computable

126 nieuwsberichten gevonden
Topman Huawei Nederland ligt niet wakker van politieke discussie
2 weken
Event | Mobile World Congres, Barcelona Elke it- of telecombeurs omarmt collectief een thema. Had iedereen het vorig jaar tijdens het Mobile World Congres in Barcelona over smart cities, wifi7 en 6G, nu was het ai wat de klok sloeg. Toch veranderde niet alles. Ook nu nam de Chinese fabrikant Huawei een groot deel van de prominente Hal 1 in beslag. Ondanks de glanzend witte stands en Chinees eten op het tuinterras, is Huawei een leverancier die niet onbesproken is. Sportief daarom dat de coo van Huawei Nederland, Gert-Jan van Eck, en Victor Qian, ceo van Huawei voor de Benelux en Ierland, antwoord geven op vragen van Computable rond de politieke discussie over de inzet van Huawei-apparatuur. En niet voor niets: de driehoek VS, China en Rusland beheerst het wereldnieuws. Natuurlijk zijn er ook in Barcelona tal van fabrikanten – denk aan Duitse firma’s als AVM en Lancom – die prat gaan op hun ethische normen op het gebied van privacy en compliancy. Maar in tegenstelling tot eerder is het wantrouwen in de markt gegroeid naar het collectief van (niet-Europese) technologie. Dat wantrouwen gaat veel verder dan de producten uit China. Stelling Hoewel Van Eck en Qian in de loop van het gesprek beslist duidelijk stelling nemen, opent Van Eck met een redelijk neutrale uitspraak. ‘Het is een interessante tijd waarin we leven en we proberen als Huawei zoveel als mogelijk bij te dragen aan de Europese- en Benelux-gemeenschap met de oplossingen die we kunnen bieden.’ Dat doet Huawei in Nederland al twintig jaar, namelijk sinds Marcel Boekhoorn en Ton aan de Stegge namens Telfort met de Chinese leverancier in zee gingen. Die tijden lijken lang voorbij, hoewel Europa nog steeds de belangrijkste markt is voor de leverancier buiten China. Bij de opening van de Techhub in Den Haag van de Nederlandse provider Odido werd nadrukkelijk gesteld dat het ‘Europese Ericsson’ hun belangrijkste technologiepartner was. Gert-Jan van Eck,coo Huawei Nederland. ‘Niet meer, om eerlijk te zijn,’ antwoordt Gert-Jan van Eck op de vraag of politieke ontwikkelingen invloed hebben op zijn nachtrust. ‘Het is een complexe omgeving waarin we werken. Onze industrie is op dit moment gepolitiseerd en wij maken bezwaar tegen juist die politisering van de industrie. Daarbij gaat het niet alleen om technologie, maar vooral ook over security. We geloven niet dat de het politiseren van de veiligheid helpt om systemen en gemeenschappenveiliger te maken.’ Huawei richt zich daarom op technologische oplossingen om netwerken en industrieën te ondersteunen. ‘We willen de industrie als deel van een volledig, groter ecosysteem, veiliger maken,’ legt Van Eck uit. ‘We bouwen standaarden samen met de industrie en door dat te doen, denken we dat we kunnen bijdragen en blijven bijdragen aan de Europese markt.’ Ondanks de complexiteit van de geopolitieke situatie, weet Huawei zijn plek te vinden en zich verder te ontwikkelen binnen Europa, stelt de coo. ‘Veel landen hebben een balans gevonden tussen veiligheidsmaatregelen en een open, innovatieve markt. Maar ik ben de eerste om toe te geven dat het complex is.’ Belang Wanneer gevraagd wordt naar het belang van de Verenigde Staten voor de commerciële activiteiten van Huawei is Van Eck duidelijk: ‘Dat belang is er in zoverre niet, dat we daar niet actief zijn.’ De consumentenmarkt biedt, zo geeft de coo aan, een ander beeld: ook op de stand in Barcelona is te zien dat Huawei (weer) met een breed scala aan consumentenproducten, zoals laptops en wearables naar het Europese continent komt. Victor Qian, ceo Huawei Benelux & Ierland. Dit is voor Victor Qian, ceo van Huawei Benelux en Ierland, het moment zich te mengen in het gesprek. Hij benadrukt de lange aanwezigheid van Huawei in Europa en de inspanningen op het gebied van cybersecurity. ‘Huawei werkt al meer dan twintig jaar in Europa, ook in Nederland, België en Luxemburg.’ Hij wijst erop dat Huawei onder een strengere internationale controle staat dan veel andere bedrijven: ‘Er is geen enkel ingrijpend incident gemeld als het om onze activiteiten of producten gaat. Sterker, als Huawei-producten achterdeuren zouden hebben, zou dat direct tot internationale opschudding leiden. Iedereen kijkt door een vergrootglas naar ons.’ Huawei werkt, zo geeft Qian aan, intensief samen met Europese partners om de hoogste cybersecurity-standaarden te halen. ‘Cybersecurity is meer dan alleen technisch onderwerp,’ zegt hij. ‘Het gaat niet alleen om technologie, maar ook om processen en samenwerking met de industrie.’ Qian erkent dat dat politieke discussies invloed kunnen hebben op de perceptie van de strategie en producten van Huawei, maar benadrukt dat de focus blijft liggen op innovatie en samenwerking. ‘Soms maak ik er zelf ook grapjes over. Als we alien technologie hadden waarmee we data buiten Europa konden krijgen zonder dat experts dit zouden opmerken, hoe zou dat mogelijk zijn? Hoe zouden we dat ongemerkt kunnen doen?’ Smart Naast cybersecurity en netwerkinfrastructuur, speelt Huawei ook een rol in de ontwikkeling van smart cities. Tijdens eerdere edities van het Spaanse telecomevent besteedde Huawei daar veel aandacht aan. Hoe is de situatie nu? ‘Dat thema is nog steeds belangrijk,’ stelt Van Eck. ‘Onze digitale-twintechnologieën worden gebruikt voor steden, luchthavens en havens. We zijn daarmee actief in het optimaliseren van mens- en goederenstromen.’ Hij noemt de Amsterdam Arena in Nederland als een experimentele omgeving waar nieuwe digitale toepassingen worden getest om extra services te bieden, zoals het sturen van bezoekersstromen. Tien voegt hieraan toe dat digitalisering van steden niet in één klik gebeurt. ‘Elke dienst binnen een stad wordt afzonderlijk gedigitaliseerd.’ Hij noemt een voorbeeld uit China waar verkeerslichten api-geïntegreerd zijn met navigatiesystemen en taxi-services. ‘Met je navigatie of taxi-app kun je exact zien hoe lang je moet wachten bij een rood licht en hoe de verkeersstromen zich ontwikkelen, dat vertaalt zich direct in de estimated time of arrival.’ Dit soort slimme technologieën worden steeds meer geïntegreerd in moderne stedelijke omgevingen. Huawei en corruptie Bovenstaand interview is afgenomen voordat het nieuws naar buiten kwam dat de Belgische politie een corruptieonderzoek naar Huawei is gestart en diverse invallen heeft gedaan bij lobbyisten van het Chinese techbedrijf. Ze worden verdacht van het betalen van steekpenningen aan Europarlementariërs om Huawei’s belangen te behartigen. In een reactie zegt het Chinese it-bedrijf hierover: ‘Huawei neemt deze beschuldigingen serieus en communiceert met de onderzoekers om de situatie verder te begrijpen. Huawei hanteert een zero-tolerance-beleid ten aanzien van corruptie of andere misstanden, en we verbinden ons ertoe om te allen tijde alle toepasselijke wet- en regelgeving na te leven.’
Studenten kritisch over opleidingen computer science en informatiekunde
2 weken
Studenten computer sciene en informatiekunde zijn over het algemeen weinig tevreden over het niveau van de docenten. Ook inhoudelijk valt er nog het een en ander te verbeteren.  Daar staat tegenover dat deze masteropleidingen veel perspectief bieden, zo blijkt uit de Keuzegids masters 2025. Afgestudeerden in computer science kunnen rekenen op een startsalaris van gemiddeld 3.850 euro per maand. Bij informatiekunde is het aanvangsalaris gemiddeld 3.600 euro. Bijna elk van de afgestudeerden is aan het werk. Wel werkt ruim 40 procent van de alumni niet op masterniveau. Toch is ruim twee derde van de oud-studenten tevreden over de aansluiting van de master op het werkveld. In de Keuzegids staat het geactualiseerde opleidingsaanbod van masters en specialisaties, op zowel hbo- als universitair niveau. Veel aandacht in deze gids die jaarlijks verschijnt, trekt altijd de kwaliteitsmeting. Die is gebaseerd op de studentenoordelen, afkomstig uit de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2024. Gekeken is naar inhoud, docenten, toetsing, voorbereiding op loopbaan en sfeer. Bij wo data science rolt Amsterdam UvA als beste uit de bus. Gemiddeld qua inhoud en docenten scoren Den Bosch TiU/Den Bosch TU/e met hun data science-opleiding. Utrecht UU kan met Applied data science nog flink wat verbeteren. De inhoud van de opleiding en de docenten halen daar dikke onvoldoendes. Tilburg TiU, de grootste opleiding, en Maastricht UM zitten iets onder het gemiddelde. Op hbo-niveau eindigt Groningen Hanze (Data science for life sciences) bovenaan, gevolgd door Utrecht HU (Data driven business) en Arnhem HAN (Applied data science).  Studenten informatiekunde zijn vrij kritisch over hun opleiding. Geen enkele wo-opleiding scoort qua inhoud en docenten een plus. Het best gewaardeerd worden de Open Universiteit (Business process management and it) en Amsterdam UvA (Information studies).  Bij Utrecht UU (Information sciences) haalt alleen de toetsing geen minnetje. Amsterdam VU (Information sciences) krijgt uitsluitend onvoldoendes. Middenmoter is Enschede UT (Business information technology). Daaronder zit Tilburg TiU waar de docenten als zeer zwak worden beoordeeld.  Bij wo Computer science algemeen (2-jarig) staat Nijmegen RU op het hoogste podium. Vlak daarna komt Eindhoven TU/e met Computer science and engineering’. Delft TUD, de grootste opleiding met 233 studenten, zit onder het gemiddelde. Louter onvoldoendes krijgt de gecombineerde Computer science-opleiding van Amsterdam UvA/VU. Opvallend is dat bij geen enkele opleiding de docenten een plus als beoordeling krijgen.  Dat geldt ook voor wo Computer science thematische masters met één uitzondering: de Open Universiteit (Software engineering) blinkt niet alleen qua docenten en inhoud, maar ook op de andere drie criteria. Bij hbo-masters haalt Leeuwarden NHL Stenden met Serious gaming uitermate hoge scores, gevolgd door Breda BUas met Game technology. Waar de beste ai-opleidingen te volgen zijn, vind je hier.
