computable

125 nieuwsberichten gevonden
Kyndryl lijft Solvinity in
3 uur
De Amerikaanse infrastructuurdienstverlener Kyndryl neemt de Nederlandse cloudserviceprovider Solvinity voor een onbekend bedrag over. Het bedrijf uit Amsterdam biedt beveiligde, beheerde cloudplatforms en -diensten aan, onder meer aan overheidsorganisaties. Er werken rond de driehonderd mensen; de omzet ligt op een kleine honderd miljoen euro.  Kyndryl is de eind 2021 van IBM afgesplitste aanbieder van it-advies-, implementatie- en beheercapaciteiten. Met de aankoop van Solvinity komt daar een pakket private en hybride cloudoplossingen bij. ‘De overname van Solvinity stelt Kyndryl in staat om klanten een uitgebreider dienstenaanbod te bieden op het gebied van modernisering, innovatie en beveiliging van gevoelige en complexe workloads’, aldus Petra Goude, president van Kyndryl Strategic Markets. De deal moet nog wel worden goedgekeurd door de economische toezichthouders en de vereiste raadpleging van werknemersvertegenwoordigers. Solvinity is voortgekomen uit de fusie tussen de cloudspecialisten ASP4all en Bitbrains in 2014. In de afgelopen tien jaar is het bedrijf uitgegroeid tot een van de grotere Nederlandse clouddienstverleners. Het bedrijf boekte onder meer succes op de overheidsmarkt, waar het bijvoorbeeld voor het ministerie van Justitie en Veiligheid een nieuw systeem voor beveiligde internettoegang (JuBIT3) heeft opgezet. Ook richtte het bedrijf een private-cloudomgeving voor de Kansspelautoriteit in.  Solvinity schermt in zijn uitingen met het predikaat ‘onafhankelijke clouddienstverlener’ maar nu het onderdeel wordt van een Amerikaans bedrijf is dat niet meer van toepassing. Saillant detail is dat het bedrijf eerder dit jaar nog in een coalitie van bedrijven en organisaties stapte om de Nederlandse overheid te waarschuwen voor de te grote afhankelijkheid van grote buitenlandse (lees Amerikaanse) cloudbedrijven.
Kort: Tachtig miljoen voor cybersecurity scale-ups, scholen sneller cybersecure (en meer)
3 uur
In dit nieuwsoverzicht: Europa investeert twintig miljoen in TIN Capital, scholen sneller cybersecure, Cisco 360 Partner Program vanaf januari, Coinmerce krijgt MiCAR-vergunning, en Linden IT overgenomen door Van Uden en ConceptY. Europa investeert twintig miljoen in TIN Capital’s cybersecurity fonds Het Europees Investeringsfonds investeert twintig miljoen euro in het European Cyber Tech Fund V van het Amsterdamse TIN Capital. Daarmee bereikt het fonds een finale closing van meer dan tachtig miljoen euro. Ook Invest-NL vergroot zijn commitment, naast regionale fondsen, family offices en particuliere investeerders, zo meldt de investeerder. Het fonds richt zich op Europese scale-ups in cybersecurity, met investeringen in onder meer software supply chains, cloudinfrastructuren en privacytech. Kunstmatige intelligentie speelt een belangrijke rol in de efficiëntie en schaalbaarheid van deze oplossingen. De investering, ondersteund via het InvestEU-programma, moet bijdragen aan een veiliger en autonomer Europa. Scholen sneller cybersecure Uit het Dreigingsbeeld Cybersecurity 2025 van Kennisnet blijkt dat basisscholen en middelbare scholen vaker te maken hebben met hacks en ddos-aanvallen, zo meldt de overheid. Het ministerie van OCW en schoolbesturen hebben daarom afgesproken dat alle scholen uiterlijk in 2030 voldoen aan landelijke normen voor digitale veiligheid. Vanaf 2027 moeten zij weten hoe ze ervoor staan en een plan hebben richting die normen. Het programma Digitaal Veilig Onderwijs, gestart in 2023, biedt ondersteuning via handreikingen, stappenplannen en een toets. Staatssecretaris Koen Becking verlengt het programma tot 2029 en trekt 43,8 miljoen euro uit voor veilig internet en subsidies. Cisco 360 Partner Program vanaf januari Cisco start in januari met het 360 Partner Program, ontwikkeld samen met partners om voorspelbare winstgevendheid te realiseren, aldus het bedrijf. Nieuwe bonussen, specialisaties en tools moeten partners helpen hun portfolio te verbreden en expertise te verdiepen. Het programma biedt onder meer een Partner Value Index, een verbeterd Partner Experience Platform en ai-certificeringen. Vanaf februari zijn ook specialisaties mogelijk in secure ai infrastructure en secure networking. Verder investeert het bedrijf in trainingen, demo-omgevingen en marketingmiddelen. En het introduceert IQ, een ai-gestuurde interface die automatisering en probleemoplossing bundelt om de customer journey te vereenvoudigen en de druk op it-teams te verlichten. Coinmerce krijgt MiCAR-vergunning Coinmerce heeft van de Autoriteit Financiële Markten een MiCAR-vergunning ontvangen, zo meldt het Nederlandse cryptoplatform. Daarmee mag het, na notificatie, diensten aanbieden in alle 27 EU-lidstaten. Het eerst komen Frankrijk en Duitsland aan de beurt. MiCAR stelt strikte eisen aan transparantie, omgang met klanttegoeden en informatievoorziening over risico’s. Voor gebruikers betekent dit dat zij cryptoactiva kunnen omwisselen, bewaren en laten overdragen via het platform van Coinmerce. Linden IT overgenomen door Van Uden en ConceptY Het Rotterdamse Van Uden Holding en ConceptY willen ict-detacheerder Linden IT overnemen; de Autoriteit Consument en Markt (ACM) buigt zich nu over toestemming. De aandelen van mede-oprichters van de detacheerder, Cok Mudde en Guido Vervelde, gaan dan naar de nieuwe partners, terwijl zijzelf de onderneming verlaten. Linden IT is opgericht in 2016 en groeide uit tot een landelijke speler in detachering en ontwikkeling van it-professionals. Vorig jaar nog nam het ICTZaakwaarnemer over en groeide daardoor in een klap met 120 medewerkers naar zo’n zeshonderd. De nieuwe aandeelhouder neemt financiële slagkracht mee om die buy-and-build-expansie voort te zetten en ziet ruimte voor datagedreven groei en uitbreiding richting consultancy.
Kleine interne foutjes vaak oorzaak grote dure datalekken
8 uur
Organisaties kampen met een sterke toename van interne datalekken. Alledaagse taken zoals het versturen van bestanden of het gebruik van persoonlijke cloudopslag blijken in 2025 een van de grootste risico’s op gegevensverlies. Meer dan driekwart van organisaties heeft in de afgelopen achttien maanden intern gegevensverlies ervaren, stelt Fortinet vast in het ‘Insider Risk Report‘. In 21 procent van de gevallen ging het om meer dan twintig incidenten. Wat opvalt, is dat het doorgaans niet gaat om kwaadwillige aanvallen, maar om vergissingen van medewerkers. Zo ontstaat bijna een derde van de incidenten door menselijke fouten of gecompromitteerde accounts. Opstapelen Het rapport laat zien dat klantgegevens (53 procent) en persoonlijk identificeerbare informatie (47 procent) risico lopen, gevolgd door bedrijfsplannen (40 procent), gebruikersgegevens (36 procent) en intellectueel eigendom (29 procent). De meeste incidenten zijn kleine vergissingen die zich opstapelen. Voorbeelden zijn het per ongeluk versturen van gevoelige documenten via e-mail, het uploaden naar persoonlijke cloudopslag of het gebruik van niet-goedgekeurde saas- en gen-ai-tools. ‘Zonder inzicht in het gedrag van gebruikers kunnen it-teams alleen maar gissen welke acties riskant zijn en welke behoren tot de dagelijkse gang van zaken’, aldus de onderzoekers. De financiële impact van deze incidenten is groot: vier op de tien respondenten meldde dat hun ernstigste incident tussen de één en tien miljoen dollar kostte. Nog eens een op de tien rapporteerde nóg hogere verliezen. Naast herstel en downtime spelen ook boetes en reputatieschade een rol. Onvoldoende zicht Het is geen verrassing dat zeven van de tien beveiligingsspecialisten aangeven dat ze onvoldoende zicht hebben op hoe medewerkers omgaan met gevoelige gegevens. Maar dat gebrek aan gedragscontext leidt tot een vals gevoel van veiligheid: waarschuwingen en dashboards zijn doorgaans aanwezig, maar missen de nuance om onderscheid te maken tussen normaal en risicovol gedrag. Organisaties reageren er doorgaans op door er nog meer geld tegen aan te gooien: 72 procent investeert extra in interne risicoprogramma’s. Daarbij noemt een derde realtime-gedragsanalyse een topprioriteit. ‘Om interne bedreigingen effectief in te dammen, moeten organisaties verder kijken dan statische handhaving en een gedragsbewuste, contextgestuurde aanpak omarmen’, aldus Fortinet.
Den Haag lanceert ‘I-Visie 2035’: digitale dienstverlening in dienst van inwoner
8 uur
De gemeente Den Haag heeft de ‘I-Visie 2035’ gepresenteerd, waarin een beschrijving van hoe de Hofstad de komende tien jaar het thema digitalisering oppakt. Ze schetst een toekomst waarin technologie inwoners, bedrijven en bezoekers beter ondersteunt – met aandacht voor privacy, inclusie en betrouwbaarheid. Volgens wethouder Hilbert Bredemeijer (CDA) draait digitalisering niet om het vervangen van mensen, maar om het versterken ervan. ‘Digitalisering moet in dienst staan van bewoners, waarbij kansen worden benut en risico’s worden vermeden’, aldus Bredemeijer. Het visierapport noemt toepassingen als slimme chatbots die inwoners direct doorverbinden met ambtenaren, straatverlichting die reageert op voetgangers en drones die afvaldumpingen signaleren. Tegelijkertijd benadrukt de gemeente het belang van digitale veiligheid en toegankelijkheid voor alle inwoners, ook voor wie minder digitaal vaardig is. Twee domeinen De speerpunten zijn verdeeld over twee domeinen: de stad – met thema’s als digitale inclusie, participatie en verantwoorde inzet van slimme technologie – en de bedrijfsvoering van de gemeente zelf, die inzet op datagedreven werken, digitale vaardigheden en een toekomstbestendige it-infrastructuur. Cio Dennis Ravensbergen benadrukt dat de Haagse aanpak aansluit op de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) en samenwerking tussen overheden moet versterken.
Aansprakelijkheid van de ai-agent
22 uur
Agentic ai kan taken overnemen waar voorheen mensen zich mee bezig hielden. Dat roept echter vragen op over betrouwbaarheid, aansprakelijkheid en governance. Computable sprak daarover met Abel Hoogeveen, legal counsel (tech) en sectiecoördinator ai bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Welke juridische processen zijn prima uit te voeren door ai-agents? ‘Als je alleen kijkt naar agentic ai volgens de gangbare definitie – dus systemen die zelf kunnen evalueren, plannen, uitvoeren en afronden – dan zie je dat er nog niet zoveel bestaat in de juridische wereld. Ai in het algemeen is al wel heel goed toepasbaar voor verkennende taken, zoals het eerste juridisch onderzoek. Maar specifieke agent-tools die voor juristen zijn bedoeld, staan nog in de kinderschoenen.’ Wat doet ICTRecht zelf al met ai en ai-agents? ‘Met échte agents doen we nog niet veel. Maar met ai in het algemeen des te meer. Zo hebben we eigen maatwerk-gpt’s, bijvoorbeeld voor privacy en de AI Act, een NDA-checker en tools voor intellectueel eigendom. Intern bouwen we een tool die newsfeeds automatisch filtert en koppelt aan collega’s die het onderwerp in de gaten houden.’ ‘Ai zelf gaat minder hard vooruit dan in 2024. Momenteel zijn het juist toepassingen die belangrijker worden. Denk aan koppelingen met data en processen, of nieuwe manieren van redeneren of reflecteren. Het zwaartepunt verschuift naar concrete apps en integraties. Ik verwacht het komende jaar veel experimenten én nuttige toepassingen. Chatten met ai’s blijft bestaan, maar is zeker niet het enige dat ertoe doet.’ Ai-toepassingen kunnen foto’s scannen en bijvoorbeeld autoschade of moedervlekken ontdekken. Wat doe je als ze een fout maken? ‘Die herkenning wordt echt steeds beter en is soms indrukwekkend, maar er schuilt ook een gevaar in: mensen vertrouwen er sneller in en zien de missers bij randgevallen minder. Rechtspraak hierover zie je nog weinig. Vanuit de nieuwe Europese AI Act worden er wel verplichtingen opgelegd, met name bij hoog risico-processen zoals promotie of ontslag, in de justitieketen, de biometrie, in voertuigen en vliegtuigen, medische apparatuur en bij toegang tot essentiële diensten zoals zorgverzekeringen. Denk bij zulke eisen aan aantoonbare nauwkeurigheid, robuustheid, voortdurend testen en monitoren en altijd afdoende menselijk toezicht. En er moet veel gedocumenteerd worden. Maar buiten die hoog risico-categorie, bestaan er vrij weinig specifieke verplichtingen voor ai.’ ‘Als het fout gaat, dan is bewijs vaak het struikelblok. Je moet aantonen dat de fout in het systeem zat of dat er ongeoorloofd gebruik van is gemaakt. In de praktijk is dat vaak heel lastig, zeker bij zelflerende modellen. Daar is nog nauwelijks jurisprudentie over. En zonder aparte regels voor bewijs val je gewoon terug op de algemene productaansprakelijkheid.’ Voor consumenten die een ai-dienst gebruiken, blijft de producent in principe aansprakelijk Hoe verandert ai, en vooral zelf handelende ai, dat aansprakelijkheidslandschap? ‘Voor consumenten die een ai-dienst gebruiken, blijft de producent in principe aansprakelijk, óók als het model zelflerend is. In een b2b-keten ligt dat echter anders. Als een bedrijf het bij een leverancier gekochte ai-model aanpast en exploiteert, kan een derde partij die dat aangepaste model gebruikt juist dat bedrijf aanspreken. Dan is het nog maar de vraag hoe de schade later wordt verhaald op de oorspronkelijke leverancier. Dat maakt het werkveld bijzonder complex.’ Hoe verzeker je zulke problemen, bijvoorbeeld door een verkeerde ai-handeling? ‘Wat je nu ziet is dat partijen gewone verzekeringsclausules opnemen in contracten. Men moet verzekerd zijn, tot bepaalde maxima. Omdat veel ai-toepassingen toch een relatief laag risicoprofiel hebben, levert dat meestal weinig problemen op. Maar het is nog een jonge markt, met weinig jurisprudentie.’ Ook schadeverhalen volgt nog dezelfde gebaande paden. ‘Voor de derde partij is het logisch om zich eerst te richten tot het tussenbedrijf, dus de partij die de ai-dienst daadwerkelijk exploiteert. Of dat bedrijf daarna weer verhaal kan halen bij de leverancier, hangt af van afspraken en van eventuele uitsluitingsclausules. Dat maakt de verdeling van aansprakelijkheid vaak ingewikkeld.’ Dat valt onder risicomanagement en dus de cfo. Daarnaast doen bij ai ook nog mee de cio, de cso, legal: hoe moet dat? ‘Je ziet dat organisaties steeds meer compliance centraliseren. Nieuwe EU-regels grijpen in elkaar, dus je hebt een afdeling nodig die het geheel overziet. Ai-governance hoort daar ook bij. Onze visie is dat een ai-compliance officer hierin de spil moet zijn: iemand die ethiek, security, techniek en privacy met elkaar verbindt en het juiste team aan tafel krijgt.’ De AI Liability Directive is ingetrokken door de EU. Wat nu? ‘Die richtlijn is politiek gestrand: er was geen consensus. We zijn daarom teruggevallen op de bestaande regels voor productaansprakelijkheid en procesrecht. Een vervanger of nieuw tijdpad is nog niet genoemd.’ Digitale soevereiniteit krijgt net als ai veel aandacht. Waar ligt de grens tussen soevereine ai en ai als rechtspersoon? ‘Dat is meer een filosofische discussie. In het recht zijn rechtspersonen vooral een handig construct. Ik zie niet snel gebeuren dat bedrijven ai los willen koppelen van hun eigen organisatie: ze willen immers de controle houden. Zonder een maatschappelijke omwenteling verwacht ik dus niet dat ai een eigen rechtspersoonlijkheid krijgt of in een soort ai-bevolkingsregister wordt gezet.’ En de toekomst? ‘De ai-modellen zelf gaan wat minder spectaculair vooruit. De winst zit meer in nieuwe technieken en vooral in toepassingen en integraties. Er zullen veel praktische ai-apps bijkomen. Juridisch gezien gaat de AI Act de komende jaren stap voor stap gelden, met een volledige inwerkingtreding in augustus 2026. We verwachten nog nadere richtsnoeren. Onze klanten zijn er nu al mee bezig en lopen daarbij tegen allerlei praktijkvragen aan.’ Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6.
