computable

130 nieuwsberichten gevonden
VVD: wij willen een ‘AcICT on steroids’
3 weken
Interview | Queeny Rajkowski Digitalisering is geen bijzaak, maar een kernonderdeel van onze vrijheid, veiligheid en welvaart. VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski, woordvoerder digitale zaken, legt uit waarom Nederland nú moet investeren in digitale slagkracht, innovatie en soevereiniteit – en waarom de overheid daarin een cruciale rol speelt. Verder pleit zij namens de liberalen voor de oprichting van een ‘AcICT on steroids’, een waakhond die echt ingrijpt bij falende ict-projecten. ‘Toen ik vier jaar geleden de Tweede Kamer in kwam, werd me afgeraden om de portefeuille digitalisering te doen. Politieke zelfmoord, zeiden ze. Maar ik zei: digitalisering ís economie, ís veiligheid, ís zorg… kortom raakt alles in de samenleving’. Queeny Rajkowski windt er geen doekjes om. Digitalisering is voor haar geen randonderwerp, maar een strategische pijler van het VVD-verkiezingsprogramma. Toch merkt ze dat het onderwerp in Den Haag nog niet altijd de aandacht krijgt die het verdient. ‘Het gaat wel beter dan een paar jaar terug. Toen stelde ik vragen over internet en zeekabels en werd ik uitgelachen. Vandaag de dag is het de normaalste zaak om in deze tijden van geopolitieke spanningen over dit onderwerp te praten.’ ‘Als je kijkt naar de CPB-doorrekening van ons programma, dan zie je dat wij als enige partij de lasten voor bedrijven niet verhogen én de staatsschuld laag houden’, claimt Rajkowski. ‘Dat is essentieel als je een digitale economie wilt bouwen die toekomstbestendig is in een onrustige wereld’. De VVD wil daarom fors investeren: 42 miljard euro in een agenda voor nationale groei, met een duidelijke focus op sleuteltechnologieën zoals quantum computing, fotonica en biotechnologie. ‘We willen dat Nederland aantrekkelijk blijft voor bedrijven en wetenschappers. Als we niet investeren in rekenkracht en infrastructuur, vertrekken ze bijvoorbeeld naar Frankrijk of de VS.’ Soevereiniteit Meegaan met de tijd, noemt de VVD dit in het verkiezingsprogramma: digitalisering, robotisering en artificiële intelligentie (ai) verbeteren de komende decennia welzijn en zorg, verminderen de administratieve bureaucratie verminderen en besparen op arbeidsuren. Deze innovatie moet gestimuleerd en gefinancierd worden, de overheid dient te veel regulering vooraf te voorkomen, benadrukt de partij. ‘We kijken hierbij naar goede voorbeelden, zoals de medtech-sector in Twente’, aldus Rajkowski. Een belangrijk speerpunt hierbij is digitale soevereiniteit. Rajkowski: ‘We moeten niet afhankelijk zijn van een techgigant of een land. Daarom willen we bijvoorbeeld een nieuwe zeekabelroute vanuit Japan naar Nederland doortrekken, en een slim datacenterbeleid voeren. Niet de schaarse grond volbouwen met blokkendozen, maar wel door kunnen gaan met het bouwen van datacenters, want die rekenkracht hebben we nodig voor ai en andere technologieën’ De overheid moet op het vlak van soevereiniteit het voortouw nemen. Het VVD-Kamerlid komt in Nederland regelmatig bij cloudbedrijven over de vloer die privacy en ethiek hoog in het vaandel hebben staan, met data die voor 100 procent in Europa of in Nederland zijn opgeslagen. Maar, merkt ze, die komen bij een gemeente of ministerie niet aan de bak. ‘De belangstelling is er wel maar uiteindelijk is er toch een wethouder of een bestuurder die het toch niet aandurft. Want, zegt die tegen zo’n bedrijf: ‘als er een storing is bij jullie, dan is het mijn schuld. Want ik ben met een kleine partij in zee gegaan. Maar als wij plat liggen door een storing bij Microsoft, dan snapt iedereen dat.’ Je hebt dus bestuurders en managers met lef nodig die er gewoon voor gaan, concludeert Rajkowski. Want anders kunnen die kleine clubs in Nederland niet groter worden en blijft een beperkt aantal Big-Tech-bedrijven de enige oplossing voor alles. En dat is ook een risico, want we kunnen niet meer voor alles op bondgenoot Amerika rekenen zoals dat eerder is geweest.’ Echte uitvoeringskracht Sowieso wil de VVD een overheid met meer ambitie op het gebied van ict. ‘Estland en Singapore zijn voorbeelden van landen met een visie op groei en vooruitgang. Die kiezen voor toptalent, werken datagedreven en gestandaardiseerd en vergelijken hun effectiviteit met andere landen. Nederland moet ook weer een digitaal knooppunt worden, met ruimte voor innovatie en samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Dan ontstaan er ook belangrijke initiatieven, zoals ooit de AMS-IX is opgezet’, aldus Rajkowski. Ai kan zorgen voor een revolutie bij de overheid, maar dan moet de overheid wel om leren gaan met techniek. Er moet een einde komen aan falende ict-projecten en de stapeling van budgetoverschrijdingen bij hervormingen en in de uitvoering, stelt de VVD in haar programma. De partij pleit voor de oprichting van een nieuw rijksbreed ict-team dat, los van verstikkende overheidsstructuren en –procedures, eindeloos durende ict-projecten vlot trekt, zoals bij de Belastingdienst, DUO en het UWV. Bij grote interne projecten wordt er één topambtenaar aangesteld die verantwoordelijk is voor het eindresultaat. ‘We hebben nu het AcICT, dat adviseert over falende systemen. Maar wij willen een ‘AcICT on steroids’: een rijksbrede digitale dienst met echte uitvoeringskracht. Niet alleen signaleren en rapporteren, maar ook ingrijpen als een ministerie een slecht plan heeft.’ Ze pleit voor standaardisatie binnen de overheid. ‘Ministeries gebruiken bijvoorbeeld verschillende communicatietools. Als je elkaar digitaal niet eens kunt vinden, hoe kun je dan één overheid zijn? Daarom zijn we voorstander van het standaardiseren en centraliseren van de digitale inkoop, zodat de overheid goedkoper en op een efficiëntere manier software kan aanschaffen.’ Geen ministerie van Digitale Zaken Hoewel digitalisering een prominente plek moet krijgen in het kabinet, hoeft er van de VVD geen apart ministerie voor worden opgetuigd. ‘Niet weer een gebouw met een nieuw logo en briefpapier. Zonde van het geld en dan ben je zo weer een paar jaar bezig met opbouwen. We willen juist aan de slag. Nu valt ict nog onder BZK en EZ maar ik zou het gezien het economisch belang in zijn geheel onderbrengen bij Economische Zaken. En dan heb je een paar andere ministeries om mee te denken over een aantal randvoorwaarden, zoals BZK voor de ethische principes, privacy en burgerschapswaarde, en OCW voor digitale vaardigheden.’ De VVD wil ook dat ambtenaren worden bijgeschoold in ai. ‘We hebben steeds minder mensen die werken, en steeds meer mensen die minder werken. Alle sectoren kampen met tekorten. Dan moet je slimmer gaan werken. Ai kan daarbij helpen.’ Rajkowski benadrukt dat dit niet alleen een technische kwestie is. ‘Mensen moeten begrijpen wat ai is en wat het kan. Pas dan kun je rendement halen. En vraag als overheid het bedrijfsleven om hulp – niet de dure big four consultants, maar digitaal volwassen bedrijven.’ In het onderwijs ziet Rajkowski in bredere zin kansen. ‘We hebben de meest digitaal vaardige bevolking van Europa, terwijl er in het onderwijs nog weinig aandacht is voor digitale vaardigheden. Dat betekent dus dat we talent hebben. Als we dat slim inzetten, is the sky the limit.’ Ze wijst ook op het belang van bewustwording bij jongeren. ‘Veel cybercriminelen zijn jonge jongens die niet beseffen wat de impact is van hun acties. Onderwijs kan daar een verschil maken.’ Digitale uitval Op het terrein van ict-beveiliging is de VVD voorstander van een streng onafhankelijk certificeringssysteem op Europees niveau voor kritieke hard- en software. Digitale producten moeten veiliger worden door fabrikanten te verplichten al vanaf het ontwerp aandacht te besteden aan cyberveiligheid. Dit beschermt burgers en bedrijven beter tegen hackers, verkleint economische schade en versterkt de digitale soevereiniteit van Europa. Kritieke sectoren zoals havens, luchthavens telecombedrijven en bewakingssystemen mogen geen technologie uit risicolanden gebruiken, aldus de liberale partij. Nederland moet zich in dit kader ook beter wapenen tegen de dagelijkse cyberaanvallen vanuit landen als Rusland, Iran en China, om digitale uitval te voorkomen, vindt de VVD. In het verkiezingsprogramma staat onder meer: ‘We zorgen ervoor dat onze inlichtingendiensten dreigingsinformatie wettelijk sneller en op structurele basis met (vitale) bedrijven mogen delen. Daarbij worden ethische hackers betrokken om kwetsbaarheden op te sporen. We trainen vaker op digitale uitval van vitale sectoren en zorgen ervoor dat vitale sectoren hun draaiboeken voor dit soort omstandigheden klaar hebben liggen.’ Rajkowski hamert al jaren op weerbaarheid, zowel bij burgers als bij de overheid. Een van haar grootste frustraties is het gebrek aan voorbereiding op digitale crises. ‘We zijn niet voorbereid op een succesvolle digitale aanval op vitale sectoren. Als een bank, supermarkt, tankstation of vliegveld platgaat, kan er binnen een paar uur een crisis ontstaan. Ze pleit voor weerbaarheid, zowel bij burgers als bij de overheid. ‘We halen overal de analoge terugvalopties weg. Maar kunnen we bijvoorbeeld nog wel een brug handmatig openen? Dat soort dingen moeten we behouden. Dat is geen luxe, dat is noodzaak.’ Als je digitalisering belangrijk vindt, stem dan ook op kandidaten die er woordvoerder van zijn Het VVD-Kamerlid heeft in de techsector (bij eFocus en Valtech) gewerkt, dus affiniteit met digitalisering heeft ze wel. Ze merkt dat het onderwerp de afgelopen jaren ook bij andere partijen populairder is geworden, al kan het altijd beter. ‘Er zitten in de commissie Digitale Zaken bijvoorbeeld ook leden die bij debatten nooit komen opdagen.’ En passant doet ze nog een oproep. ‘Als je digitalisering belangrijk vindt, stem dan ook op kandidaten die er woordvoerder van zijn. We kunnen het onderwerp hoger op de politieke agenda krijgen, maar dan moeten we elkaar wel helpen.’ Computable voert in de aanloop naar de komende Tweede Kamer-verkiezingen een aantal gesprekken met politieke partijen over hun verkiezingsprogramma en de aandacht voor ict daarin. Lees ook: GroenLinks-PvdA wil krachtige minister Digitale Zaken mét mandaat Lees ook: D66: maak Nederland koploper in digitale autonomie
Kort: Adoptie 2FA alleen succes met managementsteun, Builders haalt drie miljoen op (en meer)
3 weken
In dit nieuwsoverzicht: Main Capital vergroot Franse portfolio, Adoptie 2FA valt of staat met communicatie en managementsteun, Rotterdamse startup Builders haalt drie miljoen euro op, schijnzekerheid grootste risico in ketenbeveiliging en ChatGPT Go ook gratis in India. Main Capital vergroot Franse portfolio Main Capital Partners heeft aangekondigd in het Franse Shippingbo te investeren, een saas-platform voor logistiek management met hoofdkantoor in Toulouse. Shippingbo combineert order-, warehouse- en transportmanagement in één oplossing en bedient circa duizend klanten, waaronder DHL en Stef. Het bedrijf telt ongeveer tachtig medewerkers en behaalt het grootste deel van de omzet in Frankrijk, maar breidt uit naar Spanje, België en Zwitserland. Met steun van Main Capital wil Shippingbo productontwikkeling versnellen, internationaal uitbreiden en een buy-and-build-strategie uitvoeren. Het management behoudt een aanzienlijk aandelenbelang. Voor de Haagse investeerder is dit de derde platforminvestering in Frankrijk in 2025, na de opening van het Parijse kantoor eerder dit jaar. Adoptie 2FA valt of staat met communicatie en managementsteun Tweestapsverificatie (2FA) is breed ingevoerd in het Nederlandse bedrijfsleven, maar succes hangt sterk af van communicatie en managementsteun, zo blijkt uit onderzoek van Visma onder 319 ict-beslissers. Van de respondenten voerde 45 procent 2FA gefaseerd in, 29 procent organisatiebreed en 18 procent via een pilotgroep. Communicatiekanalen zijn vooral e-mail en intranet (vijftig procent), it-support (vijftig procent), trainingen (37 procent) en app-meldingen (37 procent). Acceptatie stijgt bij organisatiebrede uitrol (56 procent) en bij actieve managementsteun (51 procent). Medewerkers reageren overwegend positief: veertig procent accepteert 2FA zonder moeite, 28 procent toont enthousiasme. De onderzoekers benadrukken dat duidelijke interne communicatie en leiderschap cruciaal zijn voor adoptie. Rotterdamse startup Builders haalt drie miljoen euro op Het platform