Europarlementariër Groothuis wil snel Chips Act 2.0
2 weken
Onlangs kwamen industrie-experts, denktanks en politici samen in het Europees Parlement om ideeën uit te wisselen voor een veilige en welvarende digitale toekomst in Europa. Resultaat is een brief waarin Europarlementariër Bart Groothuis, met steun van collega’s, er bij de Europese Commissie op aandringt om met een nieuwe Chips Act te komen, gericht op het ontwerpen en maken van ai-chips. Want een eigen ai-chipindustrie waarborgt de eigen soevereiniteit.  Amper anderhalf jaar nadat de eerste Chips Act van kracht werd, is het tijd voor een update: Chips Act 2.0. Want de geopolitieke verhoudingen zijn ernstig verslechterd en Europa kan er niet meer blindelings op vertrouwen dat de toegang tot geavanceerde technologie voor altijd verzekerd is. De eerste Chips Act was een mooie eerste stap om op dit gebied meer investeringen te mobiliseren, stelt Groothuis. Maar dit programma schiet tekort als het om ai-chips en andere geavanceerde halfgeleider-technologie gaat. De industriële basis van Europa behoeft verdere versterking. Chiponderzoeker Bram Nauta, hoogleraar aan de Universiteit Twente, zei onlangs in het FD dat de EU niet alleen op de productie van chips moet inzetten, maar allereerst op het ontwerpen van moderne ai-chips en componenten voor 6G. Volgens Groothuis moet er tegelijk meer werk worden gemaakt van het terugdringen van veiligheidsrisico’s. De vooruitgang daarbij is te gering, vindt hij. R&d-projecten die niet alleen tot civiele toepassingen maar ook tot militaire toepassingen kunnen leiden, dienen beter te worden beschermd. Groothuis was voor zijn werk als Europarlementariër zeven jaar lang cybersecuritytopman bij het ministerie van Defensie. In een interview met Computable een jaar geleden sprak hij zich al hard uit over geopolitiek en de dreiging vanuit China en Rusland. Sindsdien zijn ook de Verenigde Staten een onzekere factor geworden.  
Incubeta krijgt nieuwe directie Noord-Europa
3 weken
Incubeta, leverancier van direct-marketing-software en -services, heeft een nieuwe directie voor Noord-Europa.De Zuid-Afrikaanse Jessica Jacobs is bevorderd tot algemeen directeur, Jurgen de Vries is benoemd tot verkoopdirecteur en Sander Heussen is gepromoveerd tot operationeel directeur. De software en diensten van het van oorsprong Zuid-Afrikaanse Incubeta met het hoofdkantoor tegenwoordig in Londen zijn te gebruiken voor onder andere data-analyses en om hoog in de zoekmachines en op marktplaatsen (zoals Bol en Amazon) te komen. In 2015 nam de specialist in search engine marketing en webanalyses het Nederlandse digitale-marketingbureau DQ&A Group over, later gevolgd door de acquisitie in 2021 van de eveneens Nederlandse branchegenoot Maze-One. Het ruim twintig jaar oude Incubeta is wereldwijd actief en telt zo’n achthonderd man. Het bedrijf is in Noord-Europa uitgegroeid tot een toonaangevend agentschap voor digitale marketing in met name de Benelux, Scandinavië en Frankrijk. De nieuwe topvrouw Jessica Jacobs, werkzaam bij Incubeta sinds 2012, krijgt als opdracht mee de organisatie te stroomlijnen en het dienstenportfolio bij klanten uit te breiden. Tegelijkertijd treedt Jurgen de Vries (ex-Adwise, -Showpad, -Productsup) aan als verkoopdirecteur en promoveert Sander Heussen binnen het bedrijf tot operationeel directeur.
Hier kun je het beste kunstmatige intelligentie studeren
3 weken
Van de zeven Nederlandse universiteiten die een master artificial intelligence aanbieden, biedt de Open Universiteit (OU) inhoudelijk de beste wo Kunstmatige Intelligentie. Groningen RUG heeft de beste docenten. Qua toetsing en sfeer scoren beide universiteiten bovengemiddeld.Dit blijkt uit de online Keuzegids masters 2025. De kwaliteitsmeting is gebaseerd op studentenoordelen, afkomstig uit de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2024. Amsterdam UvA, Utrecht UU en Nijmegen RU scoren gemiddeld. Minder goed brengen Amsterdam VU en Maastricht UM het ervan af.Onder het hoofdje ‘wo Mens en Techniek’ vallen de zeer hoge scores op van Tilburg TU, waar ‘cognitive science’ en ‘artificial intelligence’ in één studie worden gecombineerd. Ook Robotics aan Delft TUD zit onderscheidt zich positief. “Speech Technology’ bij Groningen RUG wordt slecht gewaardeerd qua inhoud en docenten. Op hbo-niveau scoort de master Applied AI op Amsterdam HvA iets boven het gemiddelde. Human-Centered AI (Utrecht HU) kan ook aardig meekomen. Ethiek Een master in kunstmatige intelligentie richt zich op het begrijpen van slim gedrag en hoe je dit toepast in computers. De opleiding duurt twee jaar en wordt in het Engels gegeven, behalve bij de Open Universiteit. Onderwerpen zoals robotica, machine learning en systemen waarin meerdere softwareprogramma’s of robots samenwerken, staan centraal. Je leert bijvoorbeeld hoe deze samen een taak uitvoeren en op elkaar reageren. Bij de UvA bestudeer je eerlijkheid, verantwoordelijkheid, vertrouwelijkheid en transparantie in AI. De UU legt de nadruk op ethiek en verantwoordelijkheid, onder meer in het vak ‘Philosophy of AI’.
Hannover Messe: ‘alle hallen ademen ai’
3 weken
Over TikTok-werving, pizza’s met te veel kaas, waterstof, minder verspilling en liquid cooling Artificiële intelligentie (ai) en de industrie, smart manufacturing en duurzaamheid: drie grote thema’s die volop aan bod komen tijdens de aankomende Hannover Messe die volgende week begint. Tijdens de recente Press Preview die beursorganisator Deutsche Messe organiseerde, waren er al volop voorproefjes te zien. Zoals een Duitse producent van industriële ventilatoren die softwareontwikkelaars werft via TikTok en e-sports. En natuurlijk gaven ook diverse robots acte de présence. Een rondgang. Hoe trek je als fabrikant van ventilatoren, liftmotoren, aandrijvingen en koelsystemen de aandacht van jonge technici? Dat was een opgave waar het Duitse Ziehl-Abegg voor stond. Het bedrijf uit Künzelsau, Baden-Württemberg had moeite om personeel aan te trekken, met name softwareontwikkelaars. Totdat het zich een paar jaar gelden tot TikTok wendde, vertelt woordvoerder Rainer Grill tijdens de Hannover Messe Press Preview. ‘Net zoals veel van mijn generatiegenoten dacht ik dat dit sociale medium vooral werd gebruikt om dansjes te laten zien. Niets was minder waar. Wij wisten door er een aantal ludieke filmpjes te plaatsen de aandacht te trekken voor onze technologie en zo jongere ontwikkelaars aan te trekken.’ E-sports-toernooien Foto: Rik Sanders Die jonge generatie technici bleek ook nog eens van e-sports te houden. Ziehl-Abegg stelde daarop een eigen e-sportteam samen en organiseert regelmatig toernooien waaraan ook bekende e-sports-spelers meedoen. ‘Het is een succes, engineers weten ons te vinden’, stelt Grill vast. ‘Industriewerk hoeft niet droog en puur technisch te zijn, wij laten zien dat hightech ook interactief en leuk kan zijn. Dit willen we ook uitdragen op de Hannover Messe. Op onze stand kan er gegamed worden! Leden van ons e-sportteam van het bedrijf zijn aanwezig en dagen bezoekers uit voor een wedstrijd.’ Voor de ventilatorenspecialist heeft artificiële intelligentie (ai) ook de volle aandacht. Grill: ‘Met ai slaan we een andere weg in rond bijvoorbeeld het efficiënter maken van productieprocessen. Op ai-gebied willen we ons als werkgever ook profileren. Dat doen we de ‘AI Communication Award’ uit te reiken waarmee we baanbrekende ai-communicatieoplossingen bekronen. Althans, dat doet een juryteam, bestaande uit it-professoren van ETH Zürich en de TU München. De eerste uitreiking was in de zomer van vorig jaar, nu volgt een tweede editie.’ Alles ademt ai Ziehl-Abegg is natuurlijk niet het enige bedrijf dat vol inzet op ai. Artificiële intelligentie en de industrie is een van de hoofdthema’s van de Hannover Messe dit jaar. Volgens Jochen Köckler, de voorzitter van de raad van bestuur van Deutsche Messe AG, het bedrijf dat de industriebeurs organiseert, ademen alle hallen ai.   Een van de vele bedrijven die er ai-toepassingen tonen, is AiOmatic, een startup uit Hamburg die steun krijgt van Duitse en Canadese investeerders. ‘Over predictive maintenance wordt al zo’n veertig jaar over gepraat, maar het blijft lastig om een standaardoplossing voor standalone-machines te gebruiken’, vertelt medeoprichter Felix Kraft. ‘Het gaat vaak om machines in kleinere bedrijven met afwijkende storingen. Bij AiOmatic hebben we een oplossing ontwikkeld die makkelijk te hanteren is voor mensen op de fabrieksvloer en terplekke continu data haalt uit de machines om deze te monitoren. Daarbij biedt een overzicht van vaak optredende storingen, aan de hand van een ai-analyse op basis van historische data, een handvat om snel een diagnose te stellen mocht er iets fout gaan.’ Kraft wijst bijvoorbeeld op cacaovuil dat ontstaat rond koppelingen in een machine vaneen chocoladefabriek, of te veel kaas op een pizza bij een pizzabakker. Dan loopt zo’n bakmachine snel vast. Inmiddels hebben grote concerns AiOmatic al in het vizier; zo gebruikt Volkswagen de software in een fabriek in Portugal.  Slimmer produceren In het verlengde van ai en de industrie ligt smart manufacturing, ook een hoofdthema van de Hannover Messe. Zoals elk jaar toont het Fraunhofer-Gesellschaft op de beurs haar kunnen op dit gebied. De Duitse TNO presenteert er onder veel meer de Cyclometer. Dat is een softwaremodel voor het aan de hand van databerekeningen verbeteren van productieprocessen, met name in auto-industrie. Hierbij ligt de focus op het efficiënter omgaan met ruwe materialen. ‘Deze vraag kwam vanuit de auto-industrie’, licht een zegsvrouw toe. ‘Deels ingegeven door EU-regels over duurzaamheid, deels door de intrinsieke overweging om goedkoper te produceren gezien de stijgende prijzen. De auto wordt ook steeds meer een computer, ook daar heb je materialen voor nodig.’ Fraunhofer werkt in dit project samen met autofabrikant Lotus en it-concern DXC. Ze zijner al drie jaar mee bezig. Op de Hannover Messe is er een eindpresentatie in hal 2; daarna bekijken de partijen op het model commercieel in de markt gezet kan worden en uit te breiden is naar andere industrieën zoals de computerhardware. Er bestaat ook veel onwetendheid over het onderwerp De Cyclometer heeft dus ook een aspect van duurzaamheid, het derde grote thema op de Hannover Messe 2025. Zo informeerde de Duitse SFC Energy Group de pers tijdens de Preview over zijn ‘power on the edge’-aanbod. Het bedrijf is volop bezig met waterstof en biedt onder meer een generator die waterstof gebruikt voor het gebruik op plekken zonder toegang tot het conventionele elektriciteitsnet of als tijdelijke noodstroomvoorziening van telecommunicatiemasten of edge computers. Een dochteronderneming (de vroegere PBF Group, ook een spin-off van Philips) bevindt zich in Almelo en produceert hightech-stroomvoorzieningen voor onder andere chipmachinefabrikant ASML. Een andere Duits bedrijf Dface Strategy Systems brengt de circulaire mogelijkheden van productieprocessen in kaart. Dface (Design for Advanced Circular Economy) uit Clausthal-Zellerfeld werkt samen met softwarebedrijf Mathworks (Matlab) en de TU Delft. ‘De Europese Unie wil minder verspilling bij het produceren en daar is regelgeving voor gemaakt. Daarover willen wij bedrijven adviseren’, zegt directeur Phillip Wallat. ‘Er bestaat nog veel onwetendheid over het onderwerp. Wist je bijvoorbeeld dat metalen in oude computers meer waard zijn dan nieuwe?’ Vloeistofkoeling Ook Rittal, de Duitse specialist in behuizingen, energiedistributie, klimaatbeheersing, infrastructuur en software en service voor serverruimten en datacenters, gooit het op de Hannover Messe over een andere, groene boeg. Het bedrijf showt op de beurs een liquid-cooling-oplossing. Waar jarenlang beheerders van serverruimtes hun bedenkingen hadden bij liquid cooling (‘geen vloeibare stoffen bij mijn apparatuur’) zie je nu een kentering, zegt voorlichter Steffen Maltzan. ‘Dat heeft niet zozeer met kosten te maken, maar vooral met rekencapaciteit en intensiteit. Het toenemend gebruik van ai-toepassingen, vaak gebruikmakend van zware Nvidia-chips, zorgt voor capaciteitsproblemen in datacenters, met name rond luchtkoeling. Vloeistofkoeling vormt dan een interessant alternatief.’ RoboticaOp de Hannover Messe 2025 is robotica alom vertegenwoordigd. Tijdens de Press Preview presenteerden ook diverse bedrijven hun oplossingen. Twee ervan lichten we hier kort toe: – Leverage Robotics: een spin-off van het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (German Aerospace Center). Dit bedrijf automatiseert het programmeren van robots in een industriële omgeving op een standaard manier met behulp van natuurlijke taal en ai. Denk bijvoorbeeld aan de robottaak om iets te lijmen of te grijpen. Dan hoeft zo’n taak niet steeds opnieuw bij een nieuwe robot geprogrammeerd te worden. – Mybotshop: dit is een Duitse robotdistributeur die voorziet in de behoefte aan robotonderdelen (lastig te verkrijgen). Hij begon een shop die uitgroeide tot een distributeur van onderdelen en robots (met name van Chinese makelij, zoals Unitree) maar ook van een framework, gebaseerd op de opensourcesoftware ROS (Robot Operating System). Veel universiteiten en hogescholen, waaronder TU Delft en RWTH Aachen en Fontys, zijn klant en gaan met het framework aan de slag om robots te programmeren.   Digitalisering en het oranje paviljoenDe Hannover Messe, gestart in 1947, besteedt de laatste jaren veel aandacht aan digitalisering, zeker sinds de ict-beurs CeBIT van het toneel is verdwenen. Ook is er veel ruimte voor start- en scale-ups. Een Nederlandse afvaardiging is met name te vinden in het NL Paviljoen (hal 8). De industriebeurs vindt plaats van 31 maart tot en met 4 april 2025.Dit jaar is Canada het partnerland. Lees ook het artikel: Canada: méér dan ‘moose, mountains & maple syrup’
Logius past aanpak van ddos-aanvallen aan
3 weken
Logius, dat de ict-infrastructuur achter digitale overheidsdiensten zoals DigiD regelt, past zijn verdedigingsstrategie voor ddos-aanvallen aan. Sinds begin 2025 ziet de organisatie dat cybercriminelen een ander type ddos-aanvallen uitvoeren. Logius legt uit dat de aanvallen eerder vooral bestonden uit massale datastromen die servers platlegden. Nu ziet het dat ddos-aanvallen zich specifiek richten op de infrastructuur van digitale overheidsdiensten zoals DigiD, berichtenomgeving Mijn Overheid en authenticatietool BSNk. De ddos-aanvallen zijn ‘slimmer, gerichter en minder voorspelbaar’ en vinden vaker op meerdere plekken tegelijk plaats, aldus Logius dat onderdeel is van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook kenmerken de ddos-aanvallen  zich door ‘grillige, moeilijk herkenbare patronen’. Daardoor zijn ze lastiger te detecteren. De nieuwe ddos-aanvallen vragen om een andere verdedigingsstrategie, stelt Logius. Om de veranderende ddos-aanvallen aan te pakken maakt Logius tijdens zo’n aanval een scheiding tussen het ‘vitale verkeer’ met burgers die de digitale diensten nodig hebben en het verkeer van de ddos-aanval. Zo kunnen ze de aanval eerder mitigeren, laat een woordvoerder weten. De meeste ddos-aanvallen worden automatisch afgevangen door bestaande beveiligingsmaatregelen. Van de aanvallen die wel door de beveiliging heen komen, leidt het merendeel niet tot onderbreking van de dienstverlening of slechts tot korte verstoringen van enkele seconden tot minuten. Logius zegt continu aan oplossingen te werken om deze aanvallen zo snel mogelijk af te slaan. Dat gebeurt onder meer met behulp van twee marktpartijen die gespecialiseerd zijn in de ict-beveiliging tegen ddos-aanvallen. Ook is Logius aangesloten bij de Anti DDoS Coalitie. Hackers Sinds januari heeft Logius vier aanvallen geregistreerd die een onderbreking veroorzaakten van ongeveer een uur en één aanval met een storing van ongeveer twee uur. Ook kan het gebeuren dat burgers in een bepaald deel van het land wel problemen ondervinden en in een anders deel niet. De daders zijn volgens Logius moeilijk te achterhalen. ‘Soms gaat het om individuele hackers, soms om georganiseerde groepen.’ De organisatie doet bij ddos-aanvallen standaard aangifte bij de politie en werkt samen met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
Noord-Koreaanse hackerstrucs: solliciteren en infiltreren
3 weken
In de wereld van cybersecurity is Noord-Korea een partij om rekening mee te houden. Recente onderzoeken onthullen twee tactieken waarmee de Noord-Koreaanse hackers organisaties proberen binnen te dringen: infiltratie van bedrijven en valse sollicitatiegesprekken. Uit onderzoek van Palo Alto Networks blijkt dat Noord-Koreaanse hackers in 2024 een opvallende toename laten zien. Het aantal gevallen van infiltratie is verdrievoudigd en beslaat intussen vijf procent van alle wereldwijde cybersecurity-incidenten. Dit blijkt uit het Incident Response Report van UNIT 42, de onderzoeksgroep van Palo Alto Networks, waarin vijfhonderd cybersecurity-incidenten werden geanalyseerd. Hackers creëren gedetailleerde valse identiteiten om screeningsprocessen te omzeilen. Sommige infiltranten beschikken zelfs over echte werkervaring, waardoor ze nauwelijks opvallen binnen organisaties. De huidige urgente personeelstekorten spelen hen daarbij in de kaart: bedrijven zijn gedwongen minder streng te screenen en maken vaker gebruik van externe krachten.Bovendien werken bedrijven soms met subcontractanten, wat een blinde vlek in de organisatie kan creëren. ‘Infiltranten maken misbruik van het vertrouwen binnen een organisatie, waardoor ze moeilijk te detecteren zijn’, benadrukken de onderzoekers. ‘We zien aanvallen op verschillende industrieën, zoals de retail- en logistieke sector, maar ze hebben vooral een voorkeur voor grote technologische bedrijven.’ Valse sollicitaties Een andere verontrustende methode is de zogenaamde ‘RustDoor’-aanval, specifiek gericht op macOS-systemen. Hierbij doen hackers zich voor als potentiële werkgevers in de technologische sector. Tijdens een ogenschijnlijk normaal sollicitatiegesprek proberen ze malware te installeren om gevoelige informatie te stelen.Ook al zijn bovenstaande tactieken niet helemaal nieuw, ze komen wel steeds vaker voor. Experts adviseren bedrijven om uiterst voorzichtig te zijn. Screeningsprocessen moeten worden aangescherpt, achtergrondcontroles moeten grondig worden uitgevoerd en medewerkers moeten worden getraind in het herkennen van verdachte communicatie. Strikte verificatieprocedures bij de aanname van nieuw personeel zijn absoluut noodzakelijk.In elk geval is Noord-Korea een land om rekening mee te houden. ‘Noord-Koreaanse hackers werken doorgaans erg snel. Ze zijn ook erg flexibel: nieuwe technieken pikken ze snel op’, aldus Christiaan Beek, senior director threat analytics bij Rapid7, en een van de keynote-sprekers op Cybersec Europe op 21 en 22 mei. Waardoor die Noord-Koreaanse hackers, die vaak vanuit een ander land opereren, in staat zijn om snel ontvreemde data te exploiteren in hun cyberaanvallen. ‘Dit alles maakt hen gevreesd in de digitale wereld.’Interesse in cybersecurity-inzichten? Bezoek een van de (gratis) Cybersec-eventsCybersec Europe keert op 21 en 22 mei terug naar Brussel en biedt een platform om in contact te komen met experts, de nieuwste cybersecurity-innovaties te ontdekken en waardevolle inzichten op te doen. Dit jaar verwelkomen we toonaangevende keynote sprekers zoals Mario Beccia, Max Schrems en Anouk van Brug. Registratie is gratis en nu geopend: Cybersec Europe Registratie. Later dit jaar vindt Cybersec Netherlands plaats op 10 en 11 september in Utrecht. De registratie opent in april, maar je kunt je alvast aanmelden om op de hoogte te blijven.
Makers van GPT-NL zijn op zoek naar datasets
3 weken
Voor de bouw van het Nederlandse ai-taalmodel GPT-NL zijn de ontwikkelaars op zoek naar dataproviders die gegevens willen delen om het model te ontwikkelen en te trainen. Er ligt een driestappenplan klaar voor het opbouwen van een kwalitatieve databron waarvan een deel van de opbrengsten moet terugvloeien naar auteursrechthebbenden.GPT-NL is een initiatief van TNO, Surf en NFI waarbij een transparant taalmodel wordt gebouwd. Dataproviders kunnen zich in drie stappen aansluiten bij GPT-NL. Eerst worden licentievoorwaarden vastgelegd, bijvoorbeeld dat een aanbieder zelf de rechtmatige eigenaar van de data blijft, of onder welke voorwaarden GPT-NL de data mag gebruiken. In stap twee vindt een gesprek plaats waarin zaken worden toegelicht en ondertekenen beide partijen een contract. Na het tekenen van dat ‘content contributor agreement’ krijgen dataproviders een link waarmee ze de gegevens veilig kunnen delen. De ontwikkelaars gaan vervolgens aan de slag om eventuele persoonsgegevens uit de teksten te verwijderen. In de derde stap vindt er een eindgesprek plaats om de laatste zaken door te nemen. Dataleveranciers kunnen bijvoorbeeld toetreden tot de content board en vanuit die positie meedenken over de toekomst van GPT-NL. Het in Nederland ontwikkelde open taalmodel GPT-NL moet gebruikers minder afhankelijk maken van de llms (large language models) van grote buitenlandse leveranciers waarvan ChatGPT het bekendste voorbeeld is. Vaak is niet openbaar met welke data het model is getraind en hoe het systeem precies werkt. Het ministerie van EZK stelt 13,5 miljoen euro beschikbaar zodat ict-coöperatie Surf, onderzoeksorganisatie TNO en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) de tool kunnen ontwikkelen. GPT-NL wordt een open model waarbij iedereen kan zien hoe de achterliggende software werkt en hoe artificiële intelligentie tot conclusies komt. Partners, waaronder universiteiten en overheden, kunnen data en kennis bijdragen en specifieke toepassingen onderzoeken en uitproberen. Ook wordt er gelet op het energiegebruik van het systeem. Recent raadde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) lokale overheden aan om mee te werken aan GPT-NL. Volgens die belangenorganisatie is het model een uitkomst voor gemeenten die gebruik willen maken van een taalmodel dat voldoet aan Nederlandse en Europese waarden en wetgeving.