Spoelstra Spreekt: Kleuter
1 dag
COLUMN – Ik ben blij dat we nog steeds met potlood en een veel te groot stemformulier stemmen. Een kleuter kan het invullen. En gezien het aantal zetels dat sommige partijen hebben gekregen, hebben de kleuters daar gretig gebruik van gemaakt. De stemmen zijn inmiddels geteld: Jetten heeft een nipte overwinning op Wilders geboekt. Toen Wilders hoorde dat hij nipt verloren had, haalde hij direct het ‘Handboek voor Populisten’ tevoorschijn. Op pagina twee staat bovenaan: ‘Verlies je de verkiezingen, zeg dat ze niet eerlijk zijn verlopen.’ Als de software al gemaakt is door D66’ers, dan zou ik de software nog even nakijken Volgens een betrouwbare, anonieme bron op X zouden in een aantal gemeenten tassen vol met stemmen op Wilders zijn weggegooid. Nou, ik denk dat @Strijdervoorhetvolk63 dat natuurlijk niet zomaar op zijn tijdlijn zet. En ik vermoed dus ook dat hij gelijk heeft. Een stem op Wilders was deze verkiezing een weggegooide stem omdat niemand meer met hem wil samenwerken. Software Naast dat ‘weggegooide’ stemmen, zou de software die de stemmen telt gemaakt zijn door D66’ers. Twee dingen hierover. Als de software al gemaakt is door D66’ers, dan zou ik de software nog even nakijken, want nog steeds zijn veel te veel zetels naar de BBB gegaan. Ten tweede: de kans is wel hééél groot dat de software niet geschreven is door een PVV’er. Voor het schrijven van een beetje fatsoenlijke software heb je minimaal hbo-werk- en denkniveau nodig. En als we kijken naar de bewindslieden waar Wilders gemiddeld mee aan komt zetten, dan is een LOI-cursus al te veel gevraagd. Zoals ik zei, het is goed dat we nog steeds met potlood en papier stemmen. Iedereen kan meedoen. Jacob Spoelstra is columnist/stand-upcomedian. Kijk hier voor meer informatie.
Bird doet overnamebod op CM.com
1 dag
Bird (voorheen Messagebird) wil branchegenoot Cm.com overnemen. Het Amsterdamse bedrijf heeft 165,8 miljoen euro over voor deze leverancier van chat- en betalingsdiensten uit Breda. Het bod van 5,16 euro per aandeel ligt twintig procent hoger dan de slotkoers van CM.com op 5 november op de aandelenbeurs in Amsterdam. Bird bezit iets meer dan vijf procent van de aandelen CM.com. Volgens topman Robert Vis kan de combinatie ‘Europees kampioen worden’ op het gebied van (ai-)messaging. CM.com laat in een reactie weten kennis genomen te hebben van het bod van Bird en het te zullen bestuderen. Bird biedt applicatiesoftware en api’s om elk contactmoment met de klant te automatiseren en te personaliseren via sms, voice en WhatsApp. Het bedrijf draaide vorig jaar een omzet van 489 miljoen euro. Bird, gestart in 2011, wordt getypeerd als een van de unicorns van Nederland. Het in 1999 opgerichte CM.com, gespecialiseerd in messaging en ticketing, behaalde in 2024 een omzet van 274 miljoen euro. Het bedrijf lanceerde kortgeleden het agentic ai-platform Halo. Er werken ruim zeshonderd mensen; algemeen directeur is Jeroen van Glabbeek. Mocht de overname slagen, dan kunnen werknemers van CM.com hun borst nat maken. Vis sneed vorig jaar op Amerikaanse wijze in het personeelsbestand van Bird. Dat deed hij ook al in coronatijd. Van de kleine duizend werknemers die nog geen anderhalf jaar geleden bij het techbedrijf werkten, zijn er zo’n vierhonderd over. Volgens de oprichter kan ai een hoop taken overnemen. Verder klaagt Vis regelmatig over het innovatieklimaat in Nederland en dreigt hij de hoofdzetel van het bedrijf naar de VS te verplaatsen.
Kort: Unit4 en IO winnen aanbestedingen, Safety Culture Ladder voor telecom (en meer)
1 dag
In dit nieuwsoverzicht: HenQ haalt bijna zeventig miljoen euro op, provincie Zeeland verder met Unit4, Kansspelautoriteit kiest iO, gezamenlijke it/ot-retainerservice door NCC Group en Dragos, Safety Culture Ladder verplicht voor Telecomsector, en TU Delft-studente wint Dyson Award. HenQ haalt miljoenen op voor vijfde fonds Investeerder HenQ meldt bij de eerste sluiting van zijn vijfde fonds 67,57 miljoen euro te hebben opgehaald, met een doelomvang van negentig miljoen euro. Het Amsterdamse fonds investeert in seed- en series A-rondes van Europese b2b-softwarebedrijven. De nieuwe fondsomvang is vergelijkbaar met het vorige fonds, maar de investeerdersbasis bestaat nu grotendeels uit ondernemers en family offices in plaats van semioverheidsinstellingen. HenQ wil in vijf jaar acht tot twaalf bedrijven financieren, met initiële tickets van één tot tien miljoen euro. Het fonds kiest bewust voor een geconcentreerde portefeuille en richt zich vaak op markten die door andere investeerders als onaantrekkelijk worden gezien. Provincie Zeeland verder met Unit4 voor nieuwe erp De provincie Zeeland stapt over op Unit4 ERPx als opvolger van Unit4 Financials by Coda, waarmee de samenwerking sinds 2004 wordt voortgezet, zo meldt het softwarebedrijf. De nieuwe cloudoplossing moet interne processen digitaliseren en efficiënter maken. Redenen voor de keuze zijn het saas-karakter, de flexibiliteit en de ervaring van het softwarebedrijf in de publieke sector. Met ERPx kan de provincie voldoen aan eisen rond compliance en rapportage en tegelijk inspelen op toekomstige innovaties, aldus het bedrijf. De software wordt regelmatig bijgewerkt en is eenvoudig uit te breiden, zodat Zeeland toegang houdt tot de nieuwste technologische mogelijkheden. Kansspelautoriteit kiest IO voor digitaal platform De Kansspelautoriteit werkt de komende zeven jaar samen met IO voor de ontwikkeling van een digitaal ecosysteem op basis van Drupal voor Overheden, zo meldt de laatste. Het platform bundelt intranet en publieke websites zoals Kansspelautoriteit.nl en Openovergokken.nl met als doel is betere informatievoorziening voor burgers, gemeenten en aanbieders van kansspelen. Bijna zeven op de tien Nederlanders gokten het afgelopen jaar, waarvan één op de vijf online-gokkers risicovol gedrag vertoonde. De samenwerking start met integratie van vier bestaande sites en wordt in 2026 uitgebreid met gepersonaliseerde dienstverlening. IO levert de technische backbone en strategische ondersteuning. Gezamenlijke it/ot-retainerservice door NCC Group en Dragos NCC Group, moederbedrijf van het Nederlandse Fox-IT, en het Amerikaanse Dragos lanceren een retainerservice voor incidentresponse in it- en ot-omgevingen. De dienst combineert de digitale forensische expertise van NCC Group met de ot-threat intelligence van Dragos. Volgens onderzoek van de bedrijven is dertig procent van de ransomwareaanvallen gericht op de industriële sector. De nieuwe service moet organisaties helpen sneller te reageren en te voldoen aan standaarden zoals NIS2 en de Cyber Resilience Act. Safety Culture Ladder verplicht voor Telecomsector Vanaf 1 januari is de Safety Culture Ladder (SCL) verplicht bij werkzaamheden aan vaste telecomnetwerken. De invoering is onderdeel van de Gedragscode Veilige Aanleg Digitale Infrastructuur, een initiatief van Techniek Nederland, NLconnect, Bouwend Nederland en marktpartijen. Hoofdaannemers moeten in 2026 minimaal SCL Light trede twee behalen, oplopend naar SCL trede drie in 2028. Onderaannemers krijgen een langere overgangsperiode. De SCL moet veiligheid structureel verankeren in cultuur en gedrag. Grote telecombedrijven zoals KPN, Odido, VodafoneZiggo en Eurofiber onderschrijven de invoering. TU Delft-studente wint Dyson Award De TU Delft-studente Alessandra Galli heeft de James Dyson Award 2025 gewonnen met OnCue, een slim toetsenbord dat parkinsonpatiënten helpt nauwkeuriger te typen. Het ontwerp combineert een gesplitst, draadloos toetsenbord met polsbanden die kleine trillingen en visuele aanwijzingen geven. Dankzij ai voorspelt het systeem de volgende letter en licht deze op, waardoor fouten verminderen en typen sneller gaat. Wereldwijd hebben meer dan tien miljoen mensen Parkinson; in Nederland circa 67.000. De prijs van 36.000 euro stelt Galli in staat OnCue verder te ontwikkelen en samen met medisch specialisten te verbeteren, met mogelijke toepassingen voor andere neurologische aandoeningen.
Deutsche Telekom en Nvidia bouwen nieuwe ai-fabriek in München
1 dag
De grote Europese inhaalslag op gebied van ai-ontwikkeling is begonnen. De nieuwe ai-fabriek die Deutsche Telekom en chipfabrikant Nvidia in München gaan bouwen, moet industriële partijen een soevereine Europese oplossing bieden.  De Duitse ai-fabriek richt zich vooral op grotere bedrijven in de (maak)industrie. Gert-Jan Bruinsma, hoofd marketing T-Systems Nederland, verwacht dat ook Nederlandse fabrikanten en logistieke dienstverleners gebruik gaan maken van de nieuwe gpu-as-a-service.  Ze hoeven zelf geen dure en schaarse ai-chips aan te schaffen, maar kunnen voor die processorkracht terecht in München. Het Europese bedrijfsleven krijgt zo de mogelijkheid om aan de ai-race deel te nemen, zonder afhankelijk te worden van Amerikaanse ai-fabrieken.  Jensen Huang, topman van Nvidia, zei dinsdag tijdens de lancering dat de industrie straks twee fabrieken moet hebben. Een productievestiging waar de spullen in elkaar worden gezet, zeg maar het fysieke gebeuren waar Duitsland altijd voorop in heeft gelopen. Daarnaast zijn ai-fabrieken nodig met een behoorlijke rekencapaciteit, omdat de fysieke wereld steeds meer verbonden wordt met de digitale wereld en recent vooral met kunstmatige intelligentie. Industriële ai-cloud De nieuwe fabriek van Deutsche Telekom vormt dan ook de opmaat naar een industriële ai-cloud. Bij de ai-toepassing van industriële data kan Duitsland nog een leidende rol gaan spelen, zei bestuursvoorzitter Timotheus Höttges. De ai-factory is dan ook niet zozeer bedoeld voor de training van grote taalmodellen.  Verder onderstreepte Höttges dat Europa met deze ai-fabriek meer autonoom wordt, qua infrastructuur, platform, apps en ai-agenten. De provider bouwt aan een Europese ai-stack, een gelaagde verzameling technologieën en tools die samenwerken om ai-systemen te bouwen, trainen, implementeren en beheren.  Met SAP wordt een platform-as-a-service (paas) ontwikkeld, waarbij de softwareleverancier haar Business Technology Platform (BTP) inbrengt. SAP-oplossingen bieden het platform eenvoudige integratie van ai-oplossingen. SAP en Deutsche Telekom gaan ook samenwerken om een veilige, soevereine en krachtige digitale infrastructuur voor publieke instellingen en de beveiliging van de Industrial AI Cloud te creëren.  De nieuwe Industrial AI Cloud in München gaat tot de grootste ai-fabrieken van Europa behoren. De capaciteit van Duitse rekencentra wordt hiermee met een klap met 50% verhoogd. De eerste investering bedraagt een miljard euro.  10.000 Nvidia Blackwell gpu’s De ai-fabriek krijgt in het begin een capaciteit van 10.000 Nvidia Blackwell gpu’s. Samen zullen een supercomputer met een EFLOPS (Exa Flops, Floating Point Operations per Second) van 0,5 aandrijven. De opslagcapaciteit bedraagt circa 20 petabyte. Het datacenter is verbonden met vier glasvezelaansluitingen van 400 GB.  Bij soortgelijke ai-fabrieken van OpenAI en Oracle in de VS valt het Duitse project in het niet. In Amerika zijn al ai-factories die 500.000 gpu’s inzetten.  Maar Höttges benadrukt dat de huidige geplande capaciteit nog maar het begin is. Deutsche Telekom en haar partners hebben bewust gekozen voor een snelle start. Al in het eerste kwartaal van 2026 kunnen bedrijven de rekenkracht van de ai-fabriek naar behoefte reserveren en gebruiken. Snelle besluitvorming is cruciaal om economisch succes te boeken, aldus Höttges. ‘Ai biedt enorme kansen. Het zal helpen onze producten te verbeteren en onze Europese sterke punten te versterken. In slechts zes maanden tijd zetten we een idee om in echte ai-rekenkracht.’ De uitbreiding van het datacenter in München tot een ai-fabriek van Deutsche Telekom vindt onafhankelijk plaats van het EU-project ter bevordering van de bouw van meerdere ai-gigafabrieken in heel Europa. Voor de vaak gevoelige data van bedrijven was snel een eigen Europese infrastructuur nodig. Höttges ziet zijn ‘eigen’ ai-fabriek als een aanvulling op de door de EU geplande Gigafactory. Deutsche Telekom heeft niet op de Europese plannen willen wachten. De Duitse regering steunt het project van harte, maar biedt geen financiële hulp. Höttges noemt de samenwerking tussen Deutsche Telekom, Nvidia en andere partners een ‘speedboot’ voor bedrijven die vandaag de dag kunstmatige intelligentie  willen ontwikkelen en implementeren.
Check Point legt ernstige beveiligingslekken bloot in Microsoft Teams 
1 dag
Onderzoekers van Check Point Research hebben ernstige fouten gevonden in Microsoft Teams, een online omgeving die veel bedrijven gebruiken om samen te werken. Nadat het securitybedrijf Microsoft op de hoogte had gebracht, werd het laatste van de vier ontdekte problemen eind vorige maand opgelost. Door fouten in Teams konden hackers berichten aanpassen zonder dat iemand het zag. Eerder verzonden berichten waren ongemerkt te herschrijven. Het label ‘bewerkt’ bleef dan achterwege, waardoor de gesprekshistorie een vals beeld gaf. Ook waren de criminelen in staat om meldingen te laten lijken alsof ze van een collega of baas kwamen.  Verder slaagden ze erin om namen in chats te veranderen zodat de ontvanger dacht met iemand anders te praten. De naam van een privéchat kon worden aangepast via de conversatie-titel. Ook tijdens een video- of telefoongesprek konden ze zich voordoen als iemand anders. Ze imiteerden zelfs leidinggevenden.  Beslissingen vervalsen Volgens Check Point raken deze kwetsbaarheden de kern van digitale samenwerking: ze maken het mogelijk om beslissingen, goedkeuringen en communicatie te vervalsen binnen een omgeving die normaal gesproken als betrouwbaar wordt beschouwd. De gevolgen zijn groot: Bedrijven kunnen verkeerde beslissingen nemen; Er kan geld verloren gaan door nepverzoeken; De reputatie van een bedrijf kan schade oplopen. Beïnvloeden interacties De onderzoekers zien een verschuiving in de strategie van cybercriminelen. Waar aanvallers vroeger probeerden om systemen binnen te dringen, proberen ze nu gesprekken en interacties te beïnvloeden. Met meer dan 320 miljoen maandelijkse gebruikers vormt Microsoft Teams een aantrekkelijk doelwit voor manipulatie en identiteitsvervalsing. Check Point adviseert organisaties om: Alles te controleren, zelfs berichten van vertrouwde collega’s (zero-trust); Technologie te gebruiken die nepberichten en manipulatie herkent; Medewerkers te trainen om verdachte berichten te herkennen; Meerdere lagen van beveiliging te gebruiken, niet alleen voor e-mail maar ook voor chat en video.
