computable

144 nieuwsberichten gevonden
Kort: Ondanks risico’s toch meer apotheken bij Mitz, Frontria tegen fake news door ai (en meer)
6 dagen
In dit nieuwsoverzicht: Apothekenketen Benu doet toch mee met Mitz, Frontria-consortium tegen fake news door ai, DDD onderzoekt geïntegreerd luchtruimbeeld, KickstartAI benoemt nieuwe ceo, en overname Pay-Check door VCSW. Apothekenketen Benu doet toch mee met Mitz Apothekenketen Benu, met ruim driehonderd vestigingen, sluit zich aan op Mitz, de landelijke online-toestemmingsvoorziening voor medische gegevens, ontwikkeld door zorgaanbieders en beheerd door VZVZ, zo meldt de laatste. Het platform legt via DigiD vast of patiënten toestemming geven voor gegevensuitwisseling, wat volgens VZVZ een uniforme en veilige manier is om toestemming te controleren, cruciaal bij medicatie-uitwisseling in spoedsituaties. Het platform kwam recent echter in het nieuws, omdat is gebleken dat die toestemming automatisch geldt voor álle apotheken en dus misbruik – zoals inzien van privacy-gevoelige gegevens van patiënten elders – vrij eenvoudig is. VZVZ erkent die problemen. Frontria-consortium tegen fake news door ai Fujitsu heeft Frontria opgericht, een internationaal consortium met meer dan vijftig organisaties met als doel desinformatie en misinformatie door ai tegen te gaan en de betrouwbaarheid van systemen te vergroten, zo meldt het bedrijf. De afgelopen jaren veroorzaakte desinformatie tientallen miljarden euro economisch verlies per jaar. Frontria wil via kennisdeling, sectorinzichten en gezamenlijke ontwikkeling van intellectueel eigendom concrete toepassingen realiseren. Deelnemers komen uit Japan, Europa, Noord-Amerika, India en Australië, en uit sectoren zoals financiën, media en juridische dienstverlening. Tegen het einde van het fiscale jaar 2026 moet het consortium meer dan honderd organisaties omvatten en meerdere toepassingen ontwikkelen. DDD onderzoekt geïntegreerd luchtruimbeeld De stichting Dutch Drone Delta (DDD) start samen met Port of Rotterdam, AirHub, NLR, ROC van Amsterdam en bedrijven uit het havengebied een verkenning naar één geïntegreerd luchtruimbeeld. Het project richt zich op het combineren van radar-, rf-, camera- en akoestische sensoren om drone-activiteit realtime inzichtelijk te maken. Het gaat nadrukkelijk niet om neutralisatie, maar om informatiepositie en veiligheid. Het model moet opschaalbaar zijn naar andere havens en luchthavens zoals Schiphol. Het project kent vier fasen: governance, technische integratie, scenario-oefeningen en opschaling. De stichting wil hiermee marktpartijen, overheid en kennisinstellingen verbinden rond veilige en toekomstbestendige luchtvaartintegratie. KickstartAI benoemt nieuwe ceo KickstartAI heeft Erick Webbe benoemd tot ceo. Het voormalig hoofd data science bij Bol volgt Sander Stomph op. Hij was al bestuurslid namens Ahold Delhaize en start op 1 januari 2026. Webbe benadrukt dat Nederland te voorzichtig is met ai-adoptie, terwijl twee derde van de ondernemers kampt met personeelstekorten. KickstartAI, een initiatief van ING, KLM, NS en Ahold Delhaize, wil de toepassing van ai versnellen via concrete projecten. Voorbeelden zijn bagageherkenning bij NS, volumevoorspelling bij Bol, een digitale financiële gids bij ING en maaltijdplanning bij KLM. De organisatie ziet zich als neutrale kennisleider om versnippering te verminderen. Overname Pay-Check door VCSW VCSW uit Gouda heeft de overname bekend gemaakt van Pay-Check, een dienstverlener in salarisadministratie en hr-processen. Het is de vierde overname van VCSW dit jaar, na Unifortis, HR Navigator en Kijk op Verzuim. Het bedrijf ziet de integratie van salarisadministratie, data, compliance en regelgeving als essentieel voor werkgevers. Klanten van heet Houtense Pay-Check krijgen door de overname toegang tot het platform van de nieuwe moeder.
SandGrain krijgt 13,5 miljoen voor iot-beveiliging met hardware
1 week
Deeptech-onderneming SandGrain haalt 13,5 miljoen euro op om zijn methode voor hardware-gebaseerde iot-beveiliging wereldwijd op te schalen. Het bedrijf uit Eindhoven beschermt elektronica tegen aanvallers door in de chip een uniek nummer te graveren.  Dit authenticatiesysteem verifieert de identiteit van apparaten die met internet zijn verbonden. Elk apparaat waarin de techniek wordt toegepast, heeft een onveranderlijke en wereldwijd unieke ID.  Deze hardwaretoken is gekoppeld aan een enclave die de bijbehorende geheime cryptografische sleutels bevat. Een veilig cloudplatform verzorgt real-time beheer van identiteit en authenticatie van apparaten. Dure certificaten zijn niet meer nodig. Ook is SandGrains CyberRock-oplossing klaar voor het post-quantum-tijdperk. Volgens Joeri Voets, algemeen directeur van SandGrain, is deze methode goedkoper en minder complex. Knelpunten in de internet-of-things (iot)-beveiliging worden daarmee opgelost, zegt hij.  Innovation Industries leidde de Serie A-financieringsronde met deelname van de ontwikkelingsmaatschappij BOM, Invest-NL en bestaande investeerders. Verwacht wordt dat vooral uit de industrie, kritieke infrastructuur, luchtvaart en defensie voor deze techniek belangstelling komt.
Nxtgen: Nederlandse hightech moet strategische posities innemen
1 week
Nu de geopolitieke spanningen oplopen, is het van groot belang dat Nederland op gebied van high tech zogenoemde control points in handen krijgt; unieke en moeilijk vervangbare strategische posities in wereldwijde waardeketens. Peter Stolk, bestuursvoorzitter van Nxtgen Hightech, pleitte daarvoor. Stolk deelde zijn standpunt tijdens een toelichting op de mid-term evaluatie van Nxtgen. Na twee jaar uitvoering presenteerde dit Nederlandse tech-programma de belangrijkste resultaten van de eerste fase.  Nxtgen investeert tot 2030 ruim één miljard euro in de ontwikkeling van nieuwe generaties hightech apparatuur. Het programma telt zestig projecten met 330 partners in zes domeinen: laser-satellietcommunicatie (veiligere en snellere uitwisseling van data via licht en laser), composieten (geautomatiseerde productie van zeer sterke materialen), semicon (snelle en energiezuinige chips), agrifood, biomed en energie. Stolk: ‘Het streven is om in elk focusgebied zo’n control point te bezitten. Het is niet nodig de gehele waardeketen te beheersen.’ Vooral de maakindustrie en in het bijzonder de machinebouw rond halfgeleidertechnologie zijn en blijven een belangrijk speerpunt, aldus Stolk. Artificial intelligence speelt in het programma meer op de achtergrond. ‘We zijn vooral een hardware-programma,’ aldus de bestuursvoorzitter.  Complete project-consortia nodig De tussentijdse evaluatie van Nxtgen Hightech kwam kort voordat oud-ASML-topman Peter Wennink aanstaandee vrijdag zijn rapport uitbrengt. Het vorige kabinet had hem gevraagd te onderzoeken hoe de Nederlandse economie verder kan worden aangezwengeld.  Vooruitlopend op de conclusies van Wennink zei Stolk dat complete project-consortia nodig zijn: van het laboratorium tot partijen die de markt snappen. Een andere les uit de afgelopen periode is de noodzaak een consequente focus te hebben op de business en toepassingen. Verder heeft men geleerd dat een langdurige publiek-private investering nodig is: van idee tot en met productieomgeving. Tenslotte is ook doorselecteren gewenst van de meest kansrijke projecten. In 2027 volgt weer zo’n moment om het kaf van het koren te scheiden. Doel van Nxtgen is in 2040 voor zes tot negen miljard euro bij te dragen aan de economie alsmede in te spelen op maatschappelijke uitdagingen rond bijvoorbeeld de zorg, veiligheid en strategische autonomie.
Imec krijgt geld voor doorbraak bij quantumcomputers
1 week
Het Leuvense Imec wil quantumprocessoren op een volledig nieuwe manier bouwen. Anton Potočnik, onderzoeker aan dit research-centrum, krijgt 2,86 miljoen euro om een nieuwe onderzoekslijn te bouwen rond ‘SuperQold’.  Dit project moet een van de grote technische hindernissen voor quantumcomputers oplossen. Deze prestigieuze beurs, ERC Consolidator Grant genaamd, komt van de European Research Council (ERC).  ‘Met SuperQold willen we aantonen dat geavanceerde nano-elektronica ook bij extreem lage temperaturen kan werken en qubits betrouwbaar kan uitlezen,’ zegt Potočnik. Bij SuperQold wordt de elektronica die de qubits uitleest, meteen naast de qubits geplaatst. Dit gebeurt eveneens op temperaturen van slechts enkele millikelvin (duizendsten van een graad boven het absolute nulpunt).  Deze werkwijze heeft drie grote voordelen: * veel minder bekabeling in het koelsysteem;* geen grote, energieverslindende meetapparatuur meer nodig op kamertemperatuur;* snellere en efficiëntere foutcorrectie, essentieel voor schaalbare kwantumcomputers.   Momenteel bestaan er al quantumprocessoren met tientallen qubits, terwijl processoren met enkele honderden van deze quantumbits worden ontwikkeld. Maar om echt bruikbare toepassingen te ondersteunen, zijn miljoenen qubits nodig.   Opschalen Dat vraagt echter veel meer dan ‘gewoon opschalen’. In huidige systemen worden qubits uitgelezen via een wirwar aan bekabeling en grote meetcomponenten die vertrekken vanuit een koelkast die tot bijna het absolute nulpunt wordt gekoeld. Enkel bij deze ultra lage temperaturen ontstaan de quantumtoestanden die nodig zijn om informatie op te slaan, en blijven ze ook lang genoeg stabiel om berekeningen uit te voeren. ‘Die hele aanpak is inefficiënt, complex en duur,’ aldus Potočnik. Het ERC-project SuperQold wil dit fundamenteel anders oplossen.  Kristiaan De Greve, program director Quantum Computing en fellow bij het Vlaamse onderzoekscentrum. ‘Het SuperQold-project sluit perfect aan bij Imecs ambitie om quantumcomputers op te schalen van labo-opstellingen naar industriële productie. Om zulke grote systemen te bouwen, moeten qubits en de elektronica die hen aanstuurt perfect samenwerken, zelfs bij extreem lage temperaturen. Antons ERC-project richt zich precies op die uitdaging: het verbeteren van de uitlezing van qubits vlak bij de bron. Dat is een belangrijke stap om huidige technische knelpunten weg te nemen.’
Werken aan weerbaarheid
1 week
Interview | Matthijs van Amelsfort, directeur Nationaal Cyber Security CentrumRegelmatig duiken berichten op over hacks bij de overheid, zoals recent het Openbaar Ministerie en Bevolkingsonderzoek Nederland. Dat heeft de nodige impact op de bedrijfsvoering maar zeker ook op het vertrouwen in de overheid. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) verwacht aan het einde van dit jaar 50.000 meldingen van een kwetsbaarheid. Vorig jaar was dit nog 40.000. Dat betekent volgens directeur Matthijs van Amelsfort maar één ding: cybercrime is here to stay.Het NCSC maakt zich hard voor digitale weerbaarheid; het vermogen om digitale dreigingen, zoals malware, phishing, quishing en desinformatie, te weerstaan. De organisatie is zelf ook niet verschoond gebleven: uit naam van het NCSC zijn begin juni phishingmails verzonden. ‘Dat het NCSC gebruikt wordt voor phishingcampagnes, betekent dat we als organisatie zichtbaar zijn maar dat er wel neveneffecten zijn’, stelt Matthijs van Amelsfort vast. ‘Het is niet anders dan BN’ers die gebruikt worden voor allerlei fraude. De naam van NCSC werd gebruikt samen met de politie en Europol.’Matthijs van AmelsfortMatthijs van Amelsfort is sinds september 2024 directeur van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), dat bedrijven helpt om de digitale weerbaarheid te vergroten door middel van advies, onderzoek en het delen van kennis. Het NCSC ressorteert onder het ministerie van Justitie en Veiligheid.Van Amelsfort was eerder werkzaam bij de Nationale Politie, Landelijke Eenheid Opsporing en Interventies, Dienst Landelijke Recherche (DLR) – locatie Driebergen. Hij leidde daar het Team High Tech Crime met een focus op cybercrime en digitale opsporing.Een jaar is voorbij gegaan sinds Van Amelsfort aantrad als directeur van het NCSC. ‘En in dat jaar is een hoop veranderd in de wereld. De situatie bij het Internationaal Strafhof (ISH) is daarbij het mooiste voorbeeld als eye-opener in de zin van de risico’s van digitale afhankelijkheid. Ofwel waar kun je nog op vertrouwen in je systemen, hoe moet je risico’s inschatten?’ Volgens de directeur kan dat gaan over vertrouwen in de opslag van de data en de beschikbaarheid, wat vaak speelt bij ransomwarezaken en vergelijkbare dreigingen. ‘Maar ook als data naar buiten komen, wat doet dat met jouw vertrouwen in hoe je gegevens zijn opgeslagen? Vertrouwen en veiligheid kennen verschillende aspecten en dus ook verschillende invalshoeken van waaruit je ernaar moet kijken.’Matthijs van Amelsfort, directeur NCSC (foto: Arie Cijfer).Van Amelsfort adresseert het onderwerp data aan de hand van verschillende fases. Hij gebruikt de termen at rest (opgeslagen), in use (actief gebruik ) en in transit (de data bewegen tussen gebruikers en systemen). Voor al die verschillende fases zou je specifieke encryptie maatregelen moeten nemen.‘De omgeving is complexer geworden’, stelt Van Amelsfort, doelend op ontwikkelingen als bring your own device en het thuiswerken dat post-corona gemeengoed is geworden. ‘Veel systemen worden aan elkaar gekoppeld, zowel it als ot, wat weer nieuwe risico’s met zich meebrengt. Wat dat betreft hebben we te maken met een veelkoppig monster en honderd procent veiligheid is een illusie. Wel moet je bij je vitale infrastructuur echt inzetten op die honderd procent. Daar streven we natuurlijk wel naar en dat betekent enerzijds de boel op orde hebben en anderzijds – en dat is het tweede aspect van weerbaarheid – als je dan toch slachtoffer wordt: hoe organiseer je dan je businesscontinuïteit? Wat heb je geregeld om te kunnen uitwijken, dat je niet in een vendor-lock terechtkomt, wat is je Plan B?”De geopolitieke situatie voedt de behoefte aan strategische digitale soevereiniteit in de EU. Wat betekent dat voor de positie van het NCSC daarin?‘Wij zijn altijd wel van het schetsen van het bredere plaatje. Dus als we praten over een soevereine datacloud in Nederland of Europa, dan is het een feit dat heel veel apparatuur die daarbij wordt gebruikt, die komt van buiten Europa. Denk aan servers, aan routers, aan softwarepakketten. In de basis is de vraag: welke risico’s loop je en welke risico’s vind je acceptabel? En wat is de voorspelbaarheid van die risico’s, vooral dat is de laatste tijd veranderd. Het is niet zo van ‘we hebben straks die cloud in Europa en dan zijn we klaar’. Veiligheid is een continu proces.’Ook het NCSC maakt – natuurlijk – die afweging qua risico acceptatie ten aanzien van waar het zijn data neerzet, zegt Van Amelsfort. ‘We hebben nu voor Nederland de registratieplicht bij het NCSC vanuit de Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) die in de aanstaande Cyberbeveiligingswet is geïmplementeerd. Deze is gericht op de verbetering van de digitale en economische weerbaarheid van belangrijke en essentiële diensten en organisaties in Europa. Dat register is een van de kroonjuwelen van het NCSC en die beschermen we uiteraard maximaal.’SleutelrolAls hét centrale informatieknooppunt en expertisecentrum voor cybersecurity in Nederland gaat het NCSC een sleutelrol spelen in het informeren van organisaties en bedrijven om hun cyberweerbaarheid te verhogen. Daarbij vindt er begin 2026 een integratie plaats met het Digital Trust Center (DTC), dat ressorteert onder het ministerie van EZ, en het Computer Security Incident Response Team voor digitale dienstverleners (CSIRT- DSP). Hierbij vallen ruim 2,3 miljoen entiteiten onder het NCSC.Van Amelsfort refereert aan the best of three worlds. Want ‘het gaat absoluut helpen als uiteenlopende doelgroepen – van zzp’ers tot mkb en van multinational  tot vitale bedrijven – kunnen bouwen op identieke adviezen. Om die reden hebben we vijf basisprincipes (zie kader) vastgesteld om duidelijkheid en uniformiteit te creëren.’Wat is de staat van cybersecurity in Nederland?