computable

101 nieuwsberichten gevonden
Europese tech hongert naar Navo-orders
4 uur
De Navo wordt bedolven onder de Europese startups en bedrijven die opereren op het snijvlak van technologie en defensie. Overweldigend groot is de belangstelling voor toelevering aan de krijgsmachten van de 32 lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo). Jyoti Hirani-Driver, chief operating officer (coo) van Navo Diana, het programma dat de innovatie binnen de verdragsorganisatie moet versnellen, is positief verrast over de reactie vanuit het Europese bedrijfsleven. Naast de gevestigde orde van grote defensie-leveranciers zijn ook tech-starters en mkb-bedrijven bijzonder actief geworden. De Navo speelt daar op in met Diana, een initiatief van de Navo ter ondersteuning van ‘dual-use technologie’, geschikt voor civiele en militaire doeleinden. We spreken Jyoti tijdens The Next Web conferentie, onlangs gehouden op de voormalige NDSM-werf in Amsterdam. De voormalige stafchef defensie-innovatie van de Britse regering nam daar deel aan het forum ‘Where is Iron Man: Why Tech Needs to be in Defense’. Direct na afloop werd deze coo van Nato Diana aangeschoten door tal van tech-bedrijven die met de Navo zaken willen gaan doen. Groeimarkt Begrijpelijk, want ‘deftech’ is een enorme groeimarkt. Leveranciers van software, artificiële intelligence (ai), drones en andere hightech zien nieuwe afzetmogelijkheden. De verhoging van de Navo-norm voor defensie-uitgaven van 2 procent naar 3,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) biedt kansen. En de Navo-top in Den Haag zal de interesse verder aanwakkeren. Niet alleen wereldleiders uit Navo-landen verzamelen zich deze week in Den Haag; ook de top van de internationale defensie-industrie is daarbij nadrukkelijk aanwezig. En de hamvraag wordt hoe deze sector, waarin geavanceerde software, ai, sensoren en drones een steeds grotere rol spelen, gelijke tred kan houden met de ambities van de Navo-lidstaten. Door de geschiedenis heen is het verloop van oorlogen sterk bepaald door technologie. Met snelle innovatie probeert de Navo tegenstanders voor te zijn. En jonge, kleinere techbedrijven moeten daarbij een veel belangrijkere rol spelen. Accelerator Program Om het mkb te stimuleren begon de Navo twee jaar geleden het Accelerator Program dat onder de verantwoordelijkheid van Hirani-Driver valt. Zij is zeer te spreken over het aantal Europese bedrijven dat hieraan deelneemt en de kwaliteit van de inzendingen. ‘Er komen excellente ideeën en voorstellen binnen.’ Ze noemt als voorbeeld de wijze waarop het Delftse Lobster Robotics de zeebodem in kaart brengt. Eveneens zeer interessant zijn de autonome hydrogene luchtballonnen die het Finse Kelluu ontwikkelt voor luchtkartering. Het verloop van de oorlogen tussen Rusland en Oekraïne en die in het Midden Oosten leert dat nieuwe problemen om urgente technische oplossingen vragen. Neem nu de grote moeite die het kost om zich te verdedigen tegen de grootschalige inzet van speelgoed-drones. De kern en belangrijke onderdelen zijn momenteel online vrijelijk verkrijgbaar. Met een paar simpele ingrepen worden ze verbouwd tot gevaarlijke gevechtsmachines. Cybersec Europe Tijdens Cybersec Europe zei Mario Beccia, verantwoordelijk voor de cybersecurity bij de Navo, al dat de sterke asymmetrie tussen verdediger en aanvaller een steeds groter probleem wordt. Dit is al sterk zichtbaar in cyberspace. ‘De investering die een verdediger moet doen, en het risico dat hij loopt, is in verhouding veel groter dan de investering die de aanvaller nodig heeft om zijn aanval uit te voeren en het risico dat hij loopt’, verklaarde Beccia onlangs in Brussel. Deze wanverhouding creëert volgens hem complexe uitdagingen op het gebied van vaardigheden, technologie en risicomanagement. Hirani-Driver hoopt dat ook op dit punt startups de Navo de helpende hand kunnen bieden. Voorstellen tot 11 juli Het versnellingsprogramma Navo Diana heeft tien uitdagingen geformuleerd waarvoor tot 11 juli aanstaande voorstellen ter (financiële) ondersteuning kunnen worden ingediend. Deze uitdagingen omvatten een grote variëteit aan technologie op gebieden als datagedreven besluitvorming, autonome en onbemande systemen en geavanceerde communicatie. Volgens Hirani-Driver is met het programma Diana Challenges scherp gesteld waar de Navo behoefte aan heeft. Ook hoopt ze te bevorderen dat techbedrijven met civiele toepassingen meer oog krijgen voor potentieel interessante militaire toepassingen. Ze is zich ook bewust van de behoefte dat met name starters snel willen weten waar ze aan toe zijn. Kasstroom nodig Jyoti Hirani-Driver, chief operating officer (coo) van Navo Diana. [Foto: Navo] Alexander Ribbink (Keen Venture Partners, investeerder in onder meer defence-techbedrijven), zei onlangs dat ondernemers en hun geldschieters graag met enig tempo een kasstroom op gang zien komen. Daarom wacht de deelnemers, die de eerste ronde van Diana Challenges doorkomen, alvast één ton. En wie de tweede ronde van dit Accelerator-programma doorkomt, krijgt nog eens maximaal drie ton overgemaakt. Belangrijker nog is dat startups dan weten dat ze op de goede weg zitten. Volgens Hirani-Driver heeft de Navo van Oekraïne geleerd hoe belangrijk iteratieve productontwikkeling is. Innovaties voldoen zelden meteen aan het gestelde doel. Het heeft zin om snel een prototype te bouwen, dat in de praktijk uit te proberen, verdere testen te doen en aan te passen. Om een vorm van adoptie veilig te stellen kan het tot een intentiebrief komen; een soort keurmerk. Navo Diana werkt hard aan het wegnemen van drempels voor jonge deftech-bedrijven. Zo probeert coo Hirani-Driver het testen en valideren voor startups gemakkelijker te maken. Daarom heeft de organisatie voor geselecteerde deelnemers honderdtachtig gespecialiseerde testcentra in meerdere lidstaten opengesteld. Nato Diana Behalve technisch probeert de Navo ook organisatorisch beter benaderbaar te zijn voor de defensie-industrie en dan met name de vele startups op dit gebied. Vaak is het niet gemakkelijk om er achter te komen wie je het beste bij deze grote organisatie en de ministeries van de lidstaten kan benaderen. Het aangaan van de juiste contacten is vooral voor bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf niet heel gemakkelijk. Daarom helpt Navo Diana hen op weg. Er zijn programma’s die leren hoe je het beste betrekkingen kunt aanknopen, wie je kunt benaderen en in welke rol. Er zijn functionarissen die zijn belast met de inkoop en acquisitie. Anderen gaan weer over het beleid. En – niet onbelangrijk – ook de eindgebruiker hoort daarbij. Een matching-systeem is met dit doel voor ogen opgezet. En Navo Diana werkt ook aan een mentor-systeem voor startups. ‘Een goede samenwerking met de tech-industrie is cruciaal’, zo besluit Hirani-Driver.
2,5 miljoen voor deftech-startup LiveDrop
5 uur
LiveDrop, een startup op het gebied van veilige offline-gegevensoverdracht, heeft een seed-investeringsronde afgerond met als opbrengst 2,5 miljoen dollar. De ronde werd geleid door Value Creation Capital, met co-financiering door het Nederlandse Secfund en het Britse Kadmos Capital. Het bedrijf uit Eindhoven had vorig jaar de belangstelling van de Navo gewekt. De investering werd mogelijk gemaakt door de blijvende betrokkenheid van de oprichters en bestaande investeerders, waaronder Patronum Investment, die zijn vertrouwen in LiveDrop uitsprak door opnieuw te investeren. Die steun werd aangevuld door een selecte groep strategische angel-investeerders, waaronder Cees Links, een van de grondleggers van wifi. Met het bedrag van deze investeringsronde beoogt LiveDrop zijn technologie verder op te schalen binnen de defensie-, overheids- en civiele sectoren. Het bedrijf bereidt zich voor op versnelde internationale uitrol en diepere integratie in bestaande veilige data-ecosystemen. Strategisch belang De grote interesse in deze financieringsronde onderstreept het toenemende strategische belang van LiveDrop’s technologie, zowel voor nationale veiligheid als internationale toepassingen, aldus het bedrijf uit de Lichtstad. Het bedrijf, opgericht in 2021 in Eindhoven, ontwikkelt een eigen technologie voor snelle, veilige en volledig offline gegevensoverdracht via optische codering. Ontworpen als een dual-use oplossing, biedt de technologie bijzondere waarde voor de defensie- en nationale veiligheidssector, waar veilige, unidirectionele data-uitwisseling essentieel is. LiveDrop’s software-gebaseerde aanpak werkt met standaard hardware, laptops, smartphones en camera’s, en kan worden geïntegreerd in tactische systemen en bestaande softwareomgevingen.   Directeur Patrick Moreu vertelde tegen Computable eind vorig jaar dat er binnen de Navo veel interesse bestaat voor de oplossing van zijn bedrijf. Tijdens het tech-evenement Nato Edge 2024 tekende hij in dit kader een samenwerkingsovereenkomst met de Amerikaanse Tactical Solutions Group, een specialist in tech voor speciale eenheden, inlichtingen- en veiligheidsdiensten.  
HP en de rode lijn van Fantasia naar The Future of Work
2 dagen
HP heeft een missie: het bedrijf wil de wegbereider zijn voor het werk van de toekomst. Daarin draait het niet alleen om technologie maar ook om samenwerking én medewerkerstevredenheid. Het concern brengt daarvoor een nieuw concept naar de markt: het met artificiële intelligentie (ai) verrijkte HP Workforce Experience Platform. Om dit platform goed te landen scherpt het de eigen organisatie aan en haalt het de silo’s weg tussen zijn afdelingen, resulterend in ‘OneHP’. Oscillator van HP Op de recent in Utrecht gehouden ‘HP Future of Work’-mediabriefing vertoonde Koen Van Beneden, directeur HP Benelux, een stukje uit de beroemde animatiefilm Fantasia van Walt Disney uit 1940. De productie geldt als een van de eerste bioscoopfilms waarbij de muziek perfect gesynchroniseerd is met het beeld. Mogelijk gemaakt door het allereerste product van HP: de oscillator (een apparaat dat trillingen produceert). Disney bestelde er acht (de op maat gemaakte HP 200B) voor het gebruik in de audioproductie van Fantasia voor de ‘Fantasound’, een toentertijd baanbrekend surround-sound-systeem van Disney. Het vormde tevens het begin van een langdurige samenwerking tussen het animatieconcern en Hewlett-Packard. Van Beneden: ‘Ik gebruik dit voorbeeld omdat we als HP erg trots zijn op deze historische mijlpaal, maar ook omdat het aangeeft dat je eigenlijk niet weet wat je gemist hebt, totdat je het hebt meegemaakt. Voor die bioscoopbezoekers toen speelde er ineens niet meer een derderangs orkestje dat de filmbeelden probeerde te volgen maar was er een prachtig geluid hoorbaar, dat synchroon liep met de beelden. Dat moet voor hen een aha-erlebnis zijn geweest.’ Niet senang op de werkvloer Voor HP is technologie bij dit soort innovaties nooit het doel (‘de driver’) maar altijd het middel (‘de enabler’) geweest, vervolgt hij. ‘Ons uiteindelijke doel, in de inmiddels 86-jarige geschiedenis, is altijd om de wereld van het werken te verbeteren. Dat is ook wat we vandaag de dag zien: er is die gigantische golf van ai die op ons afkomt, maar in onze ogen is dat een enabler voor hoe we op de werkvloer beter kunnen werken.’ Alleen, plaatst de Benelux-directeur op de bijeenkomst in Utrecht als kanttekening, veel werknemers voelen zich vandaag de dag niet altijd senang op de werkvloer. Internationaal onderzoek (de HP Work Relationship Index 2025) wijst uit dat slechts 28 procent een goede relatie heeft met werk. Dat heeft óók te maken met technologie, merkt Van Beneden. ‘Die is nu vaak te complex en te weinig vernieuwend en vereist ook manuele interventies. Je ziet tevens dat it-afdelingen veel tijd spenderen aan het ‘licht aanhouden’ en daardoor te weinig aandacht hebben voor nieuwe technologie en de toekomstbouw van hun ict. Daarom vinden wij als bedrijf dat er een nieuwe manier van werken nodig is.’ Van Beneden voelt zich hierin gesterkt door een ander, lokaal HP-onderzoek (samen met Markteffect) dat een omarming van ai onder Nederlandse kantoormedewerkers uitwijst. Zij zijn gemiddeld 15,5 uur per week kwijt aan administratieve taken en zien in ai een kans om deze tijdrovende werkzaamheden efficiënter aan te pakken, met name jongere werknemers onder de 35 jaar. Het onderzoek toont daarnaast aan dat ai vooral wordt gezien als een oplossing om repetitieve taken te verlichten zoals administratie en analyses. Managed-service-platform Het automatiseringsbedrijf speelt hier op in door een nieuw concept op de markt te brengen, de HP Workforce Experience Platform. Het is HP’s eerste ‘ai-enabled digital employee experience platform’, of met andere woorden een nieuw managed-service-aanbod voor (ai-)pc’s, printing en aanverwante oplossingen. ‘We zitten midden in een verschuiving in de manier waarop mensen werken’, zegt Irene Quah, category manager HP Solutions Benelux. ‘Gelukkige, gemotiveerde en productieve werknemers zorgen voor betere bedrijfsresultaten, maar het creëren van werkomgevingen die een verspreid personeelsbestand mogelijk maken en inspireren, wordt steeds moeilijker. Er is veel gaande rondom de manier van samenwerken. Moeten collega’s allemaal naar kantoor, of juist niet, hoe zit het met de ‘work-life-balance’ en welke effecten heeft de opkomst van ai? Technologie speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven en werk.’ Het Workforce Experience Platform van HP biedt managers en cio’s inzichten en data waarmee ook directies en personeelszaken beter geïnformeerd kunnen worden over de rol van technologie binnen de factor medewerkerstevredenheid (zie kader onderaan). Of zoals Quah het uitlegt tijdens haar presentatie in Utrecht: ‘Technologie is in staat om groei en voldoening in de werkomgeving te realiseren. Dat is het beginstadium van ‘Future of Work’. Dat betekent dat eenieder in een organisatie kan doen waar die goed in is, zonder dat technologie een stoorzender is. Samenwerken is daarbij cruciaal. Het WXP-platform biedt daarvoor veel gezamenlijke informatie en inzichten.’ Operatie ‘OneHP’ is opgezet om de silo’s tussen de print-, compute- en collaboratie-afdelingen te slopen ‘Er is geen enkel ander bedrijf dat zoveel touchpoints heeft, zichtbaar in de werkwereld’, claimt Van Beneden. ‘Denk aan pc’s, printers, meetingrooms, camera’s, audio, accessoires, veel van wat je op een kantoor tegenkomt, is van HP. Dat geeft ons een sterke positie om, met partners, een ecosysteem op te zetten voor de toekomst van het werk.’ Maar dit betekende voor HP zelf ook een omslag omdat er intern te weinig met elkaar werd samengewerkt. Operatie ‘OneHP’ is opgezet om de silo’s tussen de print-, compute- en collaboratie-afdelingen te slopen. ‘HP is van oudsher heel goed in het maken van de best mogelijke producten. Maar we waren geen ‘OneHP’. Het kwam zelfs tot een punt dat het makkelijker was om een printer te gebruiken op een niet-HP-device dan op een HP-device. Het wordt dus hoog tijd dat al die apparaten met elkaar kunnen communiceren. We bouwen daarvoor een besturingssysteem voor de interconnectie tussen alle toestellen. We zijn bijvoorbeeld in dit kader ook bezig met het concept ‘meetingroom-as-a-service’ waar we klanten volledig ontzorgen, van apparaat tot connectie’, aldus de Benelux-directeur. Van Beneden heeft, zij het op regionaal niveau, al eerder met een soortgelijk bijltje gehakt. Sinds begin 2023 leidt hij HP Benelux en moest hij de organisaties van het bedrijf in België, Nederland en Luxemburg integreren en met elkaar nauwer laten samenwerken. Dat is gelukt; de volgende stap is om meer focus te leggen op wat voor klanten op de werkplek echt meerwaarde biedt. ‘Er werken bij ons veel mensen die sinds jaar en dag pc’s en printers ‘per kilo’ hebben verkocht. Maar tegenwoordig gaan de gesprekken met gebruikers vooral over behoeften in plaats van producten. Dat is een behoorlijke verandering maar iedereen in de organisatie is ermee aan de slag gegaan. Medewerkers hebben die sprong gemaakt en zien dat het goed is.’ Wat is het HP Workforce Experience Platform? Uniform platform: één intuïtieve gebruikersinterface waarin meerdere services samenkomen; Persona-gebaseerde ai-aanbevelingen: gepersonaliseerde technologie-adviezen op basis van gebruikerspatronen en -behoeften; Optimalisatie van hardwaregebruik: verbetering van prestaties, monitoring van gebruik en verlaging van de total cost of ownership (tco); Naadloze integratie: ondersteuning voor meerdere besturingssystemen en apparaten van verschillende merken (o.a. computers, printers, videoconferentiesystemen, voor onder meer endpoint-beveiliging); Natuurlijke taalbediening: it-beheerders kunnen middels een ‘large language model’ vragen stellen in gewone taal (zoals over opslag of batterijstatus) en krijgen directe, bruikbare antwoorden; Ai-gedreven levenscyclus-planning: voorspelt wanneer apparaten vervangen moeten worden, afgestemd op werkelijke gebruiksdata; Monitoring van werknemerstevredenheid: korte enquêtes en analyses van gebruikerssentiment helpen bij het verbeteren van de digitale werkervaring; Sentiment gekoppeld aan data: combineert gebruikersfeedback met technische gegevens voor inzicht en aanbevelingen ter verbetering van tevredenheid en productiviteit; Kostenreductie en beveiliging: automatisering van supporttaken verlaagt it-kosten; beveiliging wordt versterkt met HP Wolf Security; Verkoopkanaal: platform wordt aangeboden via HP zelf én via kanaalpartners. Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #3.