Schaduw-ai en het risico voor organisaties
1 dag
BLOG – Nu de hype rond de plotselinge en schijnbaar baanbrekende opkomst van DeepSeek is afgenomen, blijven organisaties achter met vragen over het gebruik van generatieve ai (gen-ai) op de werkvloer. De belangrijkste kwestie is of Chinese chatbot een veiligheidsrisico vormt of dat het simpelweg de risico’s van het toenemende gebruik van ai-chatbots en gebruiksvriendelijke grote taalmodellen (llm’s) benadrukt. Het antwoord ligt ergens in het midden. Hoewel DeepSeek wellicht zijn eigen problemen heeft met privacy, security en censuur, staat deze hier zeker niet alleen in. Alle gen-ai-modellen en llm’s brengen een risico met zich mee, vooral als er geen volledig bewustzijn is van hoe vaak, waar en waarom ze worden gebruikt. Omdat veel van deze tools niets meer vereisen dan een webbrowser, is het moeilijk te begrijpen welke soorten informatie er worden verzonden en ontvangen tussen werknemers en een verschillend aantal applicaties. Als de snelle opkomst van DeepSeek ons iets kan leren, dan is het wel de snelheid waarmee krachtige applicaties de markt kunnen bereiken en een brede acceptatie kunnen verwerven. Als de controles niet snel genoeg zijn om bij te blijven, dan neemt de kans toe om blootgesteld te worden aan een wereld van risico’s die in de schaduw schuilen. BesefSchaduw-ai is het gebruik van ai-tools buiten de controle en machtigingen van de organisatie, vaak zonder het besef dat dit gebeurt. Hoewel sommige werknemers hun gebruik van deze applicaties opzettelijk maskeren, gebruiken veel anderen ze openlijk en te goeder trouw, vaak zonder zich bewust te zijn van de risico’s. Soms zijn ze überhaupt niet bewust dat ze met gen-ai bezig zijn. Vraag de gemiddelde werknemer om de ai-applicaties te noemen die ze elke dag gebruiken en ze zullen misschien enkel ChatGPT noemen. Toch zijn er veel meer in algemeen gebruik, van Microsofts Copilot en Googles Gemini tot Claude, Grammarly, Otter en bepaalde tools in Canva en GitHub. Deze applicaties bieden veel voordelen en helpen werknemers sneller en efficiënter te werken. Toch is het cruciaal dat er bewustzijn binnen het bedrijf is over wat de werknemers delen met deze applicaties. Ook is het zaak dat degenen die deze toepassingen gebruiken, weten hoe ze werken, hoe ze met data omgaan en de vele potentiële risico’s die ze voor de organisatie vormen. VizierHet is niet gek dat DeepSeek een doelwit werd voor cybercriminelen, zodra het bekend werd in de wereld. Elke applicatie die data opslaat en analyseert, staat midden in het vizier van dreigingsactoren. Tenzij er grip is op het gebruik van dit soort tools, wordt er waarschijnlijk pas te laat ontdekt hoeveel van de algemene data van eigen data afstamt. Schaduw-ai leidt tot meerdere risico’s: BeveiligingslekkenWanneer informatie van een bedrijf wordt gedeeld met een onbevoegde derde partij, is niet bekend hoe deze wordt opgeslagen, verwerkt of geanalyseerd. Alleen al aan een llm vragen om een e-mail naar een klant op te stellen of een call samenvatten, kan resulteren in het blootleggen van gevoelige data van het bedrijf of de klanten. Data-integriteitAi maakt fouten. Wanneer werknemers ChatGPT en andere tools klakkeloos aannemen, lopen ze het risico authenticiteit te verlenen aan onjuiste informatie, wat de service van het bedrijf beïnvloedt en de reputatie schaadt. ComplianceNaast dat data risico lopen op blootstelling, kan het delen van informatie met schaduw-ai-applicaties, non-disclosure agreements, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en tal van andere wetgeving rondom dataprivacy in gevaar brengen. Interne bedreigingenGebruikers die code, tekst of afbeeldingen kopiëren en plakken van ongeautoriseerde tools, kunnen kwetsbaarheden, malware en meer in de systemen en netwerken van de organisatie introduceren. Vertrouwen en betrouwbaarheidHet gebruik van schaduw-ai-services kan in strijd zijn met het openbare beleid van het bedrijf met betrekking tot dergelijke tools. Dit kan problemen veroorzaken met vertrouwen en authenticiteit als dit onder de aandacht komt van klanten, prospects of zakenpartners. WondermiddelEr is geen wondermiddel voor het beveiligen van het gebruik van schaduw-ai. Elke effectieve cyberverdediging moet bestaan uit meerdere lagen en mensen, processen en technologie combineren. Dit betekent het implementeren van mensgerichte toegangs- en databeheermaatregelen, naast een robuust intern beleid en ai-governance-boards voor toezicht en begeleiding. De eerste stap is inzicht krijgen in het schaduw-ai-landschap. Met gespecialiseerde dlp-tools wordt het gebruik van meer dan zeshonder gen-ai-sites per gebruiker, groep of afdeling gevolgd, toegang hebben tot clouddata geïdentificeerd, en e-mail en agenda’s, en het app-gebruik in context met gebruikersrisico gemonitord. Een uitgebreide oplossing stelt het bedrijf in staat om acceptabele beleidsregels voor gen-ai-gebruik af te dwingen, het uploaden of plakken van gevoelige gegevens te blokkeren, gevoelige termen uit ai-prompts te halen en metadata en screenshots vast te leggen voor en na het gebruik van gen-ai-applicaties. Deze controles moeten worden aangevuld met robuuste en voortdurende training van medewerkers. Iedereen in de organisatie moet de potentiële risico’s van schaduw-aibegrijpen, evenals de goedgekeurde processen voor het aanvragen en gebruiken van nieuwe technologieën. Zo geven organisaties hun medewerkers wat ze nodig hebben om hun werk te doen, zonder gevoelige data aan de schaduw te verliezen. Siegfried Huijgen, cybersecurityexpert Benelux Proofpoint 
Kort: OpenAI en AWS sluiten miljardendeal, Microsoft zet ai-hub op in VAE (en meer)
2 dagen
In dit nieuwsoverzicht: OpenAI blijft megadeals afsluiten, miljarden naar de Golfstaten waar Microsoft een ai-hub opzet, het hoofdstedelijke ai-bedrijf Source.ag sleept een financiering binnen om ai voor de glastuinbouw te perfectioneren en Proofpoint ziet cybercriminelen zich richten op diefstal van vracht. OpenAI in zee met AWS OpenAI heeft zich opnieuw verzekerd van een reusachtige cloud-infrastructuur. Amazon Web Services (AWS) levert voor 38 miljard dollar aan rekencapaciteit over de komende zeven jaar. De ChatGPT-maker krijgt toegang tot Amazons infrastructuur voor de verwerking van geavanceerde ai-workloads. Na deals van honderden miljarden dollars te hebben afgesloten met Oracle (driehonderd miljard dollar gedurende vijf jaar), Google (geen bedrag bekend) en Microsoft Azure (250 miljard) is nu ook met AWS een overeenkomst aangegaan.  Deze deal vermindert de afhankelijkheid van Microsoft, nog steeds de grootste aandeelhouder in OpenAI. Ceo Sam Altman wil biljoenen dollars steken in uitbreiding van de infrastructuur. Voor het eind van 2026 moet de gecontracteerde capaciteit zijn uitgerold. Het is de bedoeling in 2027 en daarna nieuwe capaciteit toe te voegen.  AWS stelt OpenAI zijn EC2 UltraServers beschikbaar, die honderdduizenden Nvidia-gpu’s bevatten. De hyperscaler is in staat om op te schalen tot tientallen miljoenen cpu’s voor de meest geavanceerde generatieve ai-workloads. AWS heeft een architectuur ontwikkeld die prestaties enorm opvoert en de vertraging in het netwerk tot een minimum beperkt.  Sam Altman niet bang zich te vertillen OpenAI-baas Sam Altman zei in een podcast met Microsoft-topman Satya Nadella niet bang te zijn dat zijn bedrijf zich financieel vertilt aan de verplichtingen die de opzet van de ai-infrastructuur met zich meebrengt. Zijn enige zorg is een gebrek aan rekencapaciteit. OpenAI heeft in het afgelopen kwartaal een verlies van twaalf miljard euro geleden. Daar staat een jaaromzet van dertien miljard dollar tegenover. Altman ziet de inkomsten de komende tijd aanzienlijk omhoog gaan. Microsoft investeert fors in de Golfstaten Microsoft steekt tot eind 2029 bijna acht miljard dollar in datacenters, cloud computing en andere ai-projecten in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Anders dan in de VS en Europa heeft dat deel van het Midden-Oosten geen gebrek aan elektriciteit. Ook is er in de Golfstaten meer dan voldoende kapitaal en kost het weinig moeite om aan de benodigde vergunningen te komen.  Microsoft meldde maandag dat de Amerikaanse regering toestemming geeft voor de export van geavanceerde chips voor de datacenters die nodig zijn voor de training van ai-modellen. Tussen 2023 en 2029 doet ‘s werelds grootste softwarebedrijf voor ruim vijftien miljard dollar aan investeringen in de Emiraten.  Financiering voor Amsterdams ai-bedrijf Het Amsterdamse bedrijf Source.ag, dat slimme ai-software maakt voor de glastuinbouw, heeft vijftien miljoen euro opgehaald in een nieuwe investeringsronde. Astanor leidde deze financiering. In totaal heeft Source.ag nu meer dan 52 miljoen euro aan financiering binnen vijf jaar bijeengebracht.  Het bedrijf helpt telers met ai om beter en efficiënter groenten te kweken, zoals tomaten en komkommers. De software wordt al gebruikt in meer dan driehonderd kassen in achttien landen en helpt dagelijks zo’n veertig miljoen mensen aan verse groenten. De ai-software voorspelt oogsten, automatiseert irrigatie en maakt het werk van telers makkelijker en slimmer. Zo kunnen ze meer produceren met minder middelen, wat goed is voor het milieu én de voedselvoorziening. Criminelen kapen rmm-tools Proofpoint onderzocht een reeks cyberaanvallen op transport- en logistieke bedrijven waarbij criminelen remote monitoring and management (rmm)-tools inzetten om toegang te krijgen tot systemen. Ze gebruiken deze toegang om te bieden op echte vrachten en die vervolgens te stelen.  Vrachtdiefstal, goed voor jaarlijks 34 miljard dollar verlies, is een groeiend wereldwijd probleem, vooral in landen als de VS, Brazilië en Duitsland. Cyberdiefstal gebeurt vaak via social engineering en misbruik van vrachtplatformen.  Organisaties kunnen zich beschermen door alleen goedgekeurde rmm-tools te gebruiken, netwerkactiviteit te monitoren, verdachte bestanden niet te openen en personeel te trainen in het herkennen van verdachte signalen. Bewustwording en beveiliging zijn cruciaal.
ICC vervangt Microsoft-werkplekken en gaat voor soevereiniteit
2 dagen
Het Internationaal Strafhof in Den Haag vervangt Microsoft-oplossingen door de Duitse oplossing Open Desk. De overstap zal de digitale soevereiniteit van het hof vergroten en volgt op zorgen over de impact van Amerikaanse sancties. Het Internationaal Strafhof (ICC) gaat zijn werkplekomgeving migreren van Microsoft naar Open Desk, een pakket dat is samengesteld door het Zentrum für Digitale Souveränität, kortweg Zendis. Deze organisatie, eigendom van de Duitse staat, ontwikkelt oplossingen om instellingen minder afhankelijk te maken van grote buitenlandse leveranciers. Open Desk combineert software van verschillende Europese partijen. Het programma zal in de loop van dit jaar 160.000 werkplekken in Duitsland omvatten. Met circa 1800 werkplekken is de ICC-migratie op zich dus geen wereldnieuws, maar de symboliek is wel groot, zo stelt het Duitse Handelsblatt dat met het nieuws naar buiten kwam. Het hof lijk bewust te kiezen voor een alternatief dat aansluit bij de Europese ambitie om meer digitale autonomie te realiseren. Zendis maakt deel uit van het Digital Commons European Digital Infrastructure Consortium (DC-EDIC), dat binnen de EU open source en Europese softwareoplossingen stimuleert. Door sancties naar soevereiniteit De overstap komt in een periode waarin de Verenigde Staten hun sancties tegen het Strafhof uitbreiden. In februari 2025 werden maatregelen ingesteld tegen hoofdaanklager Karim Khan, later volgden ook andere rechters en aanklagers. In mei raakte Khan tijdelijk de toegang tot zijn Microsoft-e-mail kwijt. Dat bedrijf bevestigde destijds dat hij was losgekoppeld van bepaalde diensten, maar benadrukte dat de ondersteuning van de organisatie niet was stopgezet. Hoe dan ook was de situatie onwerkbaar voor de ICC, die de overstap heeft bevestigd aan Computable. Ook Microsoft heeft het afscheid van de ICC toegegeven, aan Euractiv. Meer Nederlandse links Ook in Nederland wordt met Open Desk geëxperimenteerd. Binnen het project Mijn Bureau testen de Rijksoverheid, de Gemeente Amsterdam en de VNG een suite van Europese open source software, waarbij Open Desk onder meer wordt ingezet voor e-mail. Verder stapte Nederland binnen het EDIC-programma recent nog in een nieuw initiatief voor digitale gemeenschapsgoederen.
Digitale voorvechtster Kathmann met voorkeurstemmen terug in de Kamer
2 dagen
Dankzij een groot aantal voorkeurstemmen is Barbara Kathmann, prominent lid van de Vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken, herkozen als Tweede Kamerlid voor GroenLinks-PvdA.   De Rotterdamse voorvechtster van digitale autonomie die door GroenLinks-PvdA op een onverkiesbare 32e plaats was gezet, blijft zo voor het parlement behouden.  25.000 voorkeurstemmen Kathmann had voor een directe plek in de Tweede Kamer meer dan 17.000 voorkeurstemmen nodig. Maar mede door haar populariteit in de Maasstad, waar ze wethouder was, reikte ze tot ruim 25.000 voorkeurstemmen.  En velen waren nog niet de initiatiefnota Wolken aan de Horizon vergeten die Kathmann samen met Jesse Six Dijkstra (NSC) uitbracht. In meerdere universiteitssteden, plaatsen waar veel digitaal bewuste kiezers wonen, trok Kathmann de nodige aanhang, zo blijkt uit analyses van Bert Hubert, tech-analist en initiatiefnemer van NerdVote.nl.  Ook de actie Stem op een Vrouw had impact. Een persoonlijke campagne, volop ondersteund door digitaal specialist Astrid Oosenbrug, deed de rest.  Kathmann zal het de komende kabinetsperiode met een niet al te ervaren Kamercommissie voor Digitale Zaken moeten doen. Jesse Six Dijkstra (NSC) vertrekt uit de Kamer. Ook Martijn Buijsse (VVD), Jan Valize (PVV) en Marieke Koekkoek (Volt) lijken hetzelfde lot beschoren. Wel is zeker dat Queeny Rajkowski (VVD) terug kan keren. Hetzelfde geldt voor Hanneke van der Werf en Sarah El Boujdaini (beiden D66).  Minister van Digitale Zaken Komt er een kabinet van D66, CDA, GroenLinks-PvdA en VVD dan zullen de eerste drie partijen aandringen op een bewindspersoon van Digitale Zaken, met een bijpassend ministerie en mandaat. Voor de VVD is zo’n apart departement niet echt nodig. Digitale Zaken is volgens Rajkowski goed onder te brengen bij Economische Zaken.  Tijdens de formatie kan een partij die zich onderbedeeld voelt, met een bewindspersoon van bijvoorbeeld Digitale Zaken net over de streep worden getrokken, zo leert de ervaring uit het verleden. Belangrijk is dat het beleid van zo’n bewindspersoon vanuit de Tweede Kamer goed wordt gecontroleerd. Met Barbara Kathmann en Queeny Rajkowski, met wie Computable in de aanloop naar de afgelopen verkiezingen uitgebreid sprak, moet dat kunnen lukken. 