‘Dat is moeilijk te meten. Het aantal meldingen van kwetsbaarheden wordt ongeveer 50.000 dit jaar. Dat is heel breed en heel divers, en ook de impact kan heel verschillend zijn. Het is gewoon lastig om vast te stellen wanneer hebben we ons weerbaar getoond en wat hebben we kunnen voorkomen door alle adviezen die we uitdragen? Meet je zo’n staat af aan het aantal keren dat het is fout gegaan of het aantal keren dat het is goed gegaan? Maar natuurlijk genereren we uit die informatie ook trends en analyses, die we delen met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid.”Is het dweilen met de kraan open?Met een glimlach: ‘Ik heb een ‘Loesje-spreuk’ die ik al vanaf het begin gebruik en die luidt: ‘Het is fijner dweilen als je weet dat iemand de kraan aan het repareren is.’ Die blijft wat mij betreft actueel. Dus dat doen we als het NCSC, wij zijn die kraan aan het repareren samen met onze publieke en private partners. Dat zie ik als een taak als je het hebt over Nederland digitaal weerbaar maken: met elkaar die kraan repareren.’Van Amelsfort spreekt van ‘een continu proces’ rond de vraag wat een geaccepteerd risico is. Dat bedrijven in Nederland en Europa qua marktpositie achterop zijn geraakt het laatste decennium wijt hij niet aan een gebrek aan kennis of innovatie, integendeel. ‘Maar door de globalisering en keuzes die in het verleden zijn gemaakt, zit je nu in een hele andere werkelijkheid en die draai je niet zomaar terug. Helemaal onafhankelijk kun je niet zijn en ik denk dat we vooral moeten streven naar een wereld waarin we met elkaar kunnen leven, misschien is dat wel het grotere doel. Eigenlijk heb je een soort wederzijdse afhankelijkheid nodig om in die balans te komen. Als ik kijk naar de innovatiekracht in Nederland, en naar alle startups die voorbij komen, dan denk ik dat we echt wel wat kunnen en dat je dat ook moet blijven stimuleren.’Member statesHet NCSC werkt samen met Europese partners waarbij Van Amelsfort aantekent dat de samenwerking onderling tussen EU-landen (hij spreekt van member states) anders is dan die met andere landen binnen de grenzen van Europa. ‘Ook tijdens ONE Conference zijn er veel ontmoetingen waarin met elkaar wordt overlegd over de geopolitieke situatie, maar ook over de uitdagingen die we gezamenlijk hebben, bijvoorbeeld als het gaat over implementatie van wetgeving. En we delen met elkaar ook successen. België heeft een Anti-Phishing Shield (Baps) dat uitermate succesvol is. Wij zijn nu gestart, samen met KPN, om te kijken hoe we dat kunnen adopteren en implementeren in Nederland. Dat ziet er op het eerste gezicht al veelbelovend uit.’Die samenwerking over de grenzen  is ook noodzakelijk bij het snel delen van informatie. ‘Een criminele actor kijkt niet snel naar landsgrenzen of een bepaalde sector als hij in de aanval gaat, die schiet met hagel en dan heeft-ie ergens raak en gaat daarop verder. Maar in de recente Citrix-lek, waardoor enkele organisaties, ook binnen de Rijksoverheid, konden worden gehackt, hebben we gezien dat het heel belangrijk is om internationaal informatie met elkaar te delen. De eerste signalen kregen wij toen vanuit een Europese instantie en daar konden wij weer op verder bouwen. We konden vrij snel reageren en proactief communiceren en scripts ter beschikking stellen binnen Europa zodat ook andere landen daarmee hun voordeel konden doen.’Data gedreven werken is een drijfveer. ‘We maken gebruik van ai om te kijken in welke mate we data-analyses geautomatiseerd kunnen doen. Natuurlijk, de check kent nog altijd de menselijke factor: wat het systeem ons vertelt, is dat in overeenstemming met wat wij ook zien? Maar dat soort technieken helpt ons natuurlijk wel om snelheid in processen te brengen.’Dat geldt ook voor een ontwikkeling als quantumcomputing. ‘Wij hebben een proactieve houding waar het gaat om het onderzoeken van wat nieuwe risico’s kunnen zijn, voorbij de horizon die we nu kennen. En toch, wat wij in de praktijk vooral zien: die vijf basisprincipes, dat is nog steeds waar het misgaat.’Niet of maar wanneerDe dreiging is groot, de materie complex en het wordt met een steeds meer digitaliserende samenleving ook niet makkelijker, stelt Van Amelsfort. ‘Het is niet de vraag óf maar wanneer je een keer slachtoffer wordt van cybercrime of cyberaanvallen, in wat voor mate dan ook. Dat kan variëren van een ddos-aanval tot een daadwerkelijk binnentreding van je systeem.’De boodschap: wees niet naïef, de wereld is veranderd. ‘Tegelijkertijd is bij mij het glas ook altijd wel weer halfvol. Dat is ook de reden geweest dat ik ben overgestapt na 25 jaar bij de politie naar hier om écht die kranen te gaan repareren, écht te gaan werken aan die weerbaarheid. Het is de taak van het NCSC om dat overkoepelende beeld te hebben en informatie te delen om die weerbaarheid te kunnen garanderen. Bij ernstige securityincidenten zijn er directe contacten met de AIVD, MIVD en de Nationale Politie. En ik denk dat in 2026, met onze nieuwe organisatie en de context van de nieuwe Cyberbeveiligingswet, we vanuit die informatiepositie goed geëquipeerd zullen zijn om die dreigingen het hoofd te kunnen bieden, en te zien en te horen en te voelen wat er gebeurt in de wereld van cybersecurity.’De 5 basisprincipes van weerbaarheidBasisprincipe 1: Breng je risico’s in kaart;Basisprincipe 2: Bevorder veilig gedrag;Basisprincipe 3: Bescherm systemen, applicaties en apparaten;Basisprincipe 4: Beheer toegang tot data en diensten;Basisprincipe 5: Bereid je voor op incidenten.Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 21 van Atos.
Hernieuwd CIO-stelsel zet digitale transformatie Rijk in hogere versnelling
1 week
Per 1 januari 2026 treedt het vernieuwde Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2025 in werking. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Van Marum (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Met de herziening wil het kabinet een grote stap zetten richting een effectiever, efficiënter en verantwoordelijker functionerende digitale overheid. Het nieuwe stelsel geeft invulling aan de behoefte om digitalisering steviger te verankeren in de aansturing van de Rijksoverheid. Het CIO-stelsel vormt sinds jaren de ruggengraat van de rijksbrede samenwerking rond ict en informatievoorziening. Iedere departementale cio is verantwoordelijk voor het digitaliseringsbeleid binnen het eigen ministerie, terwijl het CIO-beraad (het belangrijkste overlegorgaan) onder leiding van de CIO Rijk de strategische knopen doorhakt op thema’s als cloudbeleid, interoperabiliteit en de inzet van generatieve ai. Door de nauwere coördinatie kan de overheid sneller reageren op maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, zo is het idee. Specialistische functies De herziening volgt op evaluaties in 2024 door de Auditdienst Rijk en het Adviescollege ICT-toetsing. Op basis daarvan worden nieuwe specialistische functies toegevoegd: chief privacy officer, chief data officer en chief technology officer. Deze rollen moeten de strategische deskundigheid op privacy, data en technologie structureel versterken. Ook wordt de cio van de Rijksdienst Caribisch Nederland formeel onderdeel van het stelsel. Opvallend is de versterking van de positie van de CIO Rijk, die nu expliciete bevoegdheden krijgt om bindende kaders vast te stellen voor alle ministeries. Wanneer in het CIO-beraad geen consensus wordt bereikt, kan de CIO Rijk zelf een besluit nemen, wat de slagvaardigheid ten goede komt. Een andere pijler is het verbeteren van de informatiehuishouding. Departementale cio’s krijgen de taak om interoperabiliteit te waarborgen en systemen beter te laten samenwerken. Daarnaast moeten zij werken aan duurzame, vindbare en betrouwbare informatieopslag. Met het vernieuwde stelsel verwacht het kabinet dat de overheid innovatiever en efficiënter gaat opereren. De toevoeging van specialistische rollen en de versterkte centrale sturing moeten bijdragen aan meer digitale autonomie en een toekomstbestendige, wendbare overheid.
Groningse ai-fabriek krijgt voor 150 miljoen aan hardware
1 week
Zeker driekwart van de tweehonderd miljoen euro die de regering voornemens is in de Groningse ai-fabriek te investeren, gaat naar hardware. Het bedrag van ruim honderdvijftig miljoen euro is inclusief alle operationele kosten van de supercomputer die speciaal voor het trainen van geavanceerde ai-modellen wordt ingericht.  Dit schrijft minister Vincent Karremans (Economische Zaken) in antwoord op vragen van het FvD-kamerlid Frederik Jansen. De rest van het geld wordt besteed aan een kenniscentrum met zo’n vijftig medewerkers ter ondersteuning van gebruikers. Dit expertisecentrum zal samen met de supercomputer de ai-fabriek vormen. Als vestiging van het kantoor is gekozen voor de voormalige tabaksfabriek Koninklijke Theodorus Niemeyer in Groningen. De supercomputer komt elders in een nog te kiezen datacenter.  De ai-fabriek richt zich op het aanbod van hoogwaardige rekenkracht en ai-expertise die relevant is voor meerdere maatschappelijke en economische sectoren. De doelgroep bestaat uit jonge bedrijven, het mkb en overheidsinstellingen.   Aanbesteding Hoe de supercomputer er precies technisch uit zal komen te zien, is nog afhankelijk van de aanbesteding die door de EuroHPC Joint Undertaking (EuroHPC JU) zal worden uitgevoerd in samenwerking met Surf, de it-dienstverlener voor het hoger onderwijs. Van deze aanbesteding is nog het precieze aantal gpu’s en cpu’s afhankelijk. Anders dan bij de Tsjechische ai-fabriek die vijfhonderd gpu’s en 1.600 cpu’s krijgt, voorziet het ontwerp van Groningen in meer gpu’s dan cpu’s.  Groningen maakt deel uit van het EuroHPC-programma, dat Europese samenwerking op het gebied van supercomputing en ai faciliteert. De financiering en het eigenaarschap zijn verdeeld tussen nationale en Europese bijdragen. Een deel van de ai-fabriek wordt nationaal beheerd. Het Rijk draagt bijna zeventig miljoen euro bij aan de bouw. Eenzelfde bedrag komt van de EU. De regio Groningen en Noord-Drenthe komt met maximaal zestig miljoen euro over de brug. Het is de bedoeling dat de supercomputer begin 2027 op volle toeren draait.
Kort: 150-megawatt-datacenter in Lelystad, Nederlandse ict-sector verwacht groei (en meer)
1 week
In dit nieuwsoverzicht: Equinix investeert anderhalf miljard euro in een datacenter in Lelystad, Nederlandse ict-sector verwacht flinke groei maar niet voor arbeidsmigranten, Anthropic Claude Code ook in Slack, overnames door Proofpoint en SuperOffice, en Suse en Evroc lanceren Europese soevereine cloud. Equinix investeert 1,5 miljard euro in datacenter Lelystad Equinix bouwt een groot datacenter op Flevokust Haven in Lelystad met een investering van anderhalf miljard euro, aangevuld door partners met nog eens 5,5 miljard, zo melden lokale media. Het centrum krijgt een capaciteit van 150 megawatt per jaar en gebruikt direct stroom van de nabijgelegen Maximacentrale, waardoor het distributienet niet extra wordt belast.Het project omvat drie laagbouwpanden en creëert circa 150 permanente banen, naast vijfhonderd bouwfuncties. Koeling gebeurt via bodemwater in plaats van het IJsselmeer. Het datacenter biedt ruimte aan ongeveer honderd organisaties, waaronder overheid, zorginstellingen en ai-bedrijven, en krijgt een ai-lab voor startups. Nederlandse ict-sector verwacht flinke groei, maar niet voor arbeidsmigranten In het eerste kwartaal van 2026 verwacht 36 procent van de Nederlandse werkgevers meer personeel aan te nemen, de hoogste werkgelegenheidsverwachting van Europa, concludeert Manpower uit eigen onderzoek. Binnen de informatiesector voorziet ook 36 procent van de werkgevers groei, een stijging van zelfs twintig procentpunten ten opzichte van het vorige kwartaal. Tegelijkertijd verliest Nederland aantrekkingskracht voor Europese arbeidsmigranten: het aantal geïnteresseerden daalde van 623.000 in 2018 naar 457.000 in 2025, een afname van 27 procent, meldt Intelligence Group. Hierdoor zakte Nederland verder weg op de internationale ranglijst van voorkeurslanden, van plek elf naar dertien. Anthropic Claude Code ook in Slack Anthropic introduceert Claude Code in Slack als bètaversie. Ontwikkelaars kunnen ermee volledige coding workflows direct vanuit chatthreads starten. Waar Claude eerder alleen snippets, debugging en uitleg bood, kan @Claude nu complete sessies opzetten op basis van context zoals bugreports of feature requests. Het systeem kiest de juiste repository, deelt voortgang in threads en genereert pull requests. Concurrenten als Cursor, GitHub Copilot en OpenAI’s Codex bieden vergelijkbare integraties: de timing benadrukt dat differentiatie steeds meer draait om workflow en distributie, aldus TechCrunch hierover. Overnames door Proofpoint en SuperOffice Proofpoint meldt de overname van Hornetsecurity Group voor 1,8 miljard dollar. Hornetsecurity biedt ai-gestuurde Microsoft 365-beveiliging en compliance en bedient via meer dan 12.000 managed service providers ruim 125.000 klanten. Proofpoint zegt met de overname het bereik in het mkb en msp-marktsegment te vergroten. Ook SuperOffice noteert een overname van het Finse eventmanagementplatform Lyyti, dat jaarlijks meer dan honderdduizend evenementen en 26 miljoen deelnemers ondersteunt. De acquisitie volgt op de eerdere overname van het Zweedse i-Centrum en versterkt de positie van SuperOffice in de Europese eventtechmarkt, die een waarde van drie tot vier miljard euro vertegenwoordigt. Suse en Evroc lanceren Europese soevereine cloud Suse en het Zweedse Evroc starten een samenwerking om Europese bedrijven te voorzien van soevereine cloudoplossingen, zo melden de partijen. Het infrastructuurbeheer van de een, met het cloudplatform van de ander, levert kant-en-klaar inzetbare bedrijfsoplossingen, beschikbaar vanaf het eerste kwartaal van 2026. Suse Linux Enterprise, Suse Linux Micro en Rancher Prime worden geïntegreerd in de Evroc-cloud, waarmee Kubernetes-beheer wordt versterkt. Alle oplossingen worden standaard geleverd met Europese ondersteuning via hun Sovereign Premium Support, die moet organisatie helpen volledige data-, technische en operationele soevereiniteit te realiseren binnen het strenger wordende Europese regelgevingslandschap.