Van copiloten tot duurzame ai-modellen: hoe ai waarde toevoegt
2 dagen
BLOG – Ai verandert de manier waarop organisaties werken door waarde te creëren op het gebied van processen, duurzaamheid en kostenbeheer. In deze blogserie verkennen we drie kernthema’s die de toekomst van ai vormgeven: authenticiteit, applied value en agents. Na het eerste deel (authenticiteit), staan in deze tweede aflevering vier ontwikkelingen binnen het thema applied value centraal. Of hoe ai niet alleen een technologische innovatie is, maar ook waarde levert en bedrijfsprocessen optimaliseert. Kalibratie van copiloten Een van de meest veelbelovende toepassingen van ai is de opkomst van copiloten. Deze digitale assistenten ondersteunen gebruikers in hun werk en functioneren als slimme navigators binnen complexe processen. Net zoals een copiloot in de luchtvaart de piloot helpt bij navigatie, assisteren ai-copiloten gebruikers door inzichten te genereren en taken te automatiseren.De effectiviteit van deze systemen hangt af van hun aanpassingsvermogen aan een dynamische omgeving. Als ai-modellen niet up-to-date blijven, verzwakt verouderde of onjuiste informatie de betrouwbaarheid en prestaties van ai-copiloten. Daarom is continue kalibratie noodzakelijk. Door algoritmen regelmatig bij te werken, nieuwe datasets te integreren en de modellen te trainen met actuele informatie, blijven deze systemen relevant en accuraat. Zo bieden ai-copiloten niet alleen ondersteuning bij routinematige processen, maar spelen ze ook in op de veranderende behoeften van organisaties. Kostenbeheer als motor voor duurzaamheid De discussie over ai en duurzaamheid krijgt de aandacht die het verdient, vooral door het hoge energieverbruik van grootschalige ai-modellen. Deep learning-systemen vragen enorme rekenkracht, wat leidt tot hoge kosten en een aanzienlijke ecologische impact. Daarom zoeken veel organisaties naar oplossingen die ai duurzamer maken. De optimalisatie van ai-modellen speelt hierbij een rol. Dankzij geavanceerde algoritmen en verbeterde hardware kunnen ai-systemen even krachtige prestaties leveren. Daarnaast winnen modulaire ai-oplossingen aan populariteit. Deze kleinere, gespecialiseerde modellen voeren specifieke taken uit, in plaats van één groot, energie-intensief model. Dit verlaagt het energieverbruik, maakt ai flexibeler en vergroot de schaalbaarheid.Ook op infrastructuurniveau maken organisaties duurzamere keuzes. Grote techbedrijven investeren in energiezuinige datacenters die draaien op hernieuwbare energie en efficiënter omgaan met koeling en stroomgebruik. Door deze innovaties wordt ai niet alleen slimmer, maar ook milieuvriendelijker en kostenefficiënter. De rol van context bij ai Ai werkt niet in een vacuüm; het succes van een model hangt af van de context waarin het functioneert. Om écht intelligent te zijn, moet een ai-systeem niet alleen patronen herkennen, maar ook begrijpen wat data betekenen en hoe deze zich verhouden tot de bredere context.Bij het ontwikkelen van contextbewuste ai spelen drie bouwstenen een rol: Semantiek maakt dat ai woorden en begrippen correct interpreteert. Zo moet ai bijvoorbeeld het verschil kunnen begrijpen tussen ‘bank’ als financiële instelling en ‘bank’ als meubelstuk. Ontologie gaat nog een stap verder en bepaalt hoe begrippen binnen een domein met elkaar samenhangen. In een zakelijke omgeving betekent dit dat ai weet dat ‘klant’, ‘bestelling’ en ‘factuur’ aan elkaar gekoppeld zijn. Wanneer een klant bijvoorbeeld vraagt naar een ontbrekende levering, koppelt ai de orderstatus aan de betalingsstatus. Feiten vormen de objectieve basis waarop ai beslissingen neemt. Hoe betrouwbaarder de kennis waarop een model is getraind, hoe nauwkeuriger de uitkomsten. Door deze elementen slim te combineren, worden ai-systemen nauwkeuriger, slimmer en beter toepasbaar in complexe vakgebieden zoals juridische analyses en gepersonaliseerde zoekopdrachten. Dit verhoogt niet alleen de efficiëntie, maar ook het vertrouwen in ai-beslissingen. Datagedreven conversatie-ai Ai evolueert van eenvoudige, reactieve chatbots naar intelligente, datagedreven gesprekspartners. Waar traditionele chatbots vaak beperkt blijven tot vooraf ingestelde antwoorden, begrijpen moderne ai-systemen de context, onthouden ze eerdere interacties en kunnen ze zelfs voorspellingen doen op basis van gebruikersgedrag. Met toegang tot uitgebreide datasets wordt de interactie met ai steeds natuurlijker en intuïtiever. Deze ontwikkeling valt vooral op in sectoren zoals klantenservice, e-commerce en de gezondheidszorg. Gebruikers krijgen sneller en gerichter hulp zonder lange wachttijden of omslachtige menu’s. Ai-gestuurde assistenten nemen al steeds vaker de rol van standaardinterface voor digitale interactie over. Ai is meer dan een technologische vooruitgang; het verandert de manier waarop bedrijven en zelfs de samenleving functioneren. In het volgende deel van deze serie verkennen we ‘agents’, en hoe dit thema bijdraagt aan de verdere evolutie van ai. Daniel Lumkeman, solution architect Qlik
RVO c.s. huurt voor 60 miljoen dataspecialisten in
2 dagen
WIE GUNT WAT – De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft namens een groep overheidsinstanties een raamovereenkomst voor het inhuren van data-specialisten aan acht partijen gegund. Het gaat om Cimsolutions, Improven, Linkit, PW Consulting, Quest4, Sogeti, Star Apple en Talent&Pro Nederland. Het contract heeft een looptijd van maximaal 4 jaar en een geraamde waarde van zestig miljoen euro. De raamovereenkomst omvat de dienstverlening aan een brede groep deelnemers, namelijk naast de RVO Mijnbouwschade Groningen, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), het Centraal Planbureau (CPB), IMG, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (kerndepartement LVVN) en het ministerie van Economische Zaken (kerndepartement EZ). De deelnemers nemen via mini-competities data-diensten af op het gebied van techniek, architectuur, analytics en data & governance. De partijen die gewonnen hebben, werken vaak samen met partners. Zo werkt Cimsolutions samen met SLTN en opereert Linkit in een samenwerkingsverband met Always be Learning, KVL en VisionBI. ‘Het winnen van deze aanbesteding is een bevestiging van het vertrouwen in onze aanpak en expertise. Het werkveld data is al jarenlang één van onze interne specialismen’, reageert Niels de Bruin, hoofd commercie bij Linkit. Wie gunt wat: Veel ict-opdrachten worden verstrekt via een aanbestedingstraject. Computable maakt regelmatig melding van de publiek gemaakte gunningen.
Kort: TU/e lanceert nieuw high-tech-onderzoeksinstituut, veel minder cyberincidenten in Nederland (en meer)
3 dagen
Nieuw high-tech-onderzoeksinstituut in Eindhoven, forse afname cyberincidenten, Enreach stoot Contict af aan Your.Cloud, Stijn Bijnens ceo Proximus Groep en CGI helpt ABN Amro met CLS. Dat zijn de onderwerpen in dit nieuwsoverzicht van vandaag. TU/e opent nieuw high-tech-onderzoeksinstituut De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) richt een instituut op voor onderzoek naar halfgeleiders, quantum, fotonica en de ontwikkeling van de hightech-systemen en chips van de toekomst. Dit nieuwe onderzoeksinstituut brengt één bestaande instelling en twee initiatieven samen: het Eindhoven Hendrik Casimir Institute, het High Tech Systems Center en het Future Chips Flagship. De ambitie sluit aan bij beleidsinitiatieven als de European Chips Act en het Draghi-rapport die benadrukken hoe belangrijk het is dat Europa grip houdt op de sleuteltechnologieën die bepalend zijn voor de komende decennia. De officiële lancering vindt eind september plaats tijdens een high-tech-evenement op de TU/e-campus. Cyberincidenten fors afgenomen Steeds meer bedrijven nemen maatregelen voor het veilig inloggen op hun ict-systemen, websites en apps. Het gebruik nam toe van 26 procent in 2017 naar 61 procent in 2024. Vooral tweefactorauthenticatie is populair; bij kleinere bedrijven is de toepassing ervan zelfs ruim verdubbeld van 29 procent in 2017 naar 76 procent in 2024. Het aantal cybersecurityincidenten is in Nederland dan ook fors afgenomen. In 2016 had bijvoorbeeld nog bijna 40 procent van de grootste bedrijven een cybersecurityincident door een aanval van buitenaf, terwijl dit in 2023 nog maar 16 procent was. Dit blijkt uit de nieuwe Cybersecuritymonitor van het CBS.   Contict van Enreach naar Your.Cloud Contict uit Oldenzaal sluit zich aan bij Your.Cloud, een bedrijvenconglomeraat van Strikwerda Investments, gericht op it-, cloud- en communicatie-oplossingen voor het mkb. Contict, gespecialiseerd in connectiviteit, werkplek- en telefonie-oplossingen voor het mkb, verwacht onder de nieuwe eigenaar verder te kunnen groeien. Het bedrijf (35 man) was sinds 2022 onderdeel van Enreach, leverancier van samenwerkingstechnologie en telecomdiensten uit Almere, en blijft nauw samenwerken met deze verkopende eigenaar. Stijn Bijnens leidt de Proximus Groep De raad van bestuur heeft Stijn Bijnens aangesteld als nieuwe topman van de Proximus Groep. De voorbije zeven jaar stond de Belg aan het roer van it-dienstenbedrijf Cegeka. Bijnens zal bij Proximus leiding geven aan een groep van zo’n 11.000 medewerkers. De Belgische telecomgigant, ook in Nederland actief via Proximus NXT (voorheen Telindus), versnelde de voorbije jaren zijn internationale expansie met overnames van het Amerikaanse Telesign en het Indiase Route Mobile. ABN Amro kiest voor CLS-oplossing CGI ABN Amro heeft gekozen voor de Continuous Linked System (CLS) Manager-oplossing van it-concern CGI. Deze oplossing biedt de bank controle-, automatiserings-, monitoring- en reconciliatiemogelijkheden, waardoor de bank haar CLS-activiteiten kan uitbreiden en tegelijkertijd risico’s kan beperken. Ook is ABN Amro hierdoor lid kunnen worden van het internationale Foreign Exchange (FX) Clearing-netwerk dat wordt beheerd door CLS Bank. Daarmee kan de bank het aanbod van financiële diensten aan derden uitbreiden, zoals internationale valutatransacties. De CLS Bank is in 2002 opgericht door een aantal wereldwijd opererende banken en CGI heeft een aantal it-oplossingen ontwikkeld voor deze speciale bank.