Overheid investeert fors in digitale transformatie
3 dagen
Hoe gaan organisaties om met digitale transformatie? Enigma Research deed in opdracht van Computable onderzoek en concludeerde dat het thema bij 93% van de respondenten op de agenda staat. Het onderzoek vond voor de vierde keer plaats, we spreken dus over de drie-meting. Digitale ontwikkelingen zetten organisatieveranderingen in gang, en vice versa. Digitale transformatie is een breed begrip en kan verschillende redenen hebben. Net als in de voorgaande twee metingen is ‘modernisering of optimalisering van de werkomgeving’ met 20% de meest genoemde reden over alle branches heen. De verschillen tussen branches zijn echter groot. Zo is in de gezondheids- en welzijnszorg (22%) en de techniek (17%) het ‘opvangen van het tekort aan personeel’ een veelgenoemde reden om digitaal te transformeren, terwijl dat aspect in de andere branches helemaal geen rol speelt. Verder is opvallend dat de factor ‘compliancy’ in de sectoren onderwijs (23%), bouw (18%) en techniek (33%) veel genoemd wordt en in de andere branches nauwelijks. Naar de achtergrond van dit verschil is het gissen. Het ligt voor de hand om transformeren te associëren met ‘wendbaar worden’ of ‘nieuwe markten betreden’. Toch worden deze redenen met respectievelijk 8% en 4% relatief weinig opgegeven. Uitzonderingen zijn er ook: ‘wendbaarheid’ is 23% van groot belang in het onderwijs en ‘new business’ met 17% in de techniek. Overheid investeert fors in digitale transformatie Net als vorig jaar zeggen bijna alle respondenten (93%) dat hun bedrijf inspanningen verricht dan wel budget heeft om digitaal te transformeren. Eén tot vijf ton wordt door 11% genoemd als het beschikbare budget, net zo vaak als vijf miljoen of meer. Wat betreft de verschillende branches valt de forse investering door de overheid op. Eén derde van de overheidsorganisaties zegt in 2025 een budget van twee miljoen euro of meer uit te trekken voor de digitale transformatie. Daarnaast zijn het ook organisaties werkzaam in de zakelijke dienstverlening (23%), de ict-branche (16%) en de gezondheids- en welzijnszorg (15%) die vaker een budget van twee miljoen of meer uittrekken. Een kwart van de respondenten zegt niet te weten hoe groot het budget in hun organisatie is en dat komt vaker voor naarmate de organisatie groter is. Onder degenen die het wel weten, wordt procentueel een hoger budget genoemd naarmate men bij een grotere organisatie werkt. Beslissers kunnen verder vaker een inschatting maken van het budget dan professionals. Ruim twintig procent totale ict-budget voor digitale transformatie De kosten die gemaakt worden voor de digitale transformatie vallen voornamelijk onder het ict-gerelateerde budget. De helft (49%) noemt de post ‘ict/ informatievoorziening’ en nog eens 14% zegt dat de kosten onder ‘digital’ vallen. Gemiddeld wordt 22% van het totale ict-gerelateerde budget voor de digitale transformatie gereserveerd. Bij drie op de tien vallen de kosten die gemaakt worden voor de digitale transformatie niet onder het ict-gerelateerde budget, maar onder de post ‘bedrijfsvoering’. Deze post wordt opvallend vaker genoemd in vergelijking met de voorgaande metingen. Nog eens één op de zes boekt de kosten onder ‘business development’. Twee derde heeft meer budget voor digitale transformatie Net als voorgaande jaren komt er ook dit jaar bij een ruime meerderheid (67%) van de organisaties meer budget vrij en/of is er de afgelopen twee jaar al meer budget vrijgekomen vanwege de behoefte om digitaal te transformeren. Bij de branches gezondheids- en welzijnszorg (80%) en de overheid (76%) gebeurt dit het meest; in de sectoren bouwnijverheid en -installatie (50%) en onderwijs/ opleiding (54%) het minst. Middelgrote en grote bedrijven maken vaker budget vrij dan kleine en micro-organisaties. Gezondsheidszorg besteedt het meeste uit Bij micro- en kleine organisaties pakt ruim de helft de digitale transformatie volledig intern op. Middelgrote- en grote bedrijven kiezen in zeven op de tien gevallen voor een externe partij. Het zijn verder vaker bedrijven in de branches techniek (67%) en ict (52%) die de transformatie volledig intern uitvoeren. Organisaties binnen de gezondheids- en welzijnszorg kiezen het vaakst voor (gedeeltelijk) externe uitvoering (84%). Gemiddeld wordt door organisaties 37% van het budget dat gereserveerd is voor de digitale transformatie extern besteed door één of meerdere partners in te schakelen. Dit is nagenoeg een even groot deel als voorgaande jaren. Digitaal transformeren wordt urgenter In vergelijking met voorgaande jaren wordt er steeds meer vaart gemaakt met de digitale transformatie. Waar in de nul-meting nog 50% aangaf dat het proces langer dan drie jaar zal duren, trekt nu nog maar 36% hier langer dan drie jaar de tijd voor uit. Eén op de tien verwacht de digitale transformatie binnen één jaar te voltooien. Een kwart heeft een traject van tussen de één en twee jaar voor ogen en nog eens 27% verwacht de digitale transformatie in een tijdsbestek van twee tot drie jaar te kunnen uitvoeren. Hoe groter de organisatie, hoe langer het tijdspad is dat men heeft uitgetrokken voor de digitale transformatie. Van de grote organisaties met meer dan 250 fte trekt 46% er langer dan drie jaar voor uit, terwijl slechts 11% van de micro-organisaties er langer dan drie jaar over denkt te doen. Verder duurt de digitale transformatie bij de gezondheids- en welzijnszorg (57%) en de overheid (56%) opvallend vaker langer dan drie jaar in vergelijking met de andere sectoren. Kritieke succesfactoren De top drie van kritieke succesfactoren is niet veranderd ten opzichte van vorig jaar: Adoptie (16%);   Commitment van de medewerkers (11%); Betrekken van de eindgebruikers (9%). Beslissers noemen nog vaker ‘adoptie’ dan professionals (20% versus 13%). Professionals zeggen vaker dan beslissers dat ‘commitment van de medewerkers’ een kritieke succesfactor is (13% versus 10%). Zonder gekwalificeerd personeel is er geen beginnen aan om welk it-project dan ook te voltooien, en personeelsgebrek is dan ook de meest genoemde factor die digitale transformatie in de weg kan staan. De ‘complexiteit van het it-landschap’ en de ‘bedrijfscultuur’ komen daar vlak achteraan. Nog eens een kwart noemt de ‘digivaardigheid van het personeel/ klanten’. Het zijn vaker de professionals die de ‘complexiteit van het it-landschap’ noemen (35% vs. 23% van de beslissers). Beslissers zien de ‘digivaardigheid van het personeel/ klanten’ meer als een remmende factor (31% vs. 22% professionals). Een ‘gebrek aan kennis’ wordt nog eens in zijn totaliteit door één op de vijf genoemd; dit is opvallend vaker dan vorig jaar (16%). Het onderwijs en de overheid zien de meeste beren op de weg; zij benoemen procentueel de meeste factoren die een digitale transformatie lastig maken. Verder is er een verband in het aantal genoemde factoren dat de digitale transformatie lastig maakt en de grootte van de organisatie. Naarmate de bedrijfsomvang toeneemt, worden er meer belemmerende factoren genoemd. Microsoft blijft belangrijkste speler bij de digitale transformatie Bij de leveranciers waarvan het meeste gebruik wordt gemaakt binnen de digitale transformatie, voert Microsoft met stip de lijst aan met 22%. Microsoft (2%) is ook de organisatie die het vaakst wordt genoemd als externe implementatiepartner. Als adviseur moet Microsoft (3%) alleen KPMG (4%) voor zich laten. Onderzoeksverantwoording Computable heeft samen met Enigma Research voor de vierde keer een onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken rondom digitale transformaties. Dit onderzoek is een vervolg (3-meting) op de onderzoeken die de afgelopen drie jaar rond dezelfde tijd zijn gehouden. Methode en veldwerkperiodeVoor dit onderzoek is gebruik gemaakt van kwantitatief online onderzoek. De respondenten zijn benaderd via een adressenbestand en via de eigen mediakanalen van Computable. Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 23 juni t/m 23 juli 2025. SteekproefDe totale steekproef heeft een omvang van 358 personen; 246 personen rondden de vragenlijst volledig af. Van deze 246 vallen er 26 buiten de doelgroep; dit maakt dat het totaal aantal volledig ingevulde vragenlijsten binnen de doelgroep op 220 uitkomt.
Kort: Mobiel netwerk VodafoneZiggo vernieuwd, dislikes voor Bluesky (en meer)
3 dagen
In dit nieuwsoverzicht: Mobiel netwerk Nederland van VodafoneZiggo gemoderniseerd en energiezuiniger, Yellowtail Conclusion neemt Faraday over, CBS ziet link tussen ai-gebruik, bedrijfsgrootte en ict-investeringen, dislikes voor Bluesky en Zuid eerste Webflow Enterprise Partner in Benelux. Mobiel netwerk Nederland gemoderniseerd en energiezuiniger Drieduizend locaties in Nederland van VodafoneZiggo gaan de komende drie jaar gemoderniseerd worden met technologie van Ericsson. Daarbij wordt de 3,5 GHz-frequentie uitgerold en bestaande infrastructuur vernieuwd, zo meldt Ericsson. Het Zweedse bedrijf levert daarvoor de TDD Massive MIMO-radio AIR 3255 die tot drieënzestig procent minder energie verbruikt en 58 procent lichter is dan de voorganger. Het programma moet de capaciteit en prestaties van het netwerk verbeteren en tegelijk bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen. De werkzaamheden omvatten levering, installatie en beheer van het volledige netwerklandschap en lopen de komende drie jaar door. Yellowtail Conclusion neemt Faraday over Het Naardense Yellowtail Conclusion, onderdeel van Conclusion, neemt digital agency Faraday over, zo melden beide. De overname versterkt de positie van de nieuwe moeder in digitale transformatie voor financiële instellingen zoals pensioenfondsen, banken en verzekeraars. De nieuwe dochter brengt expertise in gebruikersgericht design en ai-technologie mee, waarmee organisaties hun klantreis kunnen optimaliseren. Beide bedrijven blijven voorlopig onder eigen naam opereren. Faraday heeft ruim vijftien jaar ervaring binnen sectoren met complexe regelgeving. Conclusion bestaat uit meer dan dertig Nederlandse expertbedrijven en begeleidt organisaties bij businesstransformatie en it-services. CBS: bedrijven die ai gebruiken zijn vaker groot en investeren vaker in ict Elf procent van de bedrijven die in 2024 ai gebruikten had 250 of meer werknemers, tegen drie procent bij bedrijven zonder ai, zo concludeert het CBS uit eigen onderzoek. Verder blijkt uit die cijfers dat bedrijven met ai vaker investeren in ict: 79 procent deed dat in 2023, tegenover 70 procent zonder ai. Veertien procent van de ai-bedrijven investeerde meer dan tweehonderd miljoen euro, tegen vier procent bij bedrijven zonder ai. Wat verder opviel is dat bedrijven met ai vaker patenten aanvragen dan die zonder, vijf procent tegen respectievelijk één procent in 2021. Dislikes voor Bluesky Bluesky heeft een aantal nieuwe functies aangekondigd. Onder meer een volgers-only reply-instelling, mod lists en de mogelijkheid om quote posts los te koppelen. Het bedrijf test daarnaast reply-ranking op basis van sociale nabijheid, een dislikes-functie als feedbacksignaal en verbeterde detectie van toxische of spamreacties. Ook wordt de reply-knop aangepast zodat gebruikers eerst de hele thread zien, wat contextverlies moet voorkomen. Verder krijgen reply-instellingen een duidelijkere interface. Het platform maakte ook bekend inmiddels veertig miljoen gebruikers te hebben. (X heeft meer dan zeshonderd miljoen gebruikers, waarvan zo’n 250 miljoen dagelijkse). Zuid eerste Webflow enterprise partner in Benelux Het Tilburgse Zuid is benoemd tot eerste grote Webflow enterprise partner in de Benelux. De status is de hoogste binnen dat partnerprogramma voor het moderniseren van digitale landschappen met schaalbare oplossingen. Het bureau werkt al jaren met het low-code platform en heeft zijn dienstverlening uitgebouwd tot een volledig Webflow-aanbod, zo zegt het. De software stelt marketeers in staat websites zelfstandig te beheren, terwijl developers zich richten op integraties en innovaties.
Verplicht scannen tegen kinderporno geschrapt omwille van privacy
3 dagen
Het Deense EU-voorzitterschap trekt een omstreden voorstel in dat techbedrijven zou verplichten privéberichten te scannen op materiaal van seksueel misbruik van kinderen. Nederland, Duitsland en zelfs de eigen regeringspartij waren tegen de plannen. De Deense minister van Justitie Peter Hummelgaard bevestigde volgens Deense media dat het opsporingsmandaat geen onderdeel meer is van het nieuwe compromisvoorstel: ‘Het blijft vrijwillig voor techgiganten om dergelijk materiaal op te sporen.’ Hummelgaard leidt de onderhandelingen over de CSA-verordening (ook wel CSAR, Child Sexual Abuse Regulation), die nog tot het einde van het jaar onder Deens voorzitterschap valt. De CSA-verordening werd in 2022 door de Europese Commissie voorgesteld en zou bedrijven kunnen verplichten om ook versleutelde berichten te scannen. Volgens critici zou dit leiden tot massa­toezicht en een inbreuk op fundamentele rechten. Duitsland sprak eerder expliciet van ‘massasurveillance’. Te streng toezicht te controversieel Hoewel Hummelgaard benadrukt dat het Deense voorstel minder ingrijpend was dan het oorspronkelijke plan van de Commissie, bleef steun uit. ‘Het Chatcontrol voorstel was zeer controversieel. In essentie zouden onder het voorstel alle online berichten automatisch worden gecontroleerd op mogelijke sexuele content van minderjarigen,’ verduidelijkt Stephan Mulders, advocaat bij Blenheim in Amsterdam, aan Computable. ‘Dat is niet alleen een verplichte doorbreking van de end-to-end encryptie, maar ook een vorm van massasurveillance, die een ernstige inbreuk op de privacy vormt.’ ‘De Nederlandse regering heeft dan ook verklaard Chatcontrol niet te steunen, hetgeen waarschijnlijk mede de reden is dat Denemarken heeft besloten Chatcontrol uit de richtlijn te halen.’ Ook Duitsland en zelfs de Deense regeringspartij Moderaterne trokken de steun in. Daarmee ontbrak de noodzakelijke meerderheid. Laat Big Tech vrijwillig scannen Kinderrechtenorganisaties als Red Barnet, Unicef en Børns Vilkår steunden het voorstel wel. Zij wezen op het risico dat een belangrijk opsporingsinstrument verdwijnt, omdat de huidige regeling voor vrijwillige scanning in april 2026 afloopt. Door de verplichting te schrappen hoopt Denemarken dat het gewijzigde wetsvoorstel tegen online kindermisbruik alsnog snel wordt goedgekeurd en er geen hiaat onstaat rond het opsporen van beelden van kindermisbruik. Mulders: ‘Onder het nieuwe voorstel is controle nog steeds mogelijk, maar niet langer verplicht.’ Overigens noemde Red Barnet zulke vrijwillige opsporing tot nu toe ‘een groot succes’
Tech als kans, veiligheid als voorwaarde in onderwijs
3 dagen
De digitale transformatie blijft onderwijs en onderzoek ingrijpend veranderen. Ai, cloud en kwantum bieden kansen, maar vergroten ook risico’s. SURF benadrukt in Tech Trends 2026 dat samenwerking, veiligheid en autonomie cruciaal zijn om deze ontwikkelingen verantwoord te benutten. De digitale transformatie dendert door het Nederlandse onderwijs en onderzoek. Ai, cloud- en kwantumtechnologie beloven ongekende mogelijkheden, maar brengen ook nieuwe kwetsbaarheden en afhankelijkheden met zich mee. Terwijl instellingen experimenteren met slimme toepassingen in de klas en het lab, groeit de druk om publieke waarden, autonomie en veiligheid te bewaken. SURF, de ict-coöperatie van Nederlandse onderwijs- en onderzoeksinstellingen, schetst in Tech Trends 2026 (pdf) hoe samenwerking en duidelijke kaders onmisbaar zijn om deze technologische golf in goede banen te leiden. Wat valt daarin op? Digitale transformatie: ai als infrastructuur én als risico Ai wordt door SURF benoemd als systeemtechnologie die alle lagen van de digitale stack beïnvloedt. Binnen onderwijs en onderzoek leidt dit tot automatisering van lesplanning, feedback en administratieve processen. Tegelijkertijd ontstaan nieuwe afhankelijkheden van leveranciers en infrastructuur. Tom Hoven, woordvoerder van SURF, benadrukt echter tegen Computable: ‘Als SURF gaan wij niet over invulling van tech binnen het klaslokaal. De vorm en toepassing daarvan ligt bij onze leden zelf, die kunnen op basis van hun didactische onderwijsconcept zelf keuzes maken hierin.’ De inzet van ai vereist digitale vaardigheden, ethische kaders en robuuste governance. Een concreet voorbeeld is de toepassing van ai in online leeromgevingen, waar het wordt ingezet voor interactie en ondersteuning, maar waar het ook risico’s met zich meebrengt zoals geautomatiseerd spieken en deepfakes. SURF wijst daarom op de noodzaak van veilige ai-pijplijnen en strategieën die operationele veiligheid waarborgen. Ook interdisciplinair onderwijs krijgt aandacht, bijvoorbeeld rond slimme implantaten in de gezondheidszorg. Universiteiten en ziekenhuisonderzoeksgroepen werken bijvoorbeeld aan technologieën die traditionele metalen implantaten vervangen, wat vraagt om nieuwe curricula en samenwerking tussen disciplines. Om deze transformatie verantwoord vorm te geven, pleit SURF voor sectorbrede kaders voor ai-gebruik, met expliciete aandacht voor publieke waarden, autonomie en digitale vaardigheden. Digitale veiligheid: van cybersecurity tot databeheer De inzet van ai, iot en cloud-technologie vergroot de complexiteit van cybersecurity. Onderzoeksinstellingen profiteren van ai voor dreigingsmodellering en netwerkmonitoring, maar lopen ook risico door open access-beleid en internationale samenwerking. Hoven: ‘Datacapaciteit en cybersecurity zijn beide belangrijke onderwerpen waar we als sector en coöperatie hard aan werken.’ Privacyverhogende technologieën zoals federated learning* en synthetische data worden toegepast in projecten bij het AMC, SVB en UWV. Deze maken veilige datadeling mogelijk zonder directe toegang tot brondata. Tegelijkertijd vraagt dit om investeringen in infrastructuur en expertise. Ook datamanagement verandert: ai automatiseert taken zoals kwaliteitscontrole en integratie, maar vereist hoogwaardige en semantisch rijke data. SURF benadrukt dat instellingen hun digitale weerbaarheid moeten versterken door te investeren in crypto-agility, pet’s (privacy enhancing technologies) en semantische datakwaliteit. Dit vraagt om structurele samenwerking, technische vernieuwing en beleidsmatige verankering. Digitale autonomie: cloud, data spaces en identiteit De afhankelijkheid van Amerikaanse hyperscalers blijft groot. Europese alternatieven zoals EOSC en NextCloud worden wel ingezet, maar structurele afhankelijkheid blijft volgens SURF een risico. Tegelijkertijd groeit de behoefte aan veilige datadeling via gestandaardiseerde data spaces en TRUST*-principes. Ondertussen evolueert digitale identiteit via de EUDI Wallet en Self-Sovereign Identity, met organisatorische wallets als nieuwe norm voor samenwerking en compliance. Als voorbeeld van de geopolitieke urgentie noemt SURF de European Chips Act, die moet bijdragen aan technologische autonomie. De organisatie wijst op de noodzaak van een Europees microchip-ecosysteem, mede vanwege de afhankelijkheid van Aziatische productie en de schaarste aan grondstoffen. Volgens SURF is het noodzakelijk dat instellingen actief kiezen voor Europese cloud-alternatieven, TRUST- en FAIR*-principes breed implementeren, en infrastructuur opbouwen voor veilige digitale identiteit en datadeling. Dit versterkt de autonomie en veerkracht van de sector. Want, zo stelt Hoven, ‘vooral samenwerking binnen de sector als uniek punt maakt ons sterk.’ * Begrippenlijstje:– federated learning: ai trainen op lokale data en alleen die inzichten delen met centrale server.– FAIR-principe: findable, accessible, interoperable, reusable.– TRUST-principe: transparency, reliability, user control, security, trustworthiness.
