Interview | Eddie van Marum, (demissionair) staatssecretaris BZK
EXPERTVERSLAG – Voor demissionair staatssecretaris Eddie van Marum draait digitalisering niet om systemen, maar om mensen. Zijn doel: één overheid die burgers en ondernemers digitaal ondersteunt én beschermt. Dat vraagt om stevige keuzes. ‘Als het volgende kabinet stappen wil zetten, moet er een substantieel budget komen. En wat mij betreft zit digitalisering standaard aan tafel bij de ministerraad.‘
Eddie van Marum is sinds 2 juli 2024 (inmiddels demissionair) staatssecretaris op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) met als portefeuilles Herstel Groningen, Koninkrijksrelaties en Digitalisering. Van Marum was eerder Statenlid in Groningen namens de BBB.
‘Digitale diensten worden steeds meer een publieke voorziening, net als energie, onderwijs en voedselvoorziening’, zegt Van Marum, zittend aan de grote tafel in zijn werkkamer op het ministerie van BZK. Naast hem ligt zijn iPad, waarmee hij beleidsdocumenten en Kamerbrieven aftekent. ‘De maatschappij digitaliseert in een razend tempo. Dat heeft veel voordelen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Want het is niet vanzelfsprekend dat alles blijft werken.’
Storingen en digitale aanvallen zijn niet ondenkbaar in het huidige geopolitieke klimaat. Digitale weerbaarheid is dan ook een speerpunt in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS), die de demissionair staatssecretaris vlak voor de zomer heeft gelanceerd. ‘Stel je voor dat je opeens geen toegang meer hebt tot je zorggegevens of spaargeld, of dat je persoonlijke gegevens opeens op straat liggen. We weten inmiddels dat dat kan gebeuren. Dat kan leiden tot een deuk in het vertrouwen dat mensen hebben in de overheid. En dat moeten we voorkomen.’
Vertrouwen
Het woord ‘vertrouwen’ gebruikt hij niet toevallig. Van Marum is ook demissionair staatssecretaris Herstel Groningen en spant zich elke dag in om het vertrouwen te herstellen bij mensen die te maken kregen met aardbevingsschade. ‘Ik zie in Groningen hoe belangrijk het is om bij het maken van beleid de mens niet uit het oog te verliezen. Dat gevaar ligt altijd op de loer, ook bij digitalisering, misschien wel juist bij deze portefeuille. De digitale wereld verandert razendsnel. We maken als overheid gebruik van cloud, data en ai, en straks misschien wel quantumtechnologie. De vraag die daarbij altijd leidend moet zijn is: wat hebben burgers en ondernemers nodig en hoe kunnen we hen beschermen? Dat is de kern van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.’
Wat gaat de NDS precies veranderen?
‘Door de strategie werken gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk echt intensief samen. Zo versterken we de digitale basis van Nederland. Dat is essentieel voor de dienstverlening aan burgers en bedrijven. We willen mensen bijvoorbeeld zoveel mogelijk op één plek helpen, en niet van loket naar loket sturen.
‘Maar het gaat ook om veiligheid. Tot nu toe heeft iedere overheid zijn eigen systemen, clouds en standaarden. Dat lijkt handig, maar maakt kwetsbaar. Als systemen niet op elkaar aansluiten, kun je ze ook niet samen verdedigen. En als de ene organisatie een lek heeft, kan dat ook gevolgen hebben voor andere. Mijn voorganger Zsolt Szabó zag dat scherp en zette de NDS in de steigers. Ik heb er alles aan gedaan om de lancering door te zetten, ook in een demissionair kabinet. Dit dossier was te belangrijk om op pauze te zetten.’
De risico’s van digitalisering zijn al jaren bekend. Waarom nu pas een NDS?
‘De zorgen zijn inderdaad niet nieuw. Maar elke overheid bestreed die risico’s met eigen systemen en eigen beleid. Daardoor ontstond versnippering. Wat nu anders is: we kiezen er bewust voor om het samen te doen, met álle overheden: één koers en centrale regie. Je ziet ook dat er door de NDS een sterke beweging is ontstaan bij alle overheden: iedereen wil meer dan ooit samenwerken, dat is een unicum.’
Beweging
De beweging begint bij de overheden zelf, stelt Van Marum. Zij moeten volgens hem samen tot een investeringsagenda komen. Er liggen veel goede plannen: voor systemen die beter op elkaar aansluiten, voor een soevereine cloud, en voor slimmer gebruik van data. ‘Maar we kunnen niet alles tegelijk. Eerst is nu het programmateam van BZK aan zet, met medeoverheden en publieke dienstverleners als gelijkwaardige partners. Zij moeten gezamenlijk keuzes gaan maken: welke prioriteiten uit de NDS pakken we nu op, en welke later? Daarbij worden ze – gevraagd en ongevraagd – geadviseerd door de NDS-Raad met externe digitaliseringsexperts. Je kunt hen zien als de aanjagers van het proces. Uiteindelijk moet er een investeringsagenda komen die glashelder maakt: wat moet er gebeuren, voor wie, en hoe gaan we dat doen?’