KPN en Thales bouwen soevereine cloud voor Defensie
3 dagen
WIE GUNT WAT – Defensie krijgt een extra veilige cloud voor militaire data. KPN gaat samen met het Franse def tech-bedrijf Thales een soevereine cloud bouwen waarin de krijgsmacht gevoelige informatie kan opslaan. Staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie) heeft hiertoe een overeenkomst gesloten tijdens een grote luchtvaartbeurs in Parijs. Hij noemde het een belangrijke stap voor de veiligheid van Defensie. Defensie krijgt een extra veilige cloud voor militaire data. KPN gaat samen met het Franse def tech-bedrijf Thales een soevereine cloud bouwen waarin de krijgsmacht gevoelige informatie kan opslaan. Staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie) heeft hiertoe een overeenkomst gesloten tijdens een grote luchtvaartbeurs in Parijs. Hij noemde het een belangrijke stap voor de veiligheid van Defensie. Details over het contract zijn niet bekend gemaakt. Tuinman benadrukte dat digitale technologie steeds belangrijker wordt en dat Defensie daarvoor hulp nodig heeft van bedrijven. ‘Een schaalbare krijgsmacht kan alleen gerealiseerd worden door samenwerking met het bedrijfsleven. Want jullie hebben de kennis en het innovatief vermogen die wij nodig hebben voor onze gereedheid,’ zo zei hij tijdens de Paris Air Show. Daarnaast tekende hij een aparte overeenkomst met de Verenigde Staten. Dat gaat over samenwerken op het gebied van wapens, technologie en testen van nieuw militair materieel. Beide landen willen personeel uitwisselen en samen aan nieuwe oplossingen werken, zodat hun systemen goed op elkaar aansluiten. De overeenkomst geldt voor zowel het lucht- land- als maritieme domein. Prototypes In de afgelopen jaren werden tal van projectvoorstellen gedaan door Defensie en kennisinstituten. De in Parijs getekende overeenkomst maakt het mogelijk die voorstellen nu ook in praktijk te brengen. Het gaat onder meer om het gezamenlijk testen en evalueren van prototypes. Dit alles met als doel om samen tot nieuwe, uitwisselbare en interoperabele oplossingen te komen. Momenteel is er al wel samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Zo werken experts aan zogenoemde Data Exchange Agreements (DEA’s). Daarmee is op een bepaald onderwerp data en informatie uit te wisselen. Begin deze week maakte de Belgische telecomoperator Proximus bekend samen met Thales de it-infrastructuur te moderniseren van de Navo. Proximus spreekt van een omvangrijk bedrag zonder financiële details te geven. Aanbesteding it-securityKPN sleepte afgelopen eind februari ook al een ict-beveiligingsopdracht bij Defensie binnen ter waarde van 22 miljoen euro. Het telecombedrijf kwam als beste uit de bus dankzij zijn inzet op kennisontwikkeling en duurzaamheid. Andere inschrijvers op de niet-openbare aanbesteding waren onder meer NTT Netherlands en Netlink (Axians). Die visten achter het net.De raamovereenkomst kent een looptijd van twee jaar, die tweemaal met een jaar kan worden verlengd. Het betrof de levering en het onderhoud van hard- en software, licenties en aanvullende diensten ter bescherming van de digitale infrastructuur van Defensie. Wie gunt wat: Veel ict-opdrachten worden verstrekt via een aanbestedingstraject. Computable maakt regelmatig melding van de publiek gemaakte gunningen.
Gemeente Breda verruilt Centric voor Unit4
3 dagen
WIE GUNT WAT – De gemeente Breda moderniseert haar financiële it-omgeving met Unit4 ERPx. Nu nog werkt Breda met een on-premises-pakket van Centric maar dat past niet meer bij het huidige beleid waarin software-as-a-service (saas)-dienstverlening centraal staat. De gemeente Breda (188.000 inwoners) wilde een moderne cloudoplossing voor zijn financiële administratie. De keuze na een aanbesteding viel op Unit4 met zijn cloudpakket ERPx. Volgens het softwarebedrijf kan de Brabantse gemeente met de cloud-gebaseerde software van Unit4 eenvoudige en betrouwbare data-exports naar het datawarehouse sturen, gemakkelijker en flexibeler rapporteren dankzij standaard templates en relevante documentatie voor controle- en verantwoordingswerkzaamheden direct inzien. Joost Veuger, directeur bedrijfsvoering en dienstverlening bij gemeente Breda, over de keuze voor Unit4 ERPx: ‘Het succes van de modernisering is niet alleen afhankelijk van de technologie, maar vooral ook van de betrokkenheid en inzet van onze medewerkers. Daarom hebben we bewust een opdracht op de markt gezet die aan deze punten voldoet, en gekozen voor een partner die niet alleen de implementatie vakkundig begeleidt, maar ook garant staat voor een stabiele werking, blijvende ondersteuning en een gezamenlijke doorontwikkeling van de oplossing. Dat hebben we gevonden in Unit4, en tijdens de demoperiode hebben ze hun meerwaarde bewezen.’ De overeenkomst met Unit4 wordt aangegaan voor een looptijd van ruim zes jaar, met een verlengoptie van twee keer drie jaar. Het contract kan dus maximaal lopen tot en met 2037. De geschatte waarde bedraagt vier miljoen euro (over de ruim zes jaar). Wie gunt wat: Veel ict-opdrachten worden verstrekt via een aanbestedingstraject. Computable maakt regelmatig melding van de publiek gemaakte gunningen.
Vraag naar Europese storage stijgt
3 dagen
BLOG – Digitale soevereiniteit is de laatste tijd uitgegroeid van abstract beleidsbegrip tot een relatief tastbaar selectiecriterium bij it-investeringen. Waar het eerst ging over cloud, connectiviteit en compliance, komt nu de onderliggende hardware in beeld. Organisaties, met name in de publieke en gereguleerde sectoren, zoeken bewust naar storage-oplossingen die volledig binnen Europa zijn ontwikkeld en geproduceerd. Wat verklaart deze verschuiving? Wat is Europese storage eigenlijk? Met Europese storage bedoelen we oplossingen waarbij zowel het ontwerp, de productie als de dienstverlening binnen Europa plaatsvinden. Geen assemblage in het Verre Oosten, geen firmware vanuit de VS, geen sla’s met voetnoten, maar een keten die binnen Europese grenzen opereert. Dit is relevant voor organisaties die (juridische) controle, leveringszekerheid en dataverantwoordelijkheid willen garanderen. Een voorbeeld van zo’n Europese fabrikant is het Duitse Fast LTA, dat storage-hardware ontwikkelt en produceert binnen de EU en zich richt op backup, archivering en ai. Onzekerheden De afhankelijkheid van niet-Europese leveranciers wordt in toenemende mate gezien als strategisch risico. Niet alleen vanwege supplychain-onzekerheden, maar ook door wetgeving zoals de Amerikaanse Cloud Act, die buitenlandse overheden onder voorwaarden toegang kan geven tot data. Daarnaast is er het voorbeeld van Microsoft, dat in mei 2025 op verzoek van de Amerikaanse overheid tijdelijk de mailbox van een Europese aanklager blokkeerde. Deze actie heeft het bewustzijn in Europa verder aangewakkerd – want wat vandaag software betreft, kan morgen ook hardware raken. Wat als Amerikaanse leveranciers op verzoek van de overheid geen onderdelen meer leveren of de service stopzetten? De manier waarop we opslag organiseren, zegt steeds meer over hoe serieus we digitale autonomie nemen Wetgeving zoals NIS2, GDPR en Dora schrijft in toenemende mate niet alleen voor wát je moet beveiligen, maar ook hóé. Aantoonbare controle over je dataopslag en herstelcapaciteit wordt een vereiste en dat stelt eisen aan de infrastructuur. Europese storage-oplossingen die onder EU-wetgeving vallen, worden hierdoor een logische keuze voor organisaties die grip willen houden op dataverwerking, logging, archivering en herstelbaarheid. Vooral de beweging van Amerikaanse publieke naar private cloud en vaak zelfs on-premise storage wordt in Nederland zichtbaar. Sourcing Naast compliance en risico’s speelt ook de praktische kant mee. Lokale productie en assemblage leiden tot snellere levering, voorspelbaarheid in onderhoud en ondersteuning in eigen taal en tijdzone. Daar waar internationale leveranciers soms maanden nodig hebben voor vervangingsonderdelen of on-siteservice, biedt Europese sourcing meer continuïteit. Cruciaal in sectoren zoals zorg, overheid en industrie. Bovendien speelt een korte levertijd van Europese storage steeds vaker een doorslaggevende factor in de keuze. Grip De groeiende vraag naar Europese storage is dus niet alleen een juridische of politieke kwestie. Het is onderdeel van een bredere verschuiving waarin organisaties opnieuw grip willen krijgen op hun it. Vertrouwen, continuïteit en onafhankelijkheid worden opnieuw gedefinieerd, van applicatie laag tot fysieke opslag. Of het nu gaat om backup, archivering of dataherstel, de manier waarop we opslag organiseren, zegt steeds meer over hoe serieus we digitale autonomie nemen. Europese storage is niet langer een niche, maar een noodzakelijke pijler in een toekomstbestendige infrastructuur. Axel Bootink, ceo Comex
Kort: Elastique op Sri Lankaans avontuur, Panasonic helpt The AA, Main koopt Carwise-duo (en meer)
4 dagen
Elastique in zee met Sri Lankaanse Finap, Panasonic schiet The AA te hulp, nieuwe overnames Main Capital (CarWise/Austodik en Prim’X) en de energiesoftwarebedrijven Energy21, Ecedo, Jules en Gridhub fuseren tot Eneve. Dat zijn onderwerpen in dit nieuwsoverzicht van vandaag. Elastique richt met Finap uit Sri Lanka joint venture op, Het Hilversumse digitaal-agentschap Elastique gaat saenwerken met het it-bedrijf Finap uit Sri Lanka. Daarvoor richtten beide bedrijven een joint venture op: The Scalebridge. Deze biedt Europese startups en scale-ups it-diensten aan, met extra aandacht voor ESG-eisen (Environmental Social Governance). Finap levert de softwarecapaciteit, terwijl Elastique zich bekommert om de architectuur, het ontwerp en het projectmanagement. Panasonic rust The AA uit met robuuste 5G-routers Panasonic heeft de hulpvloot van The AA, de grootste pechhulpdienst van het Verenigd Koninkrijk, ‘robuuster’ gemaakt. Daarvoor installeerde de Toughbook-divisie ruim 2.500 robuuste 5G-routers in de pechhulpwagens van The AA voor een betrouwbaardere connectiviteit. Partners in het project ware Cradlepoint (een Ericsson-bedrijf) en Gamma Telecom. Recent maakte Panasonic ook bekend, naast een reorganisatie, te investeren in het reparatie- en configuratiecenter in Cardiff in het Verenigd Koninkrijk. Dat wordt een volwaardig ‘service and solutions centre; met meer managed services. De twee jaar geleden geopende servicehub in het Hongaarse Boedapest krijgt er specialistische expertise in de robuuste (rugged) apparatuur van het bedrijf bij. Main Capital stapt in lease-automarkt met aankoop CarWise en Autodisk Main Capital Partners kondigt de overname aan van CarWise en AutoDisk (samen CarWise). De bedrijven uit respectievelijk Almere en Haarlem werken al ruim dertig jaar nauw samen (gezamenlijke omzet nabij de dertig miljoen). Ze ontwikkelen software voor leasebedrijven en autoverhuurders in de Benelux en bieden die aan als één product. Klanten kunnen via een onlineplatform onder meer offertes, vlootbeheer en facturatie regelen. Volgens Het Financieele Dagblad is met de overname ruim tweehonderd miljoen euro gemoeid en is het daarmee de grootste overname van Main tot nu toe in Nederland. Met de steun van Main Capital worden de internationale groeiambities ondersteund.   Main Capital pleegt tweede Franse overname: Prim’X Main Capital Partners heeft een meerderheidsbelang in Prim’X, een ontwikkelaar van encryptie- en databeveiligingssoftware. Het bedrijf uit Lyon richt zich met name op klanten in de Europese defensie-, overheids- en veiligheidssectoren. Deze transactie markeert Main’s tweede platforminvestering in Frankrijk, na de opening van het Parijse kantoor in februari 2025. Prim’X werd in 2003 opgericht door Serge Binet. Met de steun van Main Capital wil het bedrijf internationaal doorgroeien en profiteren van de groeiende vraag naar oplossingen voor vertrouwelijk databeheer. Prim’X is al actief in Nederland en heeft een productcertificering van de AIVD op zak. Fusie van energiesoftwarebedrijven tot Eneve Energiesoftwarebedrijven Energy21, Ecedo, Jules en Gridhub gaan samen verder onder de naam Eneve. Door de bundeling van de vier energiesoftwarebedrijven ontstaat één gespecialiseerd softwarebedrijf met ruim vijfentwintig jaar ervaring, zo’n 130 specialisten, vestigingen in Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk en een geschatte omzet van vijfentwintig miljoen euro dit jaar. Klanten zijn onder andere Axpo, BASF, Vattenfall, Eneco, Essent, Engie, Mega, Vandebron en Scholt Energie. De fusie markeert een volgende stap in de ontwikkeling van een geïntegreerd softwareplatform dat energiebedrijven helpt om regie te houden over de volledige energiewaardeketen. De deal wordt ondersteund door investeringsmaatschappij Vortex Capital Partners.