Kabinet vergroot digitale weerbaarheid
1 week
Het kabinet geeft concreet invulling aan drie moties rond digitale weerbaarheid die de Tweede Kamer eerder heeft aangenomen. Dat blijkt uit een brief van minister Foort van Oosten (Justitie en Veiligheid).  Ontwikkeld worden plannen om essentiële dienstverlening (zoals zorg, energie, transport) zoveel mogelijk in stand te houden bij een grootschalige digitale storing. Dit moet voorkomen dat de dienstverlening aan burgers en bedrijven volledig stilvalt. De Kamerleden Chakor en Kathmann (beiden GroenLinks-PvdA) hadden daarop aangedrongen. Verplicht Met de inwerkingtreding van de Cyberbeveiligingswet (Cbw) en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) in het tweede kwartaal van 2026 zijn kritieke entiteiten wettelijk verplicht om een risicobeoordeling uit te voeren. Op basis daarvan moeten zij technische, operationele en organisatorische maatregelen nemen voor de beveiliging van hun netwerken en de informatiesystemen die worden gebruikt voor de verlening van hun diensten.  Ook moeten zij maatregelen nemen om incidenten te voorkomen of de gevolgen van incidenten te beperken. Dit omvat onder meer het in kaart brengen van (analoge) terugvalopties ten behoeve van de bedrijfscontinuïteit. Kamerlid Rajkowski (VVD) had daar in een motie om gevraagd.  Bovendien geeft het kabinet gehoor aan haar oproep tot het uitvoeren van een scan van apparatuur of software uit landen met een tegen Nederland gerichte offensieve cyberagenda die aanwezig is binnen (de kernsystemen van) de vitale sector. Op basis van een verkenning onder vitale aanbieders heeft TNO een zelfscan-tool ontwikkeld waarmee betrokken organisaties dit soort risico’s kunnen afwegen. Zo helpt deze opensource-cybersecuritytool (Soarca) om de digitale weerbaarheid te testen en versterken. Het is geen klassieke hr‑zelfscan, maar een instrument om cyberoperaties te automatiseren en zo offensieve en defensieve strategieën te evalueren.
Microsoft jaagt prijzen M365-abonnementen tot 33 procent omhoog
1 week
Microsoft gaat volgend jaar onverdroten verder met het verhogen van de prijzen van Microsoft 365-abonnementen. Per 1 juli 2026 zullen de prijzen van de meeste licenties wereldwijd stijgen, soms tot wel 33 procent.  Microsoft kondigt dit aan, nadat begin november jongstleden al allerlei volumekortingen voor grote klanten waren geschrapt. De afgelopen jaren heeft deze leverancier al regelmatig de prijzen van zijn M365-abonnementen verhoogd, vaak onder het mom van ‘vereenvoudiging’ of uitbreidingen in de suites. Volgens licentie-adviesbureau BeSharp Experts zijn zakelijke klanten de laatste drie jaar structureel meer gaan betalen. Managing partner Kevin Pastor ziet over deze periode een cumulatieve stijging (totaal van alle stijgingen samen) van 15 tot 25 procent. M365 E3, een veel gebruikt cloudproduct werd 23 procent duurder.  Meer functionaliteit De nieuwe tarieven betekenen in veel gevallen een acceleratie. Een abonnement op M365 F3, bedoeld voor ‘front lane’-medewerkers zonder vaste werkplek (bijvoorbeeld in de zorg), gaat in juli 25 procent in prijs omhoog, F1 zelfs 33,33 procent.  Net als in een aantal voorgaande jaren onderbouwt Microsoft de prijsverhogingen met een uitbreiding van de functionaliteit in de suites. Nieuwe features op gebied van ai, security en beheer worden standaard toegevoegd aan verschillende abonnementen. BeSharp Experts vraagt zich echter af of organisaties echt zitten te wachten op deze functies, of dat zij worden gedwongen meer te betalen voor functionaliteiten die ze niet nodig hebben. De werkelijke meerwaarde verschilt per organisatie. Onderscheid vervagen  Met name de forse stijging voor de zogenoemde F-plannen (M365 FF1 en F3) valt op. Deze abonnementen zijn juist bedoeld voor frontline-medewerkers met beperkte productiviteitsbehoeften. Pastor: ‘Dat roept de vraag op of hiermee niet juist het onderscheid tussen verschillende gebruikerspersona’s aan het vervagen is.’ Een andere trend is dat lagere licentie-categorieën (tiers) relatief harder worden getroffen dan hogere categorieën met meer functionaliteit. Daarmee ontstaat een prikkel om duurdere abonnementen af te nemen. Martijn Meekel, managing partner bij BeSharp Experts, heeft de indruk dat Microsoft dat doet om de afname van een volledige stack te stimuleren om concurrenten op bijvoorbeeld ai-gebied de pas af te snijden. Opvallend ook is dat de laagste prijsverhogingen bij M365 E5 zitten, een suite met veel security en beheer; functies waar nog veel concurrentie heerst. De impact van de prijsverhogingen verschilt per organisatie, licentiemodel en gebruikersgroep. Voor een gerichte inschatting van kosten en functionaliteit raadt Pastor een evaluatie van de huidige Microsoft 365-omgeving aan. Scherp onderhandelen Wim Zuman, onderhandelingsexpert, zegt: ‘Effectieve onderhandelingen met Microsoft beginnen lang voordat je aan tafel zit. Voorbereiding bepaalt je leverage; de onderhandeling bepaalt hoeveel je daarvan verzilvert. Je hebt ze allebei nodig — een sterke licentiestrategie én een scherp onderhandelingsproces — om echt resultaat te boeken.’  Een exit-strategie is zeker in deze tijd van geopolitieke spanningen geen overbodige luxe meer. In Duitsland is de deelstaat Sleeswijk-Holstein met succes overgestapt van Microsoft naar opensource-software. Volgens minister Dirk Schrödter (Digitalisering) bespaart de staat alleen al volgend jaar meer dan vijftien miljoen euro aan licentiekosten voor Windows, Microsoft Office en andere software. Soortgelijke besparingen worden ook in de daaropvolgende jaren verwacht.  Wel is in 2026 nog een eenmalige investering van negen miljoen euro nodig voor het ombouwen van werkplekken en het verder ontwikkelen van oplossingen met opensource-software. Gezien de jaarlijkse besparingen zal dit bedrag in minder dan een jaar zijn terugverdiend. Al 80 procent van de arbeidsplaatsen is inmiddels over op LibreOffice. 
Ahold Delhaize Pensioen kiest voor AZL
1 week
AZL neemt per 1 januari 2028 de pensioenadministratie van Stichting Ahold Delhaize Pensioen (Ahold Delhaize Pensioen) over. De uitvoerder en het ondernemingspensioenfonds hebben hiervoor een intentieovereenkomst ondertekend. AZL start de komende periode met de begeleiding van de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel.  Ahold Delhaize Pensioen verzorgt de pensioenen voor ruim 127.000 deelnemers. Het gaat hierbij om deelnemers die werken, of gewerkt hebben, bij een van de volgende Ahold Delhaize-ondernemingen: Albert Heijn, Etos, Gall & Gall, Ahold Delhaize Coffee Company en Ahold Delhaize. Het ondernemingspensioenfonds maakt sinds 1 januari 2024 gebruik van het it-platform AllVida van APS (Achmea Pensioenservices), in samenwerking met technologiepartner IG&H. Daarvoor maakte het pensioenfonds gebruik van het it-platform Lifetime van Keylane. Alleen APS maakte in juli van dit jaar bekend om uiterlijk in 2030 te stoppen met hun pensioendienstverlening voor externe klanten. Na deze bekendmaking moest Ahold Delhaize Pensioen op zoek naar een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie voor de toekomst. De keuze viel op AZL. Deze overstap betekende ook dat de transitie naar de nieuwe pensioenregeling met een jaar wordt uitgesteld naar 1 januari 2028. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de ‘dubbele’ transitie met alle betrokken partijen in gang gezet. Hierin speelt ook APS een belangrijke rol. De dienstverlener zal tot 1 januari 2028 de huidige pensioenuitvoering van het pensioenfonds voortzetten én zorgdragen voor een juiste en tijdige overgang van de pensioenadministratie naar de systemen van AZL. Gedegen planning en afstemming Op de vraag of de transitie naar een nieuwe it-omgeving ingewikkeld is, antwoordt eenwoordvoerster van Ahold Delhaize Pensioen: ‘Er zijn altijd veel aandachtspunten bij zo’n transitie. Bij de migratie naar het it-platform AllVida ging het niet alleen om een migratie van alle data, met alle noodzakelijke waarborgen, maar ook een livegang op een nieuw systeem waarop wij de launching customer waren. Ook bij de migratie naar AZL moeten alle data uiteraard weer juist en volledig over en betreft het tevens een wijziging naar het nieuwe pensioenstelsel WTP. Voordeel van deze aankomende transitie ten opzichte van die in 2024 is dat we geen launching customer zijn en dat het it-systeem tegen die tijd proven technology is.’ De zegsvrouw stelt dat elke transitie naar een nieuwe omgeving dus specifieke aandachtspunten kent en dus vraagt om een gedegen planning met goede afstemming tussen alle partijen. ‘Het is hierbij belangrijk tussentijdse meetmomenten in te bouwen om te valideren dat je nog steeds op de juiste koers ligt of dat er wellicht hier en daar wat bijgeschaafd moet worden.’ Afgelopen mei maakte AZL nog bekend per januari 2027 de pensioenadministratie van de Stichting Rabobank Pensioenfonds over te nemen. AZL, dochteronderneming van verzekeringsconcern NN Groep, werkt op it-gebied samen met onder andere pensioensoftwarebedrijf Festina Finance.
Slimmer eten, minder verspillen
1 week
Ai als hoofdingrediënt voor verduurzamen van voedselketen Wereldwijd gaat tot een derde van het geproduceerde voedsel verloren. Tegelijkertijd voeren klimaatverandering, stijgende kosten en schaarse grondstoffen de druk op de voedselketen op. Ai kan helpen deze complexe puzzel op te lossen Wereldwijd hebben ongeveer achthonderd miljoen mensen onvoldoende voedsel (bron: WFP). Tegelijkertijd produceren we genoeg om tien miljard mensen te voeden, terwijl de wereldbevolking naar schatting acht miljard telt. Een derde van het geproduceerde voedsel wordt verspild. Dat levert een economische schade op van een biljoen euro per jaar, naast de negatieve impact op het milieu. De wereldwijde foodsector staat dus voor een grote uitdaging: hoe voedsel efficiënter te produceren, distribueren en consumeren? Milieu-impact van voedsel– Voedselproductie is verantwoordelijk voor iets meer dan een kwart van de wereldwijde broeikasgasuitstoot;– Als voedselverspilling een land zou zijn, zou het de derde grootste uitstoter van CO₂ zijn (na China en de VS);– Met voedselverspilling gaan ook verloren: water (een kwart van al het zoetwatergebruik), land (tot dertig procent van het landbouwareaal), en energie, arbeid en middelen die zijn ingezet voor productie en distributie. Setting Een groot puzzelstuk voor de oplossing van het probleem ligt verscholen in de supply chain — waar miljoenen beslissingen worden genomen over productie, transport, opslag en vraagvoorspelling. Ai biedt in deze setting onvermoede mogelijkheden: van realtime-monitoring van gewassen tot slimme voorspellingsmodellen die vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. Maar ook van algoritmes die bederf voorspellen tot platforms die overtollige voorraden herverdelen. Even naar de traditionele foodsector die drijft op schattingen: hoeveel oogst zal er zijn, hoeveel vraag verwacht de markt en hoelang blijft een product houdbaar? Dit model is aanbodgedreven (de producent bepaalt grotendeels wat en hoeveel er wordt gemaakt) en informatieluw (beslissingen worden veelal genomen op basis van ervaring), terwijl de handel draait op vertrouwen, netwerken en langetermijnrelaties. Het is een ketting waar in elke schakel onnauwkeurigheden ontstaan die leiden tot overschotten of juist tekorten. Ai verandert dat spel fundamenteel. Door het combineren van data uit weerpatronen, sensoren, verkoopcijfers en logistieke processen kunnen algoritmes nauwkeurige voorspellingen doen over productievolumes, optimale transportmomenten en verwachte afzet. Zo wordt verspilling niet alleen inzichtelijk, maar ook actief voorkomen. Een voorbeeld: machine learning-modellen die supermarktdata analyseren, kunnen de houdbaarheid van verse producten beter inschatten dan standaarddatumlabels. Daardoor kunnen winkels hun voorraden dynamisch prijzen of herverdelen, wat direct leidt tot minder afval en hogere marges. Temperatuur Een groot deel van de voedselverspilling vindt plaats tijdens transport en opslag. Ai-gedreven routeplanning en temperatuurmonitoring leiden tot precisie in de ‘koude keten’. Door realtime-data te analyseren — van vrachtwagens, koelcontainers en distributiecentra — kan ai afwijkingen detecteren en automatisch bijsturen. Stel dat een vracht met verse groenten dreigt te bederven door files en vertraging, dan kan een ai-systeem alternatieve routes of nabije afnemers voorstellen. Zo wordt verlies beperkt en blijven producten binnen de keten circuleren. Bedrijven als IBM en het wereldwijd opererende transportconglomeraat Maersk experimenteren met dergelijke oplossingen, waarbij blockchain wordt gecombineerd met ai voor maximale transparantie en traceerbaarheid. Ai maakt niet alleen reductie van verspilling mogelijk, maar ook hergebruik van reststromen Voorspellen is besparen Een krachtige toepassing van ai in de foodsector is demand forecasting, ofwel het voorspellen van vraag. Waar traditionele methoden werken met historische gemiddelden, gebruikt ai realtime-data, zoals weersverwachtingen, promotiecampagnes, feestdagen (!), consumentengedrag en zelfs sociale-mediatrends en lokale evenementen. Multinationals als Nestlé en Unilever zetten deze technologie in om productie en distributie flexibeler te maken. Zo vangen ze pieken en dalen in de vraag beter op, waardoor minder voorraad ongebruikt blijft. Ai maakt niet alleen reductie van verspilling mogelijk, maar ook hergebruik van reststromen. Er zijn startups actief om platforms te ontwikkelen, die via ai overtollige producten koppelen aan nieuwe afnemers — denk aan voedselbanken, lokale restaurants, supermarkten of producenten van diervoeding en biogas. Door patronen in vraag en aanbod te herkennen, zijn deze platforms in staat reststromen sneller en efficiënter te herverdelen en krijgt voedsel dat anders verloren zou gaan, opnieuw waarde binnen de circulaire economie. Toekomst De waarde van ai in de strijd tegen voedselverspilling is niet louter technologisch, maar ook maatschappelijk. Het helpt de wereldvoedselvoorziening robuuster te maken in tijden van onzekerheid. Door betere voorspellingen, snellere besluitvorming en slimmere logistiek kan de sector grote stappen zetten richting een duurzamer voedselsysteem. We moeten ook wel, omdat het klimaatbeleid staat of valt met de aanpak van voedselverspilling. Volgens het toonaangevende Drawdown Project (dat klimaatoplossingen rangschikt op impact), is vermindering van voedselverspilling een van de top drie maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Een geluk bij een ongeluk: het terugdringen van voedselverspilling is relatief laaghangend fruit met veel winst voor milieu, economie én maatschappij. De toekomst van de voedselketen ligt in data; ai is de motor die die data omzet in daadkracht Wereldwijde initiatieven Zit de politiek niet stil (merk de VN-doelstelling SDG 12.3 op, die stelt dat we in 2030 voedselverspilling per hoofd van de bevolking moeten halveren op consument- en retailniveau), ook het bedrijfsleven roert zich. Er zijn  wereldwijd tal van initiatieven waarbij de foodsector ai inzet om verspilling te verminderen en de keten efficiënter te maken. – In de VS personaliseert Hungryroot online-boodschappen door ai-receptsuggesties te koppelen aan gebruikersvoorkeuren, zodat alleen benodigde ingrediënten worden geleverd.– Het Britse Ocado gebruikt machine-learningmodellen voor realtime-vraagvoorspelling, dynamische prijszetting en robotgestuurde magazijnen.– Relex Solutions biedt vergelijkbare ai-oplossingen voor voorraad- en leveringsplanning. – Winnow Solutions geeft via sensoren en beeldherkenning in professionele keukens inzicht in wat er wordt weggegooid.– Het Australisch-Britse Fresho automatiseert orderverwerking met ai die ongestructureerde bestellingen omzet naar bruikbare data en voorraadbeheer optimaliseert.– Zest, een platform uit het VK, koppelt via ai overtollige voedselvoorraden aan nieuwe bestemmingen, zoals liefdadigheidsinstellingen.Ook in Nederland is de inzet van ai groeiende. – Orbisk monitort keukenafval met camera’s en weegschalen.– OneThird gebruikt spectroscopie en beeldanalyse om de houdbaarheid van groente en fruit te voorspellen.– KLM stemt via ai het aantal boordmaaltijden af op het daadwerkelijke aantal passagiers.– Supermarktketen Hoogvliet werkt met dynamische prijsalgoritmes van Wasteless, die producten met een naderende houdbaarheidsdatum automatisch afprijzen. Gezamenlijk laten deze initiatieven zien hoe ai de voedselketen slimmer, duurzamer en data-gedreven maakt. Want de toekomst van de voedselketen ligt in data; ai is de motor die die data omzet in daadkracht. ‘Ai alleen kan geen oplossing bieden’Ioannis Athanasiadis is als hoogleraar en hoofd van de afdeling Kunstmatige Intelligentie verbonden aan Wageningen University & Research. Hij beaamt dat het produceren van voldoende voedzaam voedsel om een snelgroeiende wereldbevolking te voeden, een complexe en urgente uitdaging vormt. Volgens hem wordt die opdracht bovendien gekenmerkt door tegenstrijdige prioriteiten en beperkte middelen. Athanasiadis: ‘De vraag naar voedsel stijgt als gevolg van demografische verschuivingen, verstedelijking en stijgende inkomens wereldwijd. De wereldwijde voedselproductie zal naar verwachting toenemen, voornamelijk dankzij productiviteitsverbeteringen in de landbouw, maar de toegang blijft ongelijk verdeeld, waardoor miljoenen mensen nog altijd te maken hebben met honger en ondervoeding.’De hoogleraar ziet in ai een technologie die innovatieve oplossingen biedt om voedselvoorzieningsketens te optimaliseren, van klimaatregeling van containers tot routeplanning, waardoor de duurzaamheid en efficiëntie worden verbeterd. ‘Ai kan boeren ondersteunen met duurzame praktijken, fokkers helpen zich aan te passen aan klimaatverandering en consumenten in staat stellen gezondere keuzes te maken en verspilling tegen te gaan.’ Maar, zegt Athanasiadis, ai alleen kan geen oplossing bieden voor kernproblemen in de sector, zoals conflicten tussen belanghebbenden, schaarste aan gegevens en ongelijkeden in de toeleveringsketen. ‘Hiervoor is interdisciplinaire samenwerking en de ontwikkeling van nieuw talent op het gebied van datawetenschap nodig. Initiatieven zoals die van de Universiteit van Wageningen, die BSc- en MSc-programma’s aanbiedt, zijn erop gericht een nieuwe generatie datawetenschappers op te leiden die in staat zijn complexe gegevens om te zetten in bruikbare inzichten voor mondiale voedselsystemen, waarbij de nadruk ligt op het belang van collaboratieve, innovatieve oplossingen voor mondiale uitdagingen.’ Dit artikel staat ook in Computable Magazine 2025 #7.
