurbeheer te verbeteren. Deze tool was ontwikkeld om het gedrag van donateurs te analyseren, toekomstige donaties te voorspellen en campagnes voor fondsenwerving te optimaliseren. Dit bleek echter een geval van overmatige automatisering. Het algoritme legde de focus op donateurs met een hoge waarde en verwaarloosde de kleinere donateurs. Bovendien genereerde het systeem onpersoonlijke boodschappen aan belangrijke donateurs en vrijwilligers. Als gevolg hiervan zag de non-profitorganisatie een terugval in donaties en besloot uiteindelijk het ai-systeem aanzienlijk terug te schalen. Ai in de zakelijke dienstverlening Het laatste voorbeeld betreft een middelgroot adviesbureau dat ai in het erp-systeem implementeerde om het projectmanagement te optimaliseren en de toewijzing van consultants te verbeteren. De ai-algoritmen leverden aanvankelijk veelbelovende inzichten en resultaten op, maar bleken uiteindelijk te rigide voor de dynamische behoeften van het adviesbureau. Medewerkers werden verkeerd ingezet, klanten waren ontevreden en voor cruciale beslissingen moest alsnog menselijke expertise worden ingeschakeld. Dit toont wederom hoe een overambitieuze ai-implementatie kan leiden tot een kostbaar en tijdrovend proces, zonder de verwachte en gehoopte resultaten te behalen. Doel Bovenstaande voorbeelden laten zien dat ai niet altijd de oplossing is. Automatisering kan zeker de productiviteit en efficiëntie van een proces boosten, maar als de technologie niet is uitgekozen op basis van haar vermogen om een specifiek probleem op te lossen, dan mis je je doel. Definieer het probleem, kies de juiste ai-tool en laat je niet afleiden Overweeg je om met ai aan de slag te gaan? Kijk dan eerst naar je bestaande processen en workflows en breng routinetaken in kaart. Identificeer vervolgens wat daar misgaat en wat er beter kan. Dit leidt tot de data die je kunnen helpen om de processen te verbeteren en kan de vraag beantwoorden of ai de juiste tool is. Vermijd daarbij wel de verleiding om alle mogelijke data te gebruiken, want sommige vraagstukken kunnen nu eenmaal efficiënter worden opgelost met kleinere datamodellen. Ga je daadwerkelijk met ai aan de slag? Dan is effectieve data-governance cruciaal om ethisch verantwoord gebruik van ai in erp-systemen te waarborgen. Ontwikkel hiervoor een uitgebreid ai-kader met richtlijnen voor een verantwoorde ontwikkeling en inzet van de tool. Zo’n kader kan draaien om transparantie over de inzet van ai, het beperken van onnodige inzet en het behouden van maatwerk. Daarnaast is het zaak een standaard-evaluatieproces voor productontwikkeling te implementeren. Daarmee worden ai-functionaliteiten voortdurend getest op eerlijke en verantwoorde werking en worden risico’s tijdig geminimaliseerd. Gedegen Met een gedegen voorbereiding en strategie kunnen organisaties het volledige potentieel van ai ontdekken, zonder in de valkuil van overmatige en overenthousiaste automatisering te stappen. Definieer het probleem, kies de juiste ai-tool en laat je niet afleiden. Zo implementeer jij ai wél succesvol in jouw erp-systeem. Claus Jepsen is chief product en technology officer bij Unit4
Capgemini verliest kort geding om nieuw systeem omzetbelasting
11 uur
Capgemini heeft volgens de rechter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er fundamentele gebreken kleven aan de aanbestedingsprocedure voor een nieuw omzetbelastingsysteem van de Belastingdienst. Er volgt dan ook geen heraanbesteding; het Amerikaanse Fast Enterprises mag het systeem gaan bouwen. Capgemini stond afgelopen 11 februari voor de rechter om de gunning voor het bouwen van een nieuw omzetbelastingsysteem aan het Amerikaanse Fast Enterprises tegen te houden. Het gaat om een megaproject dat in de honderden miljoenen euro’s loopt. Daar waar Fast Enterprises met eigen standaardsoftware werkt, was de bieding van Capgemini gebaseerd op SAP-software, waarbij het bedrijf zowel de levering als de implementatie ervan zou verzorgen. De Staat verklaarde de inschrijving van Capgemini echter ongeldig omdat de licentievoorwaarden van SAP niet in lijn waren met de eisen die hierover in het bestek stonden (bijvoorbeeld voor wat betreft de gebruiksrechten voor standaardprogrammatuur, garanties, aansprakelijkheid, prijzen, informatiebeveiliging, overmacht, geschillen en toepasselijk recht). De automatiseerder had een verklaring moeten bijvoegen waarin SAP expliciet akkoord gaat met de licentievoorwaarden van de conceptovereenkomst. Nieuwe spelregels Volgens Capgemini is de Staat echter gedurende het aanbestedingstraject de gekozen gunningssystematiek voor de licentievoorwaarden van een derde-softwareleverancier anders gaan uitleggen. Daarbij is nagelaten om op een heldere wijze in de aanbestedingsstukken te vermelden wanneer bepalingen als onredelijk beperkend of verzwarend moeten worden aangemerkt. Het was het bedrijf ook niet duidelijk dat het in een apart document inzichtelijk had moeten maken wat de resultaten waren van de uitgevoerde toets van de licentievoorwaarden van SAP. Door te verlangen dat de inschrijvers een uitgebreide toets uitvoeren en de resultaten daarvan in hun inschrijving verwerken, komt de Staat achteraf met aanvullende eisen die afwijken van de in de aanbestedingsstukken vermelde systematiek, meent het it-concern. Daarnaast stelt het bedrijf dat de Staat ten onrechte betoogt dat voorwaarden met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens geen onderdeel mogen zijn van de licentievoorwaarden. Dat Capgemini geen Data Processing Agreement (DPA) van SAP had mogen indienen, beschouwt het bedrijf ook als een nieuw onderdeel in de aanbesteding. Al met al vindt het bedrijf dat de spelregels tijdens het traject zijn veranderd en daarmee de Staat in strijd handelt met het gelijkheids- en het transparantiebeginsel. Daarom moet de gunning aan Fast Enterprises worden verboden en dient er een heraanbesteding te volgen, aldus de automatiseerder.  Bezwaren afgewezen De rechtbank in Den Haag volgt Capgemini niet in zijn bezwaren en vindt dat er geen sprake is van een fundamenteel gebrek in de aanbestedingsprocedure. Zo had Capgemini voldoende duidelijk moeten maken dat SAP akkoord ging met de licentievoorwaarden van de conceptovereenkomst. Daarnaast heeft de Staat voldoende onderbouwd dat een DPA, die betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens, wezenlijk anders is dan een licentie, die betrekking heeft op het gebruik van software door een derde. In de conceptovereenkomst staat duidelijk dat het bij licenties om ‘gebruiksrechten’ gaat. Van een nieuwe eis is dan ook geen sprake.   Overigens maakte de Staat in zijn betoog nog kenbaar dat Capgemini, ook als de inschrijving niet terzijde was gelegd, niet voor gunning in aanmerking zou komen, omdat het bedrijf een lagere kwaliteitsscore behaalde dan Fast Enterprises. Een woordvoerder laat weten dat Capgemini niet in hoger beroep gaat.
Szabó weigert overzicht rijks-ict vanwege veiligheidsrisico’s
12 uur
Er komt geen gedetailleerd overzicht van alle ict-assets die binnen de gehele rijksoverheid in gebruik zijn. Dit brengt veiligheidsrisico’s met zich mee, stelt staatssecretaris Zsolt Szabó (Digitalisering) in een brief aan de Tweede Kamer. Ook ziet hij juridische en praktische bezwaren. Ook weigert de topman om inzichtelijk te maken hoeveel middelen jaarlijks worden besteed aan producten en diensten van grote Amerikaanse techbedrijven. Szabó legt daarmee de motie van het Volt-kamerlid Marieke Koekkoek naast zich neer. ‘Elke dag zijn er bij de Rijksoverheid en al haar uitvoerende diensten wijzigingen in de programmatuur, apparatuur, de contracten en ict-systemen. Op onderdelen gaat het om gevoelige informatie’, aldus de bewindsman. Openbaarmaking kan de kans op beveiligingsincidenten vergroten en strategische keuzes van ministeries ondermijnen. De software en apparatuur wordt aangeschaft binnen de geldende wettelijke kaders, waarbij rekening moet worden gehouden met de deels vertrouwelijke aanbestedingsuitkomsten. Dit brengt tevens wettelijke belemmeringen met zich mee bij het samenstellen van een volledig overzicht. Beter beeld De Tweede Kamer heeft de afgelopen tijd herhaaldelijk geprobeerd een beter beeld te krijgen van programmatuur, apparatuur en systemen die binnen de overheid gebruikt worden. Barbara Kathmann (GroenLinks/PvdA) vroeg een globaal overzicht te geven van overheids-ict bij niet-Europese clouddiensten. Ook Queeny Rajkowski (VVD) en voormalig Kamerlid Danai van Weerdenburg (PVV) willen opheldering. Daar reageert Szabó nog op in een aparte brief. Rijksbrede registers of overzichten zijn niet beschikbaar. Szabo: ‘Het opstellen van dergelijke overzichten betekent een aanzienlijke administratieve last voor de departementen, terwijl de beschikbare middelen en capaciteit hiervoor beperkt zijn.’
NLdigital waarschuwt voor mislopen ambities in digitale economie
12 uur
NLdigital vreest dat het kabinet-Schoof er niet in slaagt een aantal belangrijke ambities op gebied van de digitale economie waar te maken. Dit geldt met name voor het streven koploper te worden in de digitale transitie. Ook de stimulering van het aantal ict’ers dreigt spaak te lopen.  Dit stelt de branchevereniging in een reactie op de voortgangsrapportage Digitale Economie, waarmee de ministerraad onlangs heeft ingestemd. De digitale transitie behoort tot de gebieden waar Nederland stil valt, constateert René Corbijn, adjunct-directeur & hoofd beleid & public affairs bij NLdigital.  Ook de stimulering van digitale innovatie en vaardigheden blijft achter. Volgens NLdigital constateert het kabinet terecht dat we alle zeilen bij moeten zetten, maar ontbreekt het aan aanvullend beleid. Met deze inzet worden de doelen niet gehaald, aldus de vereniging. Een plan voor versnelling ontbreekt. Corbijn noemt dat extra pijnlijk omdat dit kabinet nog de vruchten plukt van de investeringen van het vorige kabinet. Bijvoorbeeld als het gaat om de projecten die nu nog worden gefinancierd uit het Groeifonds. ‘Zonder nieuwe investeringen valt de innovatie stil. Funest voor onze strategische autonomie,’ stelt Corbijn. Miljoen Hetzelfde geldt voor de ambitie om tot een miljoen ict’ers te komen in 2030. Het probleem wordt beschreven als urgent maar een ambitieus plan ontbreekt. Het beperkte budget dat er is, gaat vooral naar banen in techniek en op het gebied van duurzame energie. Dit terwijl er wel concrete stappen zijn te zetten.  NLdigital denkt dat de instroom van studenten is te verhogen door het aanbieden van digitale geletterdheid in het curriculum. Een heldere aanpak voor het stimuleren van zij-instromers kan ook helpen. Werknemers kunnen dan de stap zetten naar ict-banen en daarmee de arbeidsproductiviteit verhogen. Dat wordt, met de snelle ontwikkelingen op het gebied van ai, steeds relevanter. Volgens de laatst beschikbare CBS-cijfers kwam de groei van digitale professionals al in 2023 tot stilstand op een niveau ver onder de 750.000.   Lichtpuntjes In de voortgangsrapportage ziet NLdigital ook lichtpuntjes. Op het gebied van implementatie van wet- en regelgeving en de digitale infrastructuur is Nederland goed op weg. Ook op het gebied van duurzame digitalisering worden goede stappen gezet. En het bedrijfsleven maakt steeds vaker gebruik van digitale technologie als ai en cloud. Overigens vindt het kabinet dat de toepassing van digitale technologieën door het mkb sneller moet. De ambitie voor 2030 is dat 95 procent van het Nederlandse mkb tenminste een basisniveau van digitalisering toepast ten opzichte van driekwart in 2021. Inmiddels is het basisniveau in 2024 gestegen naar 82 procent. Om op 95 te komen, zijn dus nog substantiële stappen nodig. Daarnaast is het streven om het gebruik van geavanceerde digitale technologieën – zoals cloud, kunstmatige intelligentie en data-analytics – binnen het mkb te verhogen tot tenminste 75 procent in 2030.
Nederland organiseert Europa’s grootste digitale militaire oefening 
13 uur
Nederland organiseert volgende week de grootste luchtverdedigingsoefening van Europa ooit. Joint Project Optic Windmill 2025 (JPOW25) speelt zich grotendeels af in het virtuele domein. Vijftien Navo-bondgenoten bereiden zich daarmee voor op vijandelijke luchtaanvallen door hun verschillende wapensystemen te koppelen. Vele honderden militairen, waaronder een groot aantal it’ers, komen voor de oefening (17 tot en met 27 maart) naar de Luitenant-generaal Bestkazerne in het Noord-Limburgse Vredepeel. Ze testen scenario’s uit en verifiëren procedures van strategisch niveau tot de uitvoering van plannen op tactisch niveau. Ook werken ontwikkelaars, (radar)technici en raketexperts aan beschermende koepels over bepaalde gebieden, met als doel alle vormen van luchtdreiging af te wenden. Van elk fysiek systeem in het scenario is minimaal één exemplaar daadwerkelijk in de oefening actief. Op die manier integreren de luchtverdedigers van de alliantie al hun beschikbare radartechnologie en raketsystemen. Software De rol van it is groot. Software wordt gebruikt lucht- en raketverdediging te simuleren en stelt deelnemers in staat tactieken te trainen en te verfijnen zonder live-vliegoefeningen. Het gaat vooral om integratie en interoperabiliteit. Software is cruciaal voor de integratie van verschillende radar- en raketsystemen van Navo-bondgenoten en maakt dat deze systemen effectief kunnen communiceren en samenwerken, waardoor een samenhangend verdedigingsnetwerk ontstaat. Ook analyse is belangrijk: softwaretools worden gebruikt om de prestaties van de verdedigingssystemen en de effectiviteit van de tijdens de oefening toegepaste strategieën te analyseren. Dit helpt bij het identificeren van verbeterpunten en het verfijnen van toekomstige tactieken.