Leden VNG stemmen in met ict-collectivisering
4 dagen
De algemene ledenvergadering (ALV) van de VNG heeft met ruim 99 procent ingestemd met de resolutie ‘Als één sterke bestuurslaag regie op de Digitale Samenleving’. Hiermee willen de leden (= gemeenten) de gemeentelijke digitalisering collectiviseren.   Door gezamenlijk regie te voeren over de inkoop, de ontwikkeling en het beheer van ict-systemen ontstaan schaalvoordelen, is er meer slagkracht om ict succesvol toe te passen en wordt de weerbaarheid vergroot (en dus een kleinere kans op geslaagde cyberaanvallen), is de gedachte achter de collectivisering. Op de gisteren gehouden jaarlijkse ALV stemden de gemeenteleden in voor een gezamenlijke aanpak waarbij meer dan 80 procent van de gemeentelijke digitalisering gezamenlijk zou moeten worden uitgevoerd. ‘Met de resolutie ligt er een stevig fundament voor de verdere uitwerking van concrete collectiviseringsvoorstellen, bijvoorbeeld op het gebied van digitale veiligheid, inkoop en cloudbeleid. In de voorstellen worden per thema ook de governance, organisatie, financiering en uitvoering uitgewerkt. Deze aspecten dienen te voldoen aan de uitgangspunten zoals geformuleerd in de resolutie’, schrijft de VNG.    Common Ground De spil in de collectivisering is het gemeenschappelijke programma Common Ground dat al een aantal jaren poogt een gemeentebrede ict-laag in te voeren. Tijden de ALV is ook ingestemd met het eerste collectiviseringsvoorstel Realisatiekoers van Common Ground. Dit voorstel richt zich op het gezamenlijk ontwikkelen van een platform voor gemeentelijke dienstverlening en ‘Mijn Services’, in nauwe samenwerking met marktpartijen. Het doel is om de digitale infrastructuur van gemeenten te standaardiseren en te moderniseren, zodat inwoners en bedrijven kunnen rekenen op betrouwbare en efficiënte digitale diensten.    Volgende stappen   Met de aangenomen resolutie kiezen gemeenten voor een gezamenlijke koers met een stapsgewijze implementatie. De VNG roept gemeenten op om actief bij te dragen aan deze volgende stappen, de ontwikkeling van voorstellen en samen te werken aan een toekomstbestendige digitale samenleving.  
Nederlandse bedrijven nog niet kansloos om EU-gelden cloud en ai  
4 dagen
De kans is nog niet helemaal vervlogen dat Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen volledig buiten spel komen te staan bij de grote investeringsprogramma’s die de Europese Commissie gaat opzetten voor edge computing en artificial intelligence (ai).  Nederland gaat namelijk wel deelnemen aan de coördinatie van de taskforce die moet onderzoeken hoe Nederlandse cloudserviceproviders en toekomstige industriële gebruikers succesvol zijn in te passen in het zogeheten ‘8ra Initiative’. Hierbij gaat het om de ontwikkeling van een soeverein, interoperabel en veilig ‘multi-provider cloud-edge continuum’. Christiaan Meinsma, senior adviseur bij de Rijksdienst voor ondernemingen (RVO), kondigde deze deelname aan tijdens een conferentie deze week van de Dutch Cloud Community (DCC) over Europese cloudinitiatieven. Onlangs kondigde de inmiddels afgetreden minister Beljaart (Economische Zaken) aan geen extra middelen meer uit te trekken voor nieuwe Ipcei’s. De bewindsman zei dat er momenteel geen geld is voor de voortgang van het deze Important Project of Common European Interest on Cloud Infrastructure and Services (Ipcei CIS). Langs die weg investerenEuropese lidstaten en bedrijven gezamenlijk vier miljardeuroin het creëren van Europese cloud-alternatieven. Op die manier moet de EU minder afhankelijk worden van Amerikaanse hyperscalers als Microsoft, Amazon en Google. De Europese Commissie investeert niet rechtstreeks in Ipcei’s, maar schept een raamwerk voor de financiering.  Volgens Björn Hakansson, senior business developer manager bij TNO’s Center of Excellence, is het effect van alle nieuwe digitale EU-wetgeving en stimuleringsprogramma’s zoals Ipcei’s op de positie van EU-cloudproviders nog wel gering. Sterker nog, hun marktaandeel loopt nog steeds terug. 8ra Initiative RVO-adviseur Meinsma liet doorschemeren dat Nederland voor zichzelf nog wel een rol weggelegd ziet in het ‘8ra Initiative’ dat voorziet in de creatie van een veerkrachtige en schaalbare digitale infrastructuur die op maat is gesneden van Europese behoeften. Tekenend in dit verband is dat Nederland ook de organisatie op zich neemt van de algemene vergadering van de 8ra-top in maart 2026.  Aan drie reeds lopende Ipcei-CIS-projecten geeft Nederland 71 miljoen euro uit: het duurzamer maken van datacenters, hetEuropean Cloud Campus-project van Leaseweb én het Ecofed-project. Tijdens de conferentie van de Dutch Cloud Community werd onder andere dit Ecofed-project belicht, een Europees cloudinitiatief om digitale soevereiniteit te bevorderen. Organisaties moeten gemakkelijker kunnen overstappen van de ene cloudprovider naar de andere.  In handen van hyperscalers Volgens Wido Potters die namens de Edese datacenterexploitant BIT sprak, is de enorme verticale integratie de kern van het probleem. Microsoft, Amazon en Google beheren en controleren alle lagen, namelijk data & management, platform, hosting, virtualisatie, hardware en interconnectivity. Gevolgen zijn vendor lock-in, torenhoge drempels voor nieuwe toetreders en een rem op innovatie. Ook gebruiksgemak en enorme integratiemogelijkheden drijven afnemers in de handen van hyperscalers.  Ecofed beijvert zich ervoor de iaas-laag (infrastructuur) los te maken van paas (platform) en saas (software), zonder in te leveren op de voordelen van gebruiksgemak ten aanzien van uitrol, beheer en integratie. Potters: ‘Dit Europese initiatief levert de technische basis voor een open-cloud-gebruikersmodel dat interoperabiliteit, federatie en keuzevrijheid mogelijk maakt. Het landschap van leveranciers moet diverser worden. Het is de bedoeling van een ‘mono cloud’ te gaan naar multi-provider ecosystemen. De gefedereerde cloud combineert de voordelen van het pre-cloud-tijdperk met in elke laag meerdere spelers en de (native) cloud.’  De stack moet agnostisch zijn: dwing providers niet om hun bestaande oplossingen opnieuw op te bouwen. En Ecofed speelt in op het feit dat de technologie voortdurend verandert. Het initiatief moet ondersteuning kunnen bieden aan oplossingen die morgen of over tien jaar bedacht worden. Verder wees Potters op het belang van uniformiteit in de vorm van een standaard of protocol. ‘In het Ecofed-framework wordt bestaande technologie ingezet zodat veelal huidige tooling en applicaties zijn te gebruiken.’ Service-ontologieën  Potters beschreef ook de functionaliteiten die de Ecofed-technologie gaat ondersteunen. Gebruikers kunnen de door hen gewenste diensten inclusief de benodigde vereisten formuleren. Het dienstenaanbod bij providers wordt in kaart gebracht. Gebruikers kunnen diensten aanvragen bij providers die aan de vereisten voldoen. Ook zijn aanpassingen mogelijk. Gebruikers kunnen het initiatief nemen tot verhuizing van diensten. Automatische resolutie wordt mogelijk van technische, juridische en administratieve vereisten. Dit leidt tot bouwblokken als een ‘multi provider linked infrastructure’ (MPLI), service ontologieën, compliance labels, service catalogi (van derden, bijvoorbeeld de marktplaats Dome) en service orkestrators (bijvoorbeeld OpenTofu). Een MPLI is een api die de ontdekking, provisioning en verhuizing van diensten aanstuurt.  De api zorgt voor resolutie van vereisten die gebruiker stelt aan service-ontologieën. Ook stuurt de api ‘workers’ aan die communiceren met achterliggende technologie stack. Ecofed levert ook een referentie-implementatie van de api en enkele referentie-implementaties voor workers voor specifieke services. De service-ontologieën zijn gebaseerd op bestaande standaarden (RDF Shacl). Gebruikers kunnen beschrijven wat ze willen onder welke voorwaarden. De service-ontologie middels de MPLI concludeert of en op welke manier de gewenste samenstelling van diensten met bijbehorende voorwaarden mogelijk is.  Voortgang Inmiddels heeft Ecofed al de nodige voortgang geboekt. Concepten van MPLI en ontologie zijn gevalideerd middels migratie van een virtuele server van provider A, naar provider B naar provider C, alle drie met verschillende hypervisors en in verschillende netwerken. Ook is de technologie verfijnd via migraties van containers en PostgreSQL-databases. Ook zit Ecofed in het eerdergenoemde Ipcei-CIS ecoysteem, de 8ra.com Task Force. De resultaten zijn beschikbaar als open-source via Linux Foundation Europe. Verder is Ecofed verbonden met andere Europese initiatieven als de marktplaats Dome en Gaia-X. Tenslotte is men voorbereid op (toekomstige) EU-wetgeving zoals de Data Act. Tot slot zie Potters: ‘Maar het meest versterk je de Europese cloud door echt diensten af te nemen.’
Kan ai einde maken aan tekort aan vaardigheden in soc?
4 dagen
BLOG – Het ‘2024 Global Cybersecurity Skills Gap Report’ van Fortinet wijst een tekort aan vaardigheden op het gebied van cybersecurity aan als een van de drie belangrijkste oorzaken van beveiligingsincidenten. Organisaties hebben moeite met het aantrekken van de juiste kandidaten. Het inzetten van generative artificial intelligence (gen-ai) voor dit doel wordt steeds aanlokkelijker. Deze technologie bezit het potentieel om de efficiëntie en snelheid van kerntaken van security operations centers (soc’s) een boost te geven. De vraag is hoe tastbaar de bijdrage van gen-ai is. Kan deze technologie organisaties werkelijk een oplossing bieden voor het tekort aan vaardigheden? Zoektocht Als we kijken naar de zoektocht van bedrijven en operators naar beveiligingstalent, vallen er twee trends te ontwaren. De eerste is dat het lastig voor hen is om de juiste mensen te vinden en behouden. De tweede is dat het gebruik van gen-ai binnen soc-platforms al een realiteit is. Als je een schets van een it-architectuur maakt op een whiteboard of desnoods een tafellaken in een restaurant, kan een gen-ai-oplossing een logische reeks van instructies tevoorschijn toveren die direct zijn toe te passen door firewalls in datacenters en externe bedrijfslocaties. Wat indrukwekkender is: als je deze configuratie via een pushmechanisme op alle vertakkingen van het netwerk toepast en sommige knooppunten niet de beoogde resultaten leveren, kan dezelfde gen-ai-oplossing op de proppen komen met een actieplan voor het verhelpen van dit probleem. Met een simpele muisklik kan de technologie knooppunten opnieuw inrichten, waarop de dikke groene lijnen waar netwerkbeheerders zo dol op zijn opnieuw zichtbaar worden. We weten hoe moeilijk het is om gestandaardiseerde beveiligingsregels toe te passen op grootschalige heterogene infrastructuren. We kunnen ons succes echter afmeten aan de tijd die we hiermee kunnen besparen en de consistentie die we ermee bereiken. De tijdsbesparing wordt weergegeven in de vorm van groene lichtjes. Er is geen sprake van enige fouten in de syntaxis, en de documentatie is klip en klaar. De oorspronkelijke template wordt aangepast om ruimte te bieden voor alle unieke details. De ip-adressen van filialen worden bijgewerkt en de rechten van beheerders worden geverifieerd. We kunnen het enthousiasme van operationele managers over ai pas delen als er sprake is van een type ai dat niet alleen generatief is (omdat die code produceert), maar ook correlatief, in de zin dat de technologie diverse operationele voorwaarden integreert en de resultaten aanpast aan de uiteenlopende fysieke hardware. Werven Is het niet langer nodig om beveiligingstalent te werven? Nee, integendeel. Netwerkacties blijven vragen om menselijk beoordelingsvermogen en menselijke verantwoordelijkheid. Dat geldt voor alles van de input van de configuratie en de grootschalige toepassing daarvan tot het leveren van advies over beveiligingsmaatregelen voor filialen en het controleren of lokale teams een gedegen begrip van nieuwe netwerksegmentaties hebben. We weten dat ai uitblinkt in tactische reacties die op vooraf gedefinieerde regels zijn gebaseerd. Maar het opstellen van beveiligingsregels, het bepalen van de risicotolerantie en het nemen van strategische beslissingen vragen nog altijd om menselijke kennis en intuïtie. Het analyseren van nieuwe cyberbedreigingen, doorgronden van hun potentiële impact en ontwikkelen van innovatieve tegenmaatregelen zal eveneens om menselijke intelligentie en creativiteit blijven vragen. Het trainen van gebruikers en uitwisselen van ervaringen blijft ook het unieke domein van mensen, van beheerders tot en met de ciso. Teams leggen zich elke dag opnieuw toe op de dingen waar zij het beste in zijn: het herinrichten van de netwerktopologie, het optimaliseren van processen en het opvoeren van de bedrijfsprestaties. Securityteams zullen nog altijd moeten worden gewapend met de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het doorgronden, interpreteren en beheren van door ai aangestuurde beveiligingssystemen. Einde Ai kan helpen om een einde te maken aan herhaaldelijk terugkerende en louter technische activiteiten, zoals het handmatig opstellen, documenteren en corrigeren van sd-wan-configuratietemplates. Het personeel houdt op die manier meer tijd over voor activiteiten met strategische waarde. Organisaties die beveiligingstalent willen werven, zouden in hun vacatures niet louter moeten vragen om harde vaardigheden zoals programmeren of ervaring met opdrachtregelinterfaces. Ze kunnen het wervingsproces beter richten op kandidaten die bekend zijn met de menselijke dimensies van cybersecurity. De soc-manager van morgen zal een gedachteleider zijn die niet-technische afdelingen bij de strijd tegen cyberbedreigingen betrekt. Organisaties kunnen op deze manier complete aspecten van cybersecurity toevertrouwen aan ‘interne’ beveiligingsprofessionals met een diepgaand begrip van de bedrijfscultuur en -geschiedenis. Hun beslissingen en simpelweg hun aanwezigheid tijdens vergaderingen zullen het vertrouwen in de beveiliging vergroten, en de verbeteringen die zij voorstellen zullen sneller worden toegepast. Obstakel Als het wervingsproces daarmee niet wordt vereenvoudigd, zal het op zijn minst sneller verlopen. Dit biedt bovendien kansen voor mensen wier beperkte technische achtergrond normaliter een obstakel zou vormen. In plaats van te jagen op schaarse externe experts zullen hr-managers hoogstwaarschijnlijk hun blik richten op interne kandidaten die bekend zijn met de bedrijfscultuur. Ai zal de komende vijf jaar nog geen besluitvormers op het gebied van cybersecurity gaan vervangen. Ciso’s die de juiste dosis ai inzetten om oplossingen voor hun uitdagingen te vinden zullen meer succes boeken dan collega’s die de technologie links laten liggen. Alain Sanchez, EMEA field ciso Fortinet