Transparantie, redundantie en weerbaarheid: fundament voor vertrouwen in mobiele netwerken
1 week
BLOG – Dit jaar werd Nederland meerdere keren opgeschrikt door grootschalige storingen bij mobiele-telecomaanbieders. KPN, VodafoneZiggo en Odido kampten met problemen die honderdduizenden tot miljoenen gebruikers troffen. Niet zelden gingen de storingen urenlang door. De impact? Van hinderlijk tot potentieel gevaarlijk. In een samenleving waar vrijwel alles leunt op draadloze connectiviteit komt een landelijke storing neer op een digitale black-out. Burgers en bedrijven vragen zich af: waarom gebeurt dit zo vaak, en kunnen we nog wel op deze netwerken vertrouwen? Wat deze storingen extra pijnlijk maakt, is dat onze afhankelijkheid van mobiele netwerken explosief is gegroeid. We gebruiken ze niet alleen voor bellen of internetten, maar ook voor thuiswerken, navigeren, zorg op afstand, betalingen, slimme apparaten in huis en op kantoor en zelfs cruciale meldsystemen, zoals NL-Alert of alarmering bij hulpdiensten. Waar vroeger een storing hinderlijk was, kan het nu directe gevolgen hebben voor onze veiligheid, bereikbaarheid en economie. En toch lijkt het alsof dergelijke incidenten zich steeds vaker voordoen. En waarom is dat specifiek in de afgelopen maanden zo vaak het geval? De recente toename van storingen lijkt geen toeval. Juist in de afgelopen maanden hebben zich verschillende trends en gebeurtenissen gekruist, die de stabiliteit van mobiele netwerken onder druk zetten. Virtualisatie De oorzaak is te zoeken in de invoering en toepassing van nieuwe technologieën. Mobiele operators zijn in 2024 en 2025 massaal overgegaan op virtualisatie van netwerkfuncties en het uitrollen van geavanceerde 5G-netwerkcomponenten, zoals software-defined networking, network function virtualization en cloud-native core networks. Deze technologieën zijn krachtig en flexibel, maar ook complex en gevoelig voor fouten. Eén foutieve configuratie of instabiliteit in een virtuele schakel kan uitval veroorzaken op grote schaal. Bovendien is het opsporen en oplossen van fouten in zo’n netwerk lastiger dan voorheen. Waarom zijn diensten zoals pinverkeer en alarmering nog steeds afhankelijk van één mobiel netwerk? Bovendien zijn de providers bezig met versnelde consolidaties, updates en systeemmigraties. De overgang van T-Mobile naar Odido brengt backend-veranderingen met zich mee. Operators rollen nieuwe softwareplatformen bij voorkeur uit tijdens rustige zomerperiodes. Deze ingrepen vergroten tijdelijk het risico op verstoringen. Odido geeft zelf aan dat de megastoring afgelopen zomer het gevolg was van onderhoudswerkzaamheden. Ten slotte zijn de meeste operators zijn al jaren bezig met het terugdringen van operationele kosten (opex). Dat leidt tot veel reorganisaties, waarbij ook de operations-teams niet worden gespaard. Cruciale kennis en ervaring gaat daarmee verloren, monitoring wordt geautomatiseerd, en de marges voor foutcorrectie worden kleiner. In een netwerk dat continu in verandering is, kan deze gereduceerde bezetting het verschil maken tussen een tijdige ingreep of een landelijke storing. Verdienen Transparantie is cruciaal. Na een storing volgt vaak een summier bericht met ‘de oorzaak wordt onderzocht’ of ‘de storing is verholpen’. Maar consumenten en bedrijven verdienen beter. Heldere communicatie over oorzaak, impact en maatregelen om herhaling te voorkomen is niet alleen informatief maar wekt ook vertrouwen. Daarnaast moeten we nadenken over redundantie en weerbaarheid. Waarom zijn sommige diensten (zoals pinverkeer en alarmering) nog steeds afhankelijk van één mobiel netwerk? Kunnen we kritieke functies niet dubbel uitvoeren via alternatieve netwerken of technologieën? Gelukkig wordt deze discussie meer en meer nadrukkelijker gevoerd. Want de vraag is niet of we dit nog een keer meemaken, maar hoe goed we erop voorbereid zijn. Gregor Hendrikse, management consultant, Highberg
Kort: Evides selecteert Digital Survival Company en KPMG in zee met Databricks (en meer)
1 week
Digital Survival Company vernieuwt werkplekken Evides, overname Fikks door The Irixs Group, nieuwe naam Vanad Interactions, Infinum lijft AMR CyberSecurity in, Surf serieus aan de slag met Nextcloud, alliantie KPMG en Databricks en Afas sluit juridische samenwerking met Lefebvre Sdu. Dat zijn de onderwerpen in dit nieuwsoverzicht. Evides Waterbedrijf selecteert Digital Survival Company voor werkplekken Evides Waterbedrijf met hoofdkantoor in Rotterdam heeft Digital Survival Company na een aanbesteding geselecteerd als it-partner voor de transitie én het beheer van de moderne digitale 365-werkplek. In drie maanden neemt het it-bedrijf uit Nieuwegein het beheer over van de huidige leverancier en wordt de werkplek doorontwikkeld op basis van een ‘Microsoft-tenzij’-beleid en de architectuur- en beveiligingskaders van Evides. Het contract heeft een looptijd van vier jaar en een geschatte waard van 6,3 miljoen euro. Fikks sluit zich aan bij The Irixs Group The Irixs Group uit Enter heeft Fikss overgenomen, een it-bedrijf actief voor non-profit-organisaties én Afas-specialist. Met deze stap breidt de groep zijn dienstverlening binnen het Afas-partnernetwerk uit, met name op het gebied van projectleiding, testen en kwaliteitsborging. Daarnaast versterkt The Irixs Group zijn positie in de zorgsector, waar Fikss in korte tijd een positie heeft opgebouwd. Het bedrijf uit Leusden, dat ook nog branche-specifieke softwareoplossingen onder het productenlabel Xolve aanbiedt, blijft zelfstandig opereren binnen de groep Vanad Engage wordt Vanad Interactions Vanad Engage kondigt een rebranding aan en gaat verder onder de naam Vanad Interactions. Het bedrijf is specialist in ai-automation en menselijke klantcontact. Met de nieuwe naam wil Vanad Interactions duidelijker uitstralen dat het een dienstverlener is op het gebied van geautomatiseerde klantprocessen, menselijke service en data-gedreven inzichten om de klantbeleving bij bedrijven te verbeteren. Het bedrijf is onderdeel van de Vanad Group uit Capelle aan den IJssel. Infinum koopt AMR CyberSecurity Infinum, een technologie-adviesbureau uit Kroatië, heeft het Britse AMR CyberSecurity overgenomen. AMR is gespecialiseerd in penetratietesten en cybersecurity-advies. Het is de tweede overname van Infinum dit jaar, na de toevoeging van het Nederlandse digitale-marketingbureau Your Majesty uit Amsterdam. Het bedrijf uit Zagreb heeft ook kantoren in New York, Londen, Ljubljana, Macedonië en Podgorica. Surf trekt samenwerking meet Nextcloud door Surf gaat de samenwerkingsomgeving Nextcloud breed uitrollen. Na succesvolle ervaringen bij een interne pilot en een pilot met het AlgoSoc-consortium kunnen vanaf het nieuwe jaar ook de leden van Surf met Nextcloud aan de slag. Om zijn digitale soevereiniteit te versterken onderzoekt de it-dienstverlener voor het hoger onderwijs alternatieve toepassingen, zoals Nextcloud. Dit is een samenwerkingsomgeving voor tekstverwerken, documenten delen, e-mailintegratie en online vergaderen. KPMG start samenwerking met Databricks KPMG Nederland sluit een alliantie met Databricks om klanten beter te ondersteunen bij het op orde brengen van data en het effectief toepassen van kunstmatige intelligentie. Veel organisaties hebben te maken met versnipperde, moeilijk toegankelijke data of data die niet voldoen aan de wet- en regelgeving, wat de inzet van ai bemoeilijkt. Het intelligente dataplatform van Databricks helpt om data te centraliseren en te structureren, zodat deze geschikt wordt voor betrouwbare en effectieve ai-oplossingen, aldus het adviesbureau. Afas en Lefebvre Sdu sluiten juridisch ai-pact Afas Software en Lefebvre Sdu gaan samenwerken om juridische kennis toegankelijker te maken voor zowel professionals als medewerkers die minder vaak met juridisch werk te maken hebben. Via de software van Afas kunnen gebruikers straks op hun werkplek rechtstreeks vragen stellen over wetten, regels of fiscale onderwerpen. De ai-technologie van Lefebvre Sdu (GenIA-L), gericht op juridische en fiscale vragen, wordt daarvoor geïntegreerd in Jonas, de ai-sssistent van Afas. Jonas vormt het aanspreekpunt binnen de Afas-omgeving. Wanneer een gebruiker een vraag stelt, raadpleegt Jonas op de achtergrond GenIA-L om relevante en actuele informatie op te halen.
eEvidence: goodbye privacy, vaarwel digitale soevereiniteit
1 week
Volgend jaar gaat een ingrijpende wet in: eEvidence. Bedrijven moeten dan zélf bijhouden of Europese organisaties vertrouwelijke digitale gegevens opeisen. Die moeten dan telkens binnen tien dagen overhandigd zijn, op straffe van boetes tot twee procent van de omzet. Deel één van een drieluik over eEvidence.De waarde van bedrijfsdata, het nieuwe goud, valt of staat met digitale zelfbeschikking. Het is dan ook geen verrassing dat digitale soevereiniteit hoog op alle agenda’s staat. Dat begint bij persoonlijke soevereiniteit, de wetgeving rond privacy. Die is zo belangrijk geworden, dat zelfs wetsvoorstellen om opsporingsdiensten meer armslag te geven om bijvoorbeeld kinderporno eens goed te kunnen aanpakken, daardoor sneuvelen.Maar intussen dreigt heel stilletjes een nog veel ingrijpender Europees voorstel tussen alle commotie door te glippen en vanaf volgend jaar wet te worden: het zogenoemde eEvidence. De voorstellen voor die nieuwe regels zijn al zeven jaar bekend bij rijksoverheden en zijn dusdanig ingrijpend, dat zelfs de nationale opsporingsdiensten buiten spel worden gezet. Als het voorstel zoals gepland vanaf volgend jaar wettelijk verplicht wordt, lijkt er niet veel over te blijven van onze privacy of digitale bedrijfssoevereiniteit. Computable duikt erin en praat erover met experts.Shoot firstOnder de nieuwe regels, aldus de officiële uitleg, ‘zijn bedrijven verplicht zich zodanig in te richten dat zij in staat zijn om binnen de gestelde termijnen aan bevelen te voldoen.’ Die bevelen – geen verzoeken dus – kunnen door willekeurig welke Europese opsporingsinstantie dan ook gedaan worden, zonder tussenkomst van de Nederlandse overheid. Zulke bevelen eisen overhandiging van digitale informatie, zoals ‘naam en contactinformatie van een gebruiker, informatie over het dataverkeer’ of, een mooie catch-all-definitie, ‘de inhoud van communicatie’.Een bedrijf heeft niet de keuze om eerst eens een advocaat of rechter naar het verzoek te laten kijken. De regels werken volgens het principe ‘shoot first, ask questions later’. Achteraf kan best blijken dat het verzoek ongeoorloofd was of de data helemaal niet ter zake deden, maar dan zijn die data dus al overhandigd aan die buitenlandse partij, een partij waarover de Nederlandse autoriteiten geen enkele controle hebben. Om het principe kracht bij te zetten, zijn de termijnen tussen bevel en deadline erg krap, slechts tien dagen, en de boetes bij niet op tijd voldoen torenhoog, tot twee procent van de wereldwijde omzet.Privacy, wat is dat?Het ministerie van Justitie en Veiligheid windt er geen doekjes om: ‘18 augustus 2026 gaat de eEvidence verordening officieel van kracht. Vanaf moment bent u wettelijk verplicht te voldoen aan alle verzoeken die u via het digitale platform ontvangt.’ Organisaties moeten vanaf dat moment zélf contact houden met het eEvidence-platform, dus zelf maar uitzoeken of er een instantie ergens in Europa hun data opeist, en dan telkens dus op zeer korte termijn voldoen aan eisen van welke Europese opsporingsbevoegde dan ook.Het is interessant dat Den Haag overheidsadviezen over deze ingrijpende voorstellen compleet lijkt te negeren. ‘De Verordening treedt volgend jaar in werking. Eerder, in 2018, heeft de European Data Protection Board (EDPB), waarin Europese gegevensbeschermingsautoriteiten deelnemen, een standpunt hierover ingenomen,’ legt Elizabeth Palandeng uit aan Computable. Zij is woordvoerder van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Dat zeven jaar oude standpunt omvat maar liefst achttien aanbevelingen die een aantal van de meest vergaande excessen aanpakken. Zo zouden in het land van de organisatie die de gegevens moet verstrekken de bevoegde autoriteiten geraadpleegd moeten worden, om, aldus de aanbeveling, ‘subjectieve interpretaties van een enkele rechtbank te voorkomen.’Vrij spel voor de (s)pionnen van Poetin?Met andere woorden, een lokale overheid in bijvoorbeeld Hongarije zou niet zomaar – onder dwang van krappe deadlines en hoge en snel opeisbare boetes – de bezoekersgegevens moeten kunnen opeisen van een evenement in, zeg maar, Utrecht (zoals de verordening nu nog wél toestaat), zónder tussenkomst van een Nederlandse autoriteit. Daarom ook zegt de EDPB: ‘de verordening moet drempels opwerpen voor de uitvaardiging van bevelen en bevelen moeten worden uitgevaardigd of goedgekeurd door rechtbanken.’Dat het voorstel al die zaken zonder meer wil toelaten is op z’n minst schokkend te noemen. Alsof dat nog niet genoeg is, hanteert de verordening bijvoorbeeld een andere definitie van ‘wettelijk vertegenwoordiger’ dan de AVG, waardoor de nieuwe wet de toch al aanzienlijke regeldruk en bijkomende kosten voor het bedrijfsleven alleen maar verhogen. Palandeng: ‘Het ministerie van J&V is nog bezig met de implementatie en uitvoering van de Verordening. De AP zal dit wetsvoorstel toetsen aan de AVG. Op een later moment kunnen we daar meer over zeggen.’In deel 2 vraagt Computable de advocatuur om eens te kijken naar de onbegrijpelijk ingrijpende verordening.