Escalatie intern conflict bij Nexperia
5 dagen
Nexperia Nijmegen heeft deze week de levering van wafers aan zijn assemblagefabriek in het Chinese Dongguan stopgezet. Dat blijkt uit een brief aan klanten, ingezien door persbureau Reuters.  Interim-CEO Stefan Tilger stelt dat het besluit voortkomt uit het niet-nakomen van contractuele betalingsverplichtingen door het lokale management in China. De Europese organisatie wil de levering aan de Chinese vestigingen pas hervatten als die weer aan hun contractuele verplichtingen voldoen, aldus de brief. Nexperia Nijmegen voegde eraan toe dat ‘de beslissing geen intentie weerspiegelde om zich terug te trekken uit haar locatie in Dongguan of de Chinese markt als geheel’.  Tekort elektronische componenten De auto-industrie huivert nu de verhoudingen intern bij Nexperia verder verslechteren. Zonder deze halffabricaten (wafers) die als basis dienen voor de productie van chips, zal het tekort aan deze elektronische componenten verder oplopen. China had al de export verboden van chips die in Chinese Nexperia-fabrieken zijn geproduceerd en bestemd zijn voor Europa.  De regering in Beijing deed dat in een reactie op het besluit van demissionair minister Vincent Karremans (Economische Zaken) om de controle over Nexperia naar zich toe te trekken. Hij vond dat nodig omdat kennis en intellectueel eigendom naar China dreigden weg te lekken. Tegelijk onthief de Amsterdamse Ondernemingskamer CEO Zhang Xuezheng, tevens grootaandeelhouder, tijdelijk uit zijn functie. Politieke relatie Den Haag ontkent enige betrokkenheid bij de leveringsstop van wafers aan China. Het Europese management heeft deze maatregel geheel eigenhandig genomen. De Nederlandse Staat intervenieert alleen als de productiecapaciteit in Europa in gevaar komt.  De politieke relatie tussen Nederland en China is dicht bij het vriespunt beland. Nederland voert overleg met andere Europese regeringen waaronder Duitsland, de Europese Commissie en de Chinese autoriteiten. Vrijdag heeft eurocommissaris Henna Virkkunen (technologie) vergaderd met de leiding van Nexperia. Ze werkt toe naar een diplomatieke doorbraak. Intussen wordt ook gekeken naar korte en middellange termijn-maatregelen ter overbrugging van de tekorten aan het soort chips dat Nexperia maakt. De Volkswagen Groep heeft nog voor een week voorraad. Een toeleverancier als ZF Friedrichshafen heeft al ploegendiensten moeten schrappen. Om toch maar aan Nexperia-chips te komen betalen sommige afnemers wel 25 keer zoveel voor bepaalde chips als normaal.
Ai bij verzekeraar Achmea
5 dagen
Repeterende klussen op- en afschalenDe Praktijk – Bij verzekeraar Achmea is de toepassing van ai een belangrijk en integraal onderdeel van de strategie en versnelt het de uitvoering van groeiplannen. Computable praat erover met Arnoud Boere, programmamanager AI bij Achmea.‘De nieuwe generatie ai-technologie biedt veel mogelijkheden om de klanten van Centraal Beheer, Interpolis, Zilveren Kruis en onze andere merken nog beter van dienst te zijn en onze collega’s te ondersteunen in hun werk. Daarbij is ai geen doel op zich, maar een middel om onze klanten sneller, persoonlijker en betrouwbaarder te helpen en om de meest vertrouwde financiële dienstverlener te zijn én te blijven. Dankzij de eerder ingezette rationalisatie van onze ict-systemen en de vrijwel afgeronde migratie naar de cloud, leggen we de basis om ai nog breder toe te passen en onze service verder te verbeteren’, zegt Arnoud Boere, programmamanager AI bij Achmea.Welke verzekeringsprocessen zijn geschikt om door ai-agents te worden uitgevoerd?‘Ai-agents hebben binnen de verzekeringsbranche veel potentieel voor processen of taken die kennis- en data-intensief zijn, veel herhaling kennen of gebaseerd zijn op duidelijke regels. Denk aan het afhandelen van schadeclaims, het beantwoorden van klantvragen via chatbots en het verwerken van mutaties in de polisadministratie, zoals adreswijzigingen of de aanpassing van dekking. Dit zijn processen die voor de klant het liefst snel moeten worden afgehandeld en die voor de verzekeraar eenvoudig op- of afgeschaald moeten kunnen worden. De ai-agents kunnen werk uit handen nemen en zorgen voor snelheid en consistentie.’Wat doen jullie al met ai-agents?‘Wij zijn actief bezig met het verkennen en ontwikkelen van ai-agents. Deze worden gezien als digitale assistenten die geheel of gedeeltelijk zelfstandig taken kunnen uitvoeren. Ze gaan verder dan traditionele chatbots en robotic process automation-scripts: ai-agents zijn contextbewust, kunnen plannen, leren en samenwerken.Ons uitgangspunt is dat er altijd sprake is van een ‘human in the loop’. Daarmee bedoelen we dat ai-toepassingen altijd worden gebruikt in combinatie met checks and balances waarbij mensen betrokken zijn. Zo voorkomen we eventuele ‘computer says no’-issues. Het gaat om een nieuwe technologie die nauwgezet gevolgd en gecontroleerd moet worden.Een concreet voorbeeld is een lopend onderzoek naar een zogeheten security-agent. Deze agent analyseert netwerkverkeer op pogingen van hackers om kwetsbaarheden uit te buiten. Door patronen te herkennen met behulp van ai, stelt de agent passende acties voor aan securityspecialisten, zoals het afsluiten van poorten of het verhogen van monitoring.De hier ontwikkelde techniek heeft potentieel voor bredere toepassingen waarbij snel en adequaat reageren op complexe data cruciaal is, bijvoorbeeld governance en controle.Verder onderzoeken we actief nieuwe toepassingen en testen die binnen verschillende bedrijfsfuncties, zoals schade-afhandeling, risicobeoordeling, klantinteractie en documentanalyse. De ambitie is om ai-agents alleen in te zetten waar ze daadwerkelijk waarde toevoegen en niet als gimmick.’Hoe check je ai en wat doe je als die fouten maakt?‘We nemen onze verantwoordelijkheid als financiële dienstverlener uiterst serieus. Daarom wordt streng gelet op veiligheid, transparantie en compliance. Alle denkbare technische maatregelen worden genomen, zoals het toevoegen van contentfilters en testprocedures, denk aan red teaming, om risico’s te beperken, en het borgen dat ai-modellen gedeactiveerd kunnen worden wanneer deze niet goed functioneren.Wij hanteren een strikt toetsingskader, gebaseerd op wettelijke vereisten zoals de AI Act en ethische richtlijnen zoals de Unesco AI-principes. Daarnaast wordt het NIST AI Risk Management Framework gebruikt als referentie om de volledigheid van beheersmaatregelen te toetsen. Elk ai-systeem bij ons wordt vooraf gecontroleerd en tijdens gebruik gemonitord en geëvalueerd.Er vinden ethische én juridische toetsen plaats. Juridisch wordt onder andere gekeken naar naleving van de AI Act en de AVG: is de verwerking van gegevens rechtmatig, zijn de risico’s voldoende ingeschat, en is de besluitvorming uitlegbaar? Ook wordt beoordeeld of het systeem voldoet aan interne richtlijnen zoals het Ethisch Kader Datagedreven Besluitvorming dat we samen met het Verbond van Verzekeraars hebben ontwikkeld. Bij fouten is er altijd een vangnet.Dat betekent dat er menselijke tussenkomst mogelijk is bij bepaalde uitkomsten, bijvoorbeeld wanneer een ai-systeem een claim afwijst of een risicoscore toekent. Er zijn duidelijke verantwoordingslijnen: het is vooraf vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het ontwerp, het gebruik en het toezicht op het ai-systeem. Zo kan bij een incident snel worden vastgesteld waar het misging en wie actie moet ondernemen. Op deze manier borgen wij dat ai veilig, transparant en verantwoord wordt ingezet.’“Ai wordt niet als losstaand ict-project gezien, maar als organisatiebrede ontwikkeling die samenwerking tussen vakgebieden vereist”Hoe borg je als bedrijf de uitlegbaarheid van ai?‘Achmea legt over de gehele verwerkingsketen digitale sporen vast van hoe beslissingen tot stand komen, zodat de datakwaliteit geborgd kan worden. Hierdoor kan worden aangetoond dat het ai-systeem correct functioneerde.’Risicomanagement valt meestal onder de cfo, maar ai is ook ict, dus dat valt onder de cio. En het betreft security, dus de ciso is betrokken en dan is er nog legal… hoe doen jullie dat?‘We zien dat een verantwoordelijke inzet van ai vraagt om een brede betrokkenheid van disciplines uit ons bedrijf, met ons Responsible AI framework als basis. Het gaat dan bijvoorbeeld om samenwerking tussen compliance, risk management, it, legal en security. Daarom hebben wij centrale sturing en governance ingericht, met vertegenwoordigers van al deze rollen. Zo wordt ai integraal aangestuurd, met aandacht voor risico, technologie, veiligheid en juridische aspecten. Ai wordt op deze manier niet als losstaand ict-project gezien, maar als organisatiebrede ontwikkeling die samenwerking tussen vakgebieden vereist.’Wat komt er nog meer kijken bij toepassing van ai in de organisatie?‘Ai is een veelbelovende techniek die wij inzetten op plekken waar het daadwerkelijk waarde toevoegt voor klanten, de organisatie en collega’s. Bij de ontwikkeling en toepassing van ai kijken we niet alleen naar technologische mogelijkheden, maar ook naar de bredere gevolgen voor mens en maatschappij. Zo wordt bijvoorbeeld gelet op het energieverbruik van ai-systemen en het verantwoord gebruik van data en middelen, zoals koelwater van datacenters. Medewerkers worden gestimuleerd om ai bewust en doelgericht in te zetten, met efficiëntie en relevantie als uitgangspunt.Daarnaast benaderen we ai vanuit een bredere esg-visie. Ethische aspecten, transparantie en inclusiviteit worden meegenomen in ontwerp en besluitvorming. Ai moet bijdragen aan een toekomst die eerlijk, betrouwbaar en duurzaam is – zowel binnen de organisatie als in de dienstverlening aan klanten. Tot slot willen we benadrukken dat we ons ervan bewust zijn dat het gebruik van ai het werk verandert. Daarom besteden we, naast de ontwikkeling van ai-toepassingen en – tool, veel aandacht aan de veranderingen die dit met zich meebrengt. We kijken naar de nieuwe vaardigheden die hiervoor nodig zijn en bieden medewerkers diverse leerpaden om deze te ontwikkelen.’Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6.