Builders heeft drie miljoen euro opgehaald, waarmee het totaal sinds de oprichting op 4,5 miljoen euro komt, zo maakte de Rotterdamse startup bekend. De venture studio ontwikkelt samen met ondernemers enterprise ai-bedrijven en wil met de nieuwe financiering jaarlijks minimaal vier bedrijven lanceren. Eerdere ventures waren onder meer Noon, Obeyo en Influentials, waarvan de laatste succesvol werd verkocht. Het huidige portfolio bevat Everday, Avery en Cortena, bijna klaar voor seedfinanciering. Builders bereidt daarnaast een fonds van vijfentwintig miljoen euro voor om het ai-ecosysteem verder te ondersteunen en Europese uitbreiding te realiseren. Investeerders zijn onder meer Invint Capital, Den Breems & Schouten en diverse angel investors. Schijnzekerheid grootste risico in ketenbeveiliging Veel organisaties beperken ketenbeveiliging tot contractuele eisen, maar dat levert vooral schijnzekerheid op, stelt Orange Cyberdefense. Nieuwe regelgeving zoals NIS2 verplicht bedrijven ook leveranciersrisico’s te beheersen, maar supplychainsecurity scoort slechts 37 procent in een Enisa-readinessmeting. Contractuele clausules en certificeringsplichten blijken vaak niet effectief zonder begeleiding en gezamenlijke aanpak. De cyberbeveiliger adviseert daarom drie stappen: realistische en toetsbare eisen stellen, beleid vertalen naar controleerbare praktijk en ketenbeveiliging structureel opnemen in programma en begroting. Zonder actieve ondersteuning van leveranciers blijven afspraken vrijblijvend en vergroten organisaties hun risico’s in plaats van ze te verkleinen. ChatGPT Go ook gratis in India OpenAI stelt zijn ChatGPT Go-plan een jaar gratis beschikbaar voor gebruikers in India. Het abonnement, normaal minder dan vijf dollar per maand, biedt tien keer meer gebruiksmogelijkheden dan de gratis versie, inclusief beeldgeneratie, bestandsuploads en verbeterde geheugenfuncties, aldus TechCrunch. India is na de VS de grootste markt van OpenAI, met meer dan een miljard internetgebruikers en ruim zevenhonderd miljoen smartphones. Ondanks 29 miljoen downloads in negentig dagen leverden in-app aankopen slechts 3,6 miljoen dollar op. Concurrenten zoals Perplexity en Google bieden vergelijkbare gratis plannen.
9 vragen over het Model Context Protocol
3 weken
Dankzij MCP praat ai met niet-ai Een jaar geleden introduceerde Anthropic, het bedrijf achter chatbot Claude, het zogeheten Model Context Protocol (MCP). Kenners omschrijven het protocol als een universele connector tussen ai-chatbots en andere databronnen. Grote ai-chatbot leveranciers zoals OpenAi en Google omarmden het opensource-protocol MCP van Anthropic waardoor het snel aan bekendheid heeft gewonnen. Wat is het, wat kun je er wel en niet mee en hoe belangrijk wordt dit MCP? Martijn Hoogeveen, Joost Diepenmaat en Lennard Kooy (zie kader) geven antwoord. 1. Wat is MCP precies? Een aanbieder van een database of een saas-applicatie laat via het Model Context Protocol (MCP) aan een taalmodel (llm) weten hoe zijn informatie gestructureerd is. Het is een client-server-architectuur waarin de gegevens worden uitgewisseld in het JSON-RPC formaat. MCP maakt gebruik van de api van de databron. Lennard Kooy van LLevarge omschrijft MCP zo: ‘Het is een soort usb-c voor ai-modellen. Een standaard protocol dat ai-modellen laat praten met externe tools, databases, api’s, je crm, whatever.’ En Joost Diepenmaat van Moneybird legt uit: ‘Als je een applicatie hebt met een api, dan kun je via een MCP-server aan de client duidelijk maken wat je api doet, welke endpoints er zijn en welke acties je daarmee kunt uitvoeren.’ 2. Wat zijn voorbeelden van toepassingen? Een eindgebruiker van boekhoudsoftware Moneybird kan bijvoorbeeld via een prompt in natuurlijke taal via een chatbot nieuwe klanten aanmaken of facturen opstellen. De prompt: ‘Nieuwe klant is Jan Jansen, Postweg 1, Amsterdam’ maakt in de software een nieuw record aan waarbij meteen de juiste velden ingevuld zijn. Dit is schaalbaar, want je kunt lange lijsten met nieuwe gegevens of complexe opdrachten in één keer aan de client meegeven waarna de betreffende records worden aangemaakt of gewijzigd. Dat scheelt de gebruiker natuurlijk vele kliks en dus tijd. Een ander voorbeeld biedt Icecat. Deze Nederlandse onderneming heeft een enorme database met informatie over producten, die weer aan allerlei andere partijen zoals e-shops wordt geleverd. Stel dat een eindgebruiker wil controleren welke Bluetooth-functionaliteit wordt ondersteund door het product Philips SHB9850NC/00, dan kan hij dit googlen of opzoeken in een database die gebruik maakt van Icecat-data. In plaats van dit handmatig te controleren, kan hij het ook in natuurlijke taal aan een MCP-client vragen die gekoppeld is aan de MCP-server van Icecat. De chatbot zal dan altijd accurate informatie uit de Icecat-database over het product verstrekken. Deze oplossing wordt niet snel door een consument zelf toegepast en zal daarom vooral te vinden zijn in applicaties of agents van derde partijen, die bijvoorbeeld toegesneden zijn op het vinden van producten en daarbij gebruikmaken van taalmodellen zoals Claude. Icecat ceo Martijn Hoogeveen: ‘Taalmodellen zijn erg geschikt om de intentie van een zoekvraag te begrijpen, dus MCP-toepassingen gaan daar toegevoegde waarde leveren.’ Hoogveen noemt en passant nog een toepassing van MCP: ‘We zochten naar een taal om intern applicaties met elkaar te laten praten. MCP onderving dat in één keer.’ Lennard Kooy vat de huidige ontwikkelingen samen en stelt dat 90 procent van de MCP-toepassingen draait om generieke data die verbonden worden met specifieke apps. ‘Het zijn chat-interfaces voor traditionele saas-toepassingen. Het is bedoeld om ai met niet-ai te laten praten.’ 3. Wat is nu het grote voordeel? Diepenmaat ziet het onder meer in de user interface: ‘Ik zit al heel lang in de it en wij zijn altijd voorzichtig met de nieuwste hypes. Maar toen ik dit zag, ging ik rechtop zitten. MCP voelt als een heel logische volgende stap om de gebruiker dagelijkse taken in natuurlijke taal te laten uitvoeren. Wij als softwarebouwers definiëren van oudsher een interface zoals wij denken dat hij hoort te zijn, maar de gebruiker wil misschien wel wat anders. Hij is met een MCP-interface niet meer gelimiteerd door de begrenzingen van een applicatie-interface. De gebruiker kan zijn eigen commando’s bedenken en laten uitvoeren. Ik zie mensen nu opdrachten geven die ik als ontwikkelaar van tevoren niet had kunnen bedenken. Iemand vroeg bijvoorbeeld via de MCP-client: ‘kan ik beter dit jaar of volgend jaar een nieuwe MacBook aanschaffen?’ De applicatie checkte de belastingwetgeving én de boekhouding van de persoon in kwestie en kwam vervolgens tot een advies.’ Kooy benadrukt de schaalvoordelen: ‘Een traditionele api-aanroep leidt tot één actie. Een MCP-omgeving werkt volgens een ander paradigma: je kunt allerlei acties met één prompt tegelijk laten uitvoeren. Als de MCP-server eenmaal is ingericht, hoef je niet meer te weten hoe elk endpoint van een api heet om een toepassing te maken. Je hebt dus veel flexibiliteit en lage ontwikkelkosten om MCP-toepassingen te maken.’ 4. Is MCP een nieuwe standaard? Hoogeveen ziet voordelen als het protocol echt doorzet: ‘Het is een wereldtaal in wording. De revolutie zit in de P van Protocol. Als het de standaard wordt, dan is het nuttig voor iedereen want dan ontstaat een netwerk-effect.’ Kooy beaamt: ‘Ja, MCP wordt breed geadopteerd en aangeboden. Om niet-ai toepassingen met llm’s te laten praten op een ai-manier wordt MCP de standaard, denk ik. Maar veel integraties met ai verlopen nog gewoon via traditionele api’s. Deels omdat veel producten of diensten nog geen MCP-server hebben.’ 5. Welke nieuwe toepassingen dienen zich aan? Kooy: ‘Er staan nu partijen op die MCP-servers opzetten om saas-applicatie van derden te ontsluiten en te bundelen. Die verzamelingen kun je dan weer koppelen aan bijvoorbeeld Copilot waar dan de authenticatie plaatsvindt. Zo kun je in theorie in één omgeving bijvoorbeeld je crm-, boekhouding- en salesapplicaties bedienen.’ 6. Voor welke toepassingen is MCP meer of minder geschikt? Kooy ziet MCP een rol spelen bij de integratie van tools, integrated development environments, single-agent systemen en productcatalogi. ‘Daar doet MCP wat het moet doen. In potentie zijn er miljoenen partijen met een api en die zouden allemaal een MCP-server kunnen opzetten. Maar voor agent-to-agent communicatie, lange async operaties of gedecentraliseerde systemen is MCP niet gebouwd.’ Hoogeveen ziet MCP als slechts één van de onderdelen van een wereld waarin ai agents acteren: ‘Als agents elkaar of andere tools aanroepen speelt MCP een rol als uitwisselingstaal. Maar in de agentic workflow staan de MCP-servers op een laag niveau.’ 7. Welke security-problemen zijn er rond MCP-toepassingen? Gevoelige informatie via chatbots met een bedrijfsapplicatie uitwisselen klinkt als een nieuwe alarmbel voor de cybersecurity-afdeling. Diepenraam ziet dat ook: ‘Dataprivacy is natuurlijk een groot issue. De afhandeling van datastromen verloopt meestal via de chatbots van Amerikaanse aanbieders, en daar liggen risico’s. Goed dat zowel ontwikkelaars als eindgebruikers zich daar een oordeel over vormen. Daarnaast is het verstandig om na te denken over checks and balances in de applicaties, want je kunt krachtige acties ondernemen, zoals het verwijderen van duizenden facturen tegelijk, om maar wat te noemen.’ Kooy voegt daaraan toe: ‘MCP neemt jouw gebruikersrechten over en krijgt toegang om allerlei acties uit te voeren. Het is lastig om te zien wat de client dan precies doet. Ik ken al voorbeelden van een Slack-integratie waarin een random bericht in een random kanaal werd geplaatst. Ik zou echte mission critical acties voorlopig nog niet via MCP-omgevingen afhandelen, totdat er voldoende vooruitgang is geboekt op het gebied van traceability en auditing.’ 8. Zijn er al varianten of afsplitsingen van MCP in omloop? Zowel Kooy, Hoogeveen als Diepenmaat hebben nog geen varianten gezien. Kooy: ‘Wel zie je dat er doorontwikkeld wordt door de community. Zo is er nu oAuth voor authenticatie van gebruikers in het protocol opgenomen. Het zal verder verrijkt moeten worden tot een volwassen protocol. Dat gaat bijvoorbeeld om de manier waarop api-requests op grote schaal worden afgehandeld. Die ontwikkeling gaat snel en zal nog zes tot negen maanden duren.’ 9. Hoeveel tijd kost het om een MCP-server op te zetten? Kooy rekent voor: ‘Pre-built servers zijn binnen een paar dagen live. Custom development kost je één tot twee weken. Een volledige enterprise rollout neemt één tot drie maanden in beslag, en dan vooral omdat security reviews en approval processes tijd kosten.’ Diepenmaat is met zijn team anderhalve maand bezig geweest om de api van Moneybird om te zetten naar een MCP-server en bij Icecat was het volgens Hoogeveen in een sprint van twee weken gefixt. Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6.
Investering van twee miljoen in sociaal sportnetwerk CityLegends  
3 weken
CityLegends, een sociaal netwerk voor straatcultuur waar skaters, freerunners, BMX-rijders, dansers en makers spots, clips en evenementen delen, heeft twee miljoen dollar opgehaald om wereldwijd op te schalen en zijn technologie een boost te geven. Aan de ronde wordt deelgenomen door het in San Francisco gevestigde GFR Fund, het Dutch Sport Tech Fund, het Leisure Ontwikkel Fonds Noord-Brabant (LOF Brabant) en SportInnovator, met vervolginvesteringen van bestaande geldschieters Lumo Labs en LeanSquare. CityLegends is als platform, dat straatcultuur, media en gaming (e-sports) combineert, al actief in ruim veertig steden in Europa, de Verenigde Staten en Azië. Met de nieuwe investering wil het Eindhovense bedrijf de internationale expansie versnellen en nieuwe functies ontwikkelen. Het sociale netwerk beweegt zich op het snijvlak van sport, cultuur en technologie. Volgens LOF Brabant geeft de nieuwe investering ‘een krachtige impuls aan de urban-leisure-cultuur. CityLegends slaat een brug tussen sport, kunst en digitale innovatie om talent onder de aandacht te brengen, gemeenschappen te versterken en steden levendiger en inclusiever te maken’ De kapitaalinjectie speelt tevens in op de komende Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles. Daar is aandacht voor de stedelijke ‘leisure’-cultuur en urban sports.  