Binnen drie jaar is 1 op 4 sollicitaties frauduleus
1 week
De combinatie van artificiële intelligentie en datadiefstal maakt het voor bedrijven steeds moeilijker om echte kandidaten te onderscheiden van digitale schijnprofielen. Of hoe ai-fraude steeds meer de sollicitatieprocedure binnensluipt.Volgens een recent rapport van Gartner zou tegen 2028 gemiddeld 1 op 4 sollicitaties frauduleus kunnen zijn. Vooral bij remote jobs is het voor bedrijven steeds moeilijker om echt talent te onderscheiden van gemanipuleerde profielen.Özlem Simsek, managing director bij rekruteringsspecialist Robert Walters, ziet de gevolgen in de praktijk. ‘De grens tussen modern en misleidend is snel overschreden – zeker als het gaat om door ai gegenereerde sollicitatiefoto’s’, zegt ze. ‘We hebben meerdere gevallen gezien waarbij het duidelijk was dat de foto met artificiële intelligentie was gemaakt. Het oogt onnatuurlijk en het wekt vandaag meteen argwaan.’ Best niet te perfect Met tools zoals Midjourney of DALL·E kunnen in enkele seconden ogenschijnlijk perfecte sollicitatiefoto’s worden gemaakt – allemaal in de hoop op een sterke eerste indruk. Maar deze aanpak kan dus averechts werken, steeds vaker zelfs. ‘Sollicitaties met echte foto’s – zelfs als ze niet perfect zijn – wekken meer vertrouwen dan vlekkeloze maar kunstmatige beelden’, legt Simsek uit. De dreiging gaat verder dan cosmetische aanpassingen. Steeds vaker gebruiken oplichters echte persoonsgegevens voor valse sollicitaties. ‘Sommige mensen krijgen uitnodigingen voor gesprekken voor functies waarop ze nooit hebben gesolliciteerd, omdat hun LinkedIn-profiel werd gekopieerd’, waarschuwt Simsek. En de kandidaat zelf? Ook kandidaten zelf zijn niet veilig. Nepaanbiedingen met beloftes van hoge lonen of snelle plaatsing duiken steeds vaker op. ‘We zien jonge kandidaten die betalen voor zogezegde opleidingen of werkmateriaal. Dat moet meteen een alarmbel doen rinkelen’, zegt Simsek. ‘Gerenommeerde rekruteringskantoren vragen nooit geld aan kandidaten’, haalt ze aan. ‘Bij twijfel: neem je best rechtstreeks contact op met het echte bureau.’
VUB neemt nieuwe supercomputer Sofia in gebruik
1 week
De nieuwe supercomputer van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) is operationeel. De super is geleverd door het Japanse hightech-bedrijf NEC Deutschland. De Tier1-supercomputer, die luistert naar de naam Sofia en die door de VUB voor de komende zes jaar wordt beheerd in het Nexus Datacenter in Zellik, zal wetenschappers van een hele resem disciplines helpen bij hun wetenschappelijk onderzoek, aldus de universiteit. VUB selecteerde de leverancier van de nieuwe Vlaamse supercomputer middels een aanbesteding. NEC kwam als beste uit de bus. De Tier-1 supercomputer maakt deel uit van een platform aan systemen voor rekenkracht, data-opslag en cloudtoepassingen die het Vlaams Supercomputer Centrum (VSC) aanbiedt aan Vlaamse onderzoekers in kennisinstellingen en bedrijven vanuit het Nexus-datacenter. De supercomputer draait op groene stroom en de warmte die vrijkomt, wordt via waterkoeling en warmterecuperatie gebruikt om de gebouwen in het Green Energy Park in Zellik deels van warmte te voorzien. Sofia werd gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) dat dankzij de Vlaamse overheid 8,6 miljoen euro investeerde in de aankoop van de nieuwe Vlaamse supercomputer. Weersvoorspelling Een van de toepassingsgebieden voor Sofia is het onderzoek in weer en klimaat, vertelt VUB- professor en klimaatwetenschapper Lesley De Cruz: ‘In het verleden gebruikte ik de vorige generaties van Vlaamse supercomputers al om klimaatsimulaties te uit te voeren op hoge resolutie, om te kunnen ‘inzoomen’ op een bepaalde regio en zo een meer nauwkeurige inschatting te krijgen van lokale fenomenen zoals toename in hittegolven en extreme neerslag.’ Sinds enkele jaren komt het onderzoek in een stroomversnelling door artificiële intelligentie (ai). De Cruz: ‘Je hoort vaak dat ai slecht is voor het klimaat, maar dat gaat over het ondoordacht gebruik van large language models. In de meteorologie levert ai juist een besparing op, door complexe en energieverslindende berekeningen te vervangen door gespecialiseerde, snelle ai-modellen. Die modellen moeten eerst getraind worden, en daarvoor hebben we krachtige gpu’s nodig, zoals die van de nieuwe Tier-1 supercomputer.’ ‘We kijken we er met het team naar uit om ons volgende supersnelle voorspellingsmodel voor lokale klimaatextremen (hitte en neerslag) te trainen op de nieuwe supercomputer’, aldus De Cruz.
Developer relations beweegt zich op snijvlak van business en tech
1 week
BLOG – Er vindt een fundamentele verschuiving plaats in de rol van ontwikkelaars: zij zijn niet langer alleen verantwoordelijk voor back-end-ontwikkeling, maar verschijnen op de voorgrond bij het nemen van zakelijke beslissingen. Nu bedrijven ai integreren in de kern van hun activiteiten, moeten zakelijke en technische teams van organisaties nauwer samenwerken om veranderingen door te voeren. Zakelijke gebruikers raken steeds meer betrokken bij technologie en vragen om specifieke resultaten op basis van data. Dit leidt op zijn beurt tot het ontstaan van het begrip ‘burgerontwikkelaars’, technisch onderlegde mensen aan de zakelijke kant die aan belang winnen en de band tussen business en technologie versterken. Om technologie relevant en krachtig te houden binnen het bedrijf, moeten ontwikkelaars zich flexibel opstellen en meebewegen met de snelle innovaties van het ai-tijdperk. Ontwikkelaars die zowel de technische kant begrijpen als weten hoe ze commerciële waarde kunnen leveren zijn tegenwoordig onmisbaar. Burgerontwikkelaars zouden dit moeten ondersteunen en zo de last voor hun traditionele collega’s verlichten. Opensource Een van de aanjagers voor deze verandering is opensource. Als belangrijke basis voor ontwikkelaars maakt open source snellere innovatie mogelijk door kant-en-klare tools en samenwerking te bieden. De levendige community van opensource biedt ontwikkelaars ook een manier om te leren, kennis te delen en samen problemen op te lossen. Op dezelfde manier biedt ai ontwikkelaars een helpende hand in de vorm van codeerassistenten en andere generatieve tools. Ontwikkelaars zullen niet worden ‘vervangen door ai’, hoewel ze niet meer zoveel code schrijven als vroeger. Door repetitieve taken te stroomlijnen, geven ai-tools ontwikkelaars de ruimte om te experimenteren en zich te concentreren op taken die meer waarde opleveren voor het bedrijf. Het resultaat: een hogere productiviteit en meer ruimte voor innovatie. Ai moet echter wel volgens de juiste richtlijnen worden gebruikt. Toezicht op de volledige workflow, van databronnen tot eindgebruiker, is cruciaal om problemen op het gebied van governance en beveiliging te voorkomen. Bedrijfsleiders moeten deze transformatie nauwlettend volgen. Coderingstools Burgerontwikkelaars combineren een aanpakkersmentaliteit met voldoende technische vaardigheden om low-code en ai-gedreven coderingstools onder de knie te krijgen. Dit verandert de manier waarop organisaties problemen aanpakken. Het stelt bedrijfsleiders in staat om sneller en onafhankelijk te innoveren, precies daar waar de behoefte het grootst is. Door de groei in populariteit van Python kunnen burgerontwikkelaars ook complexere problemen aanpakken. Python is breed toegankelijk en heeft een robuust ecosysteem van tools en middelen om burgerontwikkelaars te ondersteunen, zonder dat ze complexe standaardcode hoeven te schrijven. Bedrijfsplatforms combineren programmeertalen ook met ai op manieren die coderen veel eenvoudiger maken, met technieken zoals text-to-SQL, wat de bedrijfsproductiviteit helpt verhogen. Hoewel ze het werk dat vaak door hun conventionele collega’s wordt gedaan, kunnen delen, brengen burgerontwikkelaars ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Techplatforms en it-teams moeten ervoor zorgen dat er voldoende middelen en ondersteuning beschikbaar zijn om een hoge kwaliteit en prestaties van de software te garanderen. Een manier om zowel professionele ontwikkelaars als burgerontwikkelaars te ondersteunen, is door middel van moderne, flexibele developer relations (devrel)-strategieën. Aangezien devrel als functie relaties opbouwt tussen organisaties en de ontwikkelaarsgemeenschap, moet het zich aanpassen om zich te richten op ontwikkelaars die vloeiend zijn in opensource en ook ai-geletterd zijn. De groei van het aantal burgerontwikkelaars versterkt de noodzaak om flexibel te zijn. devrel-strategieën moeten zowel professionele ontwikkelaars ondersteunen die een veilige infrastructuur bouwen en onderhouden, als minder ervaren burgerontwikkelaars die baat hebben bij sjablonen, training en richtlijnen. Organisaties moeten ervoor zorgen dat beide groepen kunnen samenwerken, inzichten kunnen delen en veilig kunnen innoveren in een uniforme omgeving. Daarbij worden uiteenlopende benaderingen geconsolideerd en wordt de basis gelegd voor toekomstig succes. Dit zal leiden tot sterkere relaties tussen bedrijven en ontwikkelaars en ontwikkelaars helpen om hun voorkeurstools te promoten binnen hun organisaties. Feedback van ontwikkelaars wordt cruciaal voor het identificeren van verbeterpunten en zal in de loop van de tijd innovatie stimuleren. Aangezien burgerontwikkelaars niet alleen bouwers zijn, maar ook gebruikers, kan hun feedback een goudmijn zijn. Krachtig trio De combinatie van opensource-benaderingen, ai-tools en de democratisering van ontwikkeling is een krachtig trio. Maar op de lange termijn is het de samenwerking tussen ontwikkelaars en burgerontwikkelaars die bedrijven zal helpen hun doelen te bereiken in het snel veranderende technologische landschap. Professionele ontwikkelaars worden geconfronteerd met een totaal ander landschap. Burgerontwikkelaars zijn er om dit aan te vullen, niet om het nog ingewikkelder te maken. Ontwikkelaars brengen diepgaande technische vaardigheden mee, terwijl hun burgercollega’s snelheid en zakelijke context inbrengen. Als bedrijven deze twee sterke punten succesvol kunnen combineren, zullen ze it-achterstanden en tekorten aan talent kunnen aanpakken en zakelijk succes kunnen versnellen. Martin Frederik, country manager Benelux, Snowflake
Kort: Nederland dreigt digitale hub-positie te verliezen, grondrechten in de ai-verordening (en meer) *
1 week
In dit nieuwsoverzicht: Nederland staat op punt digitale hub-positie te verliezen, nieuwe Surf-netwerkinfrastructuur met HPE en Salumanus, Grondrechtenbescherming Europese ai-verordening, Fortinet opent eerste Europese distributiecentrum in Almere, en overname Heywood door Keylane. Nederland staat op punt digitale hub-positie te verliezen Nederland dreigt zijn rol als digitale toegangspoort te verliezen door verouderde zeekabelinfrastructuur. Volgens de Zeekabel Coalitie groeit de internationale bandbreedtebehoefte tot 2035 jaarlijks met 35 procent, terwijl vrijwel alle huidige kabels ouder zijn dan 25 jaar en uitfasering nabij is. Inmiddels verloopt ruim 60 procent van het wereldwijde internetverkeer via gesloten systemen van Amerikaanse techbedrijven, die Nederland vaak overslaan, aldus de coalitie in een nieuw rapport (pdf). Zonder nieuwe verbindingen stagneert de digitale groei en dit raakt cruciale sectoren zoals wetenschap, logistiek en financiële dienstverlening. De coalitie roept overheid en bedrijfsleven op om direct te investeren in minimaal twee nieuwe open intercontinentale kabels, om Nederlands digitale hub-positie te waarborgen. Nieuwe Surf-netwerkinfrastructuur met HPE en Salumanus Voor de vernieuwing van het Surf-netwerk zijn Hewlett Packard Enterprise (HPE) en Salumanus geselecteerd, zo meldt de ict-onderwijskoepel. HPE levert routers voor backbone- en border-domeinen, waaronder het internationale knooppunt NetherLight. Het Poolse Salumanus voorziet het netwerk van coherent transceivers die 800GE-, 400GE- en 100GE-connectiviteit mogelijk maken zonder aparte transponderhardware en het stroomverbruik, het ruimtegebruik en de kosten moeten verlagen. De nieuwe architectuur biedt hogere capaciteit, voorspelbare prestaties en schaalbaarheid zonder afhankelijkheid van één leverancier, aldus Surf. Nomios ondersteunt bij de selectie van de technologiepartners en Quanza verzorgt de implementatie en 24/7-monitoring. De vernieuwing moet de Nederlandse onderzoeks- en onderwijsgemeenschap voorbereiden op groeiende bandbreedtebehoefte. Grondrechtenbescherming Europese ai-verordening Het College voor de Rechten van de Mens heeft een overzicht gepresenteerd van hoe de Europese AI-verordening grondrechten beschermt. Het document moet toezichthouders, beleidsmakers en andere partijen helpen bij de toepassing van de wet. Grondrechtenbescherming vormt een rode draad in de verordening en raakt vrijwel alle rechten: van non-discriminatie en privacy tot onderwijs en sociale zekerheid. Het overzicht behandelt verboden ai-systemen, verplichtingen voor hoog risico-systemen en gebruik van testomgevingen. Ook wijst het op de rol van technische standaarden en richtsnoeren voor effectieve bescherming. Fortinet opent eerste Europese distributiecentrum, in Almere Fortinet opent zijn eerste Europese logistiek distributiecentrum in Almere, aldus het bedrijf. Het cyberbeveiligingsbedrijf wil zo sneller producten aan EU-klanten leveren. Het pand van twaalfduizend vierkante meter gebruikt honderd procent hernieuwbare elektriciteit, ledverlichting met sensoren en oplaadpunten voor elektrische voertuigen. Vanaf het eerste kwartaal van 2026 worden bestellingen van EU-distributeurs vanuit Nederland verwerkt. De locatie biedt directe toegang tot weg-, spoor- en luchthavennetwerken en is ontworpen voor toekomstige duurzaamheidsmaatregelen. De investering versterkt de Europese infrastructuur en sluit aan bij eerdere datacenterinvesteringen in Spanje en Duitsland. Overname Heywood door Keylane Het Utrechtse Keylane neemt het Britse Heywood over om zijn pensioen- en verzekeringssoftware uit te breiden naar de VK, VS en Azië-Pacific, zo meldt het. Heywood blijft autonoom opereren met het huidige management. De overname moet ook de internationale aanwezigheid van Keylane vergroten, dat in 2024 zelf werd overgenomen door Pollen Street, een op de Londense beursgenoteerde investeerder die zo’n zeven miljard euro aan vermogen beheert. Heywood bedient 180 klanten en meer dan acht miljoen leden met pensioenoplossingen.