Orange Business blijft netwerkleverancier van Sita
3 weken
Sita, de it-leverancier voor de luchtvaartindustrie, en Orange Business verlengen hun samenwerking met vijf jaar. Beide partijen werken al sinds 2001 samen. Naast netwerkdiensten beiden ze ook samen oplossingen voor cybersecurity, slimme luchthavens en digitale transformatietools. De verlengde samenwerking met Orange Business, de zakelijke netwerkdienstverlener van de Orange Group, staat tevens in het teken van innovatie om, zoals beide partijen stellen, de grenzen van connectiviteit in de luchtvaart te verleggen. Denk aan door artificiële intelligentie (ai)-gestuurde efficiëntie-oplossingen en geavanceerde securitytoepassingen.   Sita levert ict-oplossingen aan luchtvaartmaatschappijen, luchthavens, vliegtuigen en overheden. Het bedrijf, met ‘corporate offices’ in Rotterdam, Brussel en Vernier (Zwitserland), bedient ongeveer 2.500 klanten en faciliteert met zijn communicatienetwerk 45 procent van de data-uitwisseling binnen de luchtvaartgemeenschap.  Sita is volledig eigendom van de luchtvaartindustrie. In 2024 nam het Materna IPS over, een expert in (digitale) passagiersafhandeling, en Asistim (een beheerde dienst voor zogeheten Airline Flight Operations Control Centers). Ook lanceerde Sita het onderdeel SmartSea, waarmee de maritieme sector toegang krijgt tot dezelfde technologie die Sita de luchtvaart aanbiedt.  
Amsterdam in de ban van ‘def-tech’ hackathon
3 weken
Vrijdag 28 maart begint in Amsterdam de European Defense Tech Hackathon. Enkele honderden ontwikkelaars, technici en innovatieve geesten komen daar drie dagen samen om nieuwe technologie te ontwikkelen voor defensie-toepassingen. Maar vooral ook om de kloven te verkleinen tussen technische experts, de publieke sector, investeerders en start-ups op gebied van defensie-technologie.  Voormalig TomTom-bestuurder Alexander Ribbink, mede-investeerder in jonge techbedrijven op defensiegebied, is enthousiast over dit initiatief. Zijn Keen Venture Partners behoort tot de sponsors. Ribbink: ‘Momenteel ontbreekt het in Europa en zeker ook in Nederland aan een goed ecosysteem voor ‘def tech’. Voor start-ups is het niet zo gemakkelijk in de defensie-industrie hun weg te vinden.’ In een achtergrondverhaal gaat hij dieper op dit thema in.  De hackathon op een locatie in Duivendrecht (officieel gemeente Ouder-Amstel) heeft als voornaamste doel de uitrol van nieuw ontwikkelde software en andere technologie te versnellen. Mentoren, waaronder (militaire) veteranen uit Oekraïne en leiders uit de tech-industrie, staan klaar om start-ups op de juiste koers te houden. Nu de EU achthonderd miljard euro aan defensie-technologie gaat uitgeven, is de potentiële markt enorm. Maar kapitaalverschaffers, ondernemers en kennisinstellingen moeten wel de gelegenheid krijgen om contacten op te bouwen. Een evenement als dat in Amsterdam biedt zo’n podium. Vrijdag worden diverse teams gevormd waarin allerlei nationaliteiten samenwerken.  Avalor AI Ook Avalor AI (defensie en ruimtevaart) behoort tot de organisatoren van de hoofdstedelijke hackathon. Maurits Korthals Altes, mede-oprichter van dit Amsterdamse bedrijf, zegt: ‘Bij deze hackathon draait het niet om prijzen, maar om het ontwikkelen van concrete technologieën die bijdragen aan de uitdagingen die Oekraine heeft. Eerdere hackathons hebben teams geholpen flinke stappen te maken in de defensie-industrie, zo zijn er nu zelfs producten operationeel daar.’ ‘Avalor AI deed waardevolle ervaringen op na deelname aan soortgelijke hackathons elders in Europa. Tijdens de hackathon kunnen de deelnemers aan allerlei uitdagingen werken,’ vertelt Korthals Altes. De nadruk ligt op actuele defensie-uitdagingen om gezamenlijk aan een veiliger en sterker Europa te werken. Denk aan systemen die vijandelijke drones onbestuurbaar maken. Ook wordt gewerkt aan technologie die navigatie en locatiebepaling mogelijk maken, zonder afhankelijk te zijn van GPS-signalen. Opzettelijke GPS-jamming werkt dan niet meer. Ook ‘machine vision’ om objecten te detecteren staat in de belangstelling. En natuurlijk krijgt het bouwen van drones zelf veel aandacht. Koploper via kennis Oekraïne Volgens Korthals Altes maakt Nederland kans om koploper te worden op het gebied van onbemande systemen. ‘De benodigde kennis en expertise zijn hier volop aanwezig,’ zegt hij. ‘Samenwerking tussen industrie, defensie en internationale partners zoals Oekraïne is essentieel om deze ambitie waar te maken. Er zijn al mooie stappen gezet, maar om écht voorop te lopen zullen we nog heel wat extra inspanningen moeten leveren,’ besluit hij.
‘Defensie moet inkoopbeleid aanpassen om innovaties te versnellen’
3 weken
Veranderingen in het inkoopbeleid van Defensie zijn nodig om innovaties op gebied van ‘defense tech’ snel van de grond te krijgen, of het nu gaat om software dan wel nieuwe wapensystemen. Dat stelt Alexander Ribbink (Keen Venture Partners, investeerder in onder meer defence techbedrijven). Ribbink die jarenlang de dagelijkse operaties van TomTom leidde, ziet voor Europa en zeker ook voor Nederland kansen. Met name software-gedreven toepassingen zijn volgens hem bijzonder kansrijk. Want met software in de kern van systemen valt superioriteit te behalen op en buiten het slagveld. De oorlog in Oekraïne bewijst dat, aldus de investeerder. Ribbink zet een speciaal investeringsfonds voor ‘defense tech’ op, dat een omvang van 125 miljoen euro moet krijgen; voldoende om zo’n 24 startups in de eerste stadia van financiering te helpen. Eclecticiq, Perciv AI en Avalor AI behoren al tot het portfolio van Keen Venture Partners. ‘Voor start-ups is het belangrijk om snel te weten waar ze aan toe zijn,’ stelt Ribbink. Investeerders – en ondernemers zelf – zien graag met enig tempo een kasstroom op gang komen. Het zou al een grote steun in de rug zijn als jonge ondernemers die bijvoorbeeld drones bouwen, met een veelbelovend ‘proof of concept’ of een geslaagd experiment al wat omzet wordt gegund. Maar hier is ook een rol voor durfkapitaal investeerders.  Dit vereist volgens Ribbink wel wederzijds begrip. Van zowel de kant van het ministerie en de defensieorganisatie, als ook van de ondernemers. ‘Net zoals jonge ondernemers en hun investeerders moeten inzien dat je bij een defensieproject lang niet zo snel kunt zien of de markt gaat toehappen als bijvoorbeeld bij een consumenten gerichte toepassing als bijvoorbeeld een dating-app.’ Lange processen Probleem bij ‘defense tech’ is dat het aantal klanten beperkt is; vaak slechts één per land. De legerleiding gaat bij de aanschaf van nieuwe platforms niet over één nacht ijs. ‘Vaak zijn dat lange processen. Door hun complexiteit moet je alles ook heel goed plannen. Het duurt doorgaans lang voordat een investeringsbeslissing valt. Bovendien is er door natuurlijk verloop ook veel kennis aan de inkoopkant verloren gegaan. Door de jarenlange bezuinigingen op Defensie was sprake van stilstand. ‘De verschillende defensie-onderdelen moeten ook weer het ritme en de regelmaat vinden die bij aanschaffingen gewenst zijn,’ aldus de investeerder.  Ribbink constateert dat de wil er zeker is, maar na 25 jaar van bezuinigingen is wel een cultuurverandering nodig. ‘De opbouw van het leger met geavanceerde technologie, mede uit de EU, vergt andere kwaliteiten dan het wegsnijden van kosten.’ Hij zegt: ‘het ministerie moet ook enig risico durven nemen en bij de inkoop openstaan voor experimenten. Publiek-private samenwerking vereist dat je samen probeert een oplossing te vinden. Werkt dat dan is het zaak om niet lang te praten, en niet te lang te veel te specificeren. Beter is het om met enige voortvarendheid in productie te gaan. En zie het niet als verkeerd als een ondernemer er al  wat geld aan verdient. Dan kan die de productie opschalen. En hogere volumes betekenen lagere kosten.’  GPS Veel militaire technologie en security-oplossingen zijn ‘dual use’. Voorbeeld is gps, navigatietechnologie die naast militaire toepassingen ook civiel wordt gebruikt. Zonder zo’n systeem om locaties te bepalen zou een navigatiesysteem zoals dat van TomTom nooit  kunnen werken. En drones zijn bijvoorbeeld ook in te zetten voor autonome grensbewaking. Ook investeerders zullen even moeten wennen aan de speciale uitdagingen op gebied van defense tech. Voor defensiecontracten gelden langere aanlooptijden. Maar daar staat tegenover dat als eenmaal een klant is binnengehaald, die vaak  langere tijd trouw blijft. ‘En als er eenmaal één NAVO-land over de streep is getrokken, neemt de kans toe dat een bedrijf ook in andere lidstaten succesvol wordt. Verder wordt hard gewerkt aan interoperabiliteit. Systemen moeten naast elkaar zijn te gebruiken. Soldaten kunnen dan gemakkelijker van het ene systeem naar het andere omschakelen.’ Het Keen investeringsfonds voor de defensie-industrie richt zich op de hele EU. Ribbink juicht toe dat elke lidstaat zijn eigen niches vindt. Het zou niet helpen als overal in Europa dezelfde soort bedrijven worden ontwikkeld en dat chauvinisme de boventoon voert.  ‘De meest efficiënte leveranciers met de beste producten moeten de kans krijgen om groot te worden op hun gebied. Nieuwe ondernemers dienen de ruimte te pakken en te krijgen. Het Frans-Duits-Spaanse Airbus kon alleen zo groot worden door de productie van vitale onderdelen te concentreren in bepaalde landen.’ Nederland heeft wel het probleem dat er vrij weinig grote defensiebedrijven zijn. Uitzonderingen zijn Thales (voorheen Hollandse Signaal) en de marinewerven van Damen. Maar Ribbink ziet wel bedrijven die de potentie hebben om uit te groeien tot een industrieleider. Voorbeeld is Avalor AI, waar Keen een belang in heeft. Dit Amsterdamse softwarebedrijf richt zich op het ontwikkelen van command-and-control software en autonome missiesystemen voor onbemande voertuigen.  Cybersecurity Ribbink ziet ook veel kansen in softwarebedrijven die zich specialiseren in intelligence, surveillance, doelherkenning en cybersecurity. Zijn fonds zit ook in Perciv AI die een ai-laag over vrij eenvoudige radars legt waardoor deze de kwaliteit krijgen van een Lidar-systeem (Light Detection and Ranging) die werkt op basis van laserpulsen. Vijandelijke jamming werkt niet als een drone dankzij ai weet waar die zich bevindt. Qua software is het samenwerken van drones in groepen een behoorlijke uitdaging waar oplossingen voor nodig zijn. Ribbink’s focus ligt ook op bedrijven die toeleveren aan de ruimtevaart.  Voor jonge bedrijven die sterk innoveren, is zeker een plaats naast de grote gevestigde namen op gebied van defensie. Voorbeeld is het in 2017 opgerichte Anduril Industries dat in Amerika met zijn onbemande luchtvaartuigen, ai en geavanceerde robotica de vliegtuigbouwers Boeing en Lockheed Martin het vuur aan de schenen legt. Voor verschaffers van risicokapitaal zoals Keen is het een aantrekkelijk vooruitzicht als nieuwkomers een markt op zijn kop kunnen zetten. Startups hebben behoefte aan een gevarieerde financieringsstroom waarbij venture capital in de eerste fase van toepassingen cruciaal is.  Ribbink ziet heil in het opbouwen van een (defensie)industrie die kan beschermen waar we trots op zijn. Defense tech is evenzeer een economische kans en niet oorlog, ook al is die sector geboren uit dreiging. Ribbink waarschuwde al jaren voor het verwaarlozen van het leger. Al die tijd bleven politici doof. ‘Ze wilden het niet horen. Maar eindelijk is er beweging. Het is nu zaak het momentum vast te houden en een sterke Europese defensiesector op te bouwen.’ 