Norea onderstreept waarschuwing soevereiniteit AFM en DNB
3 weken
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) waarschuwden recent dat de financiële sector een groeiend risico loopt door de toenemende afhankelijkheid van enkele niet-Europese it-leveranciers. Norea, de beroepsorganisatie van it-auditors, herkent dit alarm en wijst erop dat dit voor veel meer sectoren geldt. AFM en DNB publiceerden een rapport waarin staat de concentratie bij een klein aantal it-aanbieders kan leiden tot grote systeemrisico’s: verstoringen bij één it-leverancier zouden een groot deel van de sector kunnen raken. Met dit rapport roepen DNB en AFM financiële instellingen op hun digitale weerbaarheid te versterken en op termijn te werken aan meer Europese digitale autonomie. Norea ziet dezelfde problematiek ook in andere sectoren en omarmt de ambitie voor meer Europese cloudsoevereiniteit, maar onderkent dat de realisatie daarvan tijd, samenwerking en inspanning zal vergen. In de tussenliggende periode is het van belang dat veiligheid en risicomanagement rond leveranciersbeheer en digitale afhankelijkheden voldoende aandacht krijgen, benadrukt de beroepsorganisatie van it-auditors. Ook vindt Norea dat transparante it-verantwoording een essentieel instrument is om deze digitale risico’s effectief te beheersen. IDRS Als concrete stap wijst de beroepsorganisatie op de International Digital Reporting Standards (IDRS). Deze door Norea geïnitieerde standaard is inmiddels ondergebracht bij ECP (Platform voor de informatiesamenleving) en helpt organisaties om gestructureerd inzicht te krijgen in hun it-beheersing en digitale weerbaarheid. In een geïntegreerd ‘cyber/it-jaarverslag’ bundelt IDRS alle relevante it-processen, beveiligingsmaatregelen en compliance-informatie, wat de rapportagelast aanzienlijk vermindert. Dankzij deze uniforme aanpak kunnen it-afdelingen, bestuur en auditfunctie beter samenwerken, omdat iedereen dezelfde taal spreekt. Ook sluit IDRS aan op nieuwe Europese regelgeving (zoals NIS2 en DORA), zodat organisaties goed voorbereid zijn op toekomstige eisen, aldus Norea.
Niet te snel de sleutels aan agents geven
4 weken
Interview | Menno van Doorn Agentic ai is nu nog te vroeg, zegt VINT-directeur Menno van Doorn. ‘Er sluimert een nieuwe softwarecrisis, waarbij bedrijven zich verschuilen achter autonome systemen.’ Organisaties moeten zich beter bewust worden van de risico’s van ‘agentic ai’, stelt Menno van Doorn, directeur van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van Sogeti. ‘Ik zou er uiterst voorzichtig mee zijn; je geeft niet zomaar de sleutels van jouw bedrijf uit handen aan software die zelfstandig beslist en handelt.’ VINT doet al dertig jaar onderzoek naar de impact van technologie en publiceert hierover regelmatig rapporten en boeken. De studie ‘Schaarste in overvloed; het grote ai-experiment’ roept op tot bewust experimenteren met generatieve ai: niet alleen om de technologie te begrijpen, maar ook om onze eigen rol in een ai-gedreven wereld te herdefiniëren. Van Doorn: ‘Bij generatieve ai werk je in een sandbox: je maakt plaatjes, teksten, video, muziek of je genereert een nieuw eiwit voor wetenschappelijk onderzoek. Als je kunstmatige intelligentie wil gebruiken om een marketingplan uit te werken en te testen, dan kan dat jouw werk als marketeer versnellen. Je doet niemand schade, er is geen klant die je ermee lastigvalt. Je bent gewoon met je eigen creatieve proces bezig. En de mens is altijd in de loop.’ Ik zou de planning in de gezondheidszorg niet door virtuele agents laten afhandelen Agentic ai gaat duidelijk een stap verder: ai agents zijn ontworpen om autonoom te handelen, doelen te stellen, en complexe taken uit te voeren met minimale menselijke tussenkomst. ‘Agentic ai grijpt direct in op je processen, en daar ligt het risico’, zegt Van Doorn. Het kan dus wel eens fout gaan met ai-agents. ‘Agentic ai werkt probabilistisch: het rekent met waarschijnlijkheden, niet met zekerheden. Waar klassieke software ‘if-this-then-that’-logica volgt, maakt agentic ai keuzes op basis van kansmodellen.’ In het recente rapport dat Sogeti publiceerde over Agentic ai, ‘Autopilot Yes/No’, worden die verschillen toegelicht. Agentic ai kan confabuleren, zegt Van Doorn. Dit verwijst naar het gedrag waarbij iemand verhalen vertelt die niet kloppen met de werkelijkheid, vaak zonder dat die persoon zich daarvan bewust is. Het is dus geen opzettelijke leugen, maar een manier waarop het brein gaten in het geheugen probeert op te vullen. ‘Je kunt je er als bedrijf niet achter verschuilen’, verwijst Van Doorn naar de rechtszaak die was aangespannen tegen Air Canada. Een klant kreeg verkeerd advies van de chatbot en wilde daarvoor gecompenseerd worden ‘De luchtvaartmaatschappij gaf voor de rechter de chatbot de schuld, maar de rechter ging daar uiteraard niet in mee. Je kunt je niet verschuilen achter de software – een chatbot of een algoritme – die je gebruikt.’ Geen herstelknop ‘Gewoonlijk zou je zeggen: Air Canada heeft ervan geleerd, ze passen het aan in de software. Dat gaat echter niet op in het nieuwe paradigma. Het is namelijk geen bug, het is een feature van de virtuele agent, een eigenschap. Chatbots gaan zo prettig met klanten om juist omdat ze probabilistisch werken. Maar ze kunnen ook heel prettig het verkeerde advies geven. Het zijn taalmodellen; goed in taal, goed in overtuigen. Er is dus geen herstelknop waarmee je de software aan kunt passen om problemen de volgende keer te voorkomen. De hamvraag is of het ooit beter wordt. En kunnen we dan wel vol gas gaan? Ik verwacht van niet’, zegt Van Doorn. ‘Juist omdat het een eigenschap is, niet iets wat is te verbouwen. Ik zou de architectuur van bijvoorbeeld een bank niet herbouwen met virtuele agents. Of de planning in de gezondheidszorg door hen laten afhandelen. Daar is het nu allemaal nog te onbetrouwbaar voor.’ Als je naast iedere chatbot een mens zet om te checken, is dat is veel te inefficiënt Vibe coding Een interessante tussenstap is vibe coding, legt Van Doorn uit. ‘Dan maak je met de probabilistische ai deterministische software. Daar kun je de bugs wel uithalen maar de code heeft weer niet de kracht van de taal die moderne ai-agents zo interessant maken.’ Letterlijk staat vibe coding voor coderen op gevoel. Je wil iets maken op basis van de ‘vibe’, jouw gevoel en die ai genereert vervolgens de volledige applicatie voor jou. ‘Een kind kan de was doen zo lijkt het, maar met coderen zonder kennis ga je nat’. Van Doorn verwijst naar Andrew Ng, één van de invloedrijkste ai-experts ter wereld. Ng noemt vibe coding een ongelukkige term. De naam suggereert dat het een nonchalante bezigheid is. In werkelijkheid vindt hij ai-assisted coding een diep intellectuele oefening. Hij zegt dat het hem ‘uitput’, omdat het veel denkwerk vereist — van het formuleren van goede prompts tot het begrijpen van gegenereerde code en fouten. ‘Kan me goed voorstellen dat Ng vibe coding uiterst vermoeiend vindt’, stelt Van Doorn. ‘Want je bent constant aan het scannen waar het de bocht uitvliegt en hoe je dat moet herstellen. Dus jouw aandachtspanne en waarschijnlijk ook de kennis die je moet hebben van waar je mee bezig bent, die maken samen of je een level verder komt. Het klinkt heel makkelijk: ik kan geen letter programmeren, maar toch een programma in elkaar zetten. Als je niet de juiste prompts weet te maken, zou het zomaar kunnen dat de software niet iets gaat verbeteren, maar juist verslechteren. Dan gaat hij zijn oude code overschrijven of datalekken produceren. Dit zijn wel hele fundamentele dingen natuurlijk. Volgens Andrew Ng hebben we straks ook meer software-experts nodig in plaats van minder.’ Hier ziet Van Doorn een relatie met de softwarecrisis uit de jaren zestig, toen programmatuur steeds complexer en duurder werd, en moeilijker te onderhouden. Er sluimert een nieuwe softwarecrisis, waarbij bedrijven zich verschuilen achter autonome systemen, terwijl de verantwoordelijkheid bij henzelf blijft liggen. Bovendien is nog niet duidelijk hoe software engineering anno 2025 vibe coding precies onder controle moet krijgen. Extreem belangrijk als je mag aannemen dat de regels code die door amateurs worden geschreven gaan exploderen. Er zitten ontegenzeggelijk positieve kanten aan ai. Maar het is nu nog te vroeg om op ai te vertrouwen die agency heeft Kwaliteitsgarantie Sogeti heeft een naam hoog te houden als het gaat om quality assurance en het testen van software. ‘Hoe verifieer je een proces waarin ai iets creëert dat precies doet wat jij wil en niet uit de bocht vliegt; en hoe test je dat? Voor iedere organisatie is het heel belangrijk om dit op orde te hebben. Wij moeten die kwaliteitsgarantie kunnen bieden. Het accent komt door al die nieuwe ai-mogelijkheden zo steeds meer op quality assurance te liggen. Traditioneel draait it om efficiency en effectiviteit. Maar als je naast iedere chatbot een mens zet om te checken, is dat is veel te inefficiënt. Het is een duivels dilemma, want de mens is lui en vertrouwt al snel te veel op de uitkomsten van ai. Zo wees een recente studie uit dat artsen die hun werk door een ai lieten controleren minder opletten en meer fouten maakten, omdat ze ervan uitgaan dat ai hun fouten er wel uitzeeft. Daar is een nieuw woord voor: cognitive offloading. Zo ontdekken we dat uiteindelijk de kwaliteit van gen ai, vibe coding en agentic ai zwaar afhankelijk is van de mens die checkt en test. De nieuwe generatie software engineer moet alerter zijn dan al haar voorgangers.’ Nu nog te vroeg Niet dat Van Doorn gen ai of ai agents wil afserveren (mocht dat al kunnen, want ze zijn er inmiddels in groten getale). Maar hij wil de garantie dat er niks fout gaat. Wat we nodig hebben is niet alleen technologische innovatie, maar bestuurlijke reflectie: wie bestuurt er straks nog echt? ‘Er zitten ontegenzeggelijk positieve kanten aan ai. Maar het is nu nog te vroeg om op ai te vertrouwen die agency heeft. Je hebt soms hele complexe planningstaken in situaties op een vliegveld bijvoorbeeld. Ik zou dan een virtuele agent laten meedraaien als een teamlid of zo. Dus laat ze met ideeën komen en dan ervan leren en begrijpen. Dat is zeker nuttig. Maar om dan de planning te overhandigen aan dat ‘ding’, nee. Misschien over tien jaar; wie weet waar deze ontwikkeling naartoe gaat, misschien zelfs wel nooit. Maar nu is het in ieder geval nog te vroeg.’ Dit artikel staat ook in Computable Magazine #6 2025.
Kort: Chinese smishing-campagne met 200.000 domeinen, miljarden van Amazon (en meer)
4 weken
In dit nieuwsoverzicht: Grootste smishingcampagne ooit is Chinees, Amazon investeert meer dan 1,4 miljard euro in Nederland, Australië klaagt Microsoft aan voor misleiding, SoftwareOne wint aanbesteding provincie Drenthe en India wil verplichte labeling van ai-content. Grootste smishingcampagne ooit is Chinees Meer dan 194.000 kwaadaardige domeinen zijn sinds januari 2024 wereldwijd ingezet in een van de grootste smishingcampagnes (smishing: een samentrekking van sms en phishing), zo meldt Unit 42 van Palo Alto Networks (een samentrekking van sms en phishing). De Chinese hackersgroep Smishing Triad die erachter zit gebruikt phishing-as-a-service en een gedecentraliseerde infrastructuur om dagelijks duizenden nieuwe domeinen te creëren. Hun phishingpagina’s imiteren websites van banken, postbedrijven en overheden en verzamelen persoonlijke en financiële gegevens. De aanvallen worden uitgevoerd via een netwerk van onderaannemers en zijn technologisch geavanceerd. De cyberbeveiliger waarschuwt dat de dreiging wereldwijd en aanhoudend is en adviseert organisaties en consumenten om links en (sms-)berichten altijd via officiële kanalen te verifiëren. Amazon investeert meer dan 1,4 miljard euro in Nederland Amazon gaat meer dan 1,4 miljard euro investeren in Nederland voor de periode 2025–2027, zo heeft het bedrijf aangekondigd. Het is de grootste toezegging sinds de lancering van het bedrijf in Nederland in 2020 en ondersteunt zowel retailactiviteiten als Amazon Web Services. De middelen gaan naar infrastructuur, technologie en logistiek, met als doel lagere prijzen, snellere bezorging en uitbreiding van het productaanbod. Meer dan 4.500 Nederlandse mkb’ers verkopen via Amazon, waarvan bijna 90 procent klanten bereikt in 170 landen, zo stelt het bedrijf. Amazon heeft ruim duizend medewerkers in Nederland. Het bedrijf stelt dat diens investeringen in 2024 meer dan tweehonderd miljoen euro bijdroegen aan het bbp. Australië klaagt Microsoft aan voor misleiding De Australische toezichthouder ACCC is een rechtszaak gestart tegen Microsoft wegens misleiding van gebruikers van Microsoft 365. Volgens de aanklacht kregen klanten van de Personal- en Family-abonnementen met automatische verlenging te horen dat zij moesten overstappen naar een duurdere versie met Copilot of hun abonnement opzeggen, zo legt The Register uit. In werkelijkheid bestond er een derde optie: de Classic-plannen zonder Copilot en tegen de oude prijs. De ACCC stelt dat Microsoft deze optie bewust verzweeg om meer klanten naar de duurdere plannen te leiden. Microsoft zegt de claims te onderzoeken en benadrukt dat transparantie en vertrouwen prioriteit hebben. SoftwareOne wint aanbesteding provincie Drenthe SoftwareOne heeft opnieuw de software-aanbesteding van de provincie Drenthe gewonnen. Het Zwitserse bedrijf, met een kantoor in Amsterdam, levert de komende vier jaar standaardsoftware en dienstverlening aan ongeveer duizend werkplekken van de provincie. Ook wordt de Client Portal ingezet voor contractbeheer en inzicht in cloud-uitgaven. Eerder ondersteunde SoftwareOne de provincie bij de overstap naar Azure. De keuze voor verlenging is gebaseerd op de kwaliteit van dienstverlening en kennis van zaken, zo meldt het bedrijf. Het bedrijf, dat wereldwijd actief is in meer dan zeventig landen met circa 13.000 medewerkers, kocht eind vorig jaar Crayon en is genoteerd aan de SIX Swiss Exchange en Euronext Oslo Børs. India wil verplichte labeling van ai-content Het Indiase ministerie van Elektronica en IT heeft wetsvoorstellen ingediend die sociale media en online uitgevers verplichten ai-gegenereerde content te detecteren en te labelen. De regels schrijven voor dat synthetische content een permanent uniek kenmerk moet bevatten dat zichtbaar of hoorbaar is en minstens tien procent van het beeld of de eerste tien procent van de audiotijd beslaat. Ook de makers moeten bij een upload aangeven dat materiaal door ai is gegenereerd. De regering stelt dat deepfakes kunnen worden ingezet voor misinformatie, reputatieschade, verkiezingsmanipulatie en fraude, en wil met de maatregelen de risico’s beperken.