Debat over Nexperia verdiept roep om gecoördineerde Europese aanpak
1 week
De Tweede Kamer wil toe naar een gecoördineerd Europees industriebeleid met een gezamenlijk instrumentarium om in te kunnen grijpen wanneer strategische kennis en capaciteiten dreigen weg te lekken.  Dit bleek donderdagavond tijdens het debat over het optreden van minister Vincent Karremans (Economische Zaken) in de kwestie rond chipfabrikant Nexperia, die leidde tot een dieptepunt in de relatie met China.  De Kamer denkt dat Nederland sterker tegenover China komt te staan als gezamenlijk wordt opgetrokken met andere Europese landen. Wanneer China kennis, kunde, octrooien en productiecapaciteit van Europese bedrijven probeert weg te halen en hun voortbestaan in gevaar brengt, is het beter de handen ineen te slaan. Een motie van Volt, GroenLinks-PvdA, D66 en VVD vraagt de regering om in Europees verband stappen te zetten richting een Europees industriebeleid. China staat er bekend om onevenredig hard terug te slaan als de regering in Beijing het gevoel heeft door een klein land als Nederland tegen de schenen te worden geschopt.  Paniek Toen minister Karremans besloot tijdelijk maatregelen van Nexperia’s Chinese eigenaar tegen te houden omdat deze de Nederlandse en Europese vestigingen zouden schaden, sloeg China terug met exportverboden van in China vervaardigde halffabricaten. De hele leveringsketen van Nexperia’s legacy chips raakte daardoor een tijdlang verstoord, wat vooral de Duitse auto-industrie in paniek bracht.  Volgens Tom van der Lee (GroenLinks-PvdA) reageert China vaak heel heftig en zelden proportioneel. Hij constateert dat zo’n harde reactie is onderschat. Exportbeperkingen worden normaliter alleen uitgevaardigd als goederen strijdig zijn met een militair belang. Maar in het geval van Nexperia was daar geen sprake van.  Oprekken Wet Vifo Minister Karremans staat achter deze motie. Dat geldt echter niet voor een motie die de Wet Vifo (toetsing van investeringen of overnames die de nationale veiligheid in gevaar brengen) wil oprekken tot alle bedrijven. Nu geldt die wet voor vitale aanbieders en bedrijven met sensitieve technologie. Nexperia die geen heel bijzondere chips maakt, zou daar buiten vallen. Volt, GroenLinks-PvdA en ChristenUnie willen dat de regering bij geopolitieke noodzaak ook bedrijfsovernames en -investeringen kan terugdraaien die vóór de totstandkoming van deze wet in 2023 hebben plaatsgevonden. Minder ver gaat een motie van ChristenUnie, Volt, D66, GroenLinks-PvdA, SGP, CDA en BBB die de regering vraagt om naast de eerdergenoemde Wet Vifo aanvullende beleidsinstrumenten te ontwikkelen ter bevordering van de strategische autonomie. Met name moet worden gekeken naar risico’s in waardeketens en bij bedrijfsovernames. De bewindsman van Economische Zaken heeft wel oren naar een beperkte aanvulling.  D66, GroenLinks-PvdA, Volt en ChristenUnie willen Europa op chip-gebied minder afhankelijk maken van productie en assemblage in China. Dit geldt ook voor legacy-chips die weliswaar technisch niet heel geavanceerd zijn maar wel een kritieke rol spelen. De recente verstoringen in de leveringsketen bij Nexperia geven daar reden toe. De Europese Chips Act biedt wel een kader, maar het duurt te lang voordat fabrikanten zoals Nexperia daarvan kunnen profiteren. Vrijwel de gehele Tweede Kamer schaart zich achter een verzoek van het CDA aan de regering de hele Nederlandse cruciale private economische infrastructuur in kaart te brengen; een top-100 van bedrijven en plekken die moeten worden beschermd. Het CDA-kamerlid Van Lanschot vindt dat op het vlak van strategische autonomie geen ad hoc beleid gevoerd zou moeten worden, maar een gestructureerde aanpak noodzakelijk is.  Driest en onbesuisd Het beleid van minister Karremans in de kwestie van Nexperia werd gisteren nauwkeurig onder de loep genomen. Tom van der Lee (GroenLinks-PvdA) noemde zijn handelen te driest en onbesuisd. De bewindsman had beter kunnen wachten met zijn ingreep bij Nexperia die China als een machtsovername zag. Karremans betoogde dat hij niet kon wachten tot het vonnis van de Ondernemingskamer die de Chinese eigenaar en topman Xuezheng Zhang tijdelijk uit zijn functie bij Nexperia Nijmegen onthief.  Volgens de minister wist hij niet of de rest van het Europese management de procedure tegen hun ceo bij de Ondernemingskamer zou doorzetten, laat staan dat er zekerheid was over het vonnis. Een onmiddellijke schorsing, zoals Zhang overkwam, is volgens Karremans nog nooit voorgekomen. Bovendien keek de rechter alleen naar het belang van de vennootschap, terwijl het ministerie het publieke belang van Nexperia in de gaten moest houden.  Karremans wilde het risico niet nemen dat het vonnis niet in het voordeel van Nexperia Nijmegen was of dat het oordeel van de rechter te laat kwam. Volgens de minister dreigde een acute noodsituatie. Hij vreesde dat eigenaar Zhang Nexperia Nijmegen en de Europese vestigingen die daaronder vallen heel snel zou leeg trekken. ‘Hij was het bedrijf aan het uithollen.’ De overheveling van octrooien naar China kon nog maar net worden voorkomen. Nexperia Europa dreigde volledig afhankelijk te worden van China, terwijl daarvoor een wederzijdse afhankelijkheid bestond. Nu is er nog een zekere balans. Als de minister niet had ingegrepen was dat verloren gegaan, aldus Karremans, die hierover verder niet in details wilde treden.  Europese Commissie De Tweede Kamer vroeg zich af waarom Karremans zijn beleid niet vooraf had afgestemd met andere Europese landen. Ook de Europese Commissie werd niet geïnformeerd over het feit dat de minister op basis van de nooit eerder gebruikte Wet beschikbaarheid goederen (Wbg) de levering van chips op de langere termijn probeerde zeker te stellen. Karremans zei niet over een nacht ijs te zijn gegaan. Hij vreesde dat zijn plan om in te grijpen zou uitlekken als in brede kring in Europa hierover zou worden gecommuniceerd. Dan bestond er een gerede kans dat de Chinese eigenaar van Nexperia hiervan zou horen en snel onomkeerbare stappen zou nemen. In dat geval was Nexperia leeg getrokken. Ingrijpen had geen zin gehad, als Zhang daar lucht van had gekregen. Bovendien stond Karremans onder grote tijdsdruk. Afstemming van het beleid met andere landen en belanghebbenden kost veel tijd.  Wel heeft Karremans spijt van de uitspraken die hij in een interview met het Britse dagblad Guardian heeft gedaan. ‘Ik zou alles precies op dezelfde manier hebben gedaan,’ zo luidde het citaat. Achteraf gezien had hij dat interview beter niet kunnen geven omdat hij door deze publicatie arrogant was overgekomen. Karremans wilde met het interview een aantal misverstanden recht trekken. Zo werd de actie tegen Zhang gezien als een actie tegen China, terwijl juist het persoonlijk handelen van Zhang – die Nexperia Nijmegen zou benadelen – reden was tot maatregelen.  130 gesprekken Overigens bestrijdt Karremans dat hij met zijn optreden andere EU-lidstaten van zich heeft vervreemd. ‘Integendeel, ik heb veel begrip en steun gekregen in Brussel en bij de EU,’ aldus de minister. Nederland heeft naderhand het beleid goed kunnen uitleggen. Karremans en zijn team ambtenaren hebben inmiddels al 130 gesprekken gevoerd om deze zaak te verduidelijken.   Ook wordt veel moeite gedaan om de relatie met China te verbeteren, een land waarmee het handelsvolume 100 miljard euro bedraagt.  Karremans zou binnenkort mee gaan met een Nederlandse handelsdelegatie naar China, maar de Chinese ministers hebben geen plek in de agenda voor hem. Volgens het PVV-kamerlid Knops is Karremans gewoon afgepoeierd. De bewindsman hoopt nu op een beter moment. 
GitHub Copilot agents veranderen ontwikkel-workflow
1 week
GitHub Copilot introduceert custom agents die de volledige softwareontwikkelcyclus ondersteunen. Het zijn eenvoudige markdown-bestanden die domeinspecifieke expertise vastleggen en direct beschikbaar zijn in Copilot CLI, VS Code en github.com. In navolging van andere platforms heeft nu ook GitHub met GitHub Copilot custom agents geïntroduceerd die de volledige softwareontwikkelcyclus ondersteunen. ‘Custom agents zijn markdown-defined domain experts die functioneren als eenvoudige, onderhoudsvrije teamgenoten’, legt GitHub uit. Zo vat PagerDuty Incident Responder incidenten samen en adviseert het over opvolging en zo is MongoDB Performance Advisor bedoeld voor het optimaliseren van query’s. Integratie in bestaande tools De ai-agents werken overal waar Copilot actief is: in de terminal via Copilot CLI, in VS Code via Copilot Chat en in de Copilot-panelen op github.com. Het toevoegen van een agent is eenvoudig: plaats een bestand in github/agents/ en het is direct beschikbaar. Dit kan op repositoryniveau of organisatiebreed. Met Copilot CLI kunnen ontwikkelaars multi-step taken uitvoeren en agents integreren in scripts of ci/cd-pipelines*. ‘Als je in de terminal leeft, voelen custom agents als native extensies van je workflow’, verzekert GitHub. Partneragents zijn al beschikbaar en de lijst groeit. Voor observability zijn er onder meer een Dynatrace Expert en een Elasticsearch Agent. Voor security zijn er de JFrog Security Agent en StackHawk Security Onboarding. Databasebeheer wordt ondersteund door onder andere de Neon Migration Specialist en Neo4j Docker Client Generator. Concrete use cases tonen de kracht van deze aanpak. Met de PagerDuty Incident Responder kan een team in één commando incidenten samenvatten en vervolgstappen bepalen. De JFrog Security Agent identificeert kwetsbare pakketten en genereert veilige upgradepaden. Consistente workflows Door teamregels en standaarden in agents vast te leggen, ontstaat consistentie in workflows. Dit voorkomt herhaling van context en maakt expertise direct beschikbaar, ook als specialisten afwezig zijn. Agents kunnen bovendien data ophalen uit observability-, security- en devops-systemen via model context protocol. ‘Door patronen en integraties in een herbruikbare agent te coderen, begrijpt Copilot hoe jouw team werkt, niet alleen de code die voor je ligt,’ aldus GitHub. Daarmee verandert de ai van alleen maar een assistent om te coden in een volwaardige workflowpartner, weet het platform, die uitgebreide voorbeelden laat zien. Over eenzelfde aanpak met OpenAI’s AgentKit heeft Computable eerder al bericht. . * Een ci/cd-pipeline (continuous integration & continuous delivery pipeline) bouwt automatisch code, test die en rolt de code dan uit naar productie.
Fundamentele transformatie in 2026 door agentic ai
1 week
Zeven op de tien internationale bedrijfsleiders verwachten dat agentic ai hun processen volgend jaar fundamenteel zullen transformeren. De technologie verschuift van experiment naar grootschalige productie. Dat stelt DeepL na een studie hierover. Bijna de helft van de leidinggevenden voorziet het komende jaar een ingrijpende transformatie door agentic ai, terwijl een kwart aangeeft dat deze verandering al gaande is. Slechts zeven procent denkt dat ai-agenten geen invloed zullen hebben. ‘Ai-agenten zijn niet langer experimenteel, maar ze zijn onvermijdelijk’, aldus DeepL in een eigen rapport hierover. Het bedrijf denkt dat ai-agenten in 2026 een einde maken aan uitputtende contextwisselingen. De belangrijkste factoren die vertrouwen stimuleren in ai-agenten zijn volgens het onderzoek van DeepL: bewezen rendement en efficiëntie (22 procent), het aanpassingsvermogen van personeel (18 procent) en de bereidheid van ondernemingen (18 procent). Als grootste obstakels gelden kosten (16 procent), personeelsgereedheid (13 procent) en technologische volwassenheid (12 procent). Agentic ai als groeimotor Meer dan twee derde van de respondenten verwacht dit jaar een stijging van het rendement op ai-initiatieven en meer dan de helft ziet ai volgend jaar als belangrijkste groeitechnologie, boven andere innovaties. In het VK en Duitsland zeggen zelfs acht op de tien dit terug te zien in meetbare prestaties dankzij ai. Daarnaast geeft de helft aan dat ai-vaardigheden vereist zullen zijn voor de meeste nieuwe medewerkers. Opvallend is dat de helft procent van de bedrijfsleiders verwacht dat ai meer nieuwe functies zal creëren dan bestaande functies zal vervangen. Eerder concludeerde men in de logistiek al dat de gemiddelde terugverdientijd van ai-investeringen tussen twee en drie jaar ligt en dat ai daar niet leidt tot personeelsafbouw: driekwart van die bedrijven meldt juist hógere productiviteit en werktevredenheid, vaak met meer personeel. Taal- en spraak-ai als infrastructuur Bijna twee derde van de internationale bedrijven wil in 2026 meer investeren in taal-ai. Realtime spraakvertaling wordt eveneens cruciaal. Momenteel ziet 32 procent dit als essentieel, maar in 2026 verwacht men dat dit stijgt naar 54 procent. ‘Realtime-stemvertaling is de volgende stap in internationale communicatie’, aldus DeepL. De vraag wordt vooral gedreven door live-spraaktechnologie (46 procent), klantverwachtingen (40 procent) en internationale expansie (38 procent).
AP zet druk: streng toezicht op Belastingdienst na kritiek op fiscale databanken
1 week
De Belastingdienst moet, na kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens, zes systemen versneld afbouwen of hervormen. De systemen worden gebruikt om een beter beeld te krijgen op belastingplichtigen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) ziet risico’s voor privacy en grondrechten. Bovendien moet een intensiever toezicht misbruik en oneigenlijke inzage voorkomen. De Belastingdienst blijft de komende jaren onder streng toezicht staan. Staatssecretaris Eugène Heijnen (Financiën) meldt dat in een brief aan de Tweede Kamer. Over verschillende fiscale databanken is met de privacywaakhond een moeizaam compromis bereikt.  Risico Analyse Model Deze databases zijn opvolgers van het in 2018 uitgeschakelde Risico Analyse Model (RAM) dat twintig jaar lang dienst heeft gedaan bij de fiscus. RAM voldeed niet aan de privacywetgeving, beveiligingsvoorschriften en andere wettelijke eisen. Vervolgens ging de Belastingdienst databases gebruiken die qua functionaliteit gelijkenis met RAM vertonen. Ook daar heeft de AP bezwaren tegen. Wel stelt de AP vast dat medewerkers met geen van de zes opvolgende systemen zelf risicoselecties kunnen maken, wat het grootste pijnpunt was bij RAM.  De afgelopen zeven jaar heeft de fiscus verschillende maatregelen genomen om gegevens beter te beschermen. Afgelopen maart kondigde het ministerie van Financiën nieuwe stappen aan om de AP tevreden te stellen. Van de zes opvolgende systemen zijn vooral de Klantbeeld Toezicht Applicatie (KTA) en het Informatiesjabloon de AP een doorn in het oog. Tot KTA hebben te veel medewerkers toegang tot te veel informatie, wat volgens de AP tot een hoog privacyrisico leidt. Het Informatiesjabloon is een loket waar medewerkers van de Belastingdienst eenvoudig (persoons)gegevens van belastingplichtigen op kunnen vragen in Excel-formaat. Ook dat vindt de AP een te hoog risico voor privacy. Het informatiesjabloon zou uiterlijk eind 2027 verdwijnen, maar de AP wenst dat deze termijn wordt bekort. Het ministerie denkt KTA begin 2028 te kunnen vervangen door een privacyvriendelijker systeem. In de tussentijd worden maatregelen genomen om bij KTA de risico’s voor burgers te verkleinen.  Verwerkingsverbod De AP gaat over een jaar kijken of die maatregelen voldoende zijn om KTA nog even in de lucht te houden. Zo niet, dan noemt de AP een verwerkingsverbod per 1 december 2027 als reële optie. Andere systemen (Gruff, Inforay Selectie Module OB (SMOB) en Invorderings Hulp Programma (IHP)) verdwijnen in 2026. Het douane‑systeem Prisma krijgt aanvullende eisen rond transparantie en profilering.  Volgens staatssecretaris Heijnen zijn er geen aanwijzingen dat burgers daadwerkelijk zijn benadeeld.