Geopolitieke chaos beïnvloedt cybersecuritybeleid bedrijven  
13 uur
De veranderende geopolitieke situatie heeft grote invloed op het cybersecuritybeleid van Nederlandse bedrijven. Driekwart ziet de gevolgen van de verschuivingen die momenteel gaande zijn. Niet alleen neemt de bewustwording sterk toe, ook groeit de bereidheid zich actief aan te passen.  Dit blijkt uit het KPMG Raad GeoPulse-onderzoek, een enquête die elk kwartaal wordt gehouden onder bestuurders en commissarissen van Nederlandse organisaties. De dreiging op het gebied van cybersecurity is een hot topic, aldus de respondenten. Maatregelen variëren van grotere waakzaamheid tot het volop investeren in digitale transformatie op dit gebied.  Het gaat dan om het beschermen van intellectueel eigendom, gevoelige kennis of toegang tot systemen om potentieel toeleveringsketens te (kunnen) verstoren. Met name (staats)hackers uit Rusland, China en Noord-Korea worden als een groot gevaar gezien. Nog meer onrust veroorzaken de economische sanctiemaatregelen, onzekerheden over geopolitieke samenwerking en plotselinge zwenkingen in beleid. Onlangs verordonneerde president Trump Rusland niet langer als een cybersecuritydreiging te zien; een maatregel die tot grote verontrusting leidde. Liefst 97% van de respondenten verwacht de komende twaalf maanden een grotere invloed op hun bedrijfsvoering door dit soort invloeden, waaronder een toename van protectionistische maatregelen. Ook investeren in de VS is niet meer zonder politieke risico’s. Maar dit betekent nog niet dat bedrijven activiteiten naar Nederland terug gaan halen of naar Europa verplaatsen. Uit onderzoek van Berenschot, dat onlangs in opdracht van het ministerie van Economische Zaken is gedaan, blijkt dat ook de beperkte transparantie van leveringsketens een risico vormt. Met name elektronica is afhankelijk van kritieke grondstoffen van buiten Europa. De meest kritieke grondstoffen worden niet direct ingekocht maar zijn verwerkt in (elektronische) componenten.
Spoelstra Spreekt: Sympathiek
15 uur
COLUMN – Soms hebben cyberaanvallen geen enkel effect. Zoals afgelopen maandag toen het social media-platform X door een cyberaanval met storingen te maken had en slecht te gebruiken was. Maar niemand die er eigenlijk last van heeft gehad. Waarom zou je X plat willen leggen? Omdat je wilt dat er minder gescholden wordt? Of dat er minder nepnieuws de wereld in wordt gestuurd? Of heb je gewoon een hekel aan Elon Musk? Medicijnen Dit laatste is natuurlijk ook niet zo vreemd. Het is natuurlijk ook niet de meest sympathieke vent die er op deze wereld rondloopt. En sinds hij van Trump de macht heeft gekregen om zich met de regeringszaken te bemoeien, is de sympathie helemaal verdwenen. Je bent ook niet heel sympathiek als je als rijkste man ter wereld als eerste, zodra jij het voor het zeggen hebt, het geld wat voor medicijnen naar derdewereldlanden gaat, stopzet. Ik wens je heel veel plezier met boodschappen doen Mensen als Musk veranderen de wereld op technologisch vlak, maar maken ook de wereld gewoon een stukje minder mooi. Veel mensen vinden dit inmiddels en kopen principieel geen Tesla meer. Leuk gebaar, maar als je deze principes wilt doorzetten in deze wereld ben ik heel benieuwd wat je nog wel koopt. In ieder geval niks meer uit China en geen olie meer uit Saoedi-Arabië. Ik wens je heel veel plezier met boodschappen doen. Sympathiek De waarde van de aandelen van Tesla zijn inmiddels gekelderd. Om dit goed te maken heeft Trump toegezegd zelf ook een Tesla te kopen. Ja, dat zal helpen! Alsof je tegen een brandweerman zegt, terwijl hij met alle macht een pand aan het blussen is, wacht maar even, ik haal ook een emmer water op. Maar natuurlijk wel sympathiek van Trump dat hij dat aanbiedt. Zou hij wat vaker moeten doen. Jacob SpoelstraJacob Spoelstra is columnist/stand-upcomedian. Kijk voor meer informatie op www.jacobspoelstra.nl.
ACM kan eindelijk onderzoeken of techreuzen DMA naleven
1 dag
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is bevoegd om zogenoemde poortwachters zoals Google en Microsoft te controleren op naleving van de Digital Markets Act (DMA). Die wet moet meer kansen geven aan digitale bedrijven die afhankelijk zijn van die grote digitale platforms maar wel willen concurreren met deze partijen. De regels van de DMA gelden voor een aantal specifiek aangewezen digitale platformaanbieders. Dat zijn de zogenoemde poortwachters, zoals Apple (Appstore), Booking (Booking.com), Google (Google Search, YouTube), Meta (Facebook, WhatsApp) en Microsoft (Windows PC OS). De DMA geldt sinds mei 2023 in Europa. De Europese Commissie heeft de exclusieve bevoegdheid om de DMA te handhaven. Het heeft dus bijna twee jaar geduurd voordat de toezichthouder op die wet officieel de bevoegdheid kreeg. Dat gebeurde nadat de Eerste Kamer op 10 maart jl instemde met de Nederlandse implementatiewet. Sinds maart vorig jaar zijn er al signalen dat Apple, Google en Meta mogelijk de DMA overtreden. Volgens ACM-bestuurslid Martijn Snoep kan zijn organisatie nu effectiever samenwerken met de Europese Commissie en biedt de bevoegdheid kansen voor Nederlandse bedrijven in de digitale economie. Hij roept partijen op om problemen met toegang tot de digitale platforms van poortwachters te delen met de ACM. Eerlijke voorwaarden Poortwachters moeten onder meer eerlijke voorwaarden bieden aan bedrijven wanneer zij hun apps in de appstore aanbieden. Ook moeten ze bedrijven die klant zijn op aanvraag gratis toegang geven tot hun eigen data (ook klantgegevens). Er staan in de wet ook afspraken over interoperabiliteit zodat bijvoorbeeld betaaldiensten kunnen samenwerken met het besturingssysteem en de hardware van de poortwachter. De ACM zegt al meerdere signalen te hebben ontvangen van mogelijke overtredingen van de DMA. Computable heeft de vragen uitgezet of er al onderzoeken lopen en zoja, om welke partijen of onderwerpen dat gaat. Gezien de hoofdvestiging van Booking in Nederland lijkt dat bedrijf bijvoorbeeld een logische partij om onder de loep te nemen. Ervaring ACM heeft ervaring met het toezicht op de naleving van de Europese Verordening Platform-to-business (P2B Verordening) die sinds 2020 van kracht. Daarin staan regels voor online-zoekmachines en digitale platforms, zoals online marktplaatsen en reserverings- en vergelijkingssites. Zij moeten eerlijk en voorspelbaar omgaan met bedrijven die hun producten of diensten via deze platforms aanbieden aan consumenten. Online platforms moeten bijvoorbeeld informatie geven over de afhandeling van klachten, wanneer een account van een bedrijf opgeschort kan worden en de volgorde van zoekresultaten.
Wet- en regeldruk: bedreiging voor innovatie en cybersecurity?
1 dag
BLOG – Wanneer bedrijven moeten voldoen aan de wet- en regelgeving die in ieder land anders is, zien we vaak twee reacties. Geen van deze benaderingen is optimaal. Sommige bedrijven beperken hun activiteiten of trekken zich volledig terug uit regio’s waar regelgeving als te belastend wordt ervaren. Markten waar de kosten voor naleving hoog zijn en de benodigde middelen niet in verhouding staan tot de opbrengsten, worden daardoor minder aantrekkelijk. Dit remt technologische vooruitgang en de ontwikkeling van cybersecurity in deze regio’s. Andere bedrijven kiezen er juist voor om te voldoen aan de strengste normen en hanteren deze als universele standaard. Ondanks deze pragmatische aanpak, leidt dit tot hogere operationele kosten en beperkingen, wat de innovatie binnen alle markten belemmert. Fragmentatie In een ideale wereld wordt de regelgeving afgestemd op wereldwijd niveau om fragmentatie tussen rechtsgebieden te voorkomen. Door het ontbreken hiervan besteden bedrijven veel tijd en geld aan naleving ten koste van proactieve cybersecuritymaatregelen. Bij gebrek aan een wereldwijd kader, is de interoperabiliteit tussen landen cruciaal. Normatieve harmonisatie op nationaal en supranationaal niveau is essentieel om de verantwoorde ontwikkeling van nieuwe technologieën te bevorderen. Deze noodzaak tot harmonisatie gaat verder dan alleen kosten; het bepaalt ook de ontwikkeling van technologische oplossingen die kunnen functioneren in verschillende omgevingen en wereldwijd geadopteerd kunnen worden. Dit gaat verder dan kostenbesparing: het bevordert ook de ontwikkeling van technologische oplossingen die in verschillende omgevingen werken en wereldwijd kunnen worden toegepast. De balans tussen snelle innovatie en veiligheid blijft een uitdaging Neem ai. Afgelopen jaar zijn er bijna zevenhonderd wetsvoorstellen rond ai ingediend in 45 staten, waarvan er 113 zijn aangenomen. Deze voorstellen laten de verschillende lokale prioriteiten zien en creëren versnippering van de regelgeving die innovatie belemmert en hiaten in de veiligheid achterlaat. Innovatieve bedrijven moeten hun producten en diensten aanpassen aan een complexe omgeving en tegelijkertijd concurrerend blijven. Versnippering Hoewel veel wetgeving bedoeld is om organisaties veiliger te maken, leidt de toenemende hoeveelheid regels tot een versnippering van middelen. Bedrijven richten zich daarom meer op naleving dan op proactieve cybersecuritymaatregelen. Het beheren van deze regelgeving verhoogt de kosten en creëert kwetsbaarheden. Naleving draait niet alleen om het volgen van wetgeving, maar ook om effectief risicobeheer. Wanneer bedrijven moeten voldoen aan tegenstrijdige eisen, vermindert hun vermogen om te anticiperen en te reageren op cyberdreigingen. Dit benadrukt het belang van een streng regelgevend kader dat flexibel en consistent moet zijn. Supranationaal In 2025 wordt er nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van cybersecurity en ai verwacht, zowel op nationaal als supranationaal niveau. Hoewel vrijwillige, minder dwingende kaders innovatie kunnen stimuleren, bestaat het risico dat er nieuwe verschillen ontstaan die de bestaande fragmentatie kunnen versterken. Europa kan regionale initiatieven zoals de AI Act en de NIS 2-richtlijn gebruiken om gemeenschappelijke standaarden vast te stellen. Maar bij gebrek aan mondiale initiatieven zullen landen en internationale instellingen het voortouw moeten nemen, wat de normatieve fragmentatie kan vergroten. De balans tussen snelle innovatie en veiligheid blijft een uitdaging, waarvoor een versterkte samenwerking tussen publieke en private sectoren essentieel is om wereldwijde normen vast te stellen. Public affairs In een gefragmenteerd regelgevingslandschap moeten bedrijven een proactieve en strategische aanpak hanteren. Teams die verantwoordelijk zijn voor public affairs spelen hierbij een cruciale rol door wetgevingsontwikkelingen te volgen, samen te werken met beleidsmakers en te pleiten voor harmonisatie van regelgeving om lasten te verminderen. Automatisering, risicogebaseerde naleving en samenwerking tussen juridische, it- en beveiligingsteams zullen nog belangrijker worden. Met deze aanpak kunnen bedrijven beperkingen omzetten in kansen en een toekomst garanderen waarin innovatie en veiligheid hand in hand gaan. Bill Wright is global head of government affairs bij Elastic
ASML versterkt samenwerking met Leuvense nano-specialist Imec
1 dag
ASML gaat een nieuwe strategische samenwerking aan met het vooraanstaande Belgische research-instituut Imec. De nieuwe overeenkomst van vijf jaar richt zich op nieuwe halfgeleidertechniek en duurzame innovatie.  ASML is en blijft sterk afhankelijk van het Leuvense onderzoekscentrum dat op gebied van nano-elektronica en digitale techniek tot de wereldtop behoort. Beide organisaties wisselen al meer dan dertig jaar kennis en expertise uit. ASML voorziet de Belgen ook van proefopstellingen van de meest geavanceerde systemen zodat ze daarmee ervaring kunnen opdoen. Deze proeflijnen worden uitgebreid en verbeterd.  Zo heeft imec met de geavanceerde NanoIC-proeflijn de mogelijkheid de ontwikkeling en vercommercialisering van de laatste halfgeleidertechnieken te versnellen. Daarbij valt met name te denken aan bepaalde systems-on-chip-toepassingen gebaseerd op logische knooppunten die kleiner zijn  dan 2 nm (nanometer). Meerdere Europese partners waaronder het Duitse Fraunhofer en het Franse CEA-Leti profiteren van deze laagdrempelige toegang tot de modernste apparatuur en Imec’s kennis van nieuwe materialen, processtappen en modules. De NanoIC-proeflijn is toegankelijk voor start-ups, het midden- en kleinbedrijf, universiteiten, ontwerp- en systeembedrijven, chipfabrikanten en bedrijven uit de chip-leveringsketen. Ze kunnen zo al in een vroegtijdig stadium de mogelijkheden verkennen, prototypes maken en testen uitvoeren.  EUV De nieuwe samenwerking met ASML omvat het volledige productportfolio van de Veldhovense machinebouwer, met een focus op het ontwikkelen van high-end nodes, met behulp van ASML-systemen, waaronder 0,55 NA EUV, 0,33 NA EUV, DUV-immersie, YieldStar optische metrologie en HMI single- en multi-beam technologieën. Deze tools worden geïnstalleerd in de state-of-the-art pilotlijn van imec en opgenomen in de eerdergenoemde NanoIC-pilotlijn. Focusgebieden voor r&d omvatten ook silicium-fotonica, geheugen en geavanceerde verpakkingen, die volledige innovatie bieden voor toekomstige op halfgeleiders gebaseerde ai-toepassingen in diverse markten. Luc Van den hove, president en ceo bij Imec. ‘De opname van ASML’s volledige productportfolio stelt ons in staat om de mogelijkheden van onze pilotlijn uit te breiden en verder te ontwikkelen, waardoor het volledige halfgeleider-ecosysteem de meest geavanceerde r&d krijgt om de uitdagingen van ai-gestuurde technologische vooruitgang aan te pakken.’ De investering van ASML in het partnerschap wordt aangevuld met Europese (Chips Joint Undertaking), Vlaamse en Nederlandse financiering. Nieuw in de samenwerking is dat ASML ook investeert in onderzoek van Imec dat milieu en maatschappij ten goede komt.