Pax8 schudt met cloud-marktplaats de distributiewereld op
4 dagen
‘Vrede en geluk voor het partner-kanaal’ Een datagedreven online-marktplaats waar managed service providers en andere it-dienstverleners hun klanten software en services kunnen bieden, verrijkt met ai-tools en trainingen voor het verbeteren van productportfolio’s: dat is het paradepaardje van Pax8. De Amerikaanse cloudcommerce-marktplaats is een luis in de pels in de traditionele wereld van wederverkopers en distributeurs. Pax8 wil graag de nieuwe standaard zetten in de wereld van wederverkopers en distributeurs. In 2012 lanceerde ict-veteraan John Street samen met investeringsmaatschappij First Mile Ventures dit bedrijf vanuit een kelder in Greenwood Village, Colorado. Street had in 2009 zijn vorige bedrijf MX Logic, een e-mailspam-detectordienst, verkocht aan McAfee en richtte daarna zijn aandacht op de opkomende cloudoplossingen. Hij stelde vast dat de traditionele verkoopstructuur van de it-sector, vaak via distributeurs en wederverkopers, niet was ingesteld om cloud-gerelateerde diensten op schaal te verkopen. De it-leveringsketen had in zijn ogen een opfrisbeurt nodig om op kosteneffectieve wijze cloudproducten te kunnen slijten aan het bedrijfsleven en dan met name het mkb. Zijn ei van Columbus? Een digitale marktplaats! Pax8 ontwikkelde zich in de jaren daarna tot een online-marktplaats voor clouddiensten, gericht op de vele managed service providers (msp’s) die op hun beurt weer hún klanten bedienen. Klanten die vaak door de bomen het bos niet meer zien als het gaat om het kiezen van de juiste it-oplossingen. En die ook behoefte hebben aan selfservice-mogelijkheden en inzicht in gebruiks- en licentiekosten. Knelpunten oplossen Niet dat msp’s in eerste instantie gelijk doorhadden wat een ‘cloud commerce marketplace’ is, vertelde de huidige ceo Scott Chasin vorig najaar voor een volle zaal op het partnerevenement Pax8 Beyond EMEA 2024 dat plaatsgreep in hotel Intercontinental Berlijn. ‘Onze klanten zagen ons nog vooral als clouddistributeur. Maar wij dachten vooruit en zagen waar de knelpunten lagen: gebrekkige clouddistributie, amper ondersteuning en de facturering een nachtmerrie. Wij zijn vervolgens een community gaan opbouwen met als startpunt ons allereerste Microsoft Bootcamp, een Pax8-evenement in 2018. In samenwerking met onze partners ontwikkelden we vervolgens tools, ondersteuningsprogramma’s en opleidingstrajecten.’ Zeven jaar later kan de cloudcommerce-marktplaats indrukwekkende rapportcijfers tonen: het bedrijf bedient momenteel circa veertigduizend partners in ruim veertig verschillende landen en de Pax8-gemeenschap ondersteunt in totaal zo’n zeshonderdduizend klanten in het mkb in 62 landen. Gemeenschapsgevoel Het zijn succescijfers waar Timon Bergsma, verkoopdirecteur Pax8 in de Benelux en Frankrijk, met recht trots op is. Hij voelt zich in zijn element bij het bedrijf waar het draait om gemeenschapszin en toegevoegde waarde creëren voor de msp-business. ‘In mijn eerste jaren in de it-wereld was ik vooral bezig met het ‘aanhouden van de lichten’ bij de bedrijven waar ik werkte. It werd gezien als een kostenpost, het moest allemaal goedkoper. Later kwam ik in contact met msp’s en daar draaide het juist om de discussie hoe it kan bijdragen aan de groei van de business. Dat zijn gesprekken waar ik veel meer van hou.’ Het Pax8 (voorheen Resello)-pand in Zwolle In 2018 benaderde it-ondernemer Harald Nuij hem om te komen werken bij Resello. Nuij was dat jaar ingestapt bij deze Nederlandse clouddistributeur die een vergelijkbare koers volgde als Pax8, namelijk het opbouwen van een ‘cloud business automation’-platform voor het uitleveren, beheren en factureren van clouddiensten tussen resellers, subresellers en eindgebruikers. Het bedrijf uit Zwolle kwam op de radar van Pax8 dat ook in Europa voet aan de grond wilde krijgen. Dat leverde in juli 2021 een overname op. Vandaag de dag is Pax8, waar Nuij de post van ceo EMEA vervult, in Nederland uitgegroeid naar een man of zestig. Bergsma ziet ook groeikansen liggen in België en Frankijk. Ook daar kampen msp’s met een complex landschap van leveranciers waaruit ze voor de ondersteuning van hun klanten moeten kiezen. Bovendien stijgen de kosten en moeten ze als kleinere bedrijven de snelle it-ontwikkelingen rond onder meer cybersecurity, data, compute, ai en regelgeving bij zien te houden. Pax8 biedt hen één platform waar cloudoplossingen te vinden zijn, facturatie en contractbeheer afgehandeld worden en ai verrijkte tools inzichten bieden in de gekozen bedrijfsvoering, zoals of een productportfolio nog voldoet aan de klantbehoeften. Bergsma: ‘Onze focus ligt op het laten groeien van msp’s en it-dienstverleners in dit cloudlandschap. Als zij groeien, groeien wij ook. Dat is de kern van ons bedrijf.’ Geheime saus De verkoopdirecteur onderstreept nog het belang van de trainingen die Pax8 aanbiedt, bijvoorbeeld masterclasses en workshops over cyberbeveiliging, go-to-market-strategieën of ai. In dat laatste kader startte het zelfs een kennishub die partners helpt om ai-technologieën effectief toe te passen. Daarnaast biedt Pax8 partners ondersteuning bij de verkoop en implementatie van cloudoplossingen en helpt het bij het zoeken naar it-experts voor msp’s, onder andere middels het organiseren van netwerkbijeenkomsten. Volgens Bergsma is het gemeenschapsgevoel een van de geheime sauzen van het succesvolle recept van Pax8. Dat is niet onopgemerkt gebleven: grote merken zoals Microsoft, Adobe, SentinelOne, CrowdStrike, Commvault en Sophos maken inmiddels ook deel uit van het brede aanbod van cloudoplossingen. Naar verwachting zal er de komende jaren ook een verschuiving plaatsvinden van de traditionele distributie (met vaak nog magazijnvoorraden) naar online-handelsplaatsen waarmee it-dienstverleners rechtstreeks zakendoen. Wat dat betreft heeft Pax8 als luis in de pels wel een steen in de vijver gegooid van de traditionele wereld van wederverkopers en distributeurs. Al strookt dat niet helemaal met de naam van het bedrijf. Oprichter John Street zocht naar een naam die eenvoudig te onthouden is en een positieve uitstraling heeft, vertelde Harald Nuij in Berlijn. ‘Hij kwam op het Latijnse pax, wat vrede betekent en koos voor het cijfer 8 omdat dat het Chinese getal voor geluk is. Pax8, een combinatie van vrede en geluk dus. Hij sloot zijn e-mails ook altijd af met de woorden vrede en geluk en dat doen we in het bedrijf nog steeds. Zo’n positieve afsluiting kan geen kwaad in de wereld van vandaag.’ Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #3 Foto-bijschrift: Carl Lewis, Amerikaans atleet, tienvoudig Olympisch-goud-winnaar én aandeelhouder, gaf op het partnerevenement Pax8 Beyond EMEA 2024 in Berlijn acte de présence en sprak over investeren in succes.
Tweede Kamer wil snelle behandeling Nederlandse Digitaliseringsstrategie
4 dagen
De vaste Kamercommissie Digitale Zaken roept BBB-staatssecretaris Eddie van Marum (Digitalisering) op om de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) zonder verdere vertraging naar de Kamer te sturen. Een meerderheid van de commissie, bestaande uit PVV, VVD, NSC, D66, SP en Volt, ondersteunt het verzoek ingediend door het PVV-Kamerlid Jan Valize. Omdat de NDS geen controversieel karakter kent, kan het zonder problemen door de ministerraad. Valizes partijgenoot Zsolt Szabó heeft zich als voormalig staatssecretaris van Digitalisering ingespannen om de NDS te realiseren. Snelle actie is geboden omdat er nu een momentum is en de NDS-aanpak breed wordt gedragen. Szabó wist gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen, zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s), publieke dienstverleners en het Rijk op één lijn te krijgen. De deelnemers zijn het erover eens op welke prioriteiten voor digitalisering ze willen gaan lopen. Vooral de behoefte aan een soevereine cloud is groot. NDS moet ook voorkomen dat bij de overheid dubbel werk wordt gedaan.
Spoelstra Spreekt: Geen vak geleerd
4 dagen
COLUMN – Ouders willen graag dat hun kinderen een opleiding kiezen waar later geld mee valt te verdienen. Mijn opa zei ook altijd: ‘Jacob, je moet een vak leren.’ Maar in welke beroepen zitten nu veel werk? Beroepsmilitair, tandarts of kapper. Volgens UWV zijn dat de kansrijke beroepen van 2025. Je bent spekkoper als je als tandarts het leger ingaat. Als je dan ook nog eens met een schaar een rechte pony kunt knippen, ben je dus de koning van de arbeidsmarkt. Bonnetjes controleren hoeft toch niet zo moeilijk te zijn Een groot aantal beroepen is door de komst van ai ineens een stuk minder aantrekkelijk geworden. Zo is het schrijven van een vacaturetekst voor ai een peulenschil. Dit geldt eigenlijk voor alle andere werkzaamheden van de hr-afdeling. Consultant Ict’er staat ook niet meer in het rijtje van aantrekkelijke beroepen waar snel werk in is te krijgen. Ook in de ict gaat er natuurlijk veel worden overgenomen door ai. Je kunt als consultant wel interessant lopen doen, maar voordat je de woorden ‘functioneel ontwerp’ hebt gezegd, heeft ai het al gemaakt. En als het nu niet kan, dan kan het over drie weken. Zo snel gaan de ontwikkelingen. Aan de andere kant, zou erp ook niet de hele administratie en het toch al overbodige werk van de accountant definitief overbodig maken? Ik ben ook benieuwd welk deel van het werk van de accountant ai gaat overnemen. Bonnetjes controleren hoeft toch niet zo moeilijk te zijn. In de toekomst maak je het meeste kans op werk als je iets met je handen kunt. Dan heb je voor de rest van je leven werk. Ga dus straks niet klagen dat het uurtarief van een stukadoor net zo hoog is als die van een accountant. Had je maar een vak moeten leren. InformatieJacob Spoelstra is columnist/stand-upcomedian. Kijk hier voor meer informatie.
Kort: Mollie komt met betaalterminal Tap, Orange Quantum Systems schaalt quantumtesten op (en meer)
5 dagen
Mollie introduceert met Tap een betaalterminal voor contactloze betalingen, investeerder Riverdam bouwt Smizer verder uit, Uniiq steekt 1,4 miljoen euro in veelbelovende startups, miljoenen voor quantumtesten van Orange Quantum Systems en Amsterdamse CDP Relay42 komt in Finse handen. Dit zijn de onderwerpen voor het nieuwsoverzicht van vandaag. Mollie lanceert terminal voor contactloos betalen Mollie introduceert Tap, een eigen betaalterminal voor contactloze betalingen. De compacte, draadloze terminal is ontworpen voor kleine ondernemers en biedt integratie met Mollie’s bestaande platform. Tap ondersteunt betalingen via nfc, heeft ingebouwde 4G/wifi en werkt met Android-apps. Via de koppeling met één dashboard zijn fysieke en online-betalingen centraal te beheren.Tap is verkrijgbaar vanaf 45 euro, met verschillende prijsmodellen voor diverse gebruikers. Ceo Koen Köppen benadrukt het gebruiksgemak en de toegankelijkheid: ‘Tap werkt als een smartphone en is binnen dertig seconden klaar voor gebruik, ideaal voor ondernemers die hun betaalproces willen vereenvoudigen.’ Riverdam harkt tachtig miljoen binnen voor Smizer-platform Investeerder Riverdam haalt met zijn eerste fonds tachtig miljoen euro aan kapitaal op om te investeren in Smizer, een platform van regionale it-managed servicesproviders. Het is de bedoeling om Smizer in Nederland verder uit te bouwen door autonoom de groei te versnellen en in de komende drie jaar nog eens twintig à 25 acquisities af te ronden. Riverdam heeft door de acquisitie van twintig ict-dienstverleners met Smizer een snelgroeiend platform van regionaal opererende msp’s gecreëerd, verspreid over negen bedrijven in Nederland: Emma Solutions ICT, Office IT, Xaris ICT, Altios Cloud Experts, ILC-Europe, IT Local met vestigingen in Arnhem en Houten, AKSI Automatisering en Accensys in Woerden. Een consortium van institutionele beleggers, waaronder Schroders Capital, Turnstone Private Equity, Qualitas Funds en Syz Capital, investeren mee in het nieuwe fonds. Uniiq investeert in kwartet startups Uniiq, het proof-of-concept investeringsfonds van Zuid-Holland, steekt 1,4 miljoen euro in vier veelbelovende startups, waarvan twee op digitaal gebied. Het Delftse Lyla werkt aan een digitale kwaliteitscontrole van radioactieve kankermedicatie. Tot op heden worden deze controles analoog uitgevoerd. Het eveneens Delftse QHarbor stelt onderzoekers in staat om hoogst complexe meetgegevens veilig op te slaan en ze vervolgens op de laptop te bekijken, doorzoeken en structureren. Natuurkundige onderzoeksinstellingen kunnen zo sneller, slimmer en veiliger werken met hun experimentele data. Bijvoorbeeld bij experimenten met quantumcomputers. Miljoeneninvestering voor opschaling quantumtesten Orange Quantum Systems Orange Quantum Systems uit Delft heeft twaalf miljoen euro opgehaald in een overtekende seed-ronde, geleid door Icecat Capital. De investering – de grootste seed-ronde tot nu toe in de Nederlandse quantumsector – wordt aangewend om testoplossingen voor quantumchips verder te ontwikkelen en op te schalen. Hiermee wil OrangeQS de productie versnellen en bijdragen aan een quantumversie van de wet van Moore. Tot de investeerders behoren ook Cottonwood Technology Fund, QBeat Ventures, QDNL Participations en InnovationQuarter Capital. Klanten zijn onder meer IQM (Finland), Berkeley Lab (VS) en QuTech (Nederland). Supermetrics neemt CDP Relay42 over Het Finse Supermetrics neemt het Amsterdamse Customer Data Platform Relay42 over. Daarmee ontstaat het eerste end-to-end-marketing-intelligentieplatform dat data-integratie, analyse en activatie combineert. Supermetrics versterkt zich met de realtime-personalisatietechnologie van Relay42 en biedt marketeers nu één oplossing voor gepersonaliseerde klantinteracties via alle kanalen. Klanten profiteren van ai-gestuurde workflows, geautomatiseerde analyses en dynamische targeting. Ceo Anssi Rusi benadrukt de strategische waarde: ‘We combineren realtime-data met ai-besluitvorming.’ Relay42-topman Christiaan van der Waal noemt de overname een kans om wereldwijd impact te maken. Beide partijen zetten in op slimmere, datagedreven klantreizen.