Neuro-adaptieve ai: volgende tech-revolutie start in Delft en Berlijn
1 week
Niet alleen Amerikaanse en Chinese bedrijven schetsen de toekomst van ai, ook het Duits-Nederlandse Zander Labs drukt zijn stempel op de ontwikkelingen. En als de voortekenen niet bedriegen, is die afdruk aanzienlijk. Want de volgende fase in ai is neuro-adaptief, het terrein waarop het Delfts-Berlijnse bedrijf voorloper is. Het bedrijf met wortels in de Brandenburg TU werkt aan een naadloze verbinding tussen ai en het menselijke brein. Enorme vooruitgang is geboekt bij het begrijpen van hersensignalen. Het analyseren van data afkomstig van het menselijke brein duurde tot voor kort weken of zelfs maanden. Dit kan nu in milliseconden. Voor de deur staat ai die meedenkt. Door deze persoonlijke verbinding ontstaat een intuïtieve ai. De grenzen van ai worden hiermee verschoven waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan. Voordelen zijn haalbaar in allerlei sectoren, van de werkomgeving tot gaming en van luchtvaart en defensie tot de zorg. Prof. Thorsten Zander, oprichter en hoofdwetenschapper van het gelijknamige Zander Labs, ziet ai weldra direct samenwerken met ons denken. Tijdens de World Summit AI in Zaanstad/Amsterdam, waar Computable een gesprek met hem had, legt de Duitser uit dat er twintig jaar r&d voorafging aan de nieuwe technologie van passive brain-computer interfaces. Nauw daarmee verbonden is de neuro-adaptieve technologie. Nummer één Begin vorige maand klom Zander Labs naar de nummer-één-positie in de Deloitte Technology Fast 50, met een groeipercentage van 9.950 procent over de afgelopen vier jaar. Ceo Jonathan Zwaan schat het totale marktpotentieel op tachtig à vierhonderd miljard euro. En in tegenstelling tot andere techbedrijven wil Zander Labs in Europa blijven. Thorsten Zander tijdens de World Summit AI. Het bedrijf realiseert vooral grote vooruitgang bij de ontwikkeling van realtime-verbindingen tussen hersenen en computers, zodat digitale ervaringen natuurlijk en persoonlijk aanvoelen. Thorstens ambitie is ai-systemen te ontwikkelen die integreren met menselijke cognitie; het vermogen van de hersenen om informatie te begrijpen en te gebruiken. Al heel lang wordt gedroomd van technologie die direct aanvoelt wat er in ons hoofd gebeurt en zich daar op aanpast. Systemen die niet alleen reageren op ons gedrag maar ook op onze beleving maken de interactie tussen mens en computer intuïtiever en persoonlijker. Zander bouwt en test al systemen die onze gedachten, emoties en ook waarden in realtime begrijpen. Een voorbeeld is een ‘rij-systeem’ dat rekening houdt met stress, vermoeidheid, aandacht en werkdruk. De rij-assistent zet het geluidsvolume van het audiosysteem zachter, blokkeert binnenkomende telefoontjes of maakt de rijstijl minder inspannend. Een ander voorbeeld is een gadget dat zich aanpast aan de gebruiker. Zelfs bij een besturingssysteem als Microsoft Windows is op deze manier de gebruikservaring te verbeteren. Ook draagt het bij tot meer veiligheid. Denk aan risicovolle omgevingen zoals de luchtvaart, chirurgie of het verkeer. Daarnaast valt meer ‘mensachtige’ ai te ontwikkelen. Betere ai-systemen zijn mogelijk door deze te voeden met data afkomstig van de hersenen. Je kunt bij een auto-pilot zien wat het systeem over het hoofd zag. Een mens ziet soms dingen die de sensoren niet waarnemen. Een robot met ai werkt beter als deze van een mens kan leren. Het menselijk brein fungeert daarbij als inspiratiebron. Neuro-ai gebruikt inzichten uit de hersenwetenschappen om nieuwe algoritmen en modellen te ontwikkelen, terwijl ai op zijn beurt helpt om hersenactiviteit te simuleren en te analyseren. Geen sciencefiction Zander verwacht dat de directe communicatie tussen brein en machine binnenkort geen sciencefiction meer zal zijn. De vooruitgang gaat sneller dan Thorstens twintig jaar geleden aan het begin van zijn wetenschappelijke carrière had kunnen bevroeden. Zo zijn problemen met moeizame kalibratie eerder opgelost dan werd gedacht. Zander zet zoals gezegd in op passieve brain-computer interfaces. Anders dan traditionele brain-computer interfaces (bci’s) hoeft de gebruiker niets te doen om de systemen te controleren. Het is zelfs niet nodig om aan iets speciaals te denken. Passieve bci’s werken op de achtergrond aan de hand van hersenactiviteit zonder dat iemand zich ergens bewust van hoeft te zijn. Sensoren (vaak een elektro-encefalogram) geven iemands mentale of emotionele staat automatisch door. Dit gebeurt door toepassing van realtime-decodering van signalen die iemands cognitie weergeven. Zander werkt aan een snelle en correcte feedback-lus en legt zich daarbij toe op neuro-adaptieve technologie. Deze techniek gebruikt realtime-metingen van neurofysiologische activiteit binnen een gesloten regelkring om intelligente software-aanpassing mogelijk te maken. Tijdens de conferentie in Zaanstad demonstreerde Zander hoe gebruikers de bewegingen van een computercursor naar een aangewezen of zelfgekozen doelwit konden leiden zonder zich daarvan bewust te zijn. De cursor beweegt eerst in willekeurige richtingen. De reactie van de hersenen van de gebruiker verraadt of deze bewegingen kloppen. Na verloop van tijd kan het algoritme de gewenste bewegingsrichting afleiden. De cursor leert waar het doel is en gaat daar steeds sneller naar toe. Mentale staat Grote vooruitgang is geboekt bij de kalibratie, het proces dat bepaalt of gemeten waarden van iemands mentale staat juist zijn. Zander Labs ontwikkelde daartoe universele classificaties, die in elke context zijn te gebruiken, ongeacht de toegepaste sensoren. Grote hoeveelheden data zijn nodig om hiervoor generalisaties te maken. Deze zogeheten classifiers zijn te optimaliseren door data van heel veel mensen te gebruiken. De variabiliteit van het brein wordt daarmee ondervangen. Tot stand kwam een gepatenteerde plug & play-gegevens-verwerkingsmethode die continue hersenactiviteit interpreteert om realtime-inzicht te bieden in mentale toestanden. Een classifier staat voor de detectie van zo’n geestestoestand. Voorheen duurde het ongeveer een halfuur voordat de kalibratie gereed was, nu is kalibratie niet eens meer nodig. Zander heeft de eerste drie classifiers (bijvoorbeeld stress) klaar. Elke maand komt daar een nieuwe bij. Privacy De stap naar een echt product is niet groot meer. Om redenen van privacy komen deze classifiers niet in de cloud. Alle data worden in een chip verwerkt, een eigen ontwikkeling van Zander Labs. De gegevens komen niet naar buiten, zodat de bescherming van iemands persoonlijke levenssfeer is gewaarborgd.  De opslag van data duurt enkele seconden. Alleen de interpretaties komen uit het systeem op de chip. De gebruiker is daarbij volledig in controle en blijft baas over de eigen data. Het hele systeem is ready made en plug & play. Zander slaagde erin de problemen rond het opschalen op te lossen. De volgende uitdaging is de kostprijs te verlagen zodat deze technologie binnen het bereik van consumenten komt. Het trainen van gebruikers duurt tussen maximaal vijftien minuten. De training van machines vergt tien tot 45 minuten. Op langere termijn zijn applicaties te verwachten waarbij de machine hersenfilmpjes-data (EEG) online interpreteert. Eind volgend jaar valt al commercialisatie van het passieve brain-computer interface-platform te verwachten. Dat zal een eenvoudige versie zijn die een tot twee geestestoestanden herkent, zoals werkdruk en verrassing. Die versie is dan te gebruiken voor een human-computer interface of ai-leer-interactie. De hele softwarestack zal volgend jaar gereed zijn, inclusief de security. Op komst is mobiele draagbare hardware. Kern is de EEG die nauwelijks opvalt en modulair is. Naast het system-on-a-chip ontwikkelt Zander Labs ook een amplifier die achter het oor wordt gedragen en de signalen van de elektroden versterken. Deze amplifier krijgt een omvang van twee één-euromunten, een vergaande miniaturisatie. Na 2026 beginnen voor Zander Labs de vijf jaren van de waarheid. Is de basis van r&d en algoritmes gelegd, nu komt het aan op verdere ontwikkeling, schaalvergroting, bruikbaarheid, betrouwbaarheid, customization én marketing.
Kort: Nederlander vertrouwt online niet meer, DSO-data moeilijk toegankelijk (en meer)
1 week
In dit nieuwsoverzicht: Toegang tot actuele DSO-data grootste uitdaging onder Omgevingswet, de meesten twijfelen aan betrouwbaarheid online informatie, overname Polypoint door Main Capital, Trend Micro wint 2025 Benelux AWS Partner Award, Azure Local ook voor Dell Private. Toegang tot actuele DSO-data grootste uitdaging onder Omgevingswet Sinds de invoering van de Omgevingswet ervaart bijna de helft van de professionals uit overheid, nutsbedrijven, bouw en commerciële sectoren dat toegang tot actuele data binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) de grootste uitdaging vormt, concludeert GIS-software-leverancier Esri uit eigen onderzoek. Ook noemt 45 procent integratie van DSO-data met andere bronnen een obstakel en 25 procent wijst op de complexiteit van de wet. Meer dan de helft gebruikt als belangrijkste bron voor DSO-data de kaartomgeving ‘Regels op de kaart’ van het Omgevingsloket. Ongeveer de helft van de ondervraagden zien kansen voor DSO-gebruik in gebiedsontwikkeling, met daar vlak onder vergunningverlening en ruimtelijke ordening. De meesten twijfelen aan betrouwbaarheid online informatie Bijna driekwart (72 procent) van de burgers denkt dat ze dit jaar online informatie hebben gezien die volgens hen niet waar is, zo concludeert het CBS uit eigen onderzoek. In 2023 was dit 67 procent. De twijfel is het grootst over sociale media (63 procent), gevolgd door nieuwswebsites (25 procent). De 25- tot 45-jarigen twijfelen het vaakst (84 procent), 65-plussers het minst (48 procent). Verder twijfelen mannen vaker dan vrouwen (76 tegen 68 procent) en hoger opgeleiden vaker dan lager opgeleiden (83 tegen 59 procent). Van de twijfelaars controleert 68 procent de informatie, meestal door online meer bronnen te raadplegen (84 procent) of de bron te verifiëren (54 procent). Overname Polypoint door Main Capital Main Capital Partners heeft een meerderheidsbelang genomen in Polypoint, een Zwitserse aanbieder van workforce managementsoftware voor de zorgsector. Het bedrijf ondersteunt ziekenhuizen en zorginstellingen bij complexe personeelsplanning en resourceallocatie. Polypoint bedient naast Zwitserland ook klanten in Duitsland, België en Liechtenstein. De software stroomlijnt roostering, werktijdenregistratie en resourcebeheer, wat administratieve lasten verlaagt en operationele efficiëntie verhoogt. Main wil de saas-transformatie versnellen en investeert in ai-gedreven oplossingen voor geautomatiseerde planning, voorspellende allocatie en realtime capaciteitsbeheer. Daarmee moeten zorgaanbieders meer flexibiliteit en compliance krijgen, terwijl personeel meer tijd kan besteden aan patiëntenzorg. Trend Micro wint 2025 Benelux AWS Partner Award Trend Micro is uitgeroepen tot winnaar van de 2025 Benelux AWS Regional Partner Awards, zo meldt het bedrijf. De erkenning geldt voor partners die innovatie stimuleren en oplossingen bouwen op AWS. Trend Micro is al meer dan tien jaar AWS Technology-partner. In 2024 behaalde het bedrijf de AWS Security Incident Response Specialization, waarmee het klanten helpt incidenten snel te identificeren en op te lossen in samenwerking met het AWS Customer Incident Response Team. Azure Local ook voor Dell Private Cloud, PowerStore en PowerScale Organisaties krijgen met Azure Local op Dell Private Cloud, PowerStore en PowerScale een uniforme en schaalbare basis voor hybride cloudbeheer, zo melden beide. Azure-controlplane-services draaien direct op Dell-infrastructuur, terwijl centraal beheer via Azure plaatsvindt. Private Cloud biedt onafhankelijk schaalbare compute en storage, PowerStore levert enterprise-grade storage met continue dataverbetering en PowerScale voor Azure introduceert volledig beheerde, cloud-native bestandsopslag. Belangrijke kenmerken zijn schaalbaarheid tot 8,4 PB in één namespace, ondersteuning voor NFS, SMB en S3, en ultra-lage latency. PowerScale is per direct beschikbaar via Microsoft Marketplace, terwijl Private Cloud en PowerStore in het voorjaar van 2026 beperkt worden aangeboden.
Trend Micro: cybercriminelen in 2026 volledig geïndustrialiseerd
1 week
Volgend jaar zal het de norm worden dat aanvallers zonder menselijke tussenkomst verkenning, exploitatie en afpersing uitvoeren. Daarmee zullen beveiligingsteams met ongekende snelheid en schaal geconfronteerd worden. ‘Men zal 2026 herinneren als het jaar waarin cybercriminaliteit een volledig geautomatiseerde sector werd,’ beweert it-beveiliger Trend Micro in een nieuw onderzoeksrapport hierover.‘De uitdaging voor verdedigers is niet langer alleen het detecteren van aanvallen, maar ook het bijhouden van het machinegestuurde tempo van dreigingen.’  Eerder dit jaar werden al voorbeelden gepubliceerd hoe ai misleid kan worden door cybercriminelen en kortgeleden vond al de eerste grootschalige staats-ai-cyberaanval plaats door Claude te misleiden en misbruiken, hoewel die aanval door Anthropic, de maker van Claude, werd afgeslagen.Autonomie en automatiseringGeneratieve ai en agentic systemen veranderen de economie van cybercriminaliteit. Autonome inbraakcampagnes die zich realtime aanpassen, polymorfe malware die zichzelf herschrijft en deepfake-gedreven social engineering worden standaard. Bedrijven lopen risico overspoeld te worden met synthetische code, vergiftigde modellen en malafide modules die zich verbergen in legitieme workflows, aldus Trend Micro.Volgens het rapport zullen hybride cloudomgevingen, software-supply-chains en ai-infrastructuren de belangrijkste doelwitten zijn. Aanvalsvectoren variëren van vergiftigde open-sourcepakketten tot kwaadaardige containerimages en misbruik van cloudidentiteiten. Staatsgesponsorde cybercriminelen zetten steeds vaker in op ‘harvest now, decrypt later’-strategieën, anticiperend op de komst van quantumcomputers.Nieuwe aanvalsvectorenRansomware evolueert tot een ai-gestuurd ecosysteem dat zichzelf kan beheren. Het identificeert slachtoffers, exploiteert zwakke punten en onderhandelt via afpersingsbots. Deze campagnes worden sneller, moeilijker te traceren en persistenter, gedreven door data in plaats van enkel encryptie.Het bedrijf adviseert organisaties om proactieve veerkracht centraal te stellen. Dat betekent beveiliging integreren in elke laag van ai-implementatie, cloudactiviteiten en supply chain-beheer. Wie snelheid combineert met governance en ethiek, zal volgens het rapport van Trend Micro de standaard zetten voor vertrouwen en digitale weerbaarheid in een steeds autonomere wereld.