De onmisbare rol van technologie en menselijk bewustzijn bij beeldverificatie
5 dagen
Wist je dat het aantal deepfakes wereldwijd op twee jaar tijd maar liefst zestien keer is toegenomen? Dankzij artificiële intelligence (ai) is het makkelijker dan ooit om een stem te imiteren of een gezicht na te maken en zo een overtuigende nepvideo te verspreiden. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties, zoals identiteitsfraude of het manipuleren van verkiezingscampagnes, zoals we al meerdere keren zagen in andere landen. Technologie in combinatie met menselijk bewustzijn wordt onmisbaar om de echtheid van beelden te controleren en misleiding te voorkomen.De snelle groei van deepfakes stelt onze wetgeving op de proef. Hoewel de GDPR persoonsgegevens beschermt en veel landen auteurs- en portretrecht toepassen, bieden die regels weinig houvast in een tijd waarin ai razendsnel en overtuigend beelden en stemmen kan nabootsen. In theorie mag niemand zonder toestemming deepfakes maken van een persoon. Het portretrecht blijft zelfs tot tien jaar na overlijden van kracht, waarna erfgenamen het recht nog kunnen inroepen. Maar ook dan blijft het ethisch discutabel om iemand digitaal tot leven te wekken, zelfs met toestemming. In de praktijk wordt het maken en verspreiden van deepfakes zelden vervolgd, mede omdat het steeds lastiger wordt om echte en gemanipuleerde beelden van elkaar te onderscheiden.   Niet alleen technologie, ook menselijk bewustzijnDe uitdaging rond het verifiëren kunnen we deels het hoofd bieden met behulp van technologie. Authenticatietechnologieën voegen bijvoorbeeld extra context toe aan beelden, zoals watermerken, tijdstempels, digitale handtekeningen, locatiegegevens en bewegingsinformatie.Ook openbare registers waarin ai-algoritmes worden geregistreerd, vergroten de controle op echtheid. Ze vermelden onder meer waarvoor een algoritme bedoeld is, wie het ontwikkelde en hoe het beveiligd is. Zo creëren ze transparantie en helpen ze deepfakes sneller te ontmaskeren. Deze authenticatiemiddelen en registers helpen om vast te stellen of beelden echt zijn en maakt ze zelfs bruikbaar als bewijs in rechtszaken.Train je medewerkers om afwijkende beelden te herkennen en verdachte situaties te meldenDeze technologieën zijn alleen effectief als mensen weten hoe ze ermee moeten omgaan. Train je medewerkers om afwijkende beelden te herkennen en verdachte situaties te melden, zodat manipulatie sneller aan het licht komt. Leer hen waarop ze moeten letten om te zien of een beeld echt is. Let bijvoorbeeld op onscherpe of vertraagde pixels, onnatuurlijke bewegingen van ogen, wenkbrauwen en mond, een te gladde huid of juist vreemd gerimpelde huid, afwijkende schaduwen en de lichtinval, of haperingen in het beeld. Zulke kleine details kunnen verraden dat een video mogelijk gemanipuleerd is of zelfs een deepfake betreft.Vooruitgang vraagt samenwerkingIedereen draagt verantwoordelijkheid voor een betrouwbare digitale wereld: bedrijven moeten open zijn over hoe ze beelden opslaan, verwerken en beveiligen, en transparant communiceren over hun gebruik van ai en cameratechnologie. Onderzoekers dienen continu te zoeken naar nieuwe methoden om de echtheid van beelden te controleren. Wetgevers moeten duidelijke en handhaafbare regels opstellen, zoals de AI Act, de Cyber Resilience Act, en richtlijnen als NIS2 en CER. Consumenten moeten kritisch blijven in wat ze zien en delen online. Die kritische blik begint al op school, waar kinderen en studenten moeten leren hoe ze (digitale) beelden kunnen beoordelen en begrijpen.Technologische ontwikkeling gaat vaak sneller dan regelgeving kan bijbenen. Daarom blijft een kritische houding van iedereen onmisbaar: waar komt het beeld vandaan? Is de bron betrouwbaar? En vertrouw je het genoeg om te delen? Bij twijfel, meld het bij de bron zelf, bijvoorbeeld via de meldfunctie van een sociaal mediaplatform of door contact op te nemen met de redactie van een publicatie. En twijfel je nog, verspreid het dan zeker niet verder. Alleen door alert te blijven en samen te werken, kunnen we de digitale wereld veilig en betrouwbaar houden.Erik Baeten is architect & engineering manager bij Axis Communications.
Nieuwe Europese richtlijnen voor platforms en privacy
6 dagen
Nieuwe richtlijnen verduidelijken hoe grote online platforms tegelijk moeten voldoen aan de DMA en de AVG. De Europese Commissie en toezichthouders willen hiermee meer duidelijkheid bieden aan bedrijven en extra bescherming garanderen voor gebruikers.De Europese privacytoezichthouders (EDPB) en de Europese Commissie hebben nieuwe richtlijnen gepubliceerd over de samenhang tussen de Digital Markets Act (DMA) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Grote platforms, zoals aanbieders van app-winkels, berichtendiensten en zoekmachines, krijgen hiermee meer houvast bij het naleven van beide wetten.De DMA bevat regels voor digitale ‘poortwachters’ met een sterke marktpositie. Zij moeten eerlijke concurrentie mogelijk maken door onder meer het koppelen van diensten te beperken en data te delen met andere aanbieders. Veel van deze verplichtingen raken direct aan de bescherming van persoonsgegevens, waardoor afstemming met de AVG noodzakelijk is.Richtlijnen voor bedrijven en gebruikersDe nieuwe richtlijnen leggen uit wanneer platforms expliciet toestemming moeten vragen voor het combineren van gegevens uit verschillende diensten. Ook wordt verduidelijkt hoe gebruikers transparant moeten worden geïnformeerd over het gebruik van hun data.Voor bedrijven bieden de richtlijnen praktische handvatten om hun verplichtingen onder de DMA uit te voeren zonder in strijd te komen met de AVG. Voor gebruikers betekent dit extra zekerheid dat hun privacyrechten ook gelden wanneer platforms aan de DMA-regels moeten voldoen.Consultatie tot vier decemberDe richtlijnen zijn nog in concept. Tot en met vier december 2025 kan iedereen reageren via een openbare consultatie op de website van de EDPB. Daarna wordt de definitieve versie vastgesteld.Volgens de toezichthouders is het doel om bedrijven duidelijkheid te geven en tegelijkertijd de positie van gebruikers te versterken: ‘veel van deze verplichtingen raken direct aan de bescherming van persoonsgegevens.’
Kort: Saas op de kop, twee derde bedrijven zegt ai-potentieel niet waar te maken (en meer)
6 dagen
In dit nieuwsoverzicht: Ai-agents gooien de saas-markt om, klacht tegen Ierland om benoeming ex-Meta-lobbyist, Bending Spoons koopt AOL, Chinese groep hackt Europese diplomaten en twee derde bedrijven maakt ai-potentieel niet waar. Ai-agents gooien de saas-markt om Box-oprichter Aaron Levie voorziet honderd tot duizend keer meer ai-agents dan menselijke gebruikers, waardoor het traditionele per seat verdienmodel van saas niet houdbaar is. In plaats daarvan zullen consumptie- en volumemodellen de norm worden. Startups zonder bestaande processen hebben volgens hem een voordeel, omdat zij direct agent-first kunnen ontwerpen. Levie verwacht niet dat ai-agents de plaats innemen van enterprise saas, maar er bovenop draaien. Tijdens TechCrunch Disrupt 2025 stelde hij dat mission critical-processen deterministisch moeten blijven, omdat agents risico’s meebrengen zoals datalekken of onverwachte acties. Klacht tegen Ierland om benoeming ex-Meta-lobbyist De Irish Council for Civil Liberties (ICCL) heeft bij de Europese Commissie een klacht ingediend tegen Ierland vanwege de benoeming van een voormalig Meta-lobbyist tot data protection commissioner van het land. Volgens de ICCL schoot de selectieprocedure tekort in onafhankelijkheid en deskundigheid. De benoemde kandidaat zou geen technische of juridische expertise hebben en eerder actief hebben gelobbyd tegen strenge privacyregels. De selectiecommissie zelf bestond deels uit vertegenwoordigers met belangen in de technologiesector. Eerdere beslissingen van de Ierse toezichthouder zijn al herhaaldelijk door Europese instanties aangescherpt. Ierland is de Europese thuisbasis van Meta en bijna alle andere Big Tech. Ook Google, Apple, Microsoft, Amazon, Intel, Oracle, Salesforce en TikTok hebben er hun Europese of internationale hoofdkantoor. Bending Spoons koopt AOL De Italiaanse softwareontwikkelaar Bending Spoons neemt AOL over van Yahoo. De aankoop wordt gefinancierd met een schuldenpakket van 2,8 miljard dollar, dat ook toekomstige acquisities moet ondersteunen. Het overnamebedrag is niet bekendgemaakt, zo meldt The Register. Volgens het Italiaanse bedrijf heeft AOL acht miljoen dagelijkse en dertig miljoen maandelijkse actieve gebruikers, waarmee het tot de tien grootste e-maildiensten wereldwijd behoort. AOL is sinds 2001 meerdere keren van eigenaar gewisseld, van Time Warner tot Verizon en later Apollo Global Management. Yahoo stelt dat de verkoop ruimte geeft om zich te richten op de eigen kernproducten. Chinese groep hackt Europese diplomaten De Chinese groep UNC6384 heeft in september en oktober dit jaar diplomatieke doelwitten in België en Hongarije aangevallen, ontdekte Arctic Wolf Labs. De nog lopende campagne richt zich specifiek op diplomatieke instellingen en breidt nu uit naar andere Europese landen, waaronder Nederland. Men gebruikt de recent bekendgemaakte Windows-kwetsbaarheid ZDI-CAN-25373 in combinatie met spearphishing rond bijeenkomsten van de Europese Commissie en de NAVO. Via malafide lnk-bestanden werd een keten van PowerShell-scripts en dll-side-loading uitgevoerd, resulterend in de inzet van PlugX-malware. De infrastructuur vertoonde overlap met eerdere UNC6384-operaties en met de Chinese groep Mustang Panda. De aanvallen tonen snelle adoptie van nieuwe kwetsbaarheden en verfijnde social engineering, aldus Arctic Wolf. Twee derde bedrijven maakt ai-potentieel niet waar Bedrijven investeren dit jaar gemiddeld 26,7 miljoen dollar in ai, met een huidig rendement van zestien procent en een verwachte stijging naar 31 procent binnen twee jaar. Toch vindt 65 procent van de organisaties dat ai zijn potentieel nog niet waarmaakt. Dat concludeert SAP uit eigen onderzoek. Het bedrijf benadrukt dat integratie van data en processen cruciaal is, en waarschuwt voor shadow ai – het gebruik van ai-tools door medewerkers zonder toestemming of toezicht van de it-afdeling – dat door 77 procent als risico wordt gezien. Tijdens SAP NOW gisteren in Den Haag presenteerde het bedrijf de nieuwste agentic ai-oplossingen.
Hoe voorkom je ai-hallucinatie?
6 dagen
Conversatie-ai-assistenten zoals Copilot, Claude en Gemini zijn krachtig, maar hun hallucinaties blijven een groot risico. Wat kunnen organisaties doen om dit gevaar technisch en organisatorisch te beperken zónder de voordelen te verliezen? Ai‑assistenten zijn razendsnel en overtuigend, maar juist dat maakt hun fouten verraderlijk. Een hallucinerende Copilot, Claude of Gemini is geen incidentje, maar een ingebakken eigenschap: het model vult gaten in met plausibele onzin. Voor organisaties die afhankelijk zijn van betrouwbare informatie creëert dat een reëel risico. De eerste stap is dus acceptatie: ja, ai-assistenten zúllen hallucineren. De echte aandacht? Hoe herken je hallucinaties, hoe beperk je ze en hoe maak je ze beheersbaar. Computable heeft dat op een rijtje gezet. Risico’s in de praktijk ‘Een onnauwkeurigheid in een juridisch document kan de uitkomst van een zaak beïnvloeden,’ waarschuwt onder andere het Amerikaanse ict-vakblad Computerworld. Zulke fouten kunnen niet alleen rechtszaken doen kantelen, maar ook investeerders afschrikken en beleidskeuzes ondermijnen. Onderzoek van Stanford University laat zien dat zulke ai-assistenten, algemene large language modellen (llm), in zo’n drie kwart van juridische queries hallucineren. Zelfs domeinspecifieke modellen geven in één op de drie of vier gevallen nog foutieve citaties. Deloitte rapporteerde dat vier op de tien executives verkeerde beslissingen nemen op basis van foutieve ai-output. Voor cio’s en risk officers betekent dit dat ai-governance niet optioneel is. Zonder controles en verificatieprocessen kan een enkele fout doorwerken in beleid, investeringsbeslissingen of juridische claims. Data en retrieval als fundament ‘Als de input verouderd of inconsistent is, kun je geen betrouwbare output verwachten’, verwoordt ai-beveiliger Knostic het bekende ‘garbage in, garbage out’. In de praktijk betekent dit dat organisaties hun kennisbanken net zo zorgvuldig moeten beheren als hun financiële administratie. Retrieval-augmented generation (rag) kan hallucinaties beperken, mits de pijplijn robuust is ingericht, legt de cybersecurityexpert uit. Dat betekent: vectorindexen opschonen, embeddings valideren, documentversies beheren en retrieval-resultaten monitoren. Zonder die discipline kan een oud hr-document zomaar als actuele regelgeving worden gepresenteerd. Wie rag inzet, moet dus niet alleen investeren in techniek, maar ook in processen voor datakwaliteit en monitoring. Alleen zo kan de belofte van betrouwbaardere output worden waargemaakt. Gebruikersgedrag maakt verschil ‘Als je vraagt om vijf voorbeelden terwijl er maar vier bestaan, gaat het model het ontbrekende voorbeeld gewoon verzinnen,’ illustreert OpenAI zelf de rol van de menselijk gebruiker bij hallucinerende ai’s. Zulke promptfouten ontstaan vaak onbewust, maar vergroten de kans dat medewerkers hallucinaties voor waar aannemen. Best practices voor gebruikers zijn daarom: hypothetische scenario’s expliciet markeren, abrupte onderwerpwisselingen vermijden en formuleren in termen van ‘tot vijf voorbeelden’ in plaats van een exact aantal. Ook helpt het om Copilot te instrueren in een zakelijke toon en contextuele informatie mee te geven. Voor organisaties betekent dit dat training in promptvaardigheden een noodzakelijke investering is, om de betrouwbaarheid van ai-output te vergroten. Zo adviseert Microsoft zelf de ICE-methode voor betere prompts: Instructies die direct en specifiek zijn, Condities om duidelijke grenzen te stellen (‘alleen uit deze documenten’) en Escalatie om terugvalgedrag te definiëren (zeg ‘Ik weet het niet’ als je het niet zeker weet’). Typen hallucinaties herkennen ‘Je kunt pas effectief mitigeren als je weet met welk type hallucinatie je te maken hebt,’ verdiept Microsoft de aanpak van foute ai’s. Pas dan kan er gericht naar een oplossing gezocht worden. Men onderscheidt zes typen hallucinatie: feitelijke, temporele, contextuele, linguïstische, extrinsieke en intrinsieke hallucinaties. Feitelijke fouten vragen om strakkere bronverificatie, temporele fouten om actuele datasets, linguïstische fouten om domeinspecifieke modellen. Ook hyperparameters spelen een rol: lagere temperatuurinstellingen (0,1–0,4) reduceren variatie en daarmee de kans op verzinsels. Door patronen in fouten te analyseren, kunnen organisaties gericht maatregelen nemen. Zo kan een team dat vooral contextuele hallucinaties ziet, de retrieval-pijplijn aanscherpen, terwijl linguïstische fouten juist vragen om gespecialiseerde modellen. Daarbij zet ai-expert Datamatics wel een belangrijke kanttekening: hoewel zulke specifiekere oplossingen (vaak small language models, slm genoemd) vaak betere antwoorden geven en doorgaans minder vatbaar zijn voor hallucineren, zijn ze zeker niet immuun. Governance boven techniek ‘Hallucinaties zijn geen productfouten die met een firmware-update kunnen worden gepatcht, maar een ontwerp- en governance-probleem,’ vat WindowsForum het allemaal samen. De focus moet verschuiven van techniek naar organisatiebrede borging. Het forum benadrukt dat governance-onderzoeken blijvende zorgen signaleren over provenance en databeheer, ondanks dat Copilot bijvoorbeeld gebruik maakt van tenant-grounding en gelicentieerde content. Voor organisaties betekent dit dat ze beleid moeten opstellen voor bronverplichting en groundedness-checks, logging en auditability, escalatieprocedures en rolgebaseerde toegang. Cruciaal is ook de menselijke factor: outputs in hoog-risico-domeinen moeten áltijd door experts worden nagekeken. Want hoe goed ook, elke ai-assistent ‘maakt fouten op onvoorspelbare momenten, kan waarheid niet van onwaarheid onderscheiden en heeft geen notie van betekenis,’ herhaalt Pascal Wiggers, sinds kort lector Responsible IT aan de Hogeschool van Amsterdam. ‘Deze tekortkomingen zullen nooit volledig verdwijnen. Nadenken is de enige remedie.’ To do’s om ai-hallucinaties te voorkomen:1: Duidelijke prompts Formuleer vragen zakelijk, concreet en met voldoende context: ‘ICE ICE baby!’.2: Betrouwbare bronnen Gebruik rag en koppel de ai-assistenten aan gecontroleerde databronnen.3: Redenering & verificatie Vraag om stap-voor-stap uitleg en controleer citaties en feiten.4: Hertraining & controle Verzamel feedback, hertrain de modellen en laat outputs in risicodomeinen nakijken door experts.5: Governance & opleiding Bouw processen in voor monitoring en train medewerkers in verificatievaardigheden. Verklarende woordenlijst voor ai-modellen Domeinspecifieke modellenAi-modellen die getraind zijn op data uit een specifieke sector of vakgebied.Bijvoorbeeld een medisch taalmodel voor radiologieverslagen, of een juridisch model voor contractanalyse. EmbeddingsNumerieke vectorrepresentaties van woorden, zinnen of documenten waarmee semantische overeenkomsten berekend kunnen worden.Bijvoorbeeld zoeken naar soortgelijke producten in een webshop, of clusteren van nieuwsartikelen. Gelicentieerde contentData of materiaal dat met toestemming en onder contractuele voorwaarden gebruikt wordt voor training of output.Bijvoorbeeld: een dataset van een uitgeverij, of stockfoto’s met gebruikslicentie. Groundedness-checksMechanismen om te controleren of een ai-antwoord gebaseerd is op betrouwbare bronnen of context.Bijvoorbeeld: verificatie dat een samenvatting overeenkomt met de originele tekst, of fact-checking tegen een kennisbank. Hallucinatie, de zes typen1. Contextuele: antwoord past niet bij de vraag. Bijvoorbeeld bij een vraag over netwerken een recept voor appeltaart geven.2. Extrinsieke: informatie wordt verzonnen die niet in de bron staat. Bijvoorbeeld een niet-bestaande auteur toevoegen aan een artikel.3. Feitelijke: feitelijke onjuistheden. Bijvoorbeeld zeggen dat Parijs in Duitsland ligt.4. Linguïstische: grammaticaal correct maar betekenisloos. Bijvoorbeeld “De kwantumwolk harmoniseert de semantische vector.”5. Intrinsieke: interne tegenstrijdigheden in het antwoord. Bijvoorbeeld eerst zeggen dat een bedrijf in 2010 is opgericht en later in dezelfde tekst 2015 noemen.6. Temporele: verkeerde tijdsaanduidingen. Bijvoorbeeld beweren dat Windows 95 in 2005 is uitgebracht. HyperparametersInstelbare waarden die het leerproces van een model sturen, maar niet door het model zelf geleerd worden.Bijvoorbeeld leersnelheid, of aantal lagen in een neuraal netwerk. ProvenanceHerkomst en traceerbaarheid van data of informatie.Bijvoorbeeld bronvermelding bij een dataset, of logbestanden die laten zien waar een document vandaan komt. Retrieval-augmented generation (rag)Techniek waarbij een model externe documenten ophaalt en combineert met generatieve output.Bijvoorbeeld een chatbot die actuele wetgeving ophaalt, of een zoekfunctie die documenten samenvat. TemperatuurParameter die de mate van creativiteit of variatie in modeluitvoer bepaalt.Bijvoorbeeld gebruik van lage temperatuur voor feitelijke antwoorden, of hoge temperatuur voor creatieve teksten. Tenant-groundingHet koppelen van ai-antwoorden aan de specifieke data en context van één organisatie of gebruiker.Bijvoorbeeld een ai-bedrijfsassistent die alleen interne documenten van dat bedrijf gebruikt. VectorindexenDatabasestructuren die embeddings opslaan en efficiënt doorzoekbaar maken.Voorbeeld: een vectorindex voor semantische zoekopdrachten in klantmails, een index voor beeldherkenning.