Europees bedrijfsleven roept EU op tot versterken digitale slagkracht
3 weken
Het Europese bedrijfsleven vraagt de EU om allereerst de basisvoorwaarden voor digitale innovatie en investeringen op orde te brengen. Onder aanvoering van VNO-NCW doen vertegenwoordigers van bedrijven een oproep tot het versterken van de digitale slagkracht.Ze komen met hun wensenpakket in de aanloop naar het topoverleg over de digitale toekomst van Europa dat vandaag (donderdag 27 maart) in Amsterdam plaatsvindt. Deze zogenoemde D9+ is het overleg van de meest digitaal geavanceerde EU-landen dat jaarlijks georganiseerd wordt om de beleidsagenda’s op elkaar af te stemmen.Dit jaar is Nederland gastland. Behalve ministers komen ook verenigingen van ondernemers en andere betrokkenen uit het digitale ecosysteem in Amsterdam samen om inzichten te delen en aanbevelingen te bespreken.Het bedrijfsleven vraagt om drie dingen: naast betere randvoorwaarden voor innovatie is ook gerichte aandacht nodig voor sleuteltechnologieën zoals ai, quantumtechnologie en cloudinfrastructuur. De derde wens is een versnelde implementatie van beleid dat ondernemingsvriendelijk is. Alleen zo kan Europa concurrerend blijven in het digitale domein, stellen de bedrijven. 5G Gerichte investeringen in digitale infrastructuur zijn daarbij onmisbaar. Denk aan de verdere ontwikkeling van 5G- en 6G-netwerken, edge- en cloudoplossingen en voldoende rekenkracht voor AI-toepassingen. Ook is een langetermijnvisie nodig voor duurzame datacenters en een toekomstbestendig elektriciteitsnet. Tot slot pleit het bedrijfsleven voor een samenhangende Europese aanpak, met een gecoördineerde uitrol van strategische initiatieven zoals de Europese digitale portemonnee en duidelijke ai-regelgeving.
Fin-ops: van kostenbeheersing naar strategische waardecreatie
3 weken
BLOG – De rol van fin-ops verandert. Waar het eerst ging om kostenbeheersing en transparantie, verschuift de focus naar een moderne aanpak waarin waardecreatie, efficiëntie en duurzaamheid centraal staan. Bedrijven realiseren zich dat cloudkosten niet op zichzelf staan, maar gekoppeld moeten worden aan bedrijfsdoelstellingen en klantwaarde. Dit betekent dat it-investeringen niet alleen worden beoordeeld op prijs, maar ook op hun bijdrage aan innovatie, schaalbaarheid en de mate waarin het bedrijf beter presteert dan de concurrenten. Wat is fin-ops? Fin-ops is een operationeel raamwerk en culturele praktijk die de bedrijfswaarde van cloud maximaliseert. Het stelt organisaties in staat om tijdige, op data gebaseerde beslissingen te nemen en creëert financiële verantwoordelijkheid door samenwerking tussen engineering-, finance- en business-teams (bron: FinOps.org). Een strategisch fin-ops-kader helpt organisaties om deze verschuiving te maken. Door datagedreven inzichten te combineren met slimme cloud-architectuur en geautomatiseerde optimalisaties, kunnen bedrijven hun cloud efficiënter inrichten en gebruiken zonder flexibiliteit of prestaties in gevaar te brengen. Bedrijven maken van fin-ops een integraal onderdeel van de it- en groeistrategie, terwijl het in het verleden vaak gold als een kostenbeheersingstool. Hierdoor kunnen bedrijven kosten optimaliseren en slimmer investeren in technologie die hun business vooruithelpt. Slimmere besluitvorming en optimalisatie Een moderne fin-ops-aanpak betekent dat workloads niet langer willekeurig verdeeld worden over cloudomgevingen, maar bewust worden geoptimaliseerd en cloud-native worden ingezet binnen de juiste context. Dit houdt in dat workloads worden geplaatst in de meest geschikte regio en bij de juiste cloudprovider, afgestemd op hun waardecreatie en fit-for-purpose-principes binnen de bredere it- en bedrijfsstrategie. Deze aanpak biedt bedrijven niet alleen grip op hun cloudkosten, maar maakt ook dat resources op de efficiënte en duurzame manier worden ingezet. Door workloads te optimaliseren en ze strategisch te positioneren, kunnen organisaties een betere balans vinden tussen prestaties, kosten en impact. Conclusie Een strategisch fin-ops-kader is essentieel voor organisaties die hun cloudomgeving niet alleen willen beheren, maar ook willen optimaliseren en strategisch inzetten voor groei. Bedrijven die deze moderne aanpak toepassen, zijn beter in staat om hun it-investeringen af te stemmen op businessdoelstellingen, schaalbaarheid en duurzaamheid. Door deze strategische benadering kunnen organisaties: It-investeringen laten bijdragen aan businessdoelstellingen en klantwaarde; Cloudworkloads optimaliseren en slim positioneren in de juiste regio’s én bij de juiste cloudproviders; Automatisering inzetten om kosten te optimaliseren zonder handmatige tussenkomst; Cloudgebruik verduurzamen door te zorgen dat workloads zo min mogelijk energie vragen. Door fin-ops te benaderen als een strategisch kader en niet slechts een kostenbeheersingsmodel, kunnen bedrijven niet alleen besparen, maar ook slimmer groeien, schalen en innoveren. Edwin Huygens is cloud transition manager bij CGI Erik Bakker is it-cloudarchitect bij CGI
Belgische aanklagers dicht bij bewijs in Huawei-schandaal
3 weken
In een onderzoek naar illegale betalingen aan Europarlementariërs uit Italië en Roemenië door Huawei hebben Belgische aanklagers een netwerk ontdekt dat vermoedelijk bewijst dat er sprake is van corruptie. Ze denken dat de Chinese telecomleverancier op die manier politieke steun probeerden te kopen. Onder meer Politico bericht vandaag in detail over deze zaak. Het Belgische onderzoek concentreert zich op een brief die acht Europarlementariërs in februari 2021 ten gunste van Huawei naar drie EU-commissarissen stuurden. Daarin stellen ze dat geopolitieke spanningen de ontwikkeling van 5G-apparatuur in Europa niet in de weg mogen staan. De brief van de acht Europarlementariërs verdedigde indirect de belangen van Huawei, hoewel het bedrijf niet expliciet werd genoemd. Maar samen met ZTE is Huawei veruit de grootste belanghebbende. Het onderzoek richt zich op mogelijke omkoping, zoals buitensporige geschenken en betalingen voor politieke steun, vanaf 2021 tot heden. Wangedrag Huawei verklaarde eerder een zerotolerancebeleid te hebben ten aanzien van wangedrag. Maar het Belgische onderzoek heeft inmiddels een uitgebreid financieel circuit van beloningen aan het licht gebracht dat vragen oproept over de ethiek van Huawei.  Het Chinese semi-staatsbedrijf zou de schrijver van eerdergenoemde 5G-brief vijftien mille hebben aangeboden, terwijl elke medeondertekenaar een beloning van anderhalf mille in het vooruitzicht werd gesteld. Volgens gerechtelijke documenten die Politico inzag, wist de directeur van het kantoor van Huawei in Brussel, Abraham L., hiervan. Ook zijn leidinggevenden waren hiervan op de hoogte.  Het onderzoek richt zich met name op de conservatieve Italiaanse Europarlementariër Fulvio Martusciello, een van de ondertekenaars. Deze zette de pro-Huawei-brief op X, destijds Twitter. Maar later verwijderde hij deze post. Zijn voormalige parlementaire adviseur en zijn assistent zijn nu gearresteerd in verband met het Huawei-onderzoek. Uit het arrestatiebevel voor Martusciello’s assistent blijkt hoe dit tweetal de betalingen regelde. Dit ging via facturen in ruil voor vermeende adviesdiensten en campagnekosten, respectievelijk 18.450 en 27.500 euro.  De voormalige parlementaire adviseur van de Italiaan is afgelopen donderdag in Parijs gearresteerd. Beiden ontkennen de aantijgingen. Behalve de pro-Huawei-brief denken de Belgische onderzoekers de overdrachten ook ‘kunnen worden gekoppeld aan het opstellen door Martusciello van wetswijzigingen die gunstig zijn voor Huawei.’ Extra grond voor deze verdenking is een communicatie van Huawei-lobbyist die een werknemer van Huawei Polen zegt dat Huawei vaak de grens overschrijdt en zelfs betaalt voor wijzigingen. Bevoordelen Frappant is dat Martusciello eveneens in februari 2021 amendementen indiende op een rapport van het Europees Parlement die de positie van Huawei in Europa zouden bevoordelen. De Italiaan ontkende onlangs tegenover Le Soir ooit iets van Huawei te hebben ontvangen. Politico vroeg ook alle ondertekenaars van de 5G-brief om een commentaar. Ze ontkennen allemaal geld te hebben ontvangen en soms ook niet te begrijpen hoe hun handtekening onder die brief kon komen te staan.
Universiteit Maastricht krijgt losgeld terug, met ruim drie ton winst
3 weken
De Universiteit Maastricht (UM) krijgt losgeld terug dat vijf jaar geleden na een hack aan cybercriminelen was betaald, met 3,5 ton ‘winst’. Al in februari 2020 slaagde de politie erin om een wallet met twee ton aan cryptovaluta te bevriezen. Toen het na meer dan twee jaar lukte om het geld naar Nederland te halen, was de waarde gestegen naar 562.000 euro. De universiteit moest nog eens een kleine twee jaar wachten om dit bedrag ook daadwerkelijk in ontvangst te nemen. Het OM diende er eerst zeker van te zijn dat er niet nog geld van andere slachtoffers van de criminelen tussen zat, meldt de universiteitskrant Observant. Het geld gaat naar een nieuw fonds voor studenten en wetenschappers in nood. De universiteit spreekt liever niet van winst. Door de waardestijging van de cryptomunten is er weliswaar ruim 3,5 ton meer binnengekomen dan oorspronkelijk was betaald, maar de totale schade van de hack laat zich hoger berekenen.
Cybersecurityspecialist MMOX haalt miljoenen op
3 weken
MMOX zegt meerdere miljoenen euro’s te hebben opgehaald in een investeringsronde geleid door Axivate Capital. Het Haagse bedrijf gebruikt de financiering om zijn ‘made in Europe’-cybersecurity-oplossing voor het mkb verder te ontwikkelen en Europees uit te rollen. De bestaande MMOX-investeerder VCC (Value Creation Capital), die in 2018 instapte, nam ook deel aan deze, evenals de twee oprichters van het cybersecuritybedrijf de eind 2023 aangetreden algemeen directeur Maarten Roerink. Het in 2015 gestarte MMOX helpt met name middelgrote ondernemingen om cyberdreigingen een stap voor te blijven. Deze bedrijven zijn actief in sectoren als de industrie, groothandel, transport en logistiek, hightech en zakelijke dienstverlening. Om deze organisaties te blijven beschermen met een Europees alternatief voor de veelal Amerikaanse aanbieders, gaat er met het extra kapitaal flink geïnvesteerd worden in de vernieuwing en verbreding van MMOX Cyber Secure. ‘Met de huidige geopolitieke onzekerheden is het voor bedrijven zaak om te vertrouwen op Europese oplossingen voor hun cybersecurity’, zegt Dick Berlijn, adviseur van MMOX en voormalig Chef Defensiestaf, in een reactie. In 2019 kreeg het bedrijf een dubbele nominatie voor de Computable Awards: in de categorie Tech-startup en in de categorie Leverancier van het Jaar voor het MKB. Die laatste nominatie was samen met verzekeraar Nationale Nederlanden voor hun gezamenlijke ontwikkelde cyberbeveiligingsoplossing voor het mkb. In 2021 ontving MMOX van het Digital Trust Center (van het ministerie van EZ) een subsidie voor de oplossing ‘Netwerk voor Risk-Based Cyberweerbaarheid’ dat (retail)ondernemers minder kwetsbaar moet maken.