Nieuwe hoop voor datacenters op prioriteit bij toegang tot stroomnet
1 dag
Dutch Data Center Association (DDA) is bij monde van directeur Stijn Grove blij met de uitspraak van de rechter om het huidige prioriteringskader voor toegang tot het stroomnet te schrappen. Zonder een plek op de zogeheten prioriteitenlijst zou het volgens hem voor datacenters onder de huidige congestie lastig worden de Nederlandse digitalisering te ondersteunen. ‘Met als gevolg dat kritieke diensten minder snel uitgebreid en verstevigd kunnen worden’, aldus Grove. En dat kan weer fnuikend zijn voor innovatie en verduurzaming.  Volgens de rechter heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de lijst onzorgvuldig voorbereid. Ook mist de rechter een goede onderbouwing. Grove denkt dat als dit wel gebeurt, datacenters (hoog) op de prioriteitenlijst komen. ‘In de huidige versie worden de brede belangen en de onderliggende vitale processen van Nederland niet genoeg gewogen, zoals het belang van datacenters.’  De ACM moet voor 1 januari 2026 een nieuwe rangorde opstellen. De huidige lijst verliest op die datum zijn geldigheid. Netbeheerders gebruiken de lijst sinds 1 oktober jl. om te bepalen wie als eerste toegang krijgt tot de beperkte capaciteit op het stroomnet. Voorrang krijgen partijen die extra ruimte op het stroomnet creëren. Daarna komen bedrijven die de veiligheid waarborgen, gevolgd door instellingen die in basisbehoeften voorzien. Veertien belangenverenigingen, waaronder die van datacenters, telecom- en ov-bedrijven, voelden zich buitengesloten en stapten naar de rechter. Ook bedrijven als KPN tekenden verzet aan.  De rechter vindt het onjuist dat de ACM zich baseert op een bestaande lijst van de Europese Unie die prioriteiten stelde voor gaslevering bij tekorten. Deze lijst is te beperkt en een bredere onderbouwing is geboden, aldus de rechter. Bedrijven als KPN verbruiken boven nauwelijks gas, maar zijn wel op stroom aangewezen. 
Juvoly lanceert Nvidia-cluster voor soevereine ai in de zorg
1 dag
In de NorthC Datacenters in Rotterdam zijn de eerste Nvidia DGX B200-supercomputers van Nederland in gebruik genomen. Tijdens een bijeenkomst drukte prins Constantijn van Oranje, speciaal afgezant van startup-belangenorganisatie Techleap, op de knop om de machines in werking te stellen. Ze vormen het nieuwe gpu-cluster van ai-startup Juvoly dat ai-toepassingen ontwikkelt voor de zorg. Het cluster biedt de rekenkracht om de volgende generatie ai-modellen lokaal te ontwikkelen en volledig in eigen land te hosten, meldt Juvoly. Volgens het bedrijf gaat het om een belangrijke stap naar een ‘onafhankelijke ai-sector’. Het wil laten zien dat hoogwaardige ai-technologie niet afhankelijk hoeft te zijn van buitenlandse cloudaanbieders .’Met deze infrastructuur kunnen we geavanceerde ai-oplossingen ontwikkelen die de zorg leuker en efficiënter maken, zonder dat gevoelige data het bedrijf verlaat’, aldus Thomas Kluiters, medeoprichter van Juvoly . Digitale soevereiniteit Door de toenemende geopolitieke spanningen wordt dataveiligheid een groter aandachtspunt. Nederlandse organisaties zijn voor ai-training en hosting nog grotendeels afhankelijk van buitenlandse cloudproviders. Supercomputers, zoals de Nvidia DGX B200, bieden volgens Juvoly de rekenkracht om grootschalige ai-modellen lokaal te ontwikkelen en te hosten, waardoor data binnen Nederland blijft. Ook volgens managing director van NorthC Datacenters, Jan Willem Dees, is de komst van de supercomputers naar Rotterdam in het belang van de Nederlandse digitale soevereiniteit en versterkt het de Nederlandse ai-sector. Tijdens de bijeenkomst rondom de ingebruikname van de supercomputer werd beschuit met muisjes geserveerd om de geboorte van deze autonome ai-infrastructuur te vieren. Volgens de betrokkenen lopen veel organisaties achter in het zelf hosten van ai-oplossingen. Volgens Kluiters ligt dat niet aan een gebrek aan technologische of financiële middelen, maar is er onvoldoende daadkracht. ‘Als een startup van nog geen twee jaar oud de allernieuwste supercomputers naar Nederland kan halen om ai-modellen volledig in eigen beheer te kunnen nemen, dan kunnen andere bedrijven dat ook. Maar je moet wel durven’, zegt Kluiters. Constantijn van Oranje van Techleap riep bedrijven op om te investeren in een eigen ai-infrastructuur: ‘De ai-revolutie gaat alle aspecten van de economie beïnvloeden. Dit vergt strategische keuzes van ondernemers en gerichte investeringen in rekenkracht.’ Volgens de prins geeft Juvoly het goede voorbeeld met de ingebruikname van haar supercomputers. Spraak Juvoly heeft zich in korte tijd gepositioneerd als ontwikkelaar van volledig Nederlandse spraaktechnologie. De startup ontwikkelt en host modellen die spraak naar tekst omzetten, bijvoorbeeld voor het vastleggen van medische verslagen. Volgens de makers gaat het om een ai-model dat veel beter presteert dan de speech-to-tekst-tool Whisper van OpenAI. Ook zijn ze de enige aanbieder met toepassingen die de Friese taal kunnen verwerken. Het bedrijf zegt de gesprekken niet op te slaan en algoritmen niet te trainen op basis van de gevoerde gesprekken van gebruikers. Juvoly werkt samen met Erasmus MC en de TU Delft aan de ontwikkeling van een medisch large language model in het Nederlands, dat in de toekomst opensource beschikbaar moet komen. Door de ingebruikname van nieuwe supercomputers wordt die technologie volledig onafhankelijk ontwikkeld ‘zonder concessies te doen aan privacy en dataveiligheid’, aldus het bedrijf.
ServiceNow bundelt ai-kracht met Moveworks
1 dag
ServiceNow neemt het eveneens Amerikaanse ai-bedrijf Moveworks voor 2,85 miljard dollar over. Het is de bedoeling om Moveworks’ ai-assistent en zoektechnologie voor bedrijven te integreren met de ai-gedreven oplossingen voor bedrijfstransformatie die het softwarehuis aanbiedt. Terwijl ServiceNow pionierde op het gebied van bedrijfsworkflows en automatisering, richt Moveworks zich op het bouwen van een universele ai-assistent voor werknemers, aangestuurd door de revolutie van grote taalmodellen. Werknemers gebruiken de ai-assistent om hun it-, hr-, crm-, finance- en workplace-activiteiten te transformeren. Volgens Moveworks wordt geen enkele ai-assistent zo  breed door medewerkers van klanten ingezet. Onder meer Unilever, Marriott, Siemens, Databricks, Toyota, Honeywell en Johnson Controls vertrouwen op Moveworks. ServiceNow verwacht dat deze combinatie van ai-mogelijkheden de arbeidsproductiviteit bij klanten doet toenemen. De interactie van werknemers met bedrijfssystemen zou er eenvoudiger door worden. Dat kan de adoptie van het ai-platform van de Californische onderneming in verschillende sectoren, waaronder crm versnellen. Vergroting van het marktaandeel in de ai-markt is een belangrijk doel. ServiceNow zag vorig jaar zijn ai-klantenbestand al sterk groeien. Maar beleggers zijn niet erg overtuigd van de waarde van de deal, gelet op de koersdaling van 5,5 procent na aankondiging van de definitieve deal.
VNG zet in op opschaling ai-assistenten
1 dag
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat virtuele (ai-)assistenten verder opschalen. Zeker nu de arbeidsmarkt krap is, kan de dienstverlening zo op peil worden gehouden.  Kunstmatige intelligentie (ai) biedt gemeenten kansen om hun dienstverlening efficiënter en effectiever te organiseren. Lopende initiatieven laten zien dat virtuele assistenten werken en een essentiële rol kunnen spelen in het borgen van gemeentelijke dienstverlening. Voorbeelden hiervan zijn de ai-assistenten van Montferland AI (Mai), Gem en de Friese Aanpak. Deze initiatieven hebben elk hun eigen sterke punten en toepassingsgebieden.   Met subsidie van het ministerie van BZK kan de VNG experimenten op dit gebied een impuls geven. Met het opschalen van vernieuwende projecten ontstaat ook meer ervaring. De Virtuele AI-assistent wordt in dit kader het eerste innovatieve project. Samenwerking tussen deze initiatieven moet voorkomen dat gemeenten afzonderlijk ai-toepassingen ontwikkelen. Zo kan een krachtige en uniforme basis ontstaan waarin ai-oplossingen met elkaar zijn verbonden en gemeenten optimaal profiteren van schaalvoordelen. Het doel van dit opschalingsinitiatief is dat twintig gemeenten tegen eind 2025 gebruikmaken van de herbruikbare ‘bouwblokken’ van de virtuele assistent. Het programma Groei helpt gemeenten bij het opschalen van hun succesvolle innovaties.