Vibe coding en het lot van de developer
6 dagen
Vibe coding belooft dat iedereen software kan bouwen via ai, maar roept net als bij de opkomst van low-code vragen op over het lot van developers. De realiteit: low-code vangt ai-output in modellen, zodat snelheid en robuustheid samengaan. Én ontwikkelaars blijven nodig. Waar in 2015 de introductie van low- en no-code leidde tot verhitte debatten over de toekomst van softwareontwikkelaars, herhaalt die discussie zich nu bij vibe coding. Dit (relatief) nieuwe fenomeen, software schrijven in dialoog met artificiële intelligence (ai), wekt de indruk dat straks iedereen applicaties kan bouwen zonder programmeerkennis. Nvidia-topman Jensen Huang stelde zelfs dat programmeervaardigheden overbodig worden en dat iedereen programmeur kan zijn. Toch laten onderzoek en praktijk zien dat de werkelijkheid veel complexer is. Net zoals low-code destijds de rol van developers niet overbodig maakte maar juist veranderde, lijkt vibe coding eerder een aanvulling dan een vervanging. Wie echter terugkijkt naar de introductie van low-code ziet duidelijke parallellen. Ook toen fronsten software-engineers de wenkbrauwen. Kon een tool werkelijk applicaties genereren zonder diepgaande kennis van programmeertalen? Inmiddels zijn low-codeplatformen breed ingeburgerd. Ze versnellen de bouw van software en maken samenwerking tussen business en it concreter. Toch verdwenen ontwikkelaars niet. Integendeel, hun rol werd belangrijker, juist om prototypes en ideeën door te vertalen naar robuuste, schaalbare systemen. Met ai en vibe coding zien we eenzelfde patroon én kans. De hype is groot, maar de praktijk laat zien dat de menselijke factor cruciaal blijft. Developers doen meer dan programmeren Verhalen over productiviteitsschokken moeten allereerst genuanceerd worden. Uit onderzoek van METR blijkt dat ervaren ontwikkelaars gemiddeld negentien procent langer doen over hun werk wanneer zij ai-hulpmiddelen inzetten zoals Cursor Pro of Claude 3.5 en 3.7, vergeleken met collega’s die zonder ai werken. De verwachting dat ai bij softwareontwikkeling tot een kwart tijdswinst zou opleveren, kwam niet uit. De verklaring is dat ai-suggesties niet altijd correct zijn, gecontroleerd moeten worden en leiden tot extra contextwisselingen. Daarbij besteden ontwikkelaars slechts een beperkt deel van hun werkweek aan coderen. Documentatie, overleg, testen en governance slokken minstens zoveel tijd op. Ai die enkel code genereert, pakt die bottlenecks niet aan. Een van de opvallendste begrippen in deze discussie is vibe coding. De term, geïntroduceerd door ai-onderzoeker Andrej Karpathy (zie kader), verwijst naar softwareontwikkeling via trial-and-error in dialoog met een ai-omgeving. De gebruiker formuleert een opdracht, de ai genereert een voorstel, en in interactie wordt dat bijgestuurd. Vertaalslag naar productie is valkuil Voor niet-technische mensen is het een toegankelijke manier om ideeën snel tot leven te brengen. Toch schuilt de valkuil in de vertaalslag naar productie. Vibe coding is ideaal om iets tastbaars te laten zien, een prototype bijvoorbeeld, maar mist robuustheid. Codebases veranderen voortdurend, guardrails (richtlijnen en technische maatregelen om ai verantwoord te gebruiken, n.v.d.r.) zijn schaars en fouten stapelen zich op. ‘Het is makkelijk om tachtig procent van een applicatie te maken, maar de laatste twintig procent, foutafhandeling en compliance, kost tachtig procent van de tijd’, zegt Menno Odijk, field cto bij Mendix. Daarmee komt low-code nadrukkelijk in beeld. Odijk: ‘Waar vibe coding snelheid en creativiteit brengt, levert low-code de structuur om software ook werkelijk in productie te krijgen.’ Mendix kiest er bewust voor om ai niet direct code te laten schrijven, maar werkt via een soort visuele blauwdruk. In die blauwdruk leg je vast hoe de gegevens zijn opgebouwd (domeinmodellen), hoe de gebruikersschermen eruitzien en welke logica erachter schuilgaat. Het is als het ware een soort bouwtekening van de applicatie: duidelijk, overzichtelijk en begrijpelijk voor businessgebruikers zonder diepgaande programmeerkennis. “Waar vibe coding snelheid en creativiteit brengt, levert low-code de structuur om software ook werkelijk in productie te krijgen” – Menno Odijk, field cto Mendix Deze aanpak zorgt ervoor dat er altijd een heldere structuur is, waarbinnen ai kan meedenken en suggesties kan doen, licht Odijk verder toe. ‘De blauwdruk fungeert daarbij als een vangrail: beperkt in variatie en daardoor veiliger en beter traceerbaar.’ Hallucinaties worden zo voorkomen en de testtijd daalt aanzienlijk. Volgens Odijk kan low-code softwareontwikkeling nog twee keer sneller maken. Mendix onderscheidt twee sporen in het gebruik van ai, legt Odijk uit. ‘Enerzijds wordt ai ingezet voor de ontwikkelaar, met als doel sneller en slimmer software te bouwen met generatieve modellen. Anderzijds wordt ai aangeboden als bouwsteen binnen applicaties, bijvoorbeeld voor chatbots, agentic ai of sentimentanalyse.’ Belangrijk daarbij is dat Mendix geen eigen taalmodellen traint. Het platform biedt toegang tot bestaande modellen in de Mendix Managed Cloud of via connectors naar systemen van klanten. ‘Daarmee blijft de complexiteit van het ai-landschap behapbaar, zonder dat ontwikkelaars zich verliezen in keuzes tussen modellen en databronnen.’ Het gevaar van schaduw ai Een terugkerend obstakel zijn data. Ai is zo sterk als de input die het krijgt. Veel experimenten stranden omdat de kwaliteit of governance van data tekortschiet. Daarnaast dreigt shadow ai, waarbij medewerkers externe ai-diensten gebruiken zonder toestemming van het management. ‘Daardoor kunnen bedrijfsgegevens onbedoeld uitlekken of hergebruikt worden’, geeft Odijk aan. Governance en security van data worden steeds belangrijker, niet alleen om datalekken te voorkomen maar ook om zinvolle output te krijgen. Naast snelheid en innovatie speelt digitale soevereiniteit een steeds belangrijker rol. Europese organisaties willen minder afhankelijk zijn van Amerikaanse cloudproviders en meer grip krijgen op data en intellectueel eigendom. Mendix, sinds 2018 onderdeel van Siemens, benadrukt daarom de mogelijkheid om applicaties in de eigen cloud, in Europese infrastructuur of zelfs on-premises te draaien. ‘Klanten willen zelf in controle zijn en willen niet dat een derde de stekker eruit kan trekken’, zegt Odijk. Die vraag sluit aan bij bredere Europese initiatieven zoals Mistral (waar ASML is ingestapt), die bijdragen aan technologische autonomie. Herinnering aan dotcom-hype De huidige golf van ai-experimenten doet wellicht denken aan de dotcom-periode. Er is een sterke overtuiging binnen bedrijven dat iets met ai gedaan moet worden, maar vaak ontbreekt een solide businesscase, weet Odijk. ‘Toch is er een verschil met destijds. Waar toen gouden bergen werden beloofd, zijn de verwachtingen nu realistischer.’ Ai zal de manier van werken veranderen, maar niet iedereen overbodig maken. ‘Het gaat er ooit echt wel komen’, zegt Odijk over volledig ai-gedreven softwareontwikkeling. ‘Maar in de tussentijd is low-code een mooie tussenstap. We adopteren de concepten van vibe coding, maar voegen er altijd onze modellen en guardrails aan toe.’ Ai en vibe coding veranderen kortom inderdaad de manier waarop software wordt ontwikkeld, maar developers verdwijnen niet. Net als bij de opkomst van low-code blijft hun rol essentieel. De echte waarde ontstaat juist in de samenwerking tussen ai, low-code en menselijke expertise. Vibe coding levert snelheid en inspiratie, low-code brengt robuustheid en veiligheid, en mensen zorgen voor context, governance en keuzes. Wie is Andrej Karpathy en wat is vibe coding?Andrej Karpathy geldt als een van de invloedrijkste ai-onderzoekers van dit moment. Hij werkte bij OpenAI, was hoofd ai bij Tesla en geldt als een van de sleutelfiguren achter de doorbraak van deep learning in beeldherkenning en natuurlijke taalverwerking. Begin 2024 introduceerde Karpathy in een lezing en via sociale media de term vibe coding. Daarmee bedoelde hij het schrijven van software in dialoog met een ai-model: software is immers ook geschreven in een taal, dus waarom niet llm’s inzetten als taalmodel. De gebruiker formuleert daarbij een opdracht in natuurlijke taal, het ai-model genereert een voorstel en in een iteratief proces wordt de applicatie stap voor stap aangepast. Het concept sloeg snel aan, vooral omdat het de drempel voor niet-programmeurs verlaagde. In de praktijk is vibe coding vooral geschikt voor prototyping en ideevorming, maar de vertaalslag naar robuuste productieapplicaties blijft lastig. Guardrails ontbreken vaak en de foutgevoeligheid is hoog. Karpathy zelf ziet vibe coding als een belangrijke stap in de democratisering van softwareontwikkeling, maar benadrukt dat ‘enterprise-grade’ software voorlopig nog niet zonder menselijke expertise kan. Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6.
De transformatie van OpenTable
6 dagen
Van reserveringsplatform naar digitale assistent De Praktijk – OpenTable is wereldwijd marktleider in restaurantreserveringen én pionier in agentic ai. ‘De impact gaat verder dan het optimaliseren van processen.’ In de wereld van agentic ai gaat het niet meer om losse promptjes, maar om digitale agents die zelfstandig plannen, taken uitvoeren en samenwerken met mensen en andere systemen. ‘Agentic ai is de derde ai-golf,’ stelt Jan Verbrugghe, senior director solution engineering bij Salesforce. ‘De eerste golf was het voorspellend gedeelte, de tweede is generatieve ai, waarbij je nieuwe info genereert op basis van bestaande data. In deze derde golf is het tijd voor actie. Het gaat hier om taken die anders door een mens worden uitgevoerd.’ Aanvankelijk waren er nog niet zo gek veel bedrijven die effectief met agents en agentic ai aan de slag gingen. ‘OpenTable is wat dat betreft zeker een pionier’, aldus Verbrugghe. Het is een platform dat consumenten helpt restaurants te vinden en te reserveren, en tegelijkertijd restaurants voorziet van technologie voor restaurantbeheer en marketing. En in al die onderdelen speelt ai een belangrijke rol. OpenTable rolde Agentforce van Salesforce uit, eerst voor restaurantpartners en inmiddels ook voor gasten. ‘OpenTable laat zien hoe agentic ai niet alleen de productiviteit verhoogt’, vindt Verbrugghe, ‘maar ook de rol van het bedrijf in de hospitalitysector fundamenteel verandert.’ Agents voor restaurants en reviews Voor gasten helpt de voice ai van OpenTable met telefoontjes om tafels te reserveren, waarbij medewerkers achter de schermen klaarstaan voor als er iets misloopt. Binnen enkele weken na lancering handelde deze ai-agent tienduizenden gesprekken af die anders door medewerkers verwerkt zouden zijn. Intussen ondersteunen de ai-agents van OpenTable de restaurants door gepersonaliseerde, relevante en passende reacties te schrijven op feedback van gasten: een klassieker in de sector. ‘Het vertrouwen in ai zal nog toenemen’, voorspelt Sagar Mehta, chief technology officer bij OpenTable. ‘Zo kan de technologie de toon van het gesprek aanpassen. En een restaurant zal zelf beslissen hoe automatisch dit allemaal gebeurt.’ “Restaurants die hun menu’s, beleving en gastreviews niet goed documenteren, lopen het risico uit de selectie van ai-gebaseerde platforms te verdwijnen” Concierge als digitale assistent voor reservaties In juli introduceerde OpenTable zijn Concierge, een ai-assistent die tot tachtig procent van de vragen van gasten direct kan beantwoorden. Van dieetopties en sfeer tot menukaarten en aanbevelingen: de agent haalt informatie uit een database van ruim 60.000 restaurants wereldwijd, aangevuld met gastreviews en metadata. Concierge draait op integraties met OpenAI en Perplexity. De volgende stap is dat Concierge gepersonaliseerde aanbevelingen kan doen en autonoom reserveringen plaatst op basis van voorkeuren en eetgeschiedenis. ‘Op die manier kan ai de ervaring verbeteren’, vindt Sagar Mehta. ‘En bijvoorbeeld het vinden en reserveren van de juiste tafel vergemakkelijken.’ De conversatie-interface maakt reserveren simpel, omdat details zoals openingstijden en beschikbaarheid direct in context worden getoond. Voor een bedrijf als Perplexity is dit een manier om gebruikers langer op hun platform te houden, terwijl OpenTable zijn bereik uitbreidt naar een nieuw kanaal dat sterk groeit onder jongere doelgroepen. De impact op business en beleving Met deze toepassingen transformeert OpenTable van een reserveringsplatform naar een intelligente assistent. Voor restaurants betekent dit meer efficiëntie, lagere operationele lasten en snellere (en betere) communicatie met gasten. Voor gasten moet het een rijkere ervaring opleveren: ze krijgen gepersonaliseerd en consistent antwoord, zonder te hoeven wachten. Voor OpenTable betekent dit een duidelijke verschuiving: van een ondersteunend experiment naar een kernonderdeel van de operatie. Waar het bedrijf begon bij partnersupport, is de technologie nu doorgerold naar de gastbeleving en klantcontact. De impact gaat bovendien verder dan procesoptimalisatie. ‘Ai verandert ook de manier waarop restaurants online zichtbaar zijn’, benadrukt Brad Van Orsow, director of marketing bij UrVenue in een column op het vakblad Hospitalitynet. ‘Waar voorheen zoekmachine-optimalisatie bepaalde of een restaurant gevonden werd, zijn het nu de ai-agents die keuzes maken op basis van de kwaliteit van beschikbare data’, stelt hij. ‘Restaurants die hun menu’s, beleving en gastreviews niet goed documenteren, lopen het risico uit de selectie van ai-gebaseerde platforms te verdwijnen.’ Toekomst: mens en agent naast elkaar Hoewel agentic ai veel taken al autonoom uitvoert, houden de meeste bedrijven voorlopig nog een human in the loop. En naast een productiviteitsslag, betekent dit ook een verschuiving in rollen. Medewerkers worden steeds meer supervisors en kwaliteitsbewakers, terwijl agents het bulkwerk overnemen. ‘Tegelijkertijd ontstaan er nieuwe uitdagingen, zoals het behouden van authenticiteit in gastcontact’, oppert Brad Van Orsow. ‘En ook het waarborgen van transparantie over wanneer een gast met een mens of met een agent spreekt.’ Bij OpenTable worden bijvoorbeeld alle review-antwoorden nog nagelezen door medewerkers. Maar Sagar Mehta van OpenTable voorspelt dat dit slechts een tussenfase is. ‘In de toekomst zullen agenten steeds vaker zelfstandig opereren.’ Cijfers & impact van agentic ai bij OpenTable– 60.000+ aangesloten restaurants wereldwijd, waaronder duizenden in Europa. Ook actief in Nederland en België;– Voice ai: OpenTable handelde met zijn agents in enkele weken tienduizenden klantgesprekken af; – Review-antwoorden: ai schrijft, mens checkt (voorlopig toch);– De nieuwe ai-toepassing Concierge van OpenTable beantwoordt tot 80 procent van gastvragen automatisch. Ook automatisch boeken is mogelijk. Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6.