AcICT reikt helpende hand bij problemen met legacy
3 weken
Het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) biedt praktische hulp aan organisaties die worstelen met legacysystemen. Gebaseerd op onderzoeken van het college is een handreiking gemaakt die de kans op uitglijders moet verminderen. Het AcICT constateert dat vaak tot vervanging wordt besloten zonder goede analyse van de problemen. Of legacy problematisch is, op onderdelen of niet, ligt genuanceerd en kan per situatie verschillen. Hoe ermee om te gaan, hangt dan ook af van de omstandigheden. De handreiking bestaat uit drie adviezen om beter om te gaan met oude systemen die als een knellend harnas worden ervaren. Het komt neer op onderzoeken, slim en klein aanpakken, en vooruitdenken. Anders gezegd: hoe krijg je een gedegen inzicht in de systemen, hoe kies je vervolgens de kleinst mogelijke oplossing om problemen te verhelpen en hoe voorkom je dat er (opnieuw) problematische legacy ontstaat? Het college heeft op dit gebied veel expertise opgedaan. In haar onderzoeken kwam ze tal van problematische legacysystemen tegen. Maar het komt ook regelmatig voor dat legacy de schuld krijgt van het traag of niet kunnen doorvoeren van wijzigingen, zonder dat de oorzaak achterhaald is. Bestuurders en opdrachtgevers besluiten in zo’n geval op basis van vage aanwijzingen tot grootschalige vervanging van legacy. Vandaar het advies om niet halsoverkop te werk te gaan. Waarde Dikwijls ziet een organisatie de waarde van het bestaande systeem niet meer, ondanks de functionaliteiten die het al jaren biedt, en gaat ze over op vervanging van het hele systeem, terwijl dat kostbaar, risicovol, en lang niet altijd noodzakelijk is. Er worden onnodig grote projecten gestart, die uit de hand lopen in termen van tijd en geld. Bij een big-bang-aanpak zijn de projectrisico’s vaak aanzienlijk. De faalkans bij grote systemen is wel vijftig procent. ‘Een olifant eet je in stukjes’, stelt het AcICT. Om drama’s te voorkomen, is het tweede advies: kies de kleinst mogelijke oplossing. Uit studies van het adviesorgaan blijkt dat organisaties vaak te veel hooi op hun vork nemen. Oplossingen die in kleine stappen worden gerealiseerd en waarbij regelmatig wordt geëvalueerd, bieden de meeste garantie op succes. Interessant: het college zet een aantal problemen die de afgelopen jaren zijn tegengekomen met mogelijke oplossingen op een rijtje.  Als er wel sprake is van problematische legacy die lastig valt te vervangen, vergeten organisaties vaak te reflecteren op hoe ze in deze situatie zijn beland en wat ze moeten doen om herhaling te voorkomen. Onderschatting, onderwaardering en onderfinanciering van het onderhoud en beheer, gebrek aan proactieve evolutionaire vernieuwing en soms jarenlange verwaarlozing van het systeem worden onvoldoende onderkend. Vandaar het derde advies: voorkom dat problematische legacy ontstaat.
Spoelstra spreekt: Angst om achter te lopen
3 weken
COLUMN – De Europese Commissie is weer eens boos. Nu is dit niet echt nieuws want dat is ze wel vaker. Dit keer is de commissie boos op Apple. Die doet namelijk niet echt zijn best om samen te werken met andere merken. Heb je iets van Apple dan werkt dat moeilijk of niet samen met andere merken. Dit moet veranderen vindt de Europese commissie. Maar dit is het concept van Apple. Apple werkt alleen goed met Apple-spullen. Het is ook de bedoeling dat je alles bij Apple koopt en daar dan drie keer zo veel voor betaald. Dit laatste is natuurlijk een grapje. Het is vier keer zo veel. Lego Apple wil ook helemaal niet samenwerken met anderen. Steve Jobs zou zich omdraaien in zijn graf, als hij niet gecremeerd zou zijn. Steve wou ook dat je niks geen kabeltje, op de dure Apple-oplader na, in je apparaat kon steken. Alles moet via de cloud lopen. De cloud van Apple wel te verstaan. Het liefst wil Apple ook dat je alleen apps koopt in de winkel van Apple. Je hoort Apple-gebruikers vaak zeggen, het werkt zo lekker samen. Dat zeggen kinderen die met Lego spelen ook. Je kunt de blokjes zo makkelijk op elkaar stapelen. Maar je kunt alleen bouwen met Lego-blokjes. Je moet alles bij Lego kopen. Achterlopen En dat wil de Europese Commissie graag anders zien. Apple wil dit uiteraard niet want ze wil liever dat je dure AirPods koopt dan die oortjes die je bij de Action koopt voor zeven euro. Daarbij kost samenwerken ontwikkelbudget. Budget dat Apple heel hard nodig heeft om al die Aziatische concurrenten bij te benen. En misschien is dat ook wel de grootste angst. Dat als Apple wat meer gaat samenwerken het misschien ook iets meer opvalt dat Apple nogal achter begint te lopen. Jacob SpoelstraJacob Spoelstra is columnist/stand-upcomedian. Kijk hier voor meer informatie.
Overheidsbezuinigingen in VS raken Accenture & co
3 weken
De outsourcingsindustrie kijkt argwanend in de richting van het Department of Government Efficiency (Doge). Dit vehikel, onder aansturing van Elon Musk, neemt de Amerikaanse overheidsuitgaven grondig onder de loep en dat hebben outsourcers als Accenture geweten. Doge richt het vizier op maar liefst 115 miljard dollar aan mogelijke besparingen, waarvan dertig procent zou komen van contract-, subsidie- en huurbeëindigingen. Duizenden federale medewerkers zijn al vertrokken. De General Services Administration (die instaat voor de administratieve diensten bij de Amerikaanse Federale overheid) heeft bovendien alle federale instanties opgedragen de contracten met de tien best betaalde adviesbureaus te herzien. En daar zitten dus de grote jongens bij. Accenture, een van ’s werelds grootste technologieconsultants, voelt de gevolgen van de besparingsplannen. Tijdens de laatste kwartaalcijfers onthulde ceo Julie Sweet dat de federale aanbestedingsprojecten vertragen, wat rechtstreeks de verkoop en omzet raakt. Het federale serviceonderdeel van Accenture vertegenwoordigt ongeveer acht procent van de mondiale omzet en zestien procent van de omzet in de VS. Accenture is niet de enige partij die tegenwind voelt opkomen in de VS, ook andere grote spelers zoals IBM en Deloitte zien zich geraakt door deze herstructurering bij de Amerikaanse overheidsdiensten. Veerkracht Ondanks de uitdagingen ziet Accenture ook kansen. ‘Er is een mogelijkheid om de federale overheid te consolideren, moderniseren en te herontwerpen’, aldus Sweet. De financiële cijfers tonen evenwel veerkracht: in het tweede kwartaal steeg de omzet met vijf procent naar 16,7 miljard dollar. Zo blijkt de aandacht en interesse rond generatieve artificiële intelligentie een interessante inkomstenstroom voor Accenture. Toch daalde de beurskoers – een indicatie van de toekomstige verwachte prestaties van een bedrijf – met zowat vijftien procent sinds de inauguratie van president Donald Trump.
Microsoft stelt ai-securityassistent voor
3 weken
Microsoft introduceert Security Copilot Agents, een stap op weg naar ai-gedreven cybersecurity. De assistenten ondersteunen securityteams bij uiteenlopende activiteiten, van (virus)detectie tot incident response en andere acties. ‘Door repetitieve taken te automatiseren en snel inzicht te geven in bedreigingen, vergroten we de efficiëntie, snelheid en slagkracht van security-professionals.’ Aldus Rob Elsinga, national technology officer bij Microsoft Nederland, als toelichting op de lancering van Security Copilot Agents. De bekendmaking komt precies een jaar nadat Cybersecurity and Infrastructure Security Agency (Cisa) in een rapport zware kritiek had geuit op het beveiligingsbeleid van Microsoft. Dit onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid verweet Microsoft decennia lang te weinig prioriteit te geven aan investeringen in de security. Datalekken Naast de nieuwe assistent voor security introduceert Microsoft Purview Data Security Investigations, een ai-gedreven oplossing die securityteams helpt om sneller en nauwkeuriger datalekken te onderzoeken, risico’s te beoordelen en gevoelige informatie te beschermen binnen een geïntegreerde omgeving.  Als derde lanceert Microsoft nieuwe oplossingen tegen phishing in Teams. Met Defender for Office 365 biedt Microsoft vanaf april dit jaar realtime-bescherming tegen kwaadaardige links en bijlagen in Microsoft Teams. 
De backup, redder in nood of schijnveiligheid?