Gaia-X: de papieren tijger getemd, nu op zoek naar toepassingen
2 dagen
Niet eerder klonk in Europa de roep om technologische soevereiniteit zo luid als nu. Nieuwe regels verplichten organisaties tot meer controle over hun data terwijl er een nieuwe geopolitieke wind vanuit de Verenigde Staten waait. Een heet hangijzer is het cloudbeleid in de EU-lidstaten. Velen vinden dat we daarbij te afhankelijk zijn van Amerikaanse techbedrijven; Gaia-X zou een oplossing betekenen. Het was een tijd stil rond Gaia-X, maar het gedecentraliseerde data- en cloud-initiatief staat weer in de spotlights. Bijna vijf jaar geleden werd het project groots aangekondigd door 22 Franse en Duitse bedrijven. Gaia-X moest een alternatief voor de grote hyperscalers mogelijk maken, met de voordelen van de cloud gecombineerd met Europese waarden voor vertrouwen, interoperabiliteit, transparantie en open standaarden. Want bij de Amazons en Microsofts van deze wereld is het maar de vraag wat er met je gegevens gebeurt. Bovendien: hoe het zit met de leveringszekerheid? Wat volgde was radiostilte. Tenminste, naar het grote publiek. Achter de schermen ging het werk door. De initiële groep groeide uit tot een club van een paar honderd bedrijven en organisaties die werken aan oplossingen die een alternatief voor het gebruik van AWS of Azure mogelijk maken. Geen eigen cloudomgeving, maar een gedecentraliseerde en opensource-data-infrastructuur naar Europees inzicht. Helsinki Ulrich Ahle, ceo van Gaia-X, geeft uitleg over de plannen van het gedecentraliseerde data- en cloud-initiatief. Inmiddels is het voorbereidende werk afgerond, de papieren tijger getemd, vertelt Ulrich Ahle. De ceo van Gaia-X doet zijn verhaal tijdens de Gaia-X Summit die onlangs in Helsinki plaatsvond. De afgelopen jaren stonden volgens de topman in het teken van de ontwikkeling van de gemeenschappelijke standaarden op technisch, semantisch, organisatorisch en juridisch vlak. Nodig om gegevensuitwisseling tussen deelnemende infrastructuren gevalideerd betrouwbaar te laten plaatsvinden. En dus spreekt de Duitser liever over de praktijktoepassingen die al op de federatieve data-infrastructuur zijn ontwikkeld. De toepassingen gebruiken sectorgeoriënteerde data-spaces, onderling gekoppelde informatienetwerken waarover gegevensuitwisseling en -verwerking plaatsvinden volgens gevalideerde afspraken. Validatie en certificering vindt plaats via zogeheten Gaia-X Digital Clearing Houses. Volgens Gaia-X bestaan inmiddels ruim 150 use-cases in sectoren als energie, maakindustrie, landbouw, lucht- en ruimtevaart, finance, mobility, gezondheidszorg en onderwijs. In Nederland zijn het er een handjevol; in de medische hoek maar ook in gebieden als manufacturing, logistiek en mobiliteit. In België zijn het er evenveel, maar dan vooral in de energiemarkt en landbouw. Wachten op opschaling De meeste projecten bevinden zich nog in de conceptfase of wachten op opschaling. Toch zijn er initiatieven die commercieel worden ingezet. Zoals het Nederlandse Smart Connected Supplier Network (SCSN), een open dataplatform voor gegevensuitwisseling in de toeleveringsketen van hightechbedrijven in de regio Brainport Eindhoven. Ruim vierhonderd bedrijven gebruiken het platform dat uiteindelijk ook voor andere sectoren beschikbaar moet komen. Ook Catena-X is een succesverhaal, aldus Ahle. De oorspronkelijk Duitse data-space voor de automobielindustrie is hard op weg om de standaard voor gevalideerde gegevensuitwisseling in de sector te worden. Ook buiten Europa, want de automobielindustrie is bij uitstek een internationale aangelegenheid. Zo’n tweehonderd partijen zijn er bij aangesloten, waaronder autofabrikanten, toeleveranciers, adviesbureaus, ict-dienstverleners en zelfs de grote cloudbedrijven AWS, Google en Microsoft. Uitdagingen Tegenover de succesverhalen staan de projecten die moeite hebben op te schalen. Bijvoorbeeld doordat de businesscase voor deelnemers onduidelijk is en het project veel leunt op overheidssubsidie. Zoals Agdatahub, tot kortgeleden een van Frankrijks eerste en verst gevorderde data-spaces. Het initiatief voor de gecontroleerde uitwisseling van landbouwgegevens tussen boer en verwerkende industrie vroeg in november zijn faillissement aan. ‘Het economische model is op problemen gestuit. Het bleek zonder overheidssteun niet houdbaar in de periode die nodig is om de technologie wijdverspreid op te schalen’, schrijven de initiatiefnemers die inmiddels aan een doorstart werken. Wellicht de grootste uitdaging van de Gaia-X-projecten is de financiering. Het idee is dat de gedecentraliseerde opzet zorgt voor innovatie, nieuwe bedrijfsmodellen en dus een financieel gezonde onderneming. De toepassingen moeten daarvoor wel eerst opschalen. Tot dat moment zijn ze afhankelijk van externe financiering, zoals overheidssubsidies en investeringen van geïnteresseerden. De kost gaat voor de baat uit, is het idee. En dus luidt ook tijdens het event in Helsinki het devies: zorg voor relevante toepassingen die snel omzet genereren. Dat begint met een goed idee dat beantwoordt aan een concrete marktbehoefte voor het delen van gegevens, en eindigt bij partijen die bereid zijn tijd en geld te investeren in de ontwikkeling ervan. Kip-ei-impasse In Nederland is Peter Verkoulen een van de aanjagers van Gaia-X. Hij is directeur van het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC) en namens TNO in opdracht van het ministerie van EZ aangesteld als manager van de Nederlandse Gaia-X-hub. Er is volgens hem sprake van een kip-ei-impasse. Daarbij wachten potentiële gebruikers op het moment dat het data-ecosysteem groot genoeg is om erbij aan te haken, terwijl de aanbieders van diensten op zo’n platform moeite hebben om op te schalen zolang er weinig geïnteresseerden zijn. Peter Verkoulen, directeur van het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC), tijdens de Gaia-X Summit in Helsinki. Volgens Verkoulen is een rol weggelegd voor de overheid. Die zou in aanbestedingen meer kunnen aansturen op datasoevereiniteit via een platform als Gaia-X. ‘Er is nog geen Nederlandse tender waarin Gaia-X staat, maar dit gaat komen. De overheid kan met de portemonnee sturen. Kies goedkoop waar het kan en duurder waar het moet.’ Want zelfs de aanjager beseft dat het vaak niet de goedkoopste keuze zal zijn. Hij vertelt dat Airbus en Électricité de France (EDF) tenders voor clouddiensten voorbereiden, waarbij de inschrijvers hun diensten Gaia-X compliant moeten kunnen aanbieden. Honderden miljoenen euro’s In Europa is veel geld beschikbaar voor initiatieven zoals Gaia-X. Het gaat om honderden miljoenen euro’s, zowel vanuit de Europese Commissie als vanuit de lidstaten. Wel zijn er grote verschillen per land. In Duitsland is ruim vierhonderd miljoen beschikbaar, in Spanje zo’n tweehonderd miljoen en in Nederland bijna 220 miljoen, afkomstig uit verschillende potjes die data -paces en soevereine cloudinfrastructuur aanjagen. De EU doet er nog een schep bovenop, met zo’n 2,6 miljard euro via diverse regelingen, weet Verkoulen. Hoewel cloud- en datasoevereiniteit de pijlers van Gaia-X vormen, is het initiatief niet strikt bedoeld als alternatief voor hyperscalers, vertelt hij. ‘Met de standaarden en interoperabiliteit is het wel mogelijk om de regie terug te nemen. Je kunt de diensten van hyperscalers combineren met die van lokale partijen. Dat is het mooie aan Gaia-X; je bepaalt zelf het data-ecosysteem. Aanbieders van diensten kunnen deze valideren via een clearing house. Daardoor weten de afnemers dat de dataservices echt voldoen aan de afspraken.’ Dat het idee aanslaat, blijkt ook uit Gaia-X-hubs die buiten de EU actief zijn: in Japan, Zuid-Korea en zelfs in de VS. Toch werd Gaia-X in de begintijd door voorstanders neergezet als het Europese tegenwicht aan de grote Amerikaanse cloudbedrijven. Daarvoor is het te laat, erkent zelfs Gaia-X-directeur Ahle. ‘Europa heeft de strijd in de consumentencloudmarkt (b2c) verloren aan de hyperscalers’, vertelt de Duitser. ‘In de zakelijke cloudmarkt (b2b) maken we nog een kans om significant bij te dragen aan de wereldwijde digitalisering. Maar ook daar kunnen we de hyperscalers niet negeren. Die werken ook aan soevereine clouds in de EU en dat is winst voor iedereen. Het grote voordeel van Europese cloudserviceproviders is dat zij hun businessmodellen en organisatie niet hoeven aan te passen terwijl de hyperscalers dat wel moeten.’ De timing voor een Europees antwoord op de hegemonie van Amerikaanse clouddiensten is nu. Trump en techmiljardair Elon Musk trekken als wervelwind door de wereldorde en vinden daarbij steun van Microsoft, Google en AWS. In plaats van de ontwikkeling van separate nationale cloudomgevingen, zou Europa moeten gaan voor een gezamenlijke standaard zoals Gaia-X. De tijd van praten is voorbij, besluit Ahle. Aan goede bedoelingen ligt het niet, nu de toepassingen nog.
Deze 9 ict-dienstverleners presteren uitzonderlijk
2 dagen
De resultaten van de jaarlijkse Dutch IT Sourcing Study 2025 zijn bekend. Het onderzoek, uitgevoerd door Whitelane Research in samenwerking met Eraneos, biedt een gedetailleerd overzicht van de prestaties van ict-dienstverleners en aanbieders van cloudplatformdiensten in Nederland. Levi9, Schuberg Philis, Wipro, Epam, Cognizant, Sogeti, TCS (Tata Consultancy Services), Atos/Eviden en Northwave presteren uitzonderlijk, waarvan een aantal in meerdere categorieën (zie overzicht). De makers van de studie evalueerden meer dan 650 unieke ict-sourcingrelaties en achthonderd cloudplatformrelaties, afkomstig van bijna driehonderd van de grootste aan ict spenderdende organisaties van ons land. In het afgelopen jaar hebben negen ict-dienstverleners bijzonder goed gepresteerd, melden de onderzoekers. Zij hebben zich onderscheiden met hoge tevredenheidsscores die boven het marktgemiddelde en de standaarddeviatie liggen. Het gaat om: Application Services: Levi9, Schuberg Philis, Wipro, Epam, Cognizant Cloud & Infrastructuurdiensten: Schuberg Philis, Sogeti, TCS Werkplekdiensten: TCS, Sogeti Netwerk & Connectiviteit: TCS, Atos/Eviden Beveiligingsdiensten: Schuberg Philis, Northwave Algemene tevredenheid: Schuberg Philis, Levi9 ‘De prestaties van deze aanbieders worden erkend door de stijgende tevredenheid van klanten, die vaak wijzen op de kwaliteit en betrouwbaarheid van de dienstverlening’, aldus de onderzoekers. De gemiddelde tevredenheidsscore is gestegen naar 76 procent, de hoogste score ooit. Belangrijke trends in de ict-outsourcingmarkt De Dutch IT Sourcing Study 2025 belicht enkele belangrijke trends in de huidige outsourcingmarkt: Veranderende it-uitgaven: 37 procent van de respondenten geeft aan de komende twee jaar de ict-uitgaven aan externe leveranciers te willen verhogen, hoewel dit een daling van 6 procent is ten opzichte van 2024. Tegelijkertijd is het aantal organisaties dat van plan is de uitgaven te verlagen gestegen van 13 procent in 2024 naar 20 procent in 2025 – het hoogste niveau ooit gemeten. Publieke sector als motor van groei: De publieke sector springt eruit als de sector die het meeste gaat investeren in ict-sourcing. 62 procent van de respondenten uit de publieke sector is van plan de ict-uitgaven aan externe leveranciers te verhogen. Dit is opvallend hoger dan in de financiële dienstverlening (38 procent) en de productie- en chemiesector (26 procent). Nearshoring in opkomst: Er is een duidelijke verschuiving naar nearshore outsourcing. 40 procent van de respondenten is van plan dit model uit te breiden, mede vanwege voordelen als kostenefficiëntie, EU-compliance en risicoreductie. Daarentegen wordt onshore outsourcing (binnen Nederland) steeds minder populair, met 32 procent van de respondenten die aangeeft het gebruik van dit model te willen verlagen. Toenemende ai-adoptie: De adoptie van kunstmatige intelligentie groeit gestaag, waarbij 88 procent van de klanten aangeeft de investeringen in ai de komende twee tot drie jaar te willen verhogen. Echter, de impact van ai op de bedrijfsvoering blijft nog beperkt, met slechts 4 procent dat significante operationele veranderingen heeft ervaren. Een belangrijk aandachtspunt is compliance, wat 56 procent van de respondenten beschouwt als de grootste uitdaging bij de invoering van ai. Stijgende klanttevredenheid: De klanttevredenheid in de it-diensten is gestegen. Van de 652 geëvalueerde it-sourcingrelaties werd 72% als ’tevreden’ of ‘zeer tevreden’ beoordeeld, een stijging van twee procentpunten ten opzichte van het vorige jaar. Dit geeft aan dat de kwaliteit van de it-diensten in Nederland blijft verbeteren. Veranderingen in de leveranciersmarkt Schuberg Philis voert voor het eerst de algemene tevredenheidsranglijst aan, met een score van 92 procent. Levi9, een nieuwkomer in de top-5, volgt met 89 procent. Epam en Wipro delen de derde plaats met 83 procent, terwijl CGI, T-Systems en HCL Tech met 82 procent goed presteerden. De uitkomsten wijzen volgens de onderzoekers op een steeds veeleisendere klant die verwacht dat leveranciers niet alleen goede diensten leveren, maar ook proactief meedenken en zich blijven ontwikkelen. Volgens de klanten is een belangrijk aandachtspunt dat veel ict-dienstverleners de bedrijfskennis missen die nodig is om echt als strategische partner op te treden. Ook het personeelsverloop wordt als een zorg gezien en kan de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening beïnvloeden. De verschuiving naar ai en nearshore outsourcing zijn ook belangrijke trends die de toekomst van de sector zullen bepalen. Dienstverleners die snel kunnen inspelen op deze veranderingen en tegelijk de klanttevredenheid op peil houden, zullen zich waarschijnlijk als de winnaars van de toekomst vestigen, stellen de onderzoekers.