Websites lappen Europese Toegankelijkheidswet aan hun laars
5 dagen
Nederlandse websites scoren slecht op toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Liefst 93 procent voldoet niet aan de Europese Toegankelijkheidswet (European Accessibility Act, EAA). Nederland zit daarbij op het Europese gemiddelde. Vergeleken met vorig jaar verbeterde de situatie met minder dan 1 procent. Dit blijkt uit de Digital Trust Index, die wordt samengesteld door het digitale adviesbureau Craftzing. En dat terwijl de wet die eisen stelt aan de digitale toegankelijkheid van essentiële producten en diensten, al op 28 juni aanstaande in werking treedt. Er moet nog heel wat gebeuren voordat digitale diensten toegankelijk zijn voor iedereen. De exacte hoogte van de boetes is in Nederland nog niet volledig vastgesteld, maar in België bijvoorbeeld kan dit per overtreding gemakkelijk oplopen tot honderdvijftigduizend euro. Behalve het risico op boetes van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) lopen websites straks omzet mis als concurrenten hun zaken wel netjes regelen. Nederland telt 4,5 miljoen mensen met een visuele, auditieve, motorische, cognitieve beperking dan wel neuro-divergentie. Aanzienlijke obstakels De meest frequent aangetroffen problemen vormen aanzienlijke obstakels voor veel gebruikers: laag kleurcontrast, moeilijk te onderscheiden links, ontbrekende tekstbeschrijvingen voor afbeeldingen (alt-tekst), gebrekkige of ontbrekende labels voor links en knoppen, en onjuiste taalinstellingen. Digitale platforms moeten voldoen aan toegankelijkheidsnormen zoals de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG-richtlijnen). Ook de meeste ai-ondersteunde chatbots zijn ontoegankelijk voor mensen met een visuele of motorische beperking. Problemen werden het meest frequent vastgesteld bij gebruik met een schermlezer en toetsenbordnavigatie. Het onderzoek omvatte dit jaar een analyse per economische sector. Over het algemeen is er weinig variatie tussen de meeste sectoren. Behalve de publieke sector: die scoort aanzienlijk beter in bijna alle landen, ongeveer 10 procent beter dan het gemiddelde. In Nederland voldoet 36,2 procent van de overheidswebsites aan de toegankelijkheidseisen. De detailhandel is consistent de laagst scorende categorie over heel Europa.
Nederland scoort in EU bovengemiddeld bij digitale overheidsdiensten
5 dagen
Nederland doet het niet slecht op het gebied van digitale overheidsdiensten. We staan op de achtste plek binnen de Europese Unie. Zo blijkt uit de 22ste editie van de eGovernment Benchmark, die onder leiding van Capgemini is samengesteld in opdracht van de Europese Commissie. Het land scoort hoog op beveiliging van online-publieke-diensten. Er zijn wel verbeterpunten, vooral bij grensoverschrijdende digitale diensten, zoals de toegang voor buitenlandse gebruikers en naleving van EU-regels. Gemiddeld scoren de 27 EU-lidstaten inmiddels 82 van de honderd punten voor de online-beschikbaarheid van diensten voor burgers en 86 punten voor bedrijven. Nederland scoort hoger, met respectievelijk 87 en 89 punten. Deze vooruitgang draagt bij aan de bredere Europese doelstellingen van het Digital Decade programma. Het nieuwe Digital Decade-rapport dat de Europese Commissie over Nederland uitbracht, bevat ook de nodige kritiek. Gewezen wordt op de dalende publieke investeringen in innovatie. Daarbij bestaat het risico dat dit zijn weerslag heeft op kritische sectoren zoals chips en quantumtechnologie. Het rapport beveelt aan dat alternatieve bronnen van financiering worden aangeboord om te voorkomen dat Nederland zijn concurrentievoordeel op deze gebieden kwijtraakt. Versnippering Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf loopt vaak achter bij de implementatie van belangrijke digitale technologieën, met name artificiële intelligentie (ai). Dit komt mede door het gefragmenteerde, regionaal gestuurde karakter van ai-innovatie in het land. Probeer wat aan de versnippering te doen, zo luidt het advies. Ook zijn een heldere visie en een strategisch plan voor ai nodig. Minder ict-vrouwen Verder waarschuwt het rapport voor de recente bezuinigingen in het hoger onderwijs. Zeker gelet op de bestaande tekorten aan ict-experts komt de digitale arbeidsmarkt daardoor nog meer onder druk te staan. Het percentage vrouwelijke ict-specialisten nam van 2023 tot 2024 verder af. Vorig jaar was 18,7 procent van de ict-specialisten vrouw. In 2023 was dat 18,9 procent.  In de EU nam dit percentage toe van 19,4 procent tot 19,5 procent; volgens de Europese Commissie een zorgwekkende ontwikkeling. Het ontbreekt momenteel aan effectieve maatregelen.
Handelsoorlog zet druk op technologiesector, maar biedt ook kansen
5 dagen
De oplopende handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en andere wereldeconomieën leiden tot een toenemende druk op de Nederlandse industrie, transport en TMT-sector. Volgens de sectorprognoses 2025-2026 van ABN Amro zijn deze sectoren het kwetsbaarst voor verdere escalatie van de handelsoorlog, met name vanwege hun internationale verwevenheid en sterke afhankelijkheid van exportmarkten zoals de VS. Voor de TMT-sector, waar technologie, media en telecom samenkomen, spelen de VS een cruciale rol. Zo gaat bijna een kwart van de Nederlandse telecomexport naar overzees. Tegelijkertijd positioneert Nederland zich sterk als digitale hub voor Amerikaanse techgiganten, onder andere door de groei van datacenters en cloudinfrastructuur. Ondanks de geopolitieke onzekerheid voorziet ABN Amro voor de TMT-sector een gezonde groei van 4,5 procent in 2025 en vier procent in 2026. Die groei ziet zich aangedreven door digitalisering, migratie naar de cloud en innovaties op het gebied van ai. Voorzichtig Hoewel de huidige spanningen bedrijven voorzichtig maken, bijvoorbeeld door investeringen uit te stellen, liggen er ook kansen. De Europese focus op strategische autonomie, defensie-uitgaven en infrastructuurvernieuwing kan nieuwe markten openen. Zo profiteren chipmachinebouwers van investeringen in Europese defensie en technologische onafhankelijkheid. Bedrijven krijgen het advies om proactief te reageren op het veranderende landschap. Maatregelen als het spreiden van toeleveringsketens, het zoeken naar alternatieve markten of het heroverwegen van productie- en distributielocaties kunnen de impact van handelsbeperkingen beperken. ABN Amro benadrukt dat deze stappen wel tijd en voorbereiding vergen. De handelsoorlog vormt daarmee zowel een bedreiging als een kans. Voor de TMT-sector kan dit hét moment zijn om Europese groeiambities te versnellen en strategisch minder afhankelijk te worden van de VS.
Softwareontwikkeling: tijdperk van óf kopen óf bouwen is voorbij
5 dagen
BLOG – Kopen of zelf bouwen (buy versus build) is een veelgehoorde discussie in de wereld van software. Kosten, snelheid en veiligheid zijn daarbij factoren die meetellen bij het nemen van een goede beslissing. Maar door vast te houden aan deze tweedeling en zichzelf te beperken tot een keuze voor één van de twee, doen bedrijven zichzelf te kort en lopen ze het risico achterop te raken. Hoe doe je het dan wel goed? Het antwoord ligt in een slimme combinatie van beide.   Zowel ‘buy’ als ‘build’ hebben duidelijke voor- en nadelen. Zo is kant-en-klare software ontworpen voor de massa en biedt het functies die aansluiten bij algemene behoeften, in plaats van bij de specifieke wensen van je bedrijf. Wel betekent het kopen van dergelijke software doorgaans snellere implementatie en lagere initiële kosten. Daarnaast wordt de software vaak onderhouden door de leverancier waardoor er weinig interne resources nodig zijn voor beheer. Deze argumenten geven dan ook vaak de doorslag om voor standaardoplossingen te kiezen. Maatwerk Het is belangrijk je te realiseren dat je met kant-en-klare software niet kunt profiteren van maatwerk en innovaties die je zelf kunt toevoegen. Bovendien beperkt het de flexibiliteit: bedrijfsprocessen moeten zich aanpassen aan de software in plaats van andersom. Dit maakt het kopen van software vooral aantrekkelijk voor bedrijfsfuncties die niet uniek zijn voor een organisatie zoals crm of erp, waarbij een standaardoplossing doorgaans voldoet aan de meeste eisen.   Concurrentie Standaard is duidelijk niet onderscheidend, terwijl de huidige, veeleisende markt en de toenemende concurrentie hier wel om vragen. Hoe beter en sneller te zijn dan de concurrentie en hoe blijf je hen een stap voor? Met alleen standaardsoftware is het lastig dit te realiseren, terwijl op maat gemaakte en innovatieve oplossingen daarbij juist wel het verschil kunnen maken. Iedere organisatie is immers uniek en sommige processen vragen om functies die niet te vinden zijn in standaard software. Door zelf een technologie-stack te ontwikkelen die heel nauw is afgestemd op de organisatie, is er meer ruimte voor innovatie en het neerzetten van onderscheidende producten en diensten.  Keuze Toch is een volledige stack met alleen in huis ontwikkelde software ook geen voor de hand liggende keuze. Zoals gezegd kan het in het geval van standaardfuncties goedkoper en beter zijn om software te kopen. Het gaat dan ook om een balans. Niet of-of, maar en-en, door het beste van beide werelden op de juiste manier te combineren. Je ziet dat bedrijven low-code-platformen inzetten om een zogenaamde ‘composable architectuur’ mogelijk te maken. Dit maakt hen flexibeler en stelt ze in staat verschillende systemen met elkaar te verbinden zonder concessies te doen aan de stabiliteit van hun infrastructuur en het bereiken van hun zakelijke doelen. Met de integratie van ai in ontwikkelplatformen is zelf bouwen bovendien makkelijker en goedkoper geworden waarmee de drempel voor ‘build’ aanzienlijk lager ligt.   Technologie als ai-gedreven low-code heeft softwareontwikkeling in een stroomversnelling gebracht waarbij organisaties meer dan ooit zelf de controle hebben over hun innovatie-inspanningen. Bedrijven die lef tonen en durven af te stappen van traditionele paden, kunnen profiteren van een krachtige combinatie van standaardoplossingen én maatwerk. Met slimme tools die snelheid, creativiteit en controle combineren, is het mogelijk om binnen gestelde kaders zelf strategische maatwerkapplicaties te ontwikkelen. Daarmee ligt innovatie en concurrentievoordeel binnen handbereik van elk bedrijf. Durf jij de eerste stap te zetten?    Tiago Azevedo, cio OutSystems 
Kort: AIV waarschuwt Nederland, Centric verwerft meerderheidsbelang in Twelve (en meer)
6 dagen
De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) roept Nederland op om bij het ontwikkelen van haar ai-strategie oog te hebben voor democratische waarden, RDW timmert aan weg met Cegeka, boekingsplatform Umob ontvangt 3,5 miljoen groeikapitaal, Centric pakt meerderheid in fintechbedrijf Twelve en BCS HR Software legt de hand op communicatieplatform Plek. Dit zijn de onderwerpen van het nieuwsoverzicht van vandaag. ‘Nederland moet internationaal ai-beleid sturen op democratische waarden’ De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) roept Nederland op een actieve, internationale ai-strategie te ontwikkelen waarin democratische waarden centraal staan. Volgens het adviescollege voor regering en parlement op het gebied van buitenlands beleid dreigt verlies van publieke grip indien standaarden door grote staten en techbedrijven worden bepaald. Nederland moet binnen Europa coalities vormen, investeren in publieke ai-alternatieven en mondiale afspraken bevorderen. De raad pleit voor meer regie, minder afhankelijkheid van buitenlandse technologie, en investeringen in uitlegbare en controleerbare ai. Alleen met een strategische koers behoudt Nederland invloed in het snel veranderende ai-landschap, aldus AIV-voorzitter (en voormalig minister van Buitenlandse Zaken) Bert Koenders. RDW kiest Cegeka voor modernisering applicatieportaal Cegeka gaat samen met Get There het applicatieportaal van RDW vernieuwen. Het project, met een waarde van circa vier miljoen euro en een looptijd van maximaal zes jaar, wordt gebouwd op Microsoft Azure. Cegeka is verantwoordelijk voor ontwerp, implementatie, integratie en beheer. Het nieuwe portaal van de organisatie die de registratie van gemotoriseerde voertuigen en rijbewijzen in ons land verzorgt, moet leiden tot een veilige, schaalbare en gebruiksvriendelijke digitale werkplekomgeving. RDW-medewerkers krijgen toegang tot applicaties via één overzichtelijk dashboard. Cegeka past een risicogestuurde aanpak toe bij de migratie van circa vijfenzeventig applicaties, met intensieve begeleiding en monitoring om cyberveiligheid en continuïteit te waarborgen. Umob haalt 3,5 miljoen op voor uitbreiding mobiliteitsplatform Het Rotterdamse boekingsplatform Umob heeft 3,5 miljoen euro aan groeikapitaal opgehaald om zijn mobiliteitsdienst uit te breiden naar meer Nederlandse en internationale steden. De app bundelt vervoersopties – van deelvervoer tot ov – in één platform. Na eerdere tenders in onder meer Utrecht en Rotterdam wil Umob zijn succes uitrollen naar andere stedelijke gebieden. De investering volgt op de overname van het Finse MaaS Global, bekend van de Whim-app. Met meer dan 200.000 downloads sinds februari 2024 en toegang tot een half miljoen voertuigen zet het bedrijf vol in op groei als Europees mobiliteitsplatform, aldus directeur Bibi Jorissen. Centric pakt meerderheid in fintechbedrijf Twelve It-dienstverlener Centric heeft een meerderheidsbelang verworven in het Nederlandse fintechbedrijf Twelve, specialist in point-of-sale- en ordermanagementsoftware voor de foodservice- en horecasector. De overname moet de Europese groei van Twelve versnellen, met uitbreidingsplannen richting Duitsland, Frankrijk en het VK. Twelve blijft opereren onder eigen naam en behoudt zijn strategische autonomie. Met jaarlijks zevenhonderd miljoen verwerkte transacties is Twelve marktleider in Nederland. Centric breidt met de investering zijn retailsoftwareportfolio verder uit, en verwacht via deze samenwerking zijn positie in de internationale it-retailmarkt te versterken. BCS HR Software neemt communicatieplatform Plek over BCS HR Software heeft met steun van Main Capital Partners het Amsterdamse saas-bedrijf Plek overgenomen, specialist in interne communicatie en medewerkersbetrokkenheid. Het is de achtste overname sinds 2022 voor BCS, dat hiermee zijn positie als Europese hr-softwareleverancier versterkt. Pleks platform wordt gebruikt in zestien landen en sluit aan op het bestaande hr- en salarispakket van BCS. De combinatie biedt klanten een geïntegreerde omgeving waarin back-end-hr-processen en front-endcommunicatie samenkomen. Met de overname telt de organisatie circa 220 medewerkers en zet BCS verdere stappen richting internationale groei.