De onvermijdelijke verschuiving naar preëmptieve cyberbeveiliging
4 weken
Digitale soevereiniteit, de dreiging van post-quantumcomputing en een strategische omslag in beleid en cultuur vragen om ai-gestuurde detectie en preventie als fundament van moderne beveiliging. Een gesprek met Philipp Strassmann van Fox-IT.Binnen vijf jaar zal de helft van alle beveiligingsbudgetten besteed worden aan preemptive cybersecurity (Gartner). Reageren op incidenten is niet langer voldoende. Dreigingen moeten actief voorkomen worden, met ai-gestuurde detectie en voorspellende analyses. Computable sprak over die radicale wijziging van beveiliging, en de rol daarbij van de politiek en ai, met Philipp Strasmann, managing director Fox-IT en NCC Group Market Leader Noord-Europa.Welke trends bepalen de Europese aanpak van digitale technologie?‘Het terughalen van data (‘geopatriation’) en digitale soevereiniteit zijn belangrijke trends in heel Europa, waarbij zowel organisaties als overheden inzetten op veilige technologie uit eigen land. In de huidige onvoorspelbare geopolitieke wereld en een groeiend wantrouwen tussen landen zien we een duidelijke verschuiving richting soevereine technologieën.’Hoe speelt Europese wetgeving in op deze ontwikkelingen?‘Kunstmatige intelligentie roept cruciale vragen op. Niet alleen over waar ai-modellen worden getraind, maar ook waar de achterliggende infrastructuur zich bevindt en welke afhankelijkheden ontstaan. De aankomende Cloud and AI Development Act wil het tekort aan Europese cloud- en ai-capaciteiten aanpakken door de dataverwerkingscapaciteit binnen de EU te verdrievoudigen en meer dataverwerking te laten plaatsvinden bij cloudproviders uit de EU.’De dreiging van post-quantum-cryptografieWaarom is vooruitdenken in cybersecurity zo belangrijk?‘In de cybersecurity-sector wordt al nauwlettend gekeken naar de dreiging van post-quantum-cryptografie, die in de toekomst mogelijk gekraakt zou kunnen worden door ai-supercomputingplatforms. Zelfs als die technologie vandaag nog niet bestaat, zouden aanvallers nu al data kunnen verzamelen om die later te ontcijferen. Het is daarom essentieel om nu in actie te komen, voordat het te laat is.’Welke obstakels ervaren organisaties vandaag al?‘Er worden al geavanceerde algoritmen en technologieën getest om dit tegen te gaan, maar voor veel organisaties is het zelfs al een uitdaging om de basisbeveiliging goed op orde te krijgen. Een gebrek aan cyberweerbaarheid vandaag kan organisaties in een post-quantum-tijdperk duur komen te staan.’De noodzaak van preemptieve cybersecurityWaarom verschuift de focus naar preventie?‘De verschuiving naar preemptive cybersecurity is onvermijdelijk en noodzakelijk. We hebben dagelijks te maken met incidenten die in de meeste gevallen voorkomen hadden kunnen worden. De toekomst ligt dan ook in het proactief detecteren en neutraliseren van dreigingen voordat ze schade kunnen aanrichten.’Wat vraagt dit van organisaties en hun beleid?‘Dit vraagt niet alleen om ai-gestuurde dreigingsdetectie, maar ook om een strategische herziening van securitybeleid. Cybersecurity moet worden geïntegreerd in de bedrijfsstrategie en de organisatiecultuur moet meebewegen. Security Operations-teams moeten leren werken met voorspellende analyses en het management moet investeringen in preventieve maatregelen zien als strategische zet, niet als kostenpost. De invoering van NIS2 zal deze omslag versnellen.’
Hoe it-leiders regelmatig hun eigen security-regels omzeilen
4 weken
It-verantwoordelijken in de Benelux scoren opvallend slecht als het gaat om het melden van beveiligingsincidenten. Maar liefst 28 procent geeft toe phishing-kliks niet te rapporteren, het slechtste percentage van alle onderzochte landen. Dit blijkt uit de Human Risk Behavior Snapshot van Arctic Wolf, waarvoor wereldwijd meer dan 1.700 it-leiders en eindgebruikers werden ondervraagd, waaronder 150 uit de Nederland en België. De cijfers in het rapport onthullen een zorgwekkende paradox: diegenen die verantwoordelijk zijn voor cybersecurity blijken zelf regelmatig de regels te omzeilen. Bijna twee derde van de it-leiders wereldwijd geeft toe op kwaadaardige links te hebben geklikt, wat dus vaak niet wordt gerapporteerd. Terwijl driekwart tegelijkertijd overtuigd is dat hun organisatie veilig is. Het onderzoek toont aan dat overmoed bij leidinggevenden en risicogedrag van medewerkers een gevaarlijke combinatie vormen. Wereldwijd heeft 68 procent van de organisaties het afgelopen jaar te maken gehad met een inbreuk, een stijging van acht procent ten opzichte van 2024. Senior managementteams blijven een belangrijk doelwit: 39 procent kreeg te maken met phishing-pogingen. Gedeelde verantwoordelijkheid De opkomst van generatieve ai creëert bovendien nieuwe kwetsbaarheden. Wereldwijd gebruikt 80 procent van de it-leiders en 63 procent van de werknemers ai-tools voor hun werk. Maar meer dan de helft van de it-leiders (60 procent) en 41 procent van de werknemers geeft toe vertrouwelijke data in deze tools in te voeren, waarmee gevoelige bedrijfsinformatie potentieel buiten de organisatie terechtkomt. Het onderzoek maakt duidelijk dat menselijke risico’s een gedeelde verantwoordelijkheid zijn, benadrukt Adam Marrè, chief information officer bij Arctic Wolf. ‘Maar om dergelijke menselijke risico’s te verkleinen, moeten strengere beleidsregels en securitymaatregelen worden gecombineerd met een cultuur waarin medewerkers worden aangemoedigd om zich uit te spreken, te leren van fouten en zich voortdurend te verbeteren.’