Cisco bouwt aan internetvariant voor ai-agents
2 dagen
Outshift, het incubatievehikel van Cisco, kondigt plannen aan voor een opensourceplatform waarin ai-agents communiceren zonder de beperkingen van het huidige internet. Bij het initiatief, met de naam Agntcy, hebben zich inmiddels vijf partijen aangesloten. Het gaat om LangChain, Galileo, Glean, LlamaIndex en Outshift (Cisco) die een decentrale infrastructuur op willen zetten, specifiek ontworpen voor kunstmatige intelligentie. ‘Het huidige internet is in de loop der jaren sterk gecentraliseerd geraakt, met enkele dominante platforms die het merendeel van de data en communicatie beheren. Deze structuur staat in de weg van de opkomst van gedistribueerde ai-agenten die autonoom met elkaar kunnen samenwerken, informatie delen en besluiten nemen zonder menselijke tussenkomst’, stelt het bedrijf in een aankondiging. Volgens Cisco voldoet het huidige internet niet aan de eisen die de opkomst van ai stelt. Dat komt doordat het primair is ontworpen voor menselijke interactie en het verzenden van data tussen eindgebruikers. Dat model zou niet ideaal zijn voor de efficiënte werking van ai-agents die snel grote hoeveelheden data moeten verwerken en onderling moeten communiceren zonder vertraging of centralisatieproblemen. Bovendien zou de client-serverarchitecturen van het huidige intetnet ook gevoelig zijn voor censuur, privacyproblemen en de afhankelijkheid van grote techbedrijven, wat de vrijheid van ai-agenten zou kunnen beperken. Ook ontbreken de benodigde protocollen en standaarden die ai-agents in staat stellen autonoom en op een betrouwbare manier met elkaar te communiceren. Agntcy In nieuw te ontwikkelen ecosysteem Agntcy kunnen ai-agenten als onafhankelijke entiteiten functioneren, maar ook interageren met andere agenten en systemen over het netwerk. Dit betekent dat ze via api’s, machine learning-modellen en gedecentraliseerde communicatieprotocollen met elkaar kunnen samenwerken. Het platform zal zo ontworpen worden dat ai-agenten niet alleen toegang hebben tot data, maar ook in staat zijn om deze data te interpreteren, beslissingen te nemen en zelfs nieuwe oplossingen te ontwikkelen op basis van hun interacties. Documentatie en de koppeling met Github is hier te vinden. Ai-agentsAi-agents zijn autonome systemen die kunstmatige intelligentie gebruiken om beslissingen te nemen, acties te ondernemen en interactie te hebben met andere systemen of gebruikers. Deze agents kunnen specifiek worden geprogrammeerd om bepaalde taken uit te voeren, waarbij ze gebruik maken van technieken zoals machine learning, natural language processing en deep learning. Ai-agents kunnen leren van hun omgeving en zichzelf verbeteren naarmate ze meer data verwerken. Het gaat bijvoorbeeld om virtuele assistenten die taken uitvoeren zoals klantondersteuning, agenda’s beheren of zelfs het uitvoeren van analyses.Er zijn ook ai-agents die zonder menselijke tussenkomst beslissingen kunnen nemen, bijvoorbeeld in de context van zelfrijdende voertuigen of slimme fabrieken. In de toepassing van multi-agent systemen werken meerdere ai-agents samen om complexe problemen op te lossen.
Combineer de kracht van IT en fysieke security voor optimaal security management
2 dagen
De relatie tussen IT en fysieke beveiliging is veranderd sinds steeds meer fysieke beveiligingssystemen IP-gebaseerd zijn. Data van VMS-systemen, toegangscontrolesystemen en andere fysieke security devices zijn in toenemende mate met elkaar verbonden, en draaien steeds vaker in de (hybride) cloud. Hierdoor is het belangrijker dan ooit dat de afdelingen fysieke beveiliging en IT samenwerken om faciliteiten, netwerkinfrastructuren, data en meer te beveiligen. Unificeren van IT en fysieke security – en de mensen die deze managen  Volgens recent onderzoek van Genetec hebben IT-teams echter een steeds prominentere rol gekregen in het beslissingsproces over de aanschaf en inzet van fysieke beveiligingssystemen. Meer dan 50% van de eindgebruikers en system integrators zegt dat IT-teams actief betrokken zijn bij beslissingen over de aanschaf van fysieke security oplossingen.  Toch is het nog niet altijd gemakkelijk in de dagelijkse praktijk een brug te slaan tussen IT-teams en fysieke security, zeker niet als er nog in separate systemen en in silo’s gewerkt wordt. Toewijding om organisatie veilig te houden Toch zijn er ook veel overeenkomsten. Beide teams delen immers de toewijding om de organisatie veilig te houden.  Naarmate rollen samensmelten en vaardigheden worden gecombineerd, kiezen organisaties voor verschillende benaderingen voor de integratie van IT en fysieke beveiliging. In sommige gevallen nemen IT-teams de fysieke security op in hun team. In andere gevallen breiden managers van fysieke beveiligingsteams hun team uit met IT-medewerkers. En sommigen breiden de functie voor beveiligingsoperaties (SecOps) uit om beveiligingsrisico’s aan te pakken, en te profiteren van data die afkomstig is van beide teams.  Het unificeren van fysieke beveiligingssystemen kan de integratie vergemakkelijken en de kracht van gezamenlijke data ontsluiten. Lees hier verder wat organisaties kunnen doen om de krachten van IT en fysieke security te bundelen. Bekijk de whitepaper
Mislukte detavast-constructie Rijk krijgt nieuwe invulling
2 dagen
Detavast-constructies bij het Rijk klinken op papier mooi maar in de praktijk leveren ze nauwelijks wat op. Daarom is gekozen voor een gebundelde aanpak: de rijksoverheid heeft voor een sloot aan ministeries en zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) een raamovereenkomst gesloten met vier partijen: Calco, Circle8, Linkit en Yer. De totale geraamde opdrachtwaarde bedraagt 61 miljoen euro. Het Rijk poogt op allerlei manieren het tekort aan ict-personeel aan te pakken. Een ervan is de detavast-constructie waarbij ict’ers eerst tijdelijk worden ingehuurd om daarna een vast dienstverband bij de opdrachtgever te krijgen. De huidige detavast-raamovereenkomsten voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (SSC-ICT, Logius en P-Direkt) en diverse onderdelen bij het ministerie van Justitie & Veiligheid (J&V) zijn echter geen succes. Deze contracten, die in de loop van dit jaar aflopen, blijken zelfstandig te weinig aantrekkelijk voor marktpartijen, omdat de deelnemers veel minder ict-diensten hebben afgenomen dan oorspronkelijk verwacht, meldt het Inkoop Uitvoering Centrum EZK (IUC-EZK) in het bestek van de nieuwe aanbesteding.  Om het voor de markt aantrekkelijker te maken is er in die aanbesteding voor een bundeling van detavast-dienst gekozen waarbij zoveel mogelijk ministeries en een aantal zbo’s zijn aangehaakt. Daarbij zijn uiteindelijk vier bedrijven geselecteerd die de komende vier jaar detavast-inhuurkrachten gaan regelen. Naar verwachting richt de werving zich met name op functies als functioneel beheerder, ontwikkelaar, tester, netwerkspecialist, systems administrator en ict-beveiliger.    DeelnemersTot de deelnemende organisaties aan deze Detavast-tender behoren de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, BZK, Defensie, Financiën (exclusief Belastingdienst, Toeslagen en Douane), Infrastructuur en Waterstaat, J&V (exclusief CJIB), Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, alsook de zbo’s de Kiesraad, de Rechtspraak, de Kansspelautoriteit, de Nederlandse Zorgautoriteit, Stichting Slachtofferhulp Nederland, Stichting Reclassering Nederland en het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Wie gunt wat: Veel ict-opdrachten worden verstrekt via een aanbestedingstraject. Computable maakt regelmatig melding van de publiek gemaakte gunningen.
25 jaar cybersecurity in de 21e eeuw
2 dagen
BLOG – We leven alweer 25 jaar in de 21ste eeuw. Er is veel gebeurd: de opkomst van sociale media en smartphones maken dat alles zich vandaag de dag online afspeelt. Ook op het vlak van cybersecurity is genoeg veranderd. Zo is er sinds tien jaar een explosie aan ransomware-aanvallen, heeft elk geopolitiek geschil een cybercomponent en is er wet- en regelgeving ingevoerd, zoals de AVG, de Cybersecurity Act en NIS2. In deze blog vier ontwikkelingen op het vlak van cybersecurity van de afgelopen 25 jaar. Hamvraag: zijn we iets opgeschoten? Afhankelijkheid van it en internet Het is een cliché: we zijn als maatschappij volledig afhankelijk geworden van it en internet. Dat waren we 25 jaar geleden een stuk minder. Als je het platslaat, zijn de meeste bedrijven it-bedrijven. Dus met de afhankelijkheid van it is ook de directe afhankelijkheid van andere bedrijven gegroeid, omdat systemen onderling verbonden zijn. Door die onderlinge afhankelijkheden kan een technische fout in het ene systeem grote gevolgen hebben voor het andere. Een voorbeeld hiervan is de fout in het Nafin-netwerk in augustus 2024, waardoor onder andere Eindhoven Airport tijdelijk werd stilgelegd. De storing legde de complexe samenhang van systemen bloot. Zaken die, zeker voor buitenstaanders, op het eerste gezicht ongerelateerd zijn, bleken als gevolg van dezelfde oorzaak verstoord te raken. Daarom is het belangrijk om inzicht te hebben in afhankelijkheden, een responseplan te hebben en dit te testen. NIS2 erkent deze complexiteit en dwingt bedrijven om beter inzicht te krijgen in hun it-keten en afhankelijkheden. Heb geen illusies dat je in al deze afhankelijkheden inzicht moet hebben, maar focus op de afhankelijkheden die de grootste risico’s met zich meebrengen. Hoewel we niet alles kunnen voorspellen, kunnen we ons wel voorbereiden door bepaalde technieken te oefenen. Zo kunnen we effectief handelen op het moment dat deze zich voordoen. Criminaliteit: it ain’t stupid if it works Online criminaliteit is in 25 jaar uitgegroeid tot een groot en divers probleem. Ransomware is hier de grootste disrupter voor vrijwel elke organisatie. Wat opvalt, is dat cybercriminelen hun werkwijze door de tijd heen niet veel hebben veranderd. Voor ransomwaregroeperingen geldt al jaren dat ze binnenkomen via phishing, kwetsbare systemen of hergebruikte wachtwoorden. Vervolgens stelen ze informatie, leggen ze systemen plat en persen ze organisaties af. Wat wel sterk is veranderd, is ceo-/cfo-fraude, een vorm van oplichting die ruim tien jaar bestaat. En hoewel de werkwijze op hoofdlijnen nog steeds hetzelfde is, is de kans op succes voor criminelen met name door het gebruik van generatieve ai vergoot. Niet alleen teksten, maar vooral beeld en geluid zijn realistischer dan ooit. Videocalls met directeuren die niet van echt zijn te onderscheiden, komen steeds vaker voor. Zo ontving een medewerker van een multinational in Hong Kong begin 2024 een e-mail die afkomstig leek van de cfo van het bedrijf. De medewerker vertrouwde het in eerste instantie niet, maar na een videocall ‘met de cfo’ voerde hij vijftien transacties uit naar criminelen met een totale waarde van 25 miljoen dollar. Zijn criminelen dus innovatief? Zeker, maar wel alleen als het moet. Bijvoorbeeld als hun trucjes bekend zijn, of als het hun aanvalsmethoden versterkt. Statelijke actoren zijn een (slecht zichtbare) rode draad Een derde ontwikkeling vinden we op het gebied van statelijke actoren. De usual suspects, zoals de five eyes-landen, China, Israël en Rusland, zijn al heel lang online actief. Over het algemeen houden zij zich bezig met het vergaren (en soms ook lekken) van informatie. In de afgelopen 25 jaar zijn daar ook andere landen bij gekomen, waaronder Noord-Korea en Iran. Noord-Korea richt zich daarbij ook op het stelen van geld. Een van de bekendste voorbeelden van wat statelijke actoren aan kunnen richten, is Stuxnet uit 2007. Hierbij werd het Iraanse nucleaire programma verstoord. Formeel is niet bekend wie hierachter zat, maar vermoedelijk werd deze aanval ontwikkeld en uitgevoerd door de VS en Israël. Een andere mijlpaal is het APT1-rapport van het Amerikaanse Mandiant uit 2013. Dit rapport onderbouwt uitgebreid de link tussen online-spionageactiviteiten en de Chinese overheid. De rode draad in de ontwikkeling van statelijke actoren is dat er meer landen online actiever zijn. Het zijn over het algemeen slecht zichtbare activiteiten, waar je je moeilijk tegen kunt beschermen en die grote impact kunnen hebben. Met de huidige oplopende geopolitieke spanningen is dit zorgelijker dan ooit. Beter laat dan nooit Als je als bedrijf twintig jaar geleden werd gehackt, kon je alles onder het tapijt vegen en gewoon verdergaan; je was niet verplicht om dit te melden. Vandaag de dag kan dit (gelukkig) niet meer. De eerste wetgeving hiervoor, de California Security Breach Information Act (SB 1386), ging in 2003 van kracht. Het duurde nog een aantal jaar voor soortgelijke wetgeving ook in Nederland kwam. Sinds 2018 moeten Nederlandse bedrijven volgens de AVG melding maken bij de Autoriteit Persoonsgegevens als er via hen persoonsgegevens worden gelekt. Nieuwere wetgeving zoals NIS2 en de Cyber Resilience Act gaan verder en verplichten meer organisaties om risico-gebaseerd maatregelen te nemen, waaronder ook aanbieders van software. Dit creëert meer vertrouwen in digitale diensten en producten en sterkere bescherming tegen kwaadwillenden. Blik op de toekomst Oké, maar zijn we de afgelopen 25 jaar beter geworden in onszelf weren tegen cyberincidenten? Samengevat is it belangrijker dan ooit, en is er zowel meer criminele als statelijke activiteit online. Er vinden dan ook nog steeds heel veel cyberincidenten plaats. En sommige daarvan waren echt te voorkomen. Toch zijn we zeker iets opgeschoten. Er is bewustzijn van online-risico’s en er is wet- en regelgeving om het gebrek aan intrinsieke motivatie op het gebied van cybersecurity te compenseren. Noem het optimisme, maar rockbottom hebben we gehad. Erik de Jong is chief research officer bij Tesorion
Microsoft Nederland benoemt Inge Schaap [Apple, VWS] tot nieuwe healthcare lead
5 dagen
Op 15 maart 2025 treedt Inge Schaap aan als de nieuwe healthcare lead binnen het team voor de publieke sector binnen Microsoft Nederland. Eerder werkte ze in een vergelijkbare rol voor Apple als industry lead healthcare voor de regio Europa, Midden-Oosten, India en Afrika (EMEIA). Schaap neemt de rol van healthcare lead over van Fleur Hermse die haar carrière voortzet bij Fujitsu als sales director Benelux. Schaap heeft ervaring op het snijvlak van gezondheidszorg en ict. Zo was ze verantwoordelijk voor de opbouw en aansturing van Apple’s verkoopstrategie in de zorg in Nederland. Daarnaast was ze eerder werkzaam als beleidsadviseur bij het Ministerie van Volksgezondheid, en bekleedde ze strategische posities bij zorgverzekeraar Menzis, waaronder directiesecretaris strategie & propositieontwikkeling en programmamanager voor digitale zorg. Met haar uitgebreide netwerk en passie voor patiëntenzorg moet Schaap een belangrijke rol spelen in het versnellen van digitale transformatie in de zorg. Inge Schaap kijkt ernaar uit om Microsoft aan de slag te gaan. ‘Met mijn achtergrond in de zorg is het altijd mijn drijfveer geweest om impact te maken door digitale technologie in te zetten. Op die manier wil ik meer tijd vrijmaken voor zorgverleners, hun administratieve lasten verminderen en hen meer tijd geven voor patiënten.’ Microsoft kondigde recent een ai-spraakplatform voor de zorg aan dat het samen met softwarebouwer Chipsoft heeft ontwikkeld. Schaap: Microsofts inzet op ai biedt ongekende mogelijkheden om de zorg efficiënter en toegankelijker te maken en ik kijk ernaar uit om hieraan bij te dragen’.