3 weken
BLOG – World Backup Day op 31 maart is een goed moment om stil te staan bij een ongemakkelijke waarheid: een backup is minder betrouwbaar dan gedacht. Veel organisaties varen er blind op, maar testen zelden of een restore ook écht werkt. Maar de backup is een van de puzzelstukken in een herstelstrategie. Spolier: de eerste keer dat je ontdekt dat je backup niet werkt, is niet zelden het moment dat je hem écht nodig hebt. Waarom een backup alléén niet genoeg is Veel organisaties behandelen backups als hun eerste verdedigingslinie tegen dataverlies. Maar dat is een misvatting. Een backup is een hulpmiddel om een snelle recovery mogelijk te maken. In tegenstelling tot wat velen denken, inclusief it-auditors, is dat een backup geen doel op zich. Het doel is om bij problemen een snelle recovery te kunnen uitvoeren. Dat betekent ook dat een backup niet altijd de beste optie is. Je kunt ook werken met flashback/rollback-technologie of geo-redundante. Dat is vaak sneller en efficiënter. Backups worden te weinig getest Een backup maken is één ding, maar weten of hij écht werkt als je hem nodig hebt, is een ander verhaal. Eind jaren negentig had een klant een hypermoderne backupoplossing met taperobots en geavanceerde systemen. Toen er voor het eerst een restore nodig was, bleek een defect in de tapedrive alle backups nutteloos te maken. Niemand had ooit getest of de backups daadwerkelijk werkten. Dit probleem is nog steeds actueel. Bedrijven valideren maar zelden of de backup bruikbaar is. Pas bij een calamiteit ontdek je pas dat het niet werkt. Testen is absoluut noodzakelijk want als je backup niet restorable is, ben je uitgespeeld. Goede hardware en solide herstelplan zijn minstens zo belangrijk Naast een goed backupbeleid is ook de hardware cruciaal. Een voorbeeld. Op een project met zo’n veertig ontwikkelaars crashte de server door een kapotte harde schijf. De hardware-leverancier stuurde een nieuwe schijf, maar de bezorger mocht hem niet installeren. We moesten wachten op een expert, die pas aan het einde van de dag beschikbaar was. De backup stond klaar, maar dat maakte niets uit zolang de hardware niet werkte. Een werkdag productiviteit ging verloren. De les? Een hardware-supportcontract en een herstelplan is net zo belangrijk als je backupstrategie. Conclusie Een effectieve backupstrategie vraagt meer dan alleen data opslaan. Zonder testen en een herstelplan heeft een backup weinig waarde. Hieronder de lessen om je herstelstrategie op orde te krijgen: Zie back-ups als laatste redmiddel, niet als eerste bescherming; Test regelmatig of een restore werkt; Gebruik replicatie en flashback om sneller te herstellen; Formuleer een herstelplan, inclusief hardware en ketenintegratie. Tot slot: een database zonder backup is geen database, en een backup zonder restore-test is geen backup. Herman Buitenhuis is senior database administrator bij Amis Conclusion
Nederland verliest terrein op ict-patenten
3 weken
Het stimuleren van digitale innovatie, door het versterken van de kennis- en innovatiebasis en publiek-private samenwerkingen, heeft slechts een beperkt effect gehad. Een ruwe indicator is het aantal toegewezen ict-patenten. Het Nederlandse aandeel van deze patenten is afgenomen. Wel is het aantal toegewezen ict-patenten vanuit Nederland het afgelopen jaar met 24 procent gestegen.  Dit blijkt uit de ‘Voortgangsrapportage Strategie Digitale Economie 2024‘ die minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het kabinet begint zich te realiseren dat de doelstelling van een miljoen digitale professionals in 2030 wel erg ambitieus is. In de rapportage staat dat ‘het lastig wordt deze langetermijndoelstelling te bereiken’. Onvoldoende blijkt het resultaat van de publiek-private samenwerkingen die werken aan de arbeidsmarkt van de toekomst. In 2023 daalde het aantal digitale professionals met drieduizend naar 670.000. Ook het versnellen van de digitalisering van het mkb, een andere doelstelling van het kabinet, gaat stroef. In 2023 had circa tachtig procent van het mkb een basisniveau aan gebruik van digitale technologieën. Vorig jaar is dat percentage maar zeer beperkt toegenomen. Wel stijgt het gebruik van geavanceerde digitale technologieën binnen mkb (voor bedrijven met 10-250 medewerkers). 71 procent gebruikte vorig jaar cloudtechnologie, tegen 64 procent in 2023. Bovendien past 22 procent ai toe, tegen dertien procent in 2023. Stap Uit de (internationale) vergelijking van het gebruik van geavanceerde digitale technologie blijkt dat richting 2030 Nederland voor ai nog een substantiële stap moet maken om te zorgen dat minimaal driekwart (doel 2030) van het mkb geavanceerde digitale technologie gebruikt. Voor cloud en data analytics ligt Nederland op koers om de doelstelling van 2030 te halen.
Onderzoeks- en onderwijsveld kan voor 450 miljoen aan clouddiensten inkopen
3 weken
Voor Ocre, het Europese cloudtechnologie-initiatief voor de onderzoeks- en onderwijswereld, zijn na een aanbesteding nieuwe it-partners geselecteerd. In Nederland gaat het om vijftien leveranciers voor het leveren van cloud- en aanverwante diensten. In totaal is er in dit kader de komende vijf jaar 450 miljoen euro beschikbaar voor onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Het vijftiental bestaat uit Bechtle, CloudFerro, Devoteam, MCX, OVHcloud, Proact Netherlands, Quistor Enterprises, Setcor, SoftwareOne, Sparkle, Transfer Managed Services, T-Systems, Vancis, Varity en VSHN. De meeste van deze vijftien leveranciers werken samen met eveneens geselecteerde cloudplatforms, zoals AWS (Devoteam, SoftwareOne en Sparkle), Azure (Bechtle en SoftwareOne), Exascale (VSHN), Google Cloud (SoftwareOne en Sparkle), IBM Cloud (SoftwareOne), Ionos (Bechtle), Oracle Cloud (MCX, Quistor en Transfer Managed Services) en Whitesky.Cloud (Varity). De andere leveranciers bieden eigen oplossingen aan, zoals CloudFerro, T-Systems (Open Telekom Cloud), OVHcloud, Proact, Setcor en Vancis. Toegankelijke cloudtechnologie Ocre (Open Clouds for Research Environments), beheerd door het Europese Géant-datanetwerk, heeft als doel om cloudtechnologie toegankelijker te maken voor onderzoeks-, overheids- en onderwijsinstellingen in Europa. In Nederland coördineert Surf, de ict-samenwerkingsorganisatie van onderwijs en onderzoek én lid van Géant, de uitvoering van de mantelovereenkomst, in samenwerking met Sivon, de ict-coöperatie van en voor het primair en voortgezet onderwijs. Leden van Surf en Sivon kunnen via deze overeenkomst (‘Ocre 2024 Framework’) een breed scala aan ict-diensten via de opgezette Surf Cumulus afnemen, variërend van infrastructure-as-a-service (iaas) en platform-as-a-service (paas) tot aan software-a-service-cloudoplossingen. Denk aan universiteiten, hogescholen, mbo’s, roc’s, (academische) ziekenhuizen en andere academische instellingen, onderzoeksinstituten zoals TNO en CFI en allerhande andere organisaties uit het onderwijs- en onderzoeksveld, zowel in Nederland als het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Er doen 39 Europese landen mee aan het Géant Ocre 2024 Framework, waaronder ook niet EU-leden. In totaal zijn er veertig serviceproviders en zeventien cloudplatforms geselecteerd en bestaat de catalogus uit 416 clouddiensten. De geraamde waarde van het raamcontract bedraagt 1,8 miljard euro over vijf jaar.  
Defensie vindt toegang tot broncodes te duur
3 weken
Digitale soevereiniteit heeft zijn prijs. Aanzienlijke kostenstijgingen weerhouden staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie) ervan om bij de aanschaf van wapensystemen de toegang tot de broncodes van de software te regelen. GroenLinks-PvdA suggereert dat Defensie in principe bij de broncode moet kunnen komen van materieel om afhankelijkheden in softwareondersteuning te verminderen. Volgens Tuinman zou Defensie hiervoor een licentie moeten verkrijgen. ‘Hier zijn hoge kosten aan verbonden omdat de betrokken bedrijven hun investering in de ontwikkeling van deze software gecompenseerd willen zien,’ antwoordt hij op Kamervragen van Jimme Nordkamp (GL-PvdA). Verder legt de Amerikaanse wet- en regelgeving beperkingen op aan de verspreiding van en toegang tot Amerikaanse technologie. Ten slotte heeft Defensie veelal niet de technische kennis om dergelijke software zelf te onderhouden. Tuinman ontkent dat de VS (softwarematig) de controle houdt over de inzet van wapensystemen als de F-35, Chinook, Apache, Reaper, Patriot en Stinger. Van softwaresloten, geofencing of afhankelijkheid van de Amerikaanse toeleveringsketen zijn Tuinman geen voorbeelden bekend. Aanleiding tot de Kamervragen zijn berichten in de Financial Times over een Amerikaanse ‘kill switch’ in de F-35-straaljagers, waarbij bepaalde functies op elk gewenst moment zijn uit te schakelen. Maar Defensie zegt daar niets van te weten. 
Netwerken en ai: de nieuwe realiteit voor providers
3 weken
Event | Mobile World Congres in Barcelona Ai herdefinieert de toekomst van serviceproviders. Tijdens een discussie op het podium van het recente Mobile World Congres in Barcelona benadrukten vertegenwoordigers van Cisco, BT en Digital Realty de cruciale rol van samenwerking bij deze digitale transformatie. Gordon Thompson, leider van de serviceproviderbusiness van Cisco, stelt dat zijn bedrijf zich richt op het ondersteunen van serviceproviders en de opbouw van ai-infrastructuur. Een belangrijke innovatie voor Cisco is volgens hem de uitbreiding van het Silicon One-portfolio, waarmee serviceproviders van alle groottes profiteren van oplossingen die essentieel zijn voor ai-werkbelastingen. Cisco werkt – uiteraard, zou je haast zeggen – nauw samen met Nvidia. ‘We integreren elkaars technologieën om de beste oplossingen te bieden,’ aldus Thompson. Deze samenwerking benadrukt het belang van partnerschappen bij de ontwikkeling van ai-infrastructuren. ‘Niemand kan deze transformatie alleen realiseren.’ BT op zijn beurt introduceerde Global Fabric, een wereldwijde netwerkstructuur die is ontworpen om de groeiende behoefte aan gedistribueerde werklasten en geavanceerde ai-toepassingen te ondersteunen. Colin Bannon, cto van BT Business, licht toe dat Global Fabric schaalbare bandbreedte biedt, maar ook microsegmentatie en de flexibiliteit om snel nieuwe capaciteiten in te schakelen. Dit maakt het beheer van gedistribueerde werklasten eenvoudiger en stelt BT in staat netwerkdiensten snel op te schalen. Travis Ewert van datacenteruitbater Digital Realty legt uit hoe het bedrijf de ai-behoeften van klanten ondersteunt met hyperscale-datacenters. ‘Ai heeft dichtheid nodig, zowel voor racks van 70 als 200 kW,’ zegt Ewart. Digital Realty werkt samen met partners zoals BT om ai-ecosystemen te versterken en leerde hoe datacenters efficiënt zijn in te richten voor ai-toepassingen. De manier waarop data naar grote gpu-clusters worden gebracht, is cruciaal voor ai-prestaties, benadrukt hij. Databeveiliging en privacy van belang Ai heeft niet alleen technische, maar ook geopolitieke implicaties voor serviceproviders. In de telecomsector is het belangrijk om te voldoen aan de strikte eisen voor databeveiliging en privacy. Bannon (BT Business) erkent dit: ‘We moeten netwerken leveren die zowel flexibel zijn als waarde bieden aan onze klanten.’ Cisco, bijvoorbeeld, ontwikkelt beveiligingsoplossingen zoals AI Defense, een samenwerking met Digital Realty, om de veiligheid van ai-werkbelastingen te waarborgen. ‘AI Defense kijkt naar getrainde modellen en runtime-performance na de implementatie,’ zegt Thompson. Nieuwe ontwikkelingen, zoals DeepSeek, veranderden de marktdynamiek. DeepSeek helpt bedrijven ai-oplossingen op te schalen, maar introduceert ook nieuwe uitdagingen, zoals ‘data gravity’. Ewert (Digital Realty) legt uit dat data steeds zwaarder en moeilijker worden om te verplaatsen. ‘Dat betekent dat bedrijven meer focus moeten leggen op de locaties van hun ai-infrastructuren.’ Dit roept weer de vraag op waarom bedrijven ai-oplossingen niet gewoon via hyperscalers implementeren. Cisco, BT en Digital Realty geloven echter in de kracht van hybride ai en samenwerking tussen verschillende ecosystemen. Ewart benadrukt: ‘Het is essentieel om ai-oplossingen veilig, flexibel en op maat te implementeren, met een focus op zowel private als publieke infrastructuren.’
Rijkswaterstaat standaardiseert it-netwerk
3 weken
Rijkswaterstaat wil vitale objecten op een meer uniforme en gestandaardiseerde manier via het eigen netwerk ontsluiten. Dit blijkt uit de Strategische Visie Connectiviteit Rijkswaterstaat die samen met de adviesbureaus Highberg en Strict is ontwikkeld voor een toekomstbestendig it-netwerk.  Standaardisatie vermindert niet alleen de complexiteit, maar verkleint ook regionale verschillen. Daarnaast zijn een centrale regie en een helder beheer van het it-netwerk cruciaal om de continuïteit en veiligheid van de infrastructuur te waarborgen. De (bedrijfsvertrouwelijke) Strategische Visie Connectiviteit Rijkswaterstaat is cruciaal voor de werking van vitale infrastructuur in Nederland, nu en in de toekomst. Het it-netwerk moet blijven voldoen aan de toenemende eisen van digitalisering, veiligheid en betrouwbaarheid die de infrastructuur van Nederland vereist. De ruggengraat van het it-netwerk is het glasvezelnetwerk van vijfduizend kilometer dat bruggen, sluizen, tunnels, verkeerscentrales, datacenters en kantoren verbindt. Het speelt een sleutelrol in verkeersmanagementsystemen, de bediening van infrastructuur en het transport van data voor onder meer het Landelijk Meetnet Water. Zonder een robuust en goed beheerd netwerk zouden essentiële diensten stilvallen. Op basis van deze visie hebben Highberg en Rijkswaterstaat een programmaplan opgesteld, dat Rijkswaterstaat stap voor stap in etappes zal uit gaan voeren  Highberg blijft nauw betrokken bij de implementatie.