Collectieve rechtszaak tegen Workday voor leeftijdsdiscriminatie door ai
6 dagen
Een Amerikaanse rechter heeft groen licht gegeven voor een collectieve rechtszaak tegen hr-technologiebedrijf Workday, waarin het algoritme van het bedrijf wordt beschuldigd van leeftijdsdiscriminatie in recruitment. De zaak kan een belangrijk precedent scheppen voor het gebruik van artificiële intelligentie in wervingsprocessen. Derek Mobley startte vorig jaar de rechtszaak nadat hij gedurende zeven jaar meer dan honderd keer werd afgewezen voor openstaande jobs via het Workday-platform. Mobley, een financiële en it-specialist van boven de veertig, claimt dat Workday’s algoritme hem systematisch afwees vanwege zijn leeftijd, ras en handicaps. De rechter volgde de man in zijn verzoek. Vier andere eisers boven de veertig jaar hebben zich bij de zaak gevoegd, en mogelijk voegen nog anderen zich toe. Op 1 uur afgewezen De eisers beweren dat ze honderden sollicitaties hebben ingediend via Workday en telkens werden afgewezen, soms op minder dan een uur tijd. Dit wijst volgens de eisers op geautomatiseerde besluitvorming zonder menselijke beoordeling. Zij vragen een niet-gespecificeerde schadevergoeding en willen dat Workday gedwongen wordt zijn aanpak en algoritme te wijzigen. Workday, dat door meer dan elfduizend organisaties wereldwijd wordt gebruikt voor werving en personeelsbeheer, biedt onder andere de dienst ‘HiredScore AI’ aan. Deze service gebruikt naar eigen zeggen ‘verantwoorde ai’ om topkandidaten te beoordelen en de screeningtijd voor recruiters te verkorten. Het bedrijf ontkent de discriminatieclaims. Een Amerikaanse woordvoerder noemde tegen CNN de voorlopige rechterlijke uitspraak een ‘procedurele beslissing gebaseerd op beschuldigingen, niet op bewijs’. De Benelux-verantwoordelijken van Workday sluiten zich in een reactie hierbij aan. ‘Wij blijven van mening dat deze zaak ongegrond is. Centraal in de beweringen van de eiser staat dat Workday-producten aanwervingsbeslissingen nemen namens onze klanten, wat niet waar is.’ Vooroordelen Toch ligt de materie gevoelig. Experts waarschuwen naar aanleiding van de zaak voor inherente vooroordelen in ai-wervingstools. Deze systemen worden, zo bleek ook al uit eerdere gevallen, vaak getraind op profielen van bestaande werknemers, waardoor ze onbedoeld bestaande demografische patronen kunnen reproduceren. De eisers willen alvast aantonen dat Workday’s algoritme soortgelijk werkt door patronen te herkennen in werkgeversvoorkeuren. Als het systeem observeert dat een werkgever bepaalde beschermde groepen minder vaak aanneemt, zou het deze kandidaten minder vaak aanbevelen, luidt hun redenering. Bij Workday zijn ze alvast stellig. ‘Dit is een voorlopige, procedurele uitspraak in een vroeg stadium van deze zaak die gebaseerd is op beweringen, niet op bewijs. De eiser heeft zijn beweringen niet met feiten gestaafd’, zo klinkt het bij Workday Benelux. ‘De rechtbank heeft geen inhoudelijke bevindingen tegen Workday gedaan. We hebben er alle vertrouwen in dat, zodra Workday zich met feiten mag verdedigen, de claims van de eiser zullen worden afgewezen.’
Opgerolde online-drugsmarkt gebruikte Nederlandse infrastructuur
6 dagen
Politiekorpsen hebben in Nederland de technische infrastructuur neergehaald achter Archetyp Market, een van de grootste en langstlopende online-drugsmarkten op het darkweb. De servers zijn inmiddels offline gezet. Opnieuw blijkt Nederland de basis te zijn geweest van grootschalige illegale activiteiten op het afgesloten deel van internet. Welk datacenter hierbij betrokken is geweest, is niet duidelijk. De politie heeft op de vraag hierover nog geen reactie op gegeven. Eerder werd al bekend dat ook op het gebied van kinderporno Nederlandse datacenters meer dan eens faciliteiten aanboden. Aan de ontmanteling van Archetyp ging jarenlang intensief onderzoek vooraf om de technische architectuur van het platform in kaart te brengen en de individuen erachter te identificeren. Door financiële stromen te traceren, digitaal forensisch bewijs te analyseren en nauw samen te werken met partners ter plaatse, konden de autoriteiten een beslissende klap uitdelen aan een van de meest productieve drugsmarkten op het darkweb. Europol De beheerder, een dertigjarige Duitser, is in Barcelona gearresteerd. Tegelijk zijn maatregelen genomen in Duitsland en Zweden tegen een moderator en zes van de grootste leveranciers op de illegale marktplaats. Via Archetyp werden anoniem grote hoeveelheden drugs verhandeld waaronder synthetische opiaten. Het platform had in criminele kringen dezelfde schaal en reputatie als eerder opgerolde darkweb-markten als Dream Market en Silk Road. Europol deed de coördinatie van de politieacties waarbij korpsen in Duitsland, Nederland, Roemenië, Spanje, Zweden en de VS waren betrokken.
Vertraging bij implementatie NIS2 loopt enorm op
6 dagen
De Cyberbeveiligingswet loopt een enorme vertraging op. De Nederlandse implementatie van de Europese NIS2-richtlijn treedt op zijn vroegst in het tweede kwartaal van 2026 in werking. Het lukt ambtelijk Justitie maar niet om tempo te maken. Als het een beetje tegenzit, gaat de omzetting naar nationale wetgeving nog veel langer duren. Mogelijk treedt de wet pas in de tweede helft van volgend jaar in werking: ongeveer twee jaar later dan de Europese Commissie had voorgeschreven. Aanvankelijk had de wet al medio oktober 2024 moeten zijn ingevoerd. Toen die datum onhaalbaar bleek, werd als nieuwe deadline het derde kwartaal van dit jaar gesteld. Maar minister David van Weel (Justitie en Veiligheid) ziet hier niets van terechtkomen. Zo blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer. Ook de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten, de implementatie van de zogeheten CER-richtlijn, wil maar niet vlotten. Complex traject Het ministerie zoekt troost in het feit dat lidstaten als Duitsland en Frankrijk ook achterlopen, aldus een bijlage bij de brief. Maar bijvoorbeeld België had de Cyberbeveiligingswet wel op tijd klaar. Ook landen als Griekenland, Slowakije en Litouwen hadden daar weinig moeite mee. Van Weel geeft als reden voor de vertragingen dat de omzetting van de EU-richtlijnen in wetgeving een omvangrijk en complex traject is, waarbij grote zorgvuldigheid vereist is. De val van het kabinet werkt evenmin bevorderlijk. Het ziet er echter niet naar uit dat de Cyberbeveiligingswet controversieel wordt verklaard waardoor dit wetsvoorstel niet kan worden ingediend. Van Weel vraagt de Tweede Kamer om een spoedige behandeling van de wetsvoorstellen. Hij is van plan om de concepten van de algemene maatregelen van bestuur onder de Cyberbeveiligingswet en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten onverplicht toe te zenden aan de Tweede Kamer, zodat die deze amvb’s (= algemene maatregel van bestuur) kan betrekken bij de behandeling van de wetsvoorstellen.
Sam Altman (OpenAI): ‘Just do it: bedrijven moeten ai nu omarmen’
6 dagen
Artificiële intelligentie (ai) is inmiddels volwassen genoeg voor grootschalige inzet in bedrijven, oppert Sam Altman, ceo en mede-oprichter van OpenAI. Dat is een boodschap die hij een jaar geleden nog niét durfde te verkondigen. ‘Er komt nog veel vooruitgang op ons af.’Sam Altman deed de uitspraken op de recente Snowflake Summit tijdens een fireside chat tussen hemzelf en Sridhar Ramaswamy, ceo van Snowflake. Beiden deelden hun visie op de toekomst van enterprise ai voor een auditorium vol data- en it-professionals. Ramaswamy benadrukte onder meer het belang van data in het ai-verhaal. ‘Er bestaat geen ai-strategie zonder datastrategie. Data zijn de brandstof voor ai, stelde hij. Kosten laag houden Vooral de uitspraken van Altman, drijvende kracht achter ChatGPT en mede-oprichter van OpenAI, vormden de kern van de discussie over hoe bedrijven in 2025 met ai aan de slag moeten gaan.Toen hem werd gevraagd welk advies hij bedrijfsleiders in 2025 zou geven over ai, antwoordde Altman zonder aarzelen: ‘Just do it. Er is nog veel terughoudendheid. De modellen veranderen zo snel, en er is altijd wel een reden om te wachten op de volgende versie. Maar als technologie zich snel ontwikkelt, winnen bedrijven die het snelst schakelen en de kosten van fouten laag houden.’Hiermee onderstreepte hij dat de tijd van voorzichtige experimenten voorbij is en dat ai inmiddels volwassen genoeg is voor grootschalige inzet. Volgens Altman zou hij een jaar geleden nog anders hebben geadviseerd: ‘Vorig jaar zou ik tegen een groot bedrijf gezegd hebben dat ze wel een beetje kunnen experimenteren, maar dat het nog niet klaar is voor productie. Dat is nu echt veranderd. Onze enterprise business is enorm gegroeid.’En dan moet volgens Altman het beste nog komen. Hij voorspelt een toekomst, volgend  jaar al, waarin bedrijven – van een bedrijf dat chips ontwerpt tot biotechnologie – hun meest complexe problemen aan een ai kunnen voorleggen. ‘Binnenkort zullen modellen in staat zijn om dingen uit te zoeken die teams van mensen zelfstandig niet kunnen’, aldus Altman. Er komt nog veel vooruitgang op ons af.’ Daar is het agi-moment Een van de meer opvallende onderdelen van het gesprek richtte zich op autonome ai-agenten en de weg naar artificial general intelligence, het befaamde agi. Dit is de hypothetische vorm van kunstmatige intelligentie waarbij een machine de capaciteit heeft om elke intellectuele taak te begrijpen of te leren die een mens kan uitvoeren.Altman vertelde in dat kader over zijn recente ervaringen met OpenAI’s ontwikkelde coding agent: ‘De coding agent die we net hebben gelanceerd, gaf mij echt een ‘agi-moment’. Je kunt hem taken geven, hij werkt op de achtergrond en is ontzettend slim. Op dit moment is hij misschien nog als een stagiair die een paar uur per keer werkt, maar straks is het een ervaren software-engineer die dagenlang zelfstandig functioneert.’ Voor Altman zou een systeem pas echt AGI zijn als het bijvoorbeeld ‘autonoom nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen kan doen’. Maar over de definitie en tijdlijn van agi bleef Altman nuchter: ‘Als je vijf jaar terug zou gaan en iemand zou vandaag’s ChatGPT laten zien, zou de meeste mensen zeggen: dat is agi. We zijn erg goed geworden in het aanpassen van onze verwachtingen. De vraag wat AGI precies is, doet er uiteindelijk minder toe dan de snelheid van de vooruitgang.’ [Bijschrift] Sam Altman (OpenAi, links) in een fireside met Sridhar Ramaswamy (Snowflake, rechts) tijdens de recente Snowflake Summit.