Volop kapitaal voor Nederlandse ai-chip 
5 dagen
De Eindhovense chipleverancier Axelera AI heeft in drie jaar meer dan 200 miljoen euro bijeen geharkt voor de financiering van gespecialiseerde hardware om ai-taken efficiënter uit te voeren. Deze week kwam de EuroHPC Joint Undertaking (JU) over de brug met een subsidie van 61 miljoen euro voor de verdere ontwikkeling van een energiezuinige chip. ‘Brussel’ trekt de knip ruim open, niet in de laatste plaats omdat de EU minder afhankelijk wil worden van Amerikaanse en Aziatische technologie.De chiplet- een klein geïntegreerd circuit dat een onderdeel van een functionaliteit biedt en is ontworpen om samen te werken met andere chiplets- krijgt een spilfunctie in het DARE-project (Digitale Autonomie met Risc-V voor Europa). De marktintroductie staat voor 2028 gepland. DARE is het Europese antwoord op de gigantische investeringen die de Amerikanen en Chinezen doen in ai-techniek en daarvoor geschikte infrastructuur.Behalve voor de toepassing van kunstmatige intelligentie is de chiplet van Axelera ook belangrijk om de stroombehoefte van datacenters terug te dringen. Ook high performance computing (hpc) wordt gezien als een belangrijk toepassingsgebied; reden waarom EuroHPC JU, het consortium dat supercomputers wil integreren met quantum computing, nu de buidel trekt. Accelereren Axelera AI – de naam van het bedrijf zegt het al – legt zich toe op ‘ai acceleratie-techniek’. Deze in Eindhoven ontwikkelde techniek maakt het mogelijk om ai-taken sneller, efficiënter en op grotere schaal uit te voeren, wat bijdraagt aan de vooruitgang van ai-innovaties en toepassingen. De techniek richt zich vooralsnog met name op generatieve ai en computer vision inference aan de rand van netwerken (edge), beide gebieden die momenteel sterk in opmars zijn.Onlangs onthulde het Eindhovense bedrijf hiervoor de Titania AI-chiplet, die niet alleen krachtig en energiezuinig is maar ook gemakkelijk valt op te schalen. AI-hardwareversnellers kunnen worden geschaald om te voldoen aan de behoeften van verschillende toepassingen. Dit kan variëren van edge computing (dicht bij de bron van gegevens) tot cloud computing (grote datacenters). 180 medewerkers Evangelos Eleftheriou, cto en medeoprichter van Axelera AI, zegt: ‘Onze unieke architectuur maakt het mogelijk om eenvoudig van kleine naar grote netwerken te schalen, iets wat traditionele methoden niet kunnen.’ Volgens Fabrizio Del Maffeo, ceo van Axelera AI, werkt het bestaande platform voor versnelling al tegen een fractie van de kosten en het energieverbruik van huidige oplossingen. Fabrizio Del Maffeo (link) en Evangelos Elftheriou. Del Maffeo en Eleftheriou wisten in amper drie jaar overal uit Europa en ver daarbuiten wetenschappers naar Eindhoven te lokken. Axelera AI telt al ruim 180 hooggeschoolde medewerkers waaronder meer dan 55 PhD’s met ruim 40.000 citeringen in wetenschappelijke publicaties op hun naam. Behalve in Nederland en Italië breidt Axelera ook in België zijn r&d-teams uit. Het Leuvense imec speelt ook een grote rol bij EuroHPC JU, evenals het Barcelona Supercomputing Center, Codasip, de Universiteit van Tampere en het eveneens Finse CSC.
TU Delft wordt officieel ai-adviseur van de WHO
5 dagen
Het TU Delft Digital Ethics Centre gaat de World Health Organization (WHO) adviseren op het gebied van ethische aspecten en wet- en regelgeving rondom ai in de zorg. Op 6 maart heeft het Delftse onderzoekscentrum een accreditatie gekregen. Hiermee is het officieel een samenwerkingspartner en adviseur van de WHO op het gebied van ai-ethiek en governance. Bij het gebruik van ai in de zorg moeten zowel ethische principes als zorgnormen en -waarden worden gehandhaafd. Daar zijn internationale richtlijnen voor opgesteld, maar deze moeten nog vertaald worden naar de praktijk. Daar gaat het TU Delft Digital Ethics Centre nu bij helpen. De TU Delft ziet dat ai enorme kansen biedt voor de zorg die onder druk staat door personeelstekorten en enorme kosten. Echter sluiten oplossingen nu vaak nog niet goed aan op de  praktijk. Zorgpersoneel omarmt ze niet, er ontstaan ethische dilemma’s of ai bevat nog biases die discriminatie kunnen veroorzaken. De samenwerking met WHO moet die situatie verbeteren. ‘Ai heeft de transformerende kracht om de gezondheidszorg een nieuwe vorm te geven en mensen in staat te stellen hun eigen gezondheid te bewaken. Het technische en academische partnerschap met het Digital Ethics Centre van de TU Delft is cruciaal om ervoor te zorgen dat de voordelen van ai iedereen wereldwijd bereiken via ethisch bestuur, rechtvaardige toegang en gezamenlijke actie’, stelt Alain Labrique, director van het Department of Digital Health & Innovation bij de WHO. Betrokkenen bij de samenwerking tussen WHO en TU Delft, midden: wetenschappelijk directeur TU Delft Digital Ethics Center Jeroen van den Hoven. Erasmus MC en SAS Het TU Delft Digital Ethics Centre werkt samen met het Erasmus MC en softwarebedrijf SAS in het AI-ethieklab (REAiHL). Pilots die bedacht worden in Delft, kunnen in de praktijk worden getest in het Rotterdamse ziekenhuis. Wetenschappers, artsen en datawetenschappers werken zo samen aan richtlijnen voor het ontwikkelen en implementeren van ethisch verantwoorde en klinisch relevante ai in de zorg. Een voorbeeld is een lopend project binnen het Erasmus MC waarbij ai helpt bepalen wanneer een patiënt veilig ontslagen kan worden na grote oncologische chirurgie. ‘Als we voldoen aan alle randvoorwaarden dan kan zo’n ai-model niet alleen zorgen voor een veiliger ontslag van patiënten, maar ook dat ze gemiddeld vier dagen eerder naar huis kunnen en er sprake is van een halvering van heropnames’, laat Michel van Genderen, internist-intensivist en universitair docent bij het Erasmus MC weten. Officiële erkenning Het TU Delft Digital Ethics Centre is het resultaat van bijna twintig jaar onderzoek naar digitale ethiek en verantwoorde innovatie, het is op dit gebied één van de koplopers in de wereld, er werken ruim veertig wetenschappers. Stefan Buijsman, universitair hoofddocent Responsible AI aan de TU Delft. ‘Wij hebben samen met de WHO al kaders opgesteld voor verantwoord gebruik van ai en generatieve ai in de zorg. Nu benaderen ze ons om dit concreet te gaan maken. Hoe gaat het wél werken in de praktijk? Bij het WHO werd gedacht: als er ergens antwoorden te vinden zijn, dan is het in Delft.’ De TU Delft, en in het bijzonder hoogleraar Jeroen van den Hoven, werkt al meerdere jaren samen met het WHO op dit onderwerp. ‘Nu krijgen we daar officiële erkenning voor door middel van deze accreditatie’, aldus Buijsman.
MWC Barcelona: de Oranje-successen op een rij
5 dagen
Tijdens het Mobile World Congress 2025 in Barcelona dat donderdag de slotdag beleefde, blijkt dat Nederland nog aardig meespeelt op gebied van mobiele technologie. BroadForward, Eurofiber, LiveDrop wisten deze week als Nederlandse b2b-techbedrijven flink de aandacht op zich te vestigen. Ook de consumentgerichte startups Whispp stal de show. Whispp past ai toe om mensen met een spraakbeperking beter verstaanbaar te maken.  BroadForward sleepte zelfs de award voor de Best Digital Tech Breakthrough binnen. Daarmee was het Amersfoortse techbedrijf behalve Google het enige niet-Aziatische bedrijf dat voor zijn techniek een Global Mobile (GLOMO) Award kreeg.  BroadForward ontwikkelt geavanceerde software voor signalering in communicatienetwerken. Als operators meerdere technologieën door elkaar gebruiken met afwijkende protocollen kan een Babylonische spraakverwarring ontstaan. Om te voorkomen dat informatie over de verbinding verkeerd wordt begrepen, ontwikkelde BroadForward een cloud-native signaling transfer point (stp). Deze cloud-native oplossing biedt een toekomstbestendige oplossing voor telecom-operators die te maken hebben met de uitdagingen van een verouderde stp-infrastructuur.  Taco Schoute, ceo van BroadForward: ‘Velen hebben hun end-of-life-status bereikt, waarbij leveranciers de ondersteuning geleidelijk stopzetten, operators blootstellen aan stijgende kosten en ernstige beveiligings- en operationele risico’s. Ze weerhouden hen ervan stp te integreren in moderne cloudgebaseerde architecturen.’ BroadForward maakt naar eigen zeggen ‘naadloze’ migratie mogelijk en zegt ononderbroken wereldwijde connectiviteit te kunnen garanderen.  Op beurzen als MWC is het vaak zo rumoerig dat je iemand lastig iemand kunt volgen. Whispp past ai toe om mensen beter verstaanbaar te maken. NL Paviljoen De prestigieuze award maakte de stemming op het NLPaviljoen MWC25 in Barcelona er nog beter op. Blije gezichten ook bij Eurofiber en Q*Bird die de basis onder hun Quantum Key Distribution-project (QKD) steeds solider zien worden. Zo komt de provincie Zuid-Holland via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) nu ook met subsidie over de brug. QKD maakt beveiligde, fraudebestendige communicatie tussen gebruikers mogelijk. De inbouw van quantum-sleuteldistributie in twee van de belangrijkste datacenters van Eurofiber in de Randstad leidt tot een uitermate veilig quantuminternet. Overheden en bedrijven moeten hierdoor verzekerd zijn van vertrouwelijke datacommunicatie. Meindert Stolk, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, was naar Barcelona afgereisd om hiervoor een cheque van één miljoen euro subsidie te overhandigen. LiveDrop Ook LiveDrop uit Eindhoven trok op het Nederlandse paviljoen veel aandacht met zijn oplossingen voor de uitwisseling van data. Patrick Moreu, ceo van LiveDrop, positioneert die als een veilig alternatief voor bluetooth. In Barcelona demonstreerde hij een verdubbeling van de overdrachtssnelheid: van 350 kb/s in 2024 naar 700 kb/s dit jaar. Dit kan door de blokgrootte van de datamatrix te verkleinen, wat zorgt voor een efficiëntere en snellere gegevensoverdracht.  LiveDrop heeft de ambitie om de overdrachtssnelheid jaarlijks te verdubbelen en zo snelle groei te realiseren. Moreu herinnert eraan dat bluetooth meer dan twintig jaar nodig heeft gehad om de huidige snelheden te bereiken, Ook wifi heeft meerdere generaties doorlopen om grote sprongen te maken. ‘Wij laten zien dat verdubbeling binnen één jaar mogelijk is,’ aldus een trotse Moreu. LiveDrop kan snel en veilig offline gegevens overdragen, zonder afhankelijk te zijn van conventionele netwerken. De verdubbeling van snelheidsverbetering biedt LiveDrip meer kansen op gebied van defensie & veiligheid, cybersecurity en markten waar met gevoelige gegevens wordt gewerkt, zoals de zorg, juridische en financiële dienstverlening. SunLED Bij de Nederlandse start-ups viel SunLED op. SunLED ontwikkelde een lamp die met infraroodstraling het gebrek aan zonlicht compenseert als mensen te lang achter hun computerbeeldscherm zitten. Plan is de Sunbooster als losse gadget op de markt te brengen dan wel deze techniek in te bouwen in bijvoorbeeld monitoren of auto’s.  Het Mobile World Congres 2025 in Barcelona trok meer dan 2.400 exposanten en 107.000 bezoekers. Ai en vooral generatieve ai was veruit het meest besproken thema. Op afstand volgen geavanceerde 5G en 6G alsmede allerlei technologie om de capaciteit van netwerken en de snelheden verder op te rekken. Ook smart cities, het Internet of Things, GreenTech, duurzaamheid, al dan niet in combinatie met ai, blijven publiekstrekkers.