Eurofiber en Open Dutch Fiber slaan handen verder ineen
6 dagen
Eurofiber en Open Dutch Fiber (ODF) intensiveren hun samenwerking om beter in te springen op de groeiende vraag naar betrouwbare en snelle glasvezelverbindingen. Een nieuwe meerjarige overeenkomst moet het ODF-netwerk nog beter ontsluiten. Dit kan door gebruik te maken van duizenden kilometers dark fiber (ongebruikte) glasvezelkabel van het backhaul-netwerk van Eurofiber. Beide bedrijven bieden hun diensten aan via open glasvezelnetwerken. ODF doet dit, via providers, hoofdzakelijk op de consumentenmarkt, terwijl Eurofiber zich richt op de zakelijke markt voor netwerktoegang. Joost Steltenpool, COO Open Dutch Fiber, verklaart de keuze voor Eurofiber uit zijn bewezen track record en focus op kwaliteit. ODF zit vooral in grootstedelijke gebieden. Inmiddels zijn circa 1,5 miljoen huishoudens aangesloten. Paul Naastepad, Managing Director Eurofiber Nederland, zegt dat beide bedrijven dezelfde visie op open glasvezelnetwerken delen.
Nederland in Europees consortium voor digitale gemeenschapsgoederen
1 week
Nederland start met Duitsland, Frankrijk en Italië een gezamenlijk Europees consortium om digitale gemeenschapsgoederen te ontwikkelen. Het initiatief moet bijdragen aan digitale soevereiniteit en versterking van de Europese infrastructuur voor ai, cloud, cybersecurity en sociale netwerken. De Europese Commissie heeft groen licht gegeven voor de oprichting van het EDIC Digitale Gemeenschapsgoederen. Nederland bundelt daarin de krachten met Duitsland, Frankrijk en Italië om de digitale infrastructuur binnen Europa te versterken. Focus op digitale autonomie Het consortium richt zich op het ontwikkelen van digitale gemeenschapsgoederen: open en transparante alternatieven voor diensten zoals ai, cloud computing, cybersecurity en sociale netwerken. Deze worden gezamenlijk ontwikkeld en beheerd door publieke en private partijen, waaronder kennisinstellingen en bedrijven uit Europa. Volgens staatssecretaris Eddie van Marum (Digitalisering) is de afhankelijkheid van technologie uit andere werelddelen te groot: ‘Tachtig procent van onze digitale technologie en infrastructuur komt nog uit niet-Europese landen. Dat kan en moet anders.’ Hij noemt de goedkeuring van het consortium een belangrijke stap richting digitale soevereiniteit. Ondersteuning en coördinatie Het EDIC Digitale Gemeenschapsgoederen zal bestaande Europese initiatieven ondersteunen via technische en juridische bijstand, en hulp bieden bij fondsenwerving. Daarnaast komt er een centrale plek – zowel fysiek als online – waar projecten terecht kunnen voor ondersteuning. De doelstellingen van het consortium zijn onder meer het versterken van het digitale ecosysteem in Europa, het ontwikkelen van een duurzaam financieringsmodel en het stimuleren van het gebruik van digitale gemeenschapsgoederen door overheden, bedrijven en burgers. Art de Blaauw, directeur CIO Rijk en voorzitter van dit EDIC, benadrukt het belang van schaalvergroting: ‘Met de EDIC Digitale Gemeenschapsgoederen bundelen we onze krachten en schalen we gezamenlijke Europese oplossingen op.’ Europees samenwerken voor digitaal Naast de vier oprichtende landen zijn Luxemburg, Slovenië en Polen als waarnemers betrokken bij het consortium. Meerdere andere EU-lidstaten hebben interesse getoond om zich aan te sluiten. De officiële lancering van het EDIC Digitale Gemeenschapsgoederen vindt plaats op 11 december in Den Haag. Het EDIC (European Digital Infrastructure Consortium) is een juridisch instrument waarmee EU-lidstaten gezamenlijk digitale infrastructuurprojecten kunnen opzetten en uitvoeren. EDICs worden opgericht op aanvraag van minimaal drie lidstaten, met goedkeuring van de Europese Commissie. Ze faciliteren samenwerking tussen publieke en private partijen en kunnen nieuwe infrastructuur bouwen of bestaande uitbreiden. Voorbeelden zijn ALT-EDIC (taalmodellen), CitiVerse (digitale tweelingen van steden), DC-EDIC (digitale commons) en Europeum-EDIC (blockchain voor publieke diensten). Lidstaten bepalen zelf de governance en blijven open voor nieuwe deelnemers. EDICs kunnen bij erkenning als internationale organisatie vrijstelling krijgen van btw en accijnzen.
Kort: Neuromorphic computing bespaart heel veel ai-energie, ChipNL opent centrum (en meer)
1 week
In dit nieuwsoverzicht: met neuromorphic computing hoeft ai tot duizend keer minder energie, Europol steeds beter in terughalen gestolen crypto-activa, Arctic Wolf en AWS werken samen, FIG, Fujitsu & Acer Medical samen voor gezond en ChipNL Competence Centre opent in Eindhoven. Met neuromorphic computing hoeft ai tot duizend keer minder energie Neuromorphic computing, geïnspireerd op het menselijk brein, kan de energiebehoefte van ai drastisch verlagen, met een potentiële reductie van een factor tien tot duizend. Dat is de conclusie van het Action Plan Neuromorphic Computing, opgesteld door Topsector ICT met elf partners. Het plan (pdf) moet de Nederlandse positie in deze technologie versterken en innovatie versnellen.  Het actieplan bevat drie stappen: ecosysteemontwikkeling, een nationaal application lab en een gezamenlijke prototyping facility. Nederland beschikt al over een sterk ecosysteem met startups en universiteiten. Voor de uitvoering wordt een extra investeringsvolume van vijftig miljoen euro over vijf jaar voorzien, bovenop bestaande middelen. Europol steeds beter in terughalen gestolen crypto-activa Drie prioriteiten zijn cruciaal voor crypto-security: gemeenschappelijke standaarden, diepere samenwerking en capaciteitsopbouw. Dat is de conclusie van de negende Global Conference on Criminal Finances and Cryptoassets in Wenen, waar ook Europol aan deelnam. De toenemende professionalisering van crimineel gebruik van crypto en blockchain, waaronder drugshandel en terrorismefinanciering, vormt risico’s voor sector en samenleving. Aanwezige organisaties benadrukten dat wetshandhavers en private partijen steeds beter in staat zijn om crypto-gerelateerde misdaad te onderzoeken en activa terug te halen. Toch bestaan er nog hiaten in wetgeving en capaciteit, waardoor internationale samenwerking en training noodzakelijk blijven. Arctic Wolf en AWS werken samen Arctic Wolf heeft aangekondigd dat het een strategische samenwerking met Amazon Web Services gestart is, om het Aurora-platform en het ai-gestuurde soc verder op te schalen. Het platform verwerkt wekelijks meer dan negen biljoen security-events en integreert met AWS-telemetrie en het Open Cybersecurity Schema Framework. Daarmee kunnen organisaties data centraliseren en dreigingen sneller detecteren. Alpha AI, de ai-suite van Arctic Wolf, vermindert ‘alert fatigue’ en versnelt onderzoeksprocessen. Volgens de partner helpt de samenwerking organisaties wereldwijd om kritieke securitydata te analyseren en nieuwe dreigingen nauwkeuriger aan te pakken. Het platform ondersteunt inmiddels meer dan tienduizend klanten. FIG, Fujitsu en Acer Medical samen voor gezond De Fédération Internationale de Gymnastique, het Japanse Fujitsu en Acer Medical uit Taiwan zijn een verzekeringsconcept gestart dat een gezonde levensstijl beloont, zo melden de drie. Een door Acer Medical ontwikkelde smartphone-app digitaliseert het turnprogramma voor senioren van de FIG en gebruikt aiGait-technologie met skeletherkenning van Fujitsu. De app analyseert houding en spierkracht en stelt gepersonaliseerde routines voor. Tijdens het wereldkampioenschap turnen in Jakarta konden senioren de app testen. De service koppelt lichaamsbeweging en gezondheidschecks aan punten die inwisselbaar zijn voor premiekortingen. De doelgroep omvat circa dertig miljoen deelnemers aan het Gymnastics for All-programma. ChipNL Competence Centre opent in Eindhoven In Eindhoven is het ChipNL Competence Centre geopend. Het centrum is bedoeld om de Nederlandse halfgeleidersector te versterken. Bedrijven krijgen er toegang tot Europese pilot-lines, het EU Chips Design Platform en een overzicht van nationale faciliteiten. Het centrum richt zich op domeinen als lithografie, chipdesign, packaging, fotonica en quantumtechnologie. Concreet biedt het toegang tot testinfrastructuren, een innovatief designplatform, talentprogramma’s en begeleiding bij financiering. Partners zijn onder meer Brainport Development, TNO en de Technische Universiteit Eindhoven. Financiering komt van de Europese Unie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het centrum zegt de internationale zichtbaarheid van Nederlandse bedrijven te willen vergroten en de sector concurrerender te maken.
Ai implementeren? Bij high performers is dit mensenwerk
1 week
High Performers – Hans Mulder en Hans van Bommel constateren dat artificiële intelligence (ai) vaak nog verkeerd wordt begrepen. In de bestuurskamer wordt het geregeld gepresenteerd als het ei van Columbus, terwijl de eerste wetenschappelijke rapporten een genuanceerder beeld schetsen. High Performers begrijpen dat het succes van ai vooral afhangt van de adoptie ervan. Uiteindelijk zijn het de mensen die het moeten doen. Van Bommel: We lijken massaal bevangen door de koorts van ai. Ik zie echt dat bestuurders denken dat ai de oplossing is voor al hun problemen. Maar waar de taalmodellen zoals ChatGPT en vergelijkbare ai ons best vaak kunnen helpen, ziet de opdrachtgever niet de mogelijkheden. Mulder: Internet heeft ook een hype cycle gekend, maar het internet heeft zich inmiddels absoluut bewezen en zijn plaats verdiend. En datzelfde geldt nu ook voor de ai-projecten met taalmodellen. Het lijkt heel veel op wat we in de jaren negentig in de it-projecten zagen. De Standish Group, waar ik werkte, deed daar toen al onderzoek naar: het gaat niet om de technologie maar om hoe je organiseert, want dat gaat de high performance opleveren. Van Bommel: En veel wat we artificiële intelligentie noemen, is niet eens intelligent. Neem ChatGPT. Dat is een applicatie die alleen aan decoding doet. Het is een heel groot neuraal netwerk waarin in de verbindingen tussen de neuronen een enorme hoeveelheid aan informatie is opgeslagen. De taal waarin de applicatie denkt is opgebouwd uit tokens, dat zijn voor het programma handige combinaties van letters en cijfers. Chat komt vervolgens met antwoorden op jouw vraag door de prompt te vertalen in tokens om vervolgens in het netwerk te analyseren wat het meest waarschijnlijke volgende token is, dat heet autoregressie. In essentie is dit dus een dom statistiekprogramma dat alleen bepaalt wat de meest logische volgende letters zijn. Mulder: Kortgeleden verscheen op MIT in Boston een rapport waarin staat dat 95 procent van alle ai-experimenten niet heeft gebracht wat ze hadden verwacht. Maar 5 procent is uiteindelijk werkelijk geïmplementeerd. Dat zijn uitkomsten die had niemand verwacht. Van Bommel: Maar het is ook niet de technologie. Hoe gebruik je ai, of wat we nu ai noemen, in de praktijk? Dat is de vraag. Het zijn weer de mensen die het moeten doen. Echte winst wordt geboekt als je door je processen heen high performance nastreeft – Hans Mulder Mulder: Dat was ook duidelijk een van de belangrijkste bot­tlenecks die uit het rapport naar voren kwamen: de mensen moeten veranderen. Ook leggen we een te grote nadruk op ai als een soort superhulpje voor de kantoorautomatisering. Voor je eigen documenten en e-mails. Maar waar gaat de winst behaald worden? Niet op de kantoorautomatisering. Echte winst wordt geboekt als je door je processen heen high performance nastreeft. Van Bommel: Het is natuurlijk wel zo dat veel organisaties worstelen met een stortvloed van ontoegankelijke informatie. Veel van wat er binnenkomt wordt gebrekkig verwerkt en opgeslagen. Vaak is het vervolgens onbruikbaar en dat geeft weer hoge kosten. High performance zit niet in die technologie maar in hoe je als organisatie ermee omgaat, hoe je je kunt aanpassen. Mulder: Dat er uiteindelijk maar 5 procent komt bovendrijven vind ik echt heel schokkend. Er zijn weinig goede business cases die die transformatie van a naar anders kunnen maken. En high performance betekent hier vooral: anders kunnen organiseren met veel minder kansen op miscommunicatie. Dat moet je organiseren voor je producten en je klanten: dan ben je high performer. Het is echt de organisatie-insteek en die is wezenlijk anders dan de technologie-insteek. High performance zit niet in die technologie maar in hoe je je als organisatie ermee omgaat – Hans van Bommel Van Bommel: Ai is nu een hype, maar het is geen totale onzin natuurlijk. We hebben het vaak over die taalmodellen, maar ai wordt natuurlijk wel degelijk toegepast, ook in productieprocessen. Of in medische diagnoses bijvoorbeeld, of in de bosbouw. Daar wordt ai gebruikt om te bepalen welke bomen er het best tussenuit gehaald kunnen worden. Hans Mulder: De grootste kracht van ai zit in de adoptie. We moeten ruimte maken om te kunnen experimenteren. Het gaat om leren en toepassen. Het ontwerp moet helder zijn. Dat ontwikkel je in modus 1. Dan ben je vooral goed aan het nadenken. Het huidige werk gaat door en je gaat met een team experimenteren. De rapporten van MIT zeggen: pak daarvoor de backoffice-processen. Die kosten veel arbeid, maar een klant merkt daar niet zoveel van. Modus 2 is het uitrollen over de hele organisatie van wat je hebt bedacht en getest. De successen zijn er én zijn ook aanzienlijk. Dan ben je niet alleen kosten aan het besparen, maar ook de omzet aan het verhogen. Indicaties zijn 30, 40 procent meer omzet. De belofte is er, maar niet voor iedereen. High PerformersIn deze rubriek wisselen it-ondernemer Hans van Bommel en it-mediator prof. dr. Hans Mulder van gedachten over de vraag: wat maakt dat sommige organisaties in dit digitale tijdperk het (veel) beter doen dan andere? Wat zijn de unieke eigenschappen van deze ‘High Performers’? En welke rol speelt it hierin? Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6.

Pagina's

Abonneren op computable