Hoe AI-agents processen versnellen
1 week
De opmars van autonome digitale collega’s In steeds meer organisaties wordt nagedacht over de inzet van AI-agents om repetitieve processen te versnellen. Deze digitale assistenten kunnen zelfstandig handelen, beslissingen nemen en workflows uitvoeren zonder dat een medewerker elke stap hoeft te bevestigen. Daarmee markeren ze een volgende fase in procesautomatisering: van reactief naar proactief, en van simpel taakbeheer naar autonome uitvoering. Van regels naar intelligent gedrag Waar traditionele automatisering – zoals RPA – vooral draait om vaste regels, combineren AI-agents data-analyse, context en natuurlijke taalverwerking. Ze kunnen zelfstandig context begrijpen, taken prioriteren en actie ondernemen op basis van bedrijfslogica. Een voorbeeld is Zia Agents, onderdeel van de Zoho-suite. Deze AI-laag werkt als een digitale medewerker die toegang heeft tot verschillende applicaties binnen het bedrijfsnetwerk. Een Zia Agent kan bijvoorbeeld automatisch klantaanvragen verwerken, verkoopopvolging starten of interne goedkeuringen versnellen, allemaal binnen de vooraf gedefinieerde kaders en bevoegdheden. Versnelling in de praktijk De waarde van AI-agents ligt in de doorlooptijd: processen die voorheen afhankelijk waren van menselijke hand-overs kunnen continu doorlopen. Dat levert concrete voordelen op: Kortere reactietijden in klantenservice en interne workflows Minder fouten, doordat handmatige invoer en beslissingen grotendeels worden geautomatiseerd Schaalbaarheid: bij piekmomenten kunnen meer taken parallel worden verwerkt zonder extra personeel Hogere medewerkerstevredenheid, omdat repetitief werk afneemt en de focus verschuift naar analytische of klantgerichte taken Volgens marktonderzoek van McKinsey is het potentieel van agent-technologie aanzienlijk: organisaties die AI-agents integreren in hun operationele processen rapporteren gemiddeld 25 tot 40 procent kortere doorlooptijden en tot 30 procent hogere productiviteit. Ervaring uit de praktijk In Nederland begeleiden gespecialiseerde partners de implementatie van dergelijke agent-oplossingen. Mobile XL, bijvoorbeeld, heeft ruime ervaring met het configureren van Zia Agents binnen internationale organisaties. Het bedrijf richt zich op de koppeling van AI-agents met CRM-, helpdesk- en marketingomgevingen, waarbij ook bestaande ERP- en HR-systemen worden geïntegreerd. Volgens de consultants van Mobile XL ligt de sleutel tot succes niet in de technologie zelf, maar in de inrichting van het proces: duidelijke regels, goede datakwaliteit en een doordachte governance-structuur. Zo blijft de controle behouden, terwijl de AI zelfstandig waarde toevoegt. Een praktijkvoorbeeld: een technische dienstverlener automatiseerde met behulp van een Zia Agent het routeren van inkomende tickets. De agent herkende onderwerp en urgentie, koppelde dit aan beschikbare monteurs en genereerde automatisch werkbonnen. De gemiddelde verwerkingstijd daalde van vier uur naar minder dan één. Randvoorwaarden voor succes Hoewel de technologie volwassen is, vraagt de implementatie om aandacht voor drie aspecten: Datakwaliteit – de agent leert van historische gegevens; onnauwkeurige data leiden tot verkeerde beslissingen. Transparantie – gebruikers moeten begrijpen waarom een agent bepaalde keuzes maakt. Adoptie – medewerkers moeten ervaren dat de AI hun werk ondersteunt, niet vervangt. Wacht niet langer met AI AI-agents zoals Zia Agents veranderen de manier waarop organisaties werken. Ze maken processen sneller, consistenter en schaalbaarder. De grootste winst ligt echter in het vrijmaken van menselijk potentieel: meer tijd voor klanten, strategie en innovatie. Met ervaren partners zoals Mobile XL kunnen organisaties deze stap gecontroleerd en efficiënt zetten – van experiment naar structurele versnelling van hun bedrijfsvoering. Benieuwd hoe ZIA Agents jouw organisatie leuker, makkelijker en creatiever kan maken? Mobile XL helpt bij de eerste stap zetten. Meer weten? Neem contact op via info@mobile-xl.nl of bel +31 85 3031346 Bekijk onze website
Frontier agents: het nieuwe tijdperk in ai
1 week
Event | AWS re:Invent 2025 Tijdens re:Invent in Las Vegas presenteerde AWS-ceo Matt Garman een nieuwe klasse van ai-agents die volgens het bedrijf een structurele sprong voorwaarts betekenen in agentic ai: frontier agents. ‘Ze zijn het pad naar het realiseren van de waarde van ai in jouw business.”Frontier agents verschillen fundamenteel van de klassieke tooling die vandaag ontwikkelaars ondersteunt. Waar bestaande agents vaak taakgericht werken en voortdurend menselijke sturing nodig hebben, zijn frontier agents ontworpen om zich als volwaardige teamleden te gedragen. Ze opereren autonoom, kunnen taken parallel uitvoeren en blijven uren tot dagen actief zonder dat gebruikers ze voortdurend moeten bijsturen.Die combinatie maakt ze volgens AWS geschikter voor complexe, doorlopende werkstromen binnen softwareontwikkeling, beveiliging en operations. ‘De visie voor deze frontier-agenten is om te fungeren als een force multiplier voor elk afzonderlijk team’, zo stelde AWS-ceo Matt Garman tijdens zijn keynote. De eerste frontier agent, Kiro, richt zich op softwareontwikkeling. Het systeem houdt langdurig context vast over repositories, backlog en teamafspraken en leert uit feedback. Daardoor kan Kiro zelfstandig bugs triëren, code verbeteren of wijzigingen doorvoeren over meerdere repositories. Ontwikkelaars bepalen het doel, maar hoeven niet langer elk detail te coördineren. Security & DevOps Daarnaast introduceerde AWS de Security Agent, een virtuele security-engineer die beveiliging systematisch integreert in het ontwikkelproces. De agent beoordeelt ontwerpen, scant pull requests tegen organisatie-specifieke regels en voert on-demand pentests uit. Het verschil met klassieke scanners ligt vooral in de contextgevoeligheid: de agent interpreteert applicatielogica en levert gevalideerde bevindingen aan met concrete remediatievoorstellen.De derde frontier agent, AWS DevOps Agent, ondersteunt operations-teams. Het systeem analyseert logs, metrics, dependencies en deploy-data om incidenten sneller te ontleden. Door kennis op te bouwen over de volledige stack identificeert het in veel gevallen autonoom de onderliggende oorzaak en formuleert het aanbevelingen om structurele betrouwbaarheid te verbeteren. Toekomstbeeld Met deze drie frontier agents schetst AWS een toekomstbeeld waarin ai niet langer enkel taken automatiseert, maar volledige werkstromen overneemt en teams begeleidt naar een stabieler, veiliger en sneller softwareontwikkelingsproces. ‘We denken dat we nog maar aan het begin staan van Frontier Agents’, zegt hij. ‘Frontier agents zijn het pad naar het realiseren van de waarde van ai in jouw business.’
Lenovo start refurbish-dienst voor bedrijven
1 week
Lenovo heeft Lenovo Certified Refurbishment Services gelanceerd, een nieuwe dienst waarmee organisaties hun bestaande Lenovo-apparaten kunnen laten opknappen en opnieuw inzetten. De service is beschikbaar in België en dertien andere Europese landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.Lenovo biedt drie serviceniveaus aan: een lichte opfrisbeurt, vervanging van kleine onderdelen of display, en volledige refurbishment. Alle processen worden beheerd via het Lenovo Service Connect Portal, wat organisaties volledige zichtbaarheid en controle moet geven.Bedrijven krijgen met deze nieuwe service in het algemeen een derde optie voor hun apparatuur – naast garantieverlenging of nieuwe aankopen – om de levensduur van hun it-vloot te verlengen en elektronisch afval te beperken. Upgraden Voor alle duidelijkheid: de dienst werkt uitsluitend met Lenovo-apparaten en is daarmee niet merkagnostisch, wat de toepasbaarheid voor bedrijven met gemengde it-vloten dus wel enigszins beperkt.Apparaten kunnen ook worden geüpgraded met extra ram-geheugen, waardoor bedrijven de prestaties kunnen verhogen zonder hardware te vervangen. Dit stelt organisaties in staat nieuwe aankopen te reserveren voor medewerkers die veel rekenkracht nodig hebben of voor nieuwe technologieën zoals ai-pc’s, terwijl opgeknapte toestellen zouden moeten blijven voldoen voor alledaagse taken.Datasanering gebeurt volgens de Nist-standaardrichtlijn en de opgeknapte apparaten krijgen vernieuwde garanties. Timing en EU-regelgeving De service sluit aan bij een bredere trend waarbij fabrikanten circulaire diensten ontwikkelen. Voor bedrijven die onder deze rapportageverplichtingen vallen, kan de dienst helpen bij het voldoen aan ESG-disclosure eisen.De lancering komt vlak voor de geplande EU Circular Economy Act, die in 2026 van kracht wordt en bedrijven verplicht hun technologiestrategieën te heroverwegen. De dienst ondersteunt ook doelstellingen zoals de EU Green Deal, die beoogt de uitstoot tegen 2030 met minstens vijftig procent te verminderen, en de eisen van de Corporate Sustainability Reporting Directive.Lenovo haalt nog cijfers aan uit eigen onderzoek. Zo zou 96 procent van de it-beslissers in EMEA de milieuimpact meenemen bij beslissingen over toekomstig ai-gebruik. Bovendien zou het verlengen van de levensduur van elektronica met dertig procent de jaarlijkse uitstoot met maximaal twintig procent doen verminderen.
Rekenkamer: UWV faalt jarenlang met verouderde it-systemen
1 week
De Algemene Rekenkamer concludeert dat het UWV jarenlang ernstig tekortgeschoten is in de aansturing en controle van zijn it-systemen en processen rond WIA-uitkeringen. Dit leidde tot tienduizenden fouten in uitkeringen, onvoldoende kwaliteitscontroles, en een ‘blinde vlek’ bij zowel het UWV bestuur als het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het UWV werkte met systemen die onvoldoende betrouwbaar waren en niet goed aansloten op de complexe regelgeving. Dit vergrootte de foutgevoeligheid. Naast fundamentele hervorming van betrokken sociale wetgeving is ook modernisering van it-systemen hard nodig om herhaling te voorkomen van drama’s zoals die rond de WIA. Zo blijkt uit een rapport van de Algemene Rekenkamer dat bijzonder pijnlijk is voor de raad van bestuur van UWV en achtereenvolgende ministers van Sociale Zaken. De Rekenkamer noemt naast de ingewikkelde regelgeving de verouderde it-ondersteuning als tweede belangrijke reden voor het enorme foutenfestival bij de uitvoering van de WIA. Vooral de divisie Sociaal Medische Zaken (SMZ) waar de kwaliteit ver beneden peil blijkt, lijdt onder enorme legacy. Handmatige verwerking De medewerkers daar werken met meer dan tien verschillende en deels verouderde of niet bijgewerkte it-systemen. Ze gebruiken de it-systemen vaak tegelijkertijd en moeten steeds tussen systemen schakelen. Ook vallen deze systemen regelmatig uit, waardoor medewerkers ze niet kunnen gebruiken. Een deel van de werkzaamheden vindt handmatig plaats doordat it-systemen niet met elkaar zijn gekoppeld. Hierdoor moeten medewerkers op verschillende momenten in het proces gegevens overtypen. Ook maken ze sommige berekeningen handmatig met (zelfgemaakte) Excel-bestanden omdat de it-systemen deze niet mogelijk maken, aldus de Rekenkamer. Een voorbeeld van een it-systeem dat niet tijdig is bijgewerkt is de dagloonmodule, aldus de Rekenkamer. Procesbegeleiders gebruiken deze module voor de dagloonberekening. Deze module gaf jarenlang signalen om bepaalde gegevens te controleren terwijl dit achteraf niet nodig bleek. Deze ingebouwde signalen waren sinds de bouw van de dagloonmodule niet aangepast aan nieuwe wet- en regelgeving. Alleen al door dagloonfouten kregen van 2020 tot 2024 minimaal 16.385 mensen een te lage WIA-uitkering en minimaal 12.000 te veel geld. Beperkt inzicht De Rekenkamer heeft uitvoerig onderzocht welke signalen er waren over de gebrekkige it-ondersteuning en wat daarmee is gedaan. Al in 2020 was bij UWV bekend dat it-systemen bij de divisie SMZ waren verouderd en regelmatig uitvielen vanwege storingen. Maar UWV had slechts beperkt inzicht in de risico’s van de it-ondersteuning voor de kwaliteit van de WIA-werkprocessen bij SMZ. Deze divisie had ook geen inzicht in waar er welke fouten werden gemaakt. In de periode 2020-2024 zijn wel de beschikbaarheid en de beveiliging van de it-systemen en -processen periodiek gecontroleerd. Er is echter niet gekeken of deze de uitvoering van de WIA voldoende ondersteunden. De organisatiecultuur waarbij elk district binnen de divisie SMZ de regels en werkinstructies anders kan uitvoeren, is de derde grote bron van foutgevoeligheid. De Raad van Bestuur laat toe dat elk district zijn eigen weg kan gaan. Autonoom opererend De gebrekkige kwaliteitsbeheersing krijgt in het rapport veel aandacht. De Rekenkamer noemt het opmerkelijk hoe autonoom deze divisie van UWV kon opereren op dit thema, op alle niveaus. Iedereen vulde het kwaliteitsbeleid naar eigen inzichten in. Deze autonome positie van de divisie SMZ binnen UWV is ook terug te zien bij de it. De divisie heeft namelijk een zelfstandige bevoegdheid om hierop te sturen en te prioriteren. Zij is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van it-processen en -systemen en de controles daarop. De chief information officer (cio) van UWV gaat alleen over UWV-brede it-onderwerpen, zoals architectuur en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Volgens de Rekenkamer wist UWV al in 2016 dat cruciale it-systemen vernieuwing nodig hadden, maar stelde dit uit door beperkte it-capaciteit, hoge werkdruk en prioriteiten elders. Men liet de zaken jarenlang op zijn beloop. Pas sinds 2023 is er UWV-brede, kortcyclische planning en besluitvorming door de rvb, cio en divisiedirecteuren. En In 2024 startte UWV met digitalisering en automatisering van WIA-processen om handmatig werk te verminderen. Wegkijken De Rekenkamer is snoeihard in haar oordeel: UWV heeft door verouderde it systemen, gebrekkige controles en eenzijdige focus op wachtlijsten de betrouwbaarheid van uitkeringen ondermijnd. Het ministerie keek weg en het stelsel zelf is te complex. UWV wist de ernst van de problemen richting opeenvolgende ministers van Sociale Zaken te bedekken. Tegenover Wouter Koolmees (D66), Karien van Gennip (CDA) en Eddy van Hijum (NSC) werd bijna alles gebagatelliseerd of verdoezeld. De ambtenaren van Sociale Zaken werden met een kluitje in het riet gestuurd. Volgens de Rekenkamer vroegen ze ook onvoldoende door. Zij specificeerden ook niet welke informatie de minister nodig heeft. Demissionair minister Mariëlle Paul (Sociale Zaken) kan zich vinden in de bevindingen van de Rekenkamer. Deze ziet zij als een ‘ferme aansporing voor UWV en SZW om het op tal van terreinen beter te doen’. Ook UWV zegt de aanbevelingen ter harte te nemen.

Pagina's

Abonneren op computable