Leaseweb-oprichter Zwinkels draagt stokje over aan co-ceo’s
6 dagen
Svenja de Vos en Lex Boost zijn benoemd tot co-ceo’s van Leaseweb. Zij nemen de taken over van de oprichter en voormalig ceo Con Zwinkels . Het duo moet het van oorsprong Haarlemse hostingbedrijf een nieuwe groeifase in leiden. De nieuwe co-ceo  Svenja de Vos werkt al meer dan acht jaar voor Leaseweb als cto. Lex Boost was voorheen ceo van Leaseweb USA en komt weer terug in dienst. Hij werkte tussentijds als ceo bij Harlem Next. Beide leidinggevenden hebben veel ervaring met het opschalen van operationele activiteiten en het stimuleren van groei, deelt Leasweb in een bericht over de benoemingen. Ze moeten het hostingbedrijf nu leiden naar een volgende fase van wereldwijde uitbreiding. Er zijn nog meer wijzigingen in de bedrijfstop. Martijn Bethlehem neemt de rol van cfo over van Pieter Dijkhuis. Dijkhuis neemt samen met Leaseweb-oprichter Zwinkels plaats in de raad van toezicht. De nieuwe cfo, Bethlehem, werkt al meer dan 17 jaar voor Leaseweb. Hij was eerder financieel directeur van Leaseweb Nederland. Sander Poelwijk neemt de rol van cto op zich. Hij werkt al meer dan 18 jaar bij Leaseweb en was eerder director voor productontwikkeling. Zwinkels en Dijkhuis behouden hun functies als ceo en cfo van het moederbedrijf van Leaseweb: Ocom, waar ze verantwoordelijk zijn voor financiële verslaglegging, kapitaalallocatie, financieel beheer, bedrijfsontwikkeling, kapitaalmarkten en relaties met externen. Groeifase Zwinkels: ‘Het was een enorm privilege om zoveel jaar sterk betrokken te zijn bij het dagelijkse bestuur van het bedrijf. Nu we aan het begin van een nieuwe groeifase staan, voelt dit als het juiste moment om een stap terug te doen van de operationele verantwoordelijkheden, en me als lid van de raad van toezicht op groepsniveau meer te richten op de bredere strategische richting van het bedrijf.’ Hostingbedrijf Leaseweb levert infrastructure as a Service (IaaS) met een wereldwijd klantenportfolio van 20.000 bedrijven van het mkb tot multinationals. Het aanbod bestaat onder meer uit publieke-, en private cloeddiensten,  dedicated servers ,  co-locatie, netwerkdiensten voor het aanbieden van content en cybersecurity-diensten. Het in 1997 opgerichte bedrijf beschikt over meer dan 80.000 en beheert 28 datacenters in Europa, Azië, Australië en de Noord-Amerika, die allemaal worden ondersteund door een wereldwijd netwerk met een totale capaciteit van 10 Tbps.
Red Hat en Axiom Space bouwen datacenter in de ruimte
6 dagen
Axiom Space en Red Hat werksen samen aan de lancering van Axiom Space’s Data Center Unit-1. Dit dataverwerkingsprototype zal in het voorjaar van 2025 de ruimte in worden gestuurd. Volgens de twee initiatiefnemers moet het gezamenlijke project uitgroeien tot het eerste volwaardige datacenter in de ruimte. Het prototype vormt volgens Axiom Space, specialist in ruimte-infrastructuur, en open source-aanbieder Red Hat een belangrijke stap in het toepassen van edge computing in de ruimte. Axiom Space’s Data Center Unit-1 (AxDCU-1) zal toepassingen testen op het gebied van cloud computing, artificiële intelligentie, machine learning, datafusie en cybersecurity – allemaal in de ruimteomgeving.Het dataverwerkingsprototype gaat in het voorjaar van 2025 naar het Internationaal Ruimtestation om tests uit te voeren en de eerste mogelijkheden van een zogenaamd orbital data center te demonstreren. De technische basis van het prototype wordt geleverd door Red Hat Device Edge, een oplossing die een lichte Kubernetes-distributie (MicroShift) combineert met Red Hat Enterprise Linux en Ansible Automation Platform. Dit moet het mogelijk maken om hybride cloudapplicaties in de ruimte te draaien, waarbij data lokaal worden verwerkt zonder afhankelijk te zijn van verbindingen met aardse datacenters. De toepassingen in het ruimtecenter gaan van dataverwerking voor aardobservatiesatellieten tot ai-training in de ruimte en zelfs off-planet back-ups voor kritieke infrastructuur op aarde.Commerciële activiteiten De lancering van AxDCU-1 past volgens Axiom Space in hun bredere missie om commerciële activiteiten naar de ruimte te brengen, inclusief de ontwikkeling van Axiom Station, een toekomstig commercieel ruimtestation. ‘Dataverwerking buiten de aarde is de volgende grens en edge computing speelt daarin een sleutelrol’, aldus Tony James, chief architect voor Science and Space bij Red Hat. De voordelen van een ruimte-datacenter zijn volgens James alvast substantieel. Door edge computing in een baan om de aarde te plaatsen, kunnen vertragingen bij dataverwerking aanzienlijk worden verminderd. Gegevens worden dichter bij de bron verwerkt, wat de veiligheid moet verhogen en snellere besluitvorming mogelijk moet maken. Eu-plannen Nieuw is het idee van datacenters in de ruimte overigens niet. Ook Microsoft is met het ruimtevaartbedrijf Loft Orbital onderzoek aan het doen en plannen aan het maken voor datacenters in de ruimte. Intussen loopt in de EU ook een onderzoeksproject met de naam Advanced Space Cloud for European Net zero emission & Data sovereignty (ASCEND). Het plan van ASCEND is om in 2036 zo’n 13 ruimte-datacenters te lanceren, en dat aantal de jaren nadien flink op te voeren.
Uitdaging: aanpak cyberdreigingen in Nederlandse financiële sector
6 dagen
BLOG – De financiële sector ligt onder een vuur van geavanceerde cyberaanvallen. Hierbij spelen meerdere factoren een rol. Mobiele financiële diensten, online-transacties en technologieën zoals ai en cloud computing hebben het potentiële aanvalsoppervlak vergroot. Volgens het ‘Global Risks Report’ van het World Economic Forum behoort cybersecurity hierdoor tot de top vijf van wereldwijde bedreigingen voor de komende twee jaar, waarbij financiële organisaties de voornaamste doelwitten zijn. Voor cybersecurity-professionals in deze sector houdt de druk daar niet op. Wetgeving op het gebied van gegevensbescherming, zoals de AVG, verplicht financiële instellingen om klantgegevens streng te beschermen, aangevuld door sectorspecifieke richtlijnen zoals PSD2. De toenemende complexiteit van aanvallen, aangedreven door ai, overtreft echter vaak de eisen van dergelijke regelgeving, en de tijd die nodig is om deze van kracht te laten worden. Al deze factoren leiden ertoe dat financiële instellingen onder grote druk staan om een effectieve aanpak te ontwikkelen waarmee ze hun activiteiten kunnen beschermen, kwetsbaarheden kunnen verminderen en het vertrouwen van consumenten kunnen behouden. De rol van wetgeving Wetgeving is van grote invloed op de cybersecuritystrategieën van de financiële sector en richt zich vaak op risicobeheer. Terwijl cyberdreigingen geavanceerder worden, loopt wetgeving vaak achter en vergt de ontwikkeling ervan veel tijd. Traditionele beveiligingsteams binnen bedrijven zijn niet langer in staat om hacks net zo snel te voorkomen als aanvallers systemen kunnen compromitteren. Daarbij zijn monitoringtools maar beperkt in staat om een dreiging te stoppen. Dit komt doordat aanvallers tegenwoordig sneller data kunnen compromitteren en exfiltreren dan de tijd die een organisatie doorgaans nodig heeft om de schade te herstellen, namelijk vier tot zes dagen. Zelfs binnen de securityafdeling is ai een tweesnijdend zwaard geworden Met een gemiddelde kostenpost van 4,45 miljoen dollar per datalek is het voor financiële organisaties cruciaal een proactieve cybersecuritystrategie te hebben. Zo’n strategie moet verder gaan dan alleen het naleven van wetgeving en vereist investeringen in geavanceerde technologieën om dreigingen snel te detecteren en te neutraliseren. Wettelijke vereisten zouden voor financiële instellingen slechts als een basis moeten dienen en niet als een allesomvattende cybersecurity-oplossing. Proactieve strategieën die inspelen op dreigingen zijn in de financiële sector belangrijker dan ooit. Ai: zowel bedreiging als oplossing Ai transformeert bedrijfsfuncties in de financiële dienstverlening en verbetert de klantervaring en operationele efficiëntie. Ai komt echter ook met nieuwe beveiligingsrisico’s. Hackers passen ai tegenwoordig toe bij het verzamelen van informatie, social engineering, het ontwikkelen van schadelijke code en andere kwaadaardige activiteiten. Dankzij deze tactieken zijn aanvallen sneller uit te voeren, waardoor de uitdaging toeneemt om ze met traditionele cybersecurity-maatregelen te bestrijden. Zelfs binnen de securityafdeling is ai een tweesnijdend zwaard geworden, dat zowel verdedigers als cybercriminelen ondersteunt. Hoewel veel organisaties ai inzetten om hun operaties te verbeteren, vergroot de technologie ook het aanvalsoppervlak, waardoor cybercriminelen hun aanvallen kunnen automatiseren en opschalen. Door beveiligingsproducten te integreren en een platform-gerichte aanpak te hanteren, zijn ai-gestuurde cybersecurity-oplossingen optimaal in te zetten om instellingen te ondersteunen bij het realtime detecteren en aanpakken van bedreigingen, het beschermen van gegevens en het flexibel inspelen op nieuwe regelgeving. Het communiceren van cybersecurity-behoeften Om de juiste oplossingen te implementeren, hebben beveiligingsteams vertrouwen en investeringen nodig, wat betekent dat de cybersecurity-uitdaging onder de aandacht van de raad van bestuur moet worden gebracht. Omdat C-level-leiders in de financiële sector hun cyberweerbaarheid vaak onderschatten, is effectieve communicatie van ciso’s en cto’s over beveiligingsrisico’s en investeringsbehoeften essentieel. Voor elk bedrijf dat gevoelige, persoonlijke of kritieke gegevens opslaat, is het cruciaal om vertrouwen te behouden. Voor financiële instellingen die afhankelijk zijn van hun reputatie, is elke investering in cybersecurity een goede investering; het vermindert het risico op cyberaanvallen die financiële gevolgen kunnen hebben. Bovendien stelt een solide security posture bedrijven in staat hun cyberverzekeringspolis effectief te benutten. In het digitale financiële landschap beschermen sterke cybersecurity-maatregelen de reputatie, het vertrouwen van klanten en de operationele continuïteit. Met de snelle digitale ontwikkelingen moeten banken en andere financiële instellingen beveiliging meenemen in elk aspect van hun bedrijfsvoering. Zo zijn investeringen in ai en cybersecurity-innovaties om te zetten in concurrentievoordeel. Jeremy van Menxel is country manager Netherlands bij Palo Alto Networks
Ophef om duurdere Windows-licenties op AWS en Google Cloud
6 dagen
Microsoft rekent tot vier keer hogere licentiekosten aan voor Windows Server-licenties op de clouds van concurrenten AWS en Google Cloud. Deze laatsten beschuldigen Microsoft van een oneerlijke handelspraktijk. De Britse marktautoriteit CMA onderzoekt de zaak.In de wereld van it zijn bedrijven vaak rechtstreekse concurrenten, maar even vaak moeten ze met elkaars technologie aan de slag. Dat is dan ook de kern van het conflict onder de grote hyperscalers: Microsoft hanteert significant hogere tarieven voor cloudaanbieders buiten zijn eigen Azure-platform. AWS en Google oordelen dat dit klanten benadeelt en de cloudmarkt verstoort. De Britse concurrentiewaakhond Competition and Markets Authority (CMA) oordeelde voorlopig dat Microsoft inderdaad de concurrentie op het gebied van clouddiensten kan belemmeren. Microsoft verdedigt zich fel tegen beschuldigingen van de CMA over zijn controversiële licentiebeleid voor Windows Server. Het spreekt over concurrentie en wijst erop dat concurrenten zoals AWS en Google evenmin hun eigen propriëtaire  software goedkoop of gratis aanbieden. ‘Wij worden onterecht geviseerd’, stelt Microsoft in zijn reactie. Grote invloed De discussie raakt aan de marktverhoudingen in de cloudwereld. Momenteel beheerst AWS ongeveer 50 procent van de Britse cloudmarkt, terwijl Microsoft 30 tot 40 procent voor zijn rekening neemt. Google Cloud is een kleinere speler. In onze contreien liggen de verhoudingen overigens vaak anders. In België bijvoorbeeld lijkt AWS nog een stuk kleiner dan Microsoft Azure. De impact van het conflict is overigens ook wereldwijd, want ook de Chinese cloudpartij Alibaba kijkt tegen hogere Windows-licenties aan. Bovendien heeft de Britse discussie en beslissing mogelijk ook grote invloed op de cloudmarkt in de lage landen. De CMA overweegt inmiddels concrete interventies, waaronder mogelijke aanpassingen in Microsofts licentiemodel. Een definitief besluit wordt later dit jaar verwacht. Die uitkomst zou alvast vergaande gevolgen hebben voor de verhoudingen tussen cloudaanbieders en de wijze waarop softwarelicenties worden verhandeld.