Politie tijdens NAVO-top beter voorbereid op uitval van C2000
6 dagen
De politie heeft de afgelopen tijd hard gewerkt aan noodscenario’s en nieuwe richtlijnen voor het geval het C2000-communicatiesysteem uitvalt. Dit is een extra inspanning in aanloop naar de NAVO-top, zodat politiemedewerkers beter voorbereid zijn. Zo blijkt uit een bijlage die demissionair minister David van Weel (Justitie en Veiligheid) bij het Eerste Halfjaarbericht politie 2025 heeft gestuurd. De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft, na gesprekken met de politie, besloten om de deadline voor het voldoen aan bepaalde eisen en mogelijke boetes uit te stellen tot 31 oktober aanstaande. De oorspronkelijke deadline is op 7 juni jongstleden verlopen. Dit uitstel komt na gesprekken tussen de inspectie en de politie, waarin werd erkend dat er nog werk nodig is om de problemen met het C2000 communicatiesysteem op te lossen. Dit netwerk, dat essentieel is voor de communicatie van de politie, kampt al jaren met storingen. Tijdens de laatste jaarwisseling kampte C2000 opnieuw met storingen, wat extra zorgen opriep met het oog op de aanstaande NAVO-top. Hoge it-kosten Verder heeft een taskforce van de politie de knelpunten in de politiebegroting in kaart gebracht. Vooral de materiële lasten zijn de afgelopen jaren enorm toegenomen. Bij informatievoorziening en operatie en beheer is die stijging het grootste. De kostenstijgingen zijn voornamelijk het gevolg van een toename in dataverbruik, noodzakelijke investeringen in cybersecurity, kostenstijgingen van iv-contracten en de groei van beheerlasten. Voor de informatievoorziening kostte het onderhoud vorig jaar 263 miljoen euro. Vernieuwing vergde 192 miljoen euro, afschrijving 154 miljoen euro en dataverkeer 85 miljoen euro, terwijl de post overig 108 euro miljoen bedroeg. Ondanks kostenbesparende maatregelen, is het bestaande budget niet toereikend om de politie op het vlak van iv (informatievoorziening) en digitalisering toekomstbestendig te houden door middel van noodzakelijke vernieuwingen. Wanorde Zoals bekend lopen de exploitatietekorten tussen 2026 en 2029 sterk op. Door maatregelen die de taakuitvoering van de politie niet raken, is het tekort dat bij ongewijzigd beleid zou oplopen tot achthonderd miljoen euro miljoen, al flink teruggebracht. Maar er blijft een gat van tientallen miljoenen in 2026 dat oploopt tot structureel ongeveer driehonderd miljoen euro vanaf 2030. Onlangs constateerde Ernst & Young in een rapport dat de informatievoorziening bij de politie vrijwel onbeheersbaar is vanwege de financiële wanorde. Volgens E&Y zijn overschrijdingen bij grote it-programma’s eerder regel dan uitzondering, en ontbreekt er inzicht in uitgaven, lopende projecten en externe inhuur.
Kort: Ernst-Jan Stigter directeur Sopra Steria Nederland, nepmails namens de NCSC (en meer)
1 week
Ernst-Jan Stigter ceo Sopra Steria Nederland, Norea heeft raad van advies ingesteld, IBM ziet snelle groei agentic ai, nepmails verstuurd uit naam NCSC en de politie, en Inge Bryan aan de slag bij de Rabobank. Dat zijn de onderwerpen van deze nieuwsbrief. Ernst-Jan Stigter duikt op bij Sopra Steria  De Franse it-dienstverlener Sopra Steria benoemt Ernst-Jan Stigter als nieuwe algemeen directeur Nederland. Hij volgt Joost de Bruin op die eerder dit jaar naar het financieel adviesbureau TriFinance overstapte. Stigter was eerder directeur bij Microsoft en Fellowmind. Ook was hij voorzitter van NLdigital, de branchevereniging voor de digitale sector; Joost de Bruin is daar overigens bestuurslid. Sopra Steria nam in 2023 Ordina over. Norea stelt raad van advies in Norea, de beroepsorganisatie van it-auditors, heeft in het kader van een verdere professionalisering een raad van advies ingesteld die met het bestuur meedenkt over de strategische richting van de beroepsorganisatie. Denk daarbij aan het vergroten van de maatschappelijke relevantie en externe uitingen van de beroepsorganisatie, het sparren met overheidsinstanties voor de verankering in wet- en regelgeving en het vergroten van de slagkracht van de organisatie. Deze raad bestaat uit Jacques van den Broek, Jos Nijhuis, Lokke Moerel, René Steenvoorden en Barbara Baarsma. Onderzoek IBM: Bedrijven schalen gebruik agentic ai op Een nieuwe studie van het IBM toont aan dat bedrijven zich klaarmaken om artificiële intelligentie (ai)-gestuurde workflows aanzienlijk op te schalen. Veel van deze workflows zullen worden aangedreven door agentic ai. Het onderzoek ‘AI Projects to Profits’ ondervroeg wereldwijd 2.900 leidinggevenden. De belangrijkste bevinding van dit onderzoek is dat het aandeel van ai-gestuurde workflows naar verwachting zal stijgen van 3 procent nu naar 25 procent tegen eind 2025. Nepmails verstuurd uit naam van NCSC en politie Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) waarschuwt voor rondgestuurde nepmails uit naam van hun directeur Matthijs van Amelsfort en van de korpschef van de politie (Janny Knol). De mails bevatten een nep-dagvaarding en maken onderdeel uit van een phishingcampagne. Wanneer je deze mail ontvangt, verwijder deze dan direct en maak melding bij de Fraudehelpdesk, aldus de ict-security-waakhond. Er wordt onderzoek gedaan naar de herkomst van de mail. In het kader van deze phishing-actie roep NCSC mensen extra waakzaam te zijn op e-mailberichten in de aanloop naar en tijdens de NAVO-top eind deze maand. Inge Bryan moet Rabobank cyberweerbaarder maken Inge Bryan is benoemd als ‘project lead resilience’ bij Rabobank. Met haar komst wil de coöperatieve bank zijn eigen weerbaarheid vergroten, alsook die van zijn klanten en de samenleving als geheel. In haar nieuwe functie is Bryan verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van een integrale strategie op het gebied van resilience. De oud-topvrouw van Fox-IT gaf recent nog ad interim leiding aan de business unit Cybersecurity & Compliance van Sopra Steria. Voor haar tijd bij Fox-IT werkte Bryan onder meer bij de Deloitte Cyber Risk Services, de Nationale Politie en de AIVD.
GroenLinks-PvdA wil vaste rol voor Defensie in digitale besluitvorming  
1 week
Defensie bij de digitale besluitvorming van de Nederlandse overheid. De Kamerleden Barbara Kathmann en Jimme Nordkamp hebben daartoe een motie ingediend. Volgens hen beschikt Defensie over ruime kennis en expertise op het gebied van digitale infrastructuur, maar wordt het ministerie niet systematisch betrokken bij belangrijke besluiten over digitale soevereiniteit. De motie benadrukt dat strategische digitale projecten, zoals de aanleg van intercontinentale zeekabels, het verminderen van strategische digitale afhankelijkheden en de bouw van een artificiële intelligentie (ai)-faciliteit, een directe invloed hebben op de nationale veiligheid. Operationeel domein Kathmann en Nordkamp stellen daarom voor dat Defensie een vaste rol krijgt in de digitaliseringsopgave van de rijksoverheid, met een nadruk op cybersecurity en het versterken van digitale autonomie. GroenLinks-PvdA vindt dat nationale veiligheid centraal moet staan in technologische beslissingen. Defensie speelt een sleutelrol in het Nederlandse cybersecuritybeleid door zich actief bezig te houden met cyberoperaties, -veiligheid en -weerbaarheid. Het ministerie beschouwt cyberspace als een vijfde operationeel domein, naast land, zee, lucht en ruimte.
Europese it moet nú regie pakken
1 week
Event | Nextcloud Summit 2025, München Data are the new oil, zeggen we allemaal. Tegelijkertijd weten we hoeveel problemen olie de wereld gegeven heeft – vervuiling, oorlogen over olievelden en corruptie.’ Met deze metafoor opende Frank Karlitschek, medeoprichter en ceo van Nextcloud, de Nextcloud Summit 2025 in München. Opvallend tijdens het event was de oproep van velen aan ‘Europa’ om op te houden met onderzoeken doen en rapporten schrijven. We weten wat het probleem is, laten we gewoon aan de slag gaan en het probleem oplossen, was de boodschap die te horen viel. De summit, waar zo’n zeshonderd gebruikers en partners uit zowel de publieke als private sector aan deelnamen, stond in het teken van technologische autonomie, samenwerking en Europese innovatiekracht. De sfeer was constructief: er werd niet alleen gepraat over de uitdagingen, maar vooral over concrete oplossingen. Amerikaanse cloudplatforms Tijdens het evenement presenteerden diverse organisaties praktijkvoorbeelden van succesvolle migraties weg van Amerikaanse cloudplatforms, zoals Microsoft Office 365 en Azure. Zo deelde het Nederlandse bedrijf Sendent zijn ervaringen met het begeleiden van het Oostenrijkse ministerie van Economische Zaken, Energie en Toerisme bij de overstap naar Nextcloud, inclusief de vervanging van Microsoft Teams door Nextcloud Talk. De migratie was in negen maanden gerealiseerd. En dat was inclusief de zomervakantie, werd erbij verteld. De Franse Nextcloud-partner Leviia toonde hoe het een digitale leeromgeving heeft ontwikkeld voor ruim een half miljoen leerlingen in de regio Île-de-France. Iedere leerling beschikt over 10 gigabyte opslagruimte waar huiswerk en opdrachten zijn op te slaan en delen met medeleerlingen en leerkrachten. Docenten hebben toegang tot een online-leerlingvolgsysteem en leerlingen worden digitaal gekoppeld aan docenten. Dergelijke projecten illustreren hoe schaalbaar en veelzijdig het platform is, in onderwijs- en overheidsomgevingen, maar ook bij een groeiend aantal enterprise-organisaties. Frank Karlitschek gaf tijdens zijn keynote aan dat het aantal enterprise-aanvragen – dus voor de betaalde, ondersteunde versie van Nextcloud – de afgelopen maanden is verdrievoudigd. Ook Nederlandse partners bevestigden de groeiende vraag naar soevereine alternatieven. Nextcloud Talk Munich Tijdens de summit werd de nieuwe versie van Nextcloud Talk getoond: Nextcloud Talk Munich. Deze versie biedt verbeterde videoconferencingfunctionaliteit, hogere stabiliteit en betere integratie binnen het platform. Nextcloud positioneert Talk als het open source-alternatief voor Microsoft Teams voor videobellen en samenwerking. De nadruk in de nieuwe versie ligt niet enkel op bekende open source-waarden als privacy en databeheer, maar juist ook op integratie in bestaande werkprocessen. Het Nextcloud-platform zelf is modulair opgebouwd en stelt organisaties in staat om samenwerking veilig, transparant en schaalbaar in te richten. Het platform biedt een groot aantal standaard features voor het opslaan en delen van bestanden en andere informatie. Dat gebeurt door middel van self-hosting – in een eigen datacenter of bij een vertrouwde partner. In Nederland zijn dat onder andere The Good Cloud en ProcoliX. Op dit platform zijn apps te draaien. Een aantal van deze apps ontwikkelt Nextcloud zelf, zoals Talk, groupware en bijvoorbeeld de op ai-taken gerichte Nextcloud Assistant. Daarnaast is een app-marktplaats beschikbaar waarop door gebruikers en partners ontwikkelde apps. Het gaat inmiddels om honderden apps. Wie zelf eigen apps en workflows wil ontwikkelen, kan gebruik maken van Nextcloud Flow, een ontwikkeltool die scripting- en low-code-achtige kenmerken bezit. Een ander interessant onderdeel is de toepassing van ai binnen het platform. Niet alleen ontwikkelt Nextcloud zelf ai-functies, zoals de genoemde Nextcloud Assistant, ook gebruikers en externe app-ontwikkelaars passen ai binnen het platform toe. Omdat transparantie voor een opensourcebedrijf als Nextcloud belangrijk is, introduceerde het bedrijf vorig jaar een ai-rating-systeem dat via kleurcodering (rood, oranje, groen) gebruikers informeert over de transparantie, trainingsdata en controleerbaarheid van de gebruikte ai-modellen. Office-oplossing Een aardige aankondiging tijdens het event betrof de uitbreiding van de samenwerking tussen Nextcloud en Ionos, gericht op de ontwikkeling van een door Ionos gehoste Nextcloud-workspace. Deze volledig Europese office-oplossing is gebaseerd op open source en wordt gehost in de Duitse Ionos Cloud. Het gaat dus om een volledig soevereine werkplekomgeving. Het product komt nog dit jaar beschikbaar. Ionos kondigde daarnaast samen met het eveneens Duitse Bechtle een initiatief aan dat een volledig soevereine cloudomgeving aanbiedt aan Europese onderzoeksinstellingen en universiteiten. Dit gebeurt onder de vlag van het Ocre-framework. Dat ook Surf hierbij betrokken is, toont het groeiende belang van Europese samenwerking op het gebied van soevereine cloudinfrastructuur. Miljardenomzetten Toch is er binnen Europa nog veel werk aan de winkel, zo bleek in Munchen. Een Nederlandse deelnemer merkt bijvoorbeeld op nog nooit van Ionos of Bechtle te hebben gehoord, hoewel deze bedrijven miljardenomzetten draaien in de Dach-regio. Het illustreert de beperkte zichtbaarheid van Europese aanbieders buiten hun thuismarkt en wijst op het gemis van weldoordachte marketing en positionering. De roep om Europese alternatieven is niet nieuw, maar de urgentie is toegenomen. Karlitschek waarschuwt tijdens zijn keynote voor de risico’s van afhankelijkheid. ‘Vandaag de dag kan niemand uitsluiten dat toegang tot digitale platforms als politiek drukmiddel wordt ingezet.’ Hij benadrukt dat Nextcloud organisaties in staat stelt hun eigen data en infrastructuur volledig in eigen hand te houden, een kernvoorwaarde voor compliance, privacy en risicobeheersing. De Nextcloud Summit was daarmee niet slechts een evenement vol aankondigingen, paneldiscussies, productdemo’s en technische sessies, maar ook een wake-upcall aan de Europese it-sector. Zowel overheden als bedrijven hebben jarenlang gemakzuchtig gekozen voor de diensten van Amerikaanse hyperscalers. Of zoals een vertegenwoordiger van EuroStack het tijdens het event verwoordt: ‘Europese overheden en bedrijven moeten niet alleen Europese it-producten kopen, Europese it-aanbieders moeten ook echt Europese producten ontwikkelen en die vervolgens daadwerkelijk gaan verkopen aan Europese overheden en bedrijven, en daarbuiten. De gretigheid om dat te doen, lijkt in Europa te ontbreken.’ Kantelpunt Ook dat zou een signaal voor Europa moeten zijn. Zodat als we over enkele jaren terugkijken we kunnen vaststellen dat 2025 het jaar was waarin de Europese it-sector en de Europese it-gebruikers wakker werden geschud. Niet langer genoegen nemen met afhankelijkheid, maar inzetten op it-in-eigen-beheer, Europese samenwerking, innovatie en zichtbaarheid. De kwaliteit is er, zo onderstreept een Australische Nextcloud-partner: ‘De Europese it- en clouddiensten zijn van verbazingwekkend hoog niveau. Wat me echter nog meer verbaast, is dat Europese organisaties – overheden én bedrijven – desondanks vaak voor gemak en dus Amerikaanse hyperscalers kiezen. Als je er over nadenkt, is dat op z’n minst merkwaardig te noemen, en dan druk ik mij zacht uit.’

Pagina's

Abonneren op computable