Stemmen voor digitalisering…? Blijf maar thuis
4 weken
Op 29 oktober mogen we naar de stembus. Ook de digitalisering van Nederland staat op de agenda. Helaas alleen bij mensen die er niet toe doen, zoals u en ik. De basis van ons ict-onvermogen, desinteresse en vooral te veel geld, staat steviger dan ooit. In 2021, bij de voorlaatste Kamerverkiezingen, had Arjen Lubach een triest-hilarisch item over de vaderlandse ict en onze bestuurders en Kamerleden. Een onderwerp was een ernstig datalek bij de GGDs bij de coronaregistratie. Ophef. En daarna niks. Nu hebben we een nog veel ernstiger datalek van medische gegevens van bijna een miljoen vrouwen. Ophef. En daarna niks. O sorry, iedereen krijgt een brief. Omdat bestuurlijk Nederland het geheugen van een goudvis heeft, schrijf ik een LinkedIn-post waarin ik memoreer dat ons bsn-systeem behoorlijk robuust is opgezet maar de ambtenarij er vanaf dag één de middelvinger ernaar heeft opgestoken. Elke zzp’er die jarenlang zijn bsn op zijn facturen moest zetten begrijpt wat ik bedoel. Een ander onderdeel van Lubachs item was het digibetengehalte van ministers en Kamerleden. Ict-Kamerleden hebben inmiddels wel een eigen commissie Digitale Zaken, soms met deskundige Kamerleden. Ik herinner mij Maarten Hijink (SP) en Queeny Rajkowsky (VVD). Helaas wordt talent snel herkend en gepromoveerd naar dossiers die er voor hun club wél toe doen: Zorg (SP) respectievelijk Immigratie (VVD). Nu zit er ook zo’n ict-talent, PvdA-backbencher Barbara Kathmann. Vermoedelijk heeft ze zich te weinig laten zien op dossiers die er wel toe doen, want ze mag vertrekken. Neem het van mij aan: van een partij met minder dan vijftien zetels heeft de digitalisering-stemmer niets te verwachten Het succesnummer van Digitale Zaken was CDA-Kamerlid Henri Bontenbal, die zich daar bezig hield met filosofische bespiegelingen. Dat is geen kritiek. Een partij met vijf zetels heeft geen tijd voor onbelangrijke dossiers. Bontenbal was aan het oefenen voor het lijsttrekkerschap. Neem het van mij aan: van een partij met minder dan vijftien zetels heeft de digitalisering-stemmer niets te verwachten – ok, de Piratenpartij uitgezonderd. Het CDA wordt straks weer groot, maar diezelfde Bontenbal is straks de grootste ict-deskundige. Ook D66, eens de digitaliseringspartij, heeft een lijst die bijna vrij van digitale deskundigheid is. Het digitale kroonjuweel is Nathalie van Berkel, tot voor kort bestuurder bij het UWV en daar in huis gezien als the weakest link. Mede dankzij meer zichtbare ict-drama’s maken weinigen zich druk om het stille digitaliseringsdrama dat zich onder haar leiding bij het UWV WERKbedrijf voltrok. De VVD linkt in een warrige motie van backbencher Buijsse een kleinere overheid aan de inzet van meer artificiële intelligentie (ai) bij diezelfde overheid. Voor de techno-optimistische liberalen is het saneren van ontspoorde ict-projecten en peperdure legacy-ict geen route naar een kleinere overheid. We gaan dus naar een nieuwe Kamer en kabinet dat op het gebied van digitalisering/ict meer dan ooit stuurloos is. Als de peilingen kloppen zijn er maar vier partijen met meer dan vijftien zetels, dus verwacht geen deskundigheid of belangstelling voor ’technische’ dossiers buiten de anderhalve dag ophef bij het zoveelste datalek en kreten over de kansen en bedreigingen van ai. Lopende dossiers met een serieuze ict-component, zoals de foutieve WIA-uitkeringen en de afwikkeling van de toeslagenaffaire, zijn bestuurlijk al onder controle. De belangrijkste les wordt zelden geleerd: schaarste, dreiging en bestuurlijke focus maken slim Met een stuurloze politiek zijn het de publieke organisaties zelf die bepalen hoe de tientallen miljarden ict-belastinggeld worden gemanaged. Op zijn best is het gevolg dat al die honderden organisaties en ministeries de eigen toko optimaliseren. Allemaal maken ze dan tripjes naar ict-walhalla Estland, waar ze het moeten doen met 1,3 miljoen inwoners, een veel lager welvaartsniveau en een op ict-gebied agressief buurland. De belangrijkste les wordt zelden geleerd: schaarste, dreiging en bestuurlijke focus maken slim. Ontbrekende deskundigheid en visie en sturing kenmerkt ons. Nederland is een schatrijk land en de tolerantie voor wanbestuur en verspilling kunnen we ons gewoon veroorloven. Dat de politiek op ict-gebied buitenspel staat wordt mooi gedemonstreerd door de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS), bedacht door ambtenaren en gepresenteerd aan de Kamercommissie Digitale Zaken. Maar liefst drie Kamerleden kwamen opdagen. De inhoud van de NDS laat zich lezen als een déjà vu: ‘standaarden’, ‘bouwstenen’, ‘samen inkopen’. Het zijn lege intenties die niemand binden. Het enige verrassende is dat de organisaties data willen gaan delen, maar reken erop dat wie de term ‘basisadministratie’ gebruikt naar een andere baan kan omzien. Elke organisatie wil ‘zijn’ data in een eigen database. Data betekenen autonomie en autonomie gaat bij publieke organisaties voor alles. Al deze digitaliseringsellende is geen argument om als betrokken ict-burger op 29 oktober thuis te blijven. Je hoeft geen rechtszaak tegen de overheid te beginnen om mensen aan het denken te zetten. Een klein beetje mondigheid op sociale media en professionele civil courage in media als Computable kan soms al enig verschil maken. En onderaan de kieslijsten staan vast mensen met verstand van ict die een schouderklopje verdienen. Laten we die eens samen op de Twitters (@ReneJanV) en LinkedIn gaan opsporen. Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #6. DatarevivalDatarevival is een rubriek van René Veldwijk over de wondere wereld van data. Veldwijk is associé bij Ockham Groep en opiniemaker bij Computable.

Pagina's

Abonneren op computable