Nederlanders ernstig bezorgd over ai-gedreven cyberdreigingen
6 dagen
De angst dat ai-gedreven cyberdreigingen op organisaties een flinke impact krijgen, zit er in Nederland diep in. Dat blijkt uit het ‘2025 State of AI Cybersecurity‘-rapport van Darktrace. Een uitsplitsing van de resultaten uit dit onderzoek leert dat Nederlandse respondenten bovengemiddeld bezorgd zijn. 71 procent van de Nederlandse deelnemers ziet nu al grote gevolgen van ai-gedreven dreigingen. En het wordt nog erger. 98 procent verwacht daar binnen 1 à 2 jaar aanzienlijke last van te hebben. We zijn daar voorlopig nog niet lang van af. 94 procent verwacht dat dit probleem tot ver in de toekomst zal voortduren. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat ai in Nederland bepaald niet als een wondermiddel wordt gezien dat alleen maar vooruitgang brengt. Het Darktrace-onderzoek laat zien dat de twijfels ten aanzien van kunstmatige intelligentie ook gelden voor het gebied van cybersecurity. Over het algemeen bestaat de perceptie dat de gevaren van ai, zoals misbruik door cybercriminelen, zeker niet minder zijn dan de voordelen van betere software.  De Nederlandse resultaten wijken op meerdere punten af van de algemene bevindingen van het Darktrace-onderzoek, reden om hier apart op in te gaan. Veel minder dan elders in de wereld hebben Nederlandse security-professionals namelijk vertrouwen in oplossingen zoals ai-gedreven security-software en meer traditionele oplossingen. Ook zijn ze niet erg overtuigd van het vermogen van de eigen cybersec-teams zich te weren tegen ai-gedreven dreigingen en aanvallen. Daarnaast zetten ze vraagtekens achter het vermogen van deze ‘verdedigers’ om ai ondersteunde veiligheidsoplossingen te implementeren en gebruiken. Er bestaat ook scepsis ten aanzien van security software die dankzij ai cyberdreigingen automatisch kan stoppen. Ruim twee derde (69 procent) van de Nederlandse security-professionals heeft daar ‘niet veel vertrouwen’ in. Dat is liefst twee keer zo’n hoog percentage als wereldwijd (34,5 procent).  Deep leaning en machine learning Darktrace liet ook onderzoeken wat voor de komende drie jaar de verwachtingen zijn van ai als verdedigingslinie tegen dreigingen. Volgens de Nederlandse respondenten krijgt detectie van nieuwe of onbekende dreigingen de meeste impact. Deze groep heeft relatief weinig vertrouwen in de automatische response op dreigingen. Relatief meer vertrouwen is er in de identificatie van exploiteerbare kwetsbaarheden. Ook werd gevraagd op welke gebieden ai zal bijdragen tot een betere verdediging tegen cyberdreigingen. Cloud security en netwerk security staan dan bovenaan. In vulnerability management is relatief minder vertrouwen, in het tegengaan van identiteitsfraude heeft de Nederlander relatief meer vertrouwen.  Ook werd onderzocht in hoeverre de deelnemers bekend waren met het gebruik van het type ai in bestaande cybersecurity-oplossingen. Relatief veel Nederlandse respondenten geven toe hier geen flauw benul of slechts een vaag idee van te hebben. Verder werd gevraagd welk type ai de komende drie jaar impact krijgt op cybersecurity. 46 procent plaatst generatieve ai hoog. Wereldwijd is dat 66 procent. Deep learning en neurale netwerken ‘scoren’ in Nederland 54 procent, ongeveer hetzelfde als wereldwijd. Het belang van supervised machine learning wordt hier minder hoog aangeslagen: 44 procent tegen 51 procent wereldwijd. Waar wereldwijd 23 procent denkt dat natuurlijke taalverwerking veel kan bijdragen is dat in Nederland maar 8 procent.  En dan de security-oplossingen. 96 procent ziet een platform-georiënteerde veiligheidsoplossing als meer effectief voor de bestrijding van cybergevaren dan een verzameling losse producten. Veel minder dan gemiddeld is hier steun voor de stelling dat vermindering van de kosten en complexiteit van de ‘security stack’ een hoofddoelstelling van de organisatie hoort te zijn. 
Overstappen naar Europese cloud: niet eenvoudig, wel mogelijk
6 dagen
Met de huidige geopolitieke ontwikkelingen is het voor zowel overheidsorganisaties als bedrijven cruciaal geworden om na te denken over hun afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten. Wat als het voorheen ondenkbare toch gebeurt en de Trump-administratie – bijvoorbeeld – Microsoft opdracht geeft om als drukmiddel Azure in Nederland of de gehele EU uit te zetten? Nemen bedrijven en overheden de gok en proberen ze deze zeer onrustige periode uit te zingen? Of gaan zij serieus op zoek naar een Europese cloudinfrastructuur? Want die is er namelijk wel degelijk. De Belgische cloud-aanbieder Whitesky nam al de proef op de som. Binnen de kortste keren had men een volwaardige en op open source-technologie gebaseerde content en collaboration-omgeving in de lucht. Men koos voor email, file sharing, video conferencing en chat, evenals een office suite. De oplossing werd een combinatie van Mail-in-a-Box en het Duitse Nextcloud. Zo makkelijk kan het kennelijk zijn. Maar lukt dat ook met een cloud stack waar enterprise-applicaties in zijn opgenomen? Dat vraagt wat meer gepuzzel. Te beginnen met de vraag: hoe moet die cloud stack er dan uitzien? En waar hosten we die? Er zijn behoorlijk veel Europese datacenters die bovendien Europees eigendom zijn. Bedrijven als OVHcloud, T-Systems, Outscale, Scaleway, Data4 Group, NorthC Datacenters en TaigaCloud zijn maar een kleine greep uit het stevige aanbod. Zij bieden colocatie-, hosting- en clouddiensten aan in tal van Europese en andere landen. Deze bedrijven kennen geen volledige overlap met de geografische dekking van de techgiganten, maar bieden in ieder geval in Europa serieuze opties, met bovendien veel kennis van zaken. Zo is T-Systems een grote partner van SAP. Outscale is een dochter van Dassault Systèmes dat voor wereldwijd tienduizenden industriële ondernemingen bedoelde applicaties als SolidWorks uit de cloud aanbiedt. En een bedrijf als Nextcloud levert een volwaardige office suite compleet met file sharing en workflow-oplossingen via tal van hostingpartners. Anders gezegd, partijen die prima in staat zijn om missie-kritische ict te faciliteren. Op basis van open source-oplossingen kunnen we bovendien een volwaardige eigen infrastructuur voor het hosten van cloud services opzetten. Neem Sovereign Cloud Stack (SCS), een open source-project dat een uit meerdere lagen opgebouwde architectuur beschrijft die gebruikt kan worden voor het creëren van een soevereine open source cloud stack. Ook is daar EuroStack, een breder project dat zich richt op het bevorderen van Europese technologieën in verschillende sectoren, waaronder cloud computing. Waar EuroStack vooralsnog vooral als concept bestaat, is de architectuur van SCS allang in productieomgevingen in gebruik. Bijvoorbeeld bij bedrijven als Kubernetes-specialist SysEleven of ScaleUp Technologies dat zijn ScaleUp Open Cloud op SCS heeft gebaseerd. Hier draaien serieuze enterprise-applicaties.  Europese cloud bestaat allang Ook op het gebied van privacy, databeveiliging en productiviteit zijn serieuze Europese oplossingen beschikbaar. Zo biedt het eerder genoemde Nextcloud een veilig alternatief voor Office 365, terwijl toepassingen als ToDoist (Zwitserland, productiviteit), Proton Mail (Zwitsers) en Tutanota (Duits, encrypted email), Joplin (open source productiviteit) en Vivaldi (Noorwegen/IJsland, enterprise browser) Europese alternatieven bieden. Deze tools helpen bedrijven om controle te houden over hun data en hun communicatie. Niet alles komt als een geïntegreerde suite, maar samen werkt alles wel. Die Europese cloud is er dus eigenlijk allang. Probleem is alleen wel dat veel gestructureerde en ongestructureerde Europese data in niet-Europese clouds zijn ondergebracht. Een belangrijke uitdaging vormen dus de kosten die gepaard gaan met het terughalen van die data naar Europese datacenters. Deze egress-kosten kunnen fors zijn, ondanks de beloften van sommige techgiganten om deze kosten af te schaffen. Sovereign Cloud-projecten Maar hoe zit het dan met de sovereign cloud-projecten van Amerikaanse bedrijven als AWS en Microsoft? Bieden die dan geen oplossing voor de gewenste digitale soevereiniteit? Inderdaad beloven deze bedrijven Europese data enkel in Europa vast te leggen en zich te houden aan de Europese wet. Hier gooit de US Cloud Act echter roet in het eten. Die zegt namelijk – zeer kort gezegd – dat in Amerika gevestigde bedrijven wel degelijk juridisch gedwongen kunnen worden om inzage te geven in data, ook als zij die in datacenters buiten de VS opslaan. Daarmee vormen deze projecten dan ook geen oplossing waarop we mogen vertrouwen. Landen als Frankrijk hebben dit probleem al gedeeltelijk ondervangen door een eigen soevereine cloud te ontwikkelen. In het Franse geval gaat het om Blue, een joint-venture van Orange en Capgemini die geheel onder de Franse wetgeving valt en eigendom van Franse entiteiten is. Daarmee is deze ‘Cloud de Confiance’ bedoeld voor Franse overheidsorganisaties en veiligheidsprojecten. Projecten voor publieke sector Er gebeurt nog veel meer als het om Europese overheden en cloud gaat. Projecten als het Open Webconcept en PublicStack laten zien wat er mogelijk is als lokale overheden besluiten dat zij een eigen IT-koers gaan varen. Zo starten naar verwachting nog dit jaar starten enkele tientallen Nederlandse gemeenten met het gebruik van Nextcloud-apps die gehost worden in Nederlandse datacenters. Interessant genoeg combineren zij dit vooralsnog gewoon met Microsoft Office voor kantoorautomatisering. PublicStack op zijn beurt is een project dat zich richt op het ontwikkelen van een open source cloud-infrastructuur die specifiek is ontworpen voor de publieke sector. De toekomst van de grotendeels op open source gebaseerde Europese cloud- en it-infrastructuur zag er technisch altijd al rooskleurig uit. Het probleem was – en is dat helaas nog altijd – dat er een soort automatisme lijkt te zijn ontstaat: voor productiviteit kiest vrijwel iedere organisatie – commercieel of publiek – voor Office 365 en voor zwaardere enterprise-applicaties selecteert men Azure of AWS of Google. Wie de vele reacties en bespiegelingen op sociale media als LinkedIn ziet, zou bijna gaan denken dat hier een vorm van gemakzucht aan ten grondslag ligt. Zoals lang geleden niemand ontslagen werd als hij of zij voor IBM koos, lijkt het nu soms wel of hetzelfde geldt voor wie kiest voor de cloud-oplossingen van een van de techgiganten. Wie luistert naar Europese aanbieders van technisch vaak grotendeels gelijkwaardige oplossingen hoort de frustratie: men wordt vaak niet eens uitgenodigd voor uitvragen. Service en support De Trump-regering heeft in een paar weken tijd verandering gebracht in deze situatie. Die veilige keuze voor een techgigant lijkt ineens helemaal niet meer zo veilig. Het is nu aan de Europese techaanbieders om zich als serieuze alternatieven op te stellen. Of beter gezegd: als simpelweg een uitstekende oplossing. Waarbij zij niet alleen hun technologisch vaak zeer hoogwaardige producten en diensten onder de aandacht brengen, maar ook laten zien dat zij optimaal kunnen inspelen op de behoeften van grotere gebruikersorganisaties als het om bijvoorbeeld service en support gaat. Een belangrijk aspect hierbij is ook het verder uitbouwen van standaarden en certificeringen voor Europese cloud-diensten. Dit kan helpen om het vertrouwen in deze diensten te vergroten en de adoptie ervan te bevorderen. Hoewel de technische kwaliteit van veel Europese techbedrijven boven iedere twijfel verheven is, vinden risicomijdende bedrijven en overheden het soms wel spannend om niet met een techgigant in zee te gaan, maar met een middelgroot Europees bedrijf. Waar men zich geen zorgen dacht te hoeven maken over de continuïteit van de dienstverlening van Microsoft of AWS, deed men dat wel over de vaak veel kleinere Europese bedrijven. De wereld is nu echter veranderd. Overstappen naar een Europese cloud-omgeving is voor veel organisaties dus wel degelijk mogelijk. Het is vooral een kwestie van doen – en durven. Ongetwijfeld zal er soms functionaliteit ontbreken. Of nog ontwikkeld moeten worden. Dus ja, er zitten inderdaad uitdagingen aan vast. Al was het maar omdat letterlijk iedereen zal moeten wennen aan een andere omgeving – van eindgebruiker tot cloud engineer.

Pagina's

Abonneren op computable