Het digitaal productpaspoort komt eraan
3 weken
Het ministerie van Economische Zaken (EZ) steekt geld in een kenniscentrum voor de ontwikkeling van digitale productpaspoorten. Het door TNO aangestuurde centrum coördineert de samenwerking tussen de overheid, bedrijven en onderzoekers. Vanaf 2027 moeten diverse producten in de Europese Unie namelijk beschikken over een dergelijk bewijs. Dat geldt als eerste voor bijvoorbeeld accu’s van elektrische auto’s en kritieke grondstoffen. Later volgen andere productgroepen. In het digitale productpaspoort staan gegevens over de volledige levenscyclus van een product, zoals data over de productie, naam van de fabrikant en het hergebruik ervan. In het geval van een accu is dat bijvoorbeeld hoeveel lithium deze bevat en het aantal keren dat deze is opgeladen. Het expertisecentrum met de naam Centre of Excellence for Digital Product Passports (CoE-DPP) valt onder de paraplu van het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC), dat zich breder richt op het delen van data delen en overheden, bedrijven en wetenschap ondersteunt bij de ontwikkeling van datadeeltoepassingen door tools, kennis en best practices aan te bieden. Het CoE-DSC werkt samen met initiatieven zoals de Basis Data Infrastructuur (BDI) voor digitale gegevensuitwisseling in de logistiek en Health-RI voor data delen in de zorg en wil eilandvorming voorkomen en sectoroverschrijdende toepassingen faciliteren. Het is ook geïnitieerd door EZ en wordt gecoördineerd door TNO. Het kenniscentrum voor digitale productpaspoorten start in een beperkte omvang en heeft de ambitie om de komende jaren flink door te groeien. Het heeft op dit moment budget voor één voltijdmedewerker. Dat bedrag wordt verdeeld over meerdere betrokkenen zoals onderzoekers en bedrijven, en moet in de loop van het jaar groeien naar omgerekend zeven fte die de ontwikkeling van het digitale productpaspoort coördineren. Dat gebeurt in samenwerking met CoE-DSC en er wordt bijgedragen vanuit het ecosysteem van betrokken bedrijven, branches en overheden. Bij de ontwikkeling van digitale productpaspoorten gaat het in eerste instantie om de ontwikkeling van generieke onderdelen. Op termijn zullen branche-specifieke digitale productpaspoorten ontstaan omdat producten en branches sterk verschillen. Om tot een waardetoevoegend ecosysteem van digitale productpaspoorten in Nederland te komen, is betrokkenheid van andere ministeries en overheidspartijen, zoals bijvoorbeeld toezichthouders nodig, legt TNO’er en coördinator van het kenniscentrum Sjoerd Rongen uit. Circulaire economie Volgens Rongen sluit de ontwikkeling van het digitale productpaspoort aan bij de Europese doelstelling om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben. Bedrijven in de keten gaan data verzamelen over producten en de productlevenscyclus. Er loopt al een traject voor technische strandaarden voor api’s bij standaardisatie-organisatie NEN.  De TNO’er duidt dat het niet realistisch is dat er één alomvattende standaard voor digitale productpaspoorten onstaat. Ook komt er geen centraal register. Daarentegen zullen bedrijven binnen branches in samenspraak met overheden tot digitale productpaspoorten komen, schetst hij. Grote bedrijven worden verplicht om een digitaal productpaspoort beschikbaar te stellen, door die data op te slaan, te beheren en toegankelijk te maken. Daarin moeten ze ook de productgegevens van kleine toeleveranciers meenemen. De eerste productcategorieën moeten binnen twee jaar een digitaal productpaspoort hebben.
Sneller en slimmer innoveren met low-code en gen-ai
3 weken
BLOG – Hoewel de adoptie van generatieve ai (gen-ai) toeneemt, worstelen bedrijven met de vraag hoe ze deze technologie optimaal kunnen inzetten. Volgens Gartner haalt iets meer dan de helft van de ai-projecten de productiefase niet, vergeleken met 46 procent twee jaar geleden. Bovendien duurt het gemiddeld acht maanden om van prototype naar productie te komen. Dit benadrukt de noodzaak voor bedrijven om hun strategieën te herzien en processen te stroomlijnen om efficiënter te werken.  Gen-ai ontwikkelt zich razendsnel tot een onmisbaar hulpmiddel voor bedrijven, met het potentieel om de manier waarop ze werken volledig te transformeren – van operationele efficiëntie tot strategische besluitvorming. Tegelijkertijd groeit de vraag naar een end-to-end-oplossing die complexe toepassingen aankan en bedrijfsprocessen vernieuwt.  De vraag is: hoe kunnen bedrijven de volledige potentie en waarde van gen-ai benutten?  Toewijding   Het volledig benutten van gen-ai vereist toewijding, zelfs voor de innovatiefste bedrijven. De integratie van gen-ai in applicaties en bedrijfsprocessen is complex, maar met een doordachte aanpak kunnen organisaties aanzienlijke voordelen behalen. Dit vergt uiteraard wel middelen en ai-expertise om de integratie-uitdagingen aan te kunnen.   Een cruciale factor voor een soepele en effectieve integratie van gen-ai is een balans tussen ethiek, veiligheid en governance. Gen-ai is afhankelijk van data en levert de meest nauwkeurige resultaten wanneer het wordt gevoed met hoogwaardige, domeinspecifieke informatie. Daarom is datakwaliteit en effectief databeheer essentieel om betrouwbare ai-toepassingen te ontwikkelen. Daarnaast zijn geavanceerde beveiligingsmaatregelen nodig om gevoelige informatie te beschermen en transparantie, eerlijkheid en verantwoordelijkheid binnen ai-systemen te bevorderen. Door low-code en gen-ai te combineren, stroomlijnen bedrijven de ontwikkelcyclus Een ander cruciaal element is een strategische aanpak. Organisaties doen er goed aan een ‘lean’-implementatiestrategie te volgen, geïnspireerd op de lean-startup-methodologie. Dit houdt in dat bedrijven starten met een ‘minimum viable product’, regelmatig itereren, voortgang meten en inzichten uit de markt gebruiken om de oplossing te verfijnen. Door deze aanpak is klein te beginnen en snel op te schalen.  Daarnaast is expertise om de code begrijpen van groot belang het ai-model relevant te houden en te laten aansluiten op de bedrijfsbehoeften. Naarmate ai-systemen geavanceerder worden, moeten bedrijven tools inzetten die inspelen op zowel praktische als ethische en securityuitdagingen. Door de juiste strategieën en processen te implementeren, kunnen bedrijven niet alleen negatieve gevolgen voor hun bedrijfsvoering voorkomen, maar ook juridische, financiële en reputatierisico’s minimaliseren.  Snelheidswinst Ai-ondersteunde technologieën worden steeds populairder, met name door de snelheidswinst die ermee te behalen is. Dit concept is echter niet nieuw; low-code-platformen duiken al decennia bij bedrijven op om applicatieontwikkeling te versnellen en te automatiseren. Maar de combinatie van low-code en gen-ai kan bedrijven helpen innovatie nog meer te versnellen en de complexiteit van ai te verminderen. Dit stelt organisaties in staat om zowel gen-ai-functionaliteiten te benutten bij softwareontwikkeling als op gen-ai gebaseerde applicaties te bouwen die direct waarde toevoegen aan de business.    Low-code-tools vereenvoudigen het ontwikkelproces, waardoor bedrijven gen-ai-oplossingen snel kunnen aanpassen en implementeren. Hierdoor kunnen teams efficiënter innoveren en experimenteren, terwijl privacy- en veiligheidsrisico’s effectief worden beheerst. Bovendien helpt deze aanpak bedrijven om ’technical debt’ en verouderde code – problemen die vaak voorkomen bij traditionele softwareontwikkeling – te verminderen door de nadruk te leggen op modulaire, herbruikbare bouwstenen.  Door low-code en gen-ai te combineren, stroomlijnen bedrijven de ontwikkelcyclus en versterken ze de creatieve kracht van softwareontwikkeling. AI fungeert hierbij als een waardevolle ‘collega’ die nieuwe perspectieven biedt en menselijke originaliteit ondersteunt. Dit sluit aan bij de groeiende vraag naar end-to-endplatforms die verschillende kennisbronnen samenbrengen, zodat bedrijven ai-kansen volledig kunnen benutten. Verschuiving Volgens John Bratincevic, principal analyst bij Forrester, transformeert gen-ai (ook wel appgen genoemd) de ontwikkeling van bedrijfsapplicaties door kosten te verlagen en de snelheid van applicatiegeneratie te verhogen. Deze verschuiving daagt traditionele modellen uit en dwingt bedrijven om zich snel aan te passen om concurrerend te blijven in een snel veranderend technologisch landschap.  Met de mogelijkheden die gen-ai biedt hebben bedrijven de sleutel in handen om ongekende waarde en innovatie te ontsluiten. Door weloverwogen beslissingen te nemen, kunnen zij processen vormgeven die hun bedrijf vooruit helpen en transformatieve groei mogelijk maken.  Tiago Azevedo is chief information officer bij OutSystems 
Info Support en Rovecom vernieuwen registratie-it ZuivelNL
3 weken
ZuivelNL, de ketenorganisatie voor de zuivelsector, heeft Info Support en Rovecom gekozen als nieuwe it-partners. Samen werken zij aan het vervangen van de instrumenten KoeMonitor en MediRund. Met KoeMonitor kunnen melkveehouders en producenten aantonen dat ze voldoen aan wet- en regelgeving rondom dierenwelzijn en voedselveiligheid. MediRund is een door de overheid aangewezen databank voor de centrale registratie van antibioticagebruik in de rundersector. Beide systemen bevorderen data-uitwisseling. Naast melkveehouders en producenten werken ook dierenartsen met deze instrumenten. Info Support is verantwoordelijk voor de infrastructuur en architectuur van beide systemen, met een focus op veilige opslag en transparante ontsluiting van data. Rovecom richt zich op de ontwikkeling van applicaties en de ondersteuning van gebruikers. Data-uitwisseling Rick Oonk, unitmanager Agriculture & Food bij Info Support en bestuurslid bij AgroConnect (het virtuele ondernemersplatform van agrarisch Nederland), meldt dat data-uitwisseling in de agrifoodsector steeds belangrijker wordt. ‘Voor een deel van de uitdagingen in de sector ligt een oplossing in betere data-uitwisseling. We zijn blij dat we hier met onze expertise aan kunnen bijdragen.’ Info Support uit Veenendaal is al langer actief in de agrifoodsector. Het bedrijf claimt geavanceerde oplossingen te kunnen ontwikkelen voor het beheer en de analyse van grote datasets, cruciaal voor precisielandbouw.   Rovecom uit Hoogeveen heeft zich toegelegd op de agrarische sector. Het bedrijf is in 1996 ontstaan uit een management buy-out van het Arnhemse Lavecom Automation en biedt de sector maatwerksoftware-oplossingen, databeheertoepassingen en it-advies.

Pagina's

Abonneren op computable