Voor zichzelf ziet Van Marum daarbij een politieke rol weggelegd. ‘Ik wil het belang van digitalisering nóg meer op de kaart te zetten in de Tweede Kamer, zodat nu al wordt nagedacht over wat er nodig is om Nederland digitaal weerbaarder te maken in de komende kabinetsperiodes. En misschien is dit onderwerp wel zo belangrijk dat er op termijn een minister van Digitalisering op deze plek moet komen te zitten.’
Wat betekent de NDS voor burgers en ondernemers in Nederland?
‘Burgers en ondernemers hebben recht op begrijpelijke en betrouwbare dienstverlening. De NDS moet dat waarmaken: minder wachttijd, minder fouten, meer veiligheid. Je kunt het zo zien: we bouwen aan een veilig digitaal stopcontact. Alle overheden kunnen daar uiteindelijk hun diensten in prikken. Burgers krijgen dan wat ze nodig hebben, op één centrale plek. Denk aan Overheid.nl als de wegwijzer waar je straks alle informatie kunt vinden. Daar lees je hoe je iets regelt bij een gemeente of de Belastingdienst.
‘We kijken ook naar het verantwoord inzetten van digitale assistenten. Gemeenten doen daar al ervaring mee op, met de OmgevingsChat in Leeuwarden en ai-chatbot Guus in Goes. Uiteindelijk moet je als burger of ondernemer het gevoel krijgen dat je met één overheid te maken hebt en meteen wordt geholpen.’
Versnelling
Er wordt in de NDS veel gesproken over versnelling. Niet in plannen blijven steken maar bouwen, is het motto. ‘Dit is geen papieren strategie die in een la verdwijnt. We betrekken de uitvoeringsorganisaties er nadrukkelijk bij, bijvoorbeeld de Belastingdienst en gemeenten. Zij weten hoe de dienstverlening naar burgers in de praktijk werkt. Hun kennis bepaalt welke stappen we eerst zetten.
‘Daarnaast zorgen we ervoor dat belemmeringen worden weggenomen. Zo gaan we werken met verplichte, overheidsbrede standaarden. Denk aan één manier van inloggen of één manier om gegevens te delen tussen organisaties. Dat voorkomt dat iedereen zelf het wiel uitvindt. Het scheelt tijd, het verkleint de kans op fouten en het maakt de dienstverlening overzichtelijker. Daardoor zien burgers en bedrijven ook sneller resultaat.’
Welke investeringen zijn nodig en waar komt het noodzakelijke geld vandaan?
‘Daar kan ik duidelijk over zijn. Digitale voorzieningen vragen om structureel geld, nu én in de toekomst. We moeten tegelijk brandjes blussen en bouwen aan een stevig fundament. Aan de ene kant zijn er maatregelen nodig om bestaande systemen draaiend te houden en risico’s direct te beperken. Aan de andere kant moet de investeringsagenda ervoor zorgen dat we op de lange termijn digitaal weerbaar blijven.
‘Maar de overheid kan dit niet alleen. Dit vraagt om gezamenlijke investeringen: publiek, privaat en misschien ook Europees. Kijk naar Defensie: Nederland heeft zich gecommitteerd aan de Navo-norm van vijf procent van het bruto binnenlands product. Daarvan is anderhalf procent bedoeld voor bredere investeringen. Wat mij betreft moeten we bekijken of een deel daarvan ook kan worden ingezet voor digitale weerbaarheid en infrastructuur. Want die zijn net zo onmisbaar voor onze veiligheid.’
De NDS is op 4 juli in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd. Een dag eerder informeerde collega-demissionair staatssecretaris Gijs Tuinman het parlement over de Digitale Transformatie Strategie Defensie. De NDS vormt samen met de Strategie Digitale Economie, Digitale Transformatie Strategie Defensie en de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) het fundament van het digitaliseringsbeleid, aldus Van Marum. ‘We trekken in digitalisering nauw op met Defensie. Dat kan ook niet anders. De modernisering van de digitale overheid vraagt om samenwerking, niet meer ieder ministerie voor zich. Ik spreek regelmatig met Gijs Tuinman, we hebben het dan over digitale weerbaarheid, autonomie en het gebruik van de infrastructuur voor ai. We kijken hoe we elkaar kunnen versterken.’
Amerikaanse diensten
Van Marum geeft aan dat het ook de bedoeling is van de NDS om minder afhankelijk te worden van Amerikaanse diensten zoals Google en Microsoft. ‘Dat gaat niet in één keer. Grote Amerikaanse cloudplatforms zijn nu vaak de standaard: schaalbaar, betrouwbaar en relatief goedkoop. Dat gemak heeft natuurlijk wel een keerzijde: je maakt je afhankelijk en er zijn terechte zorgen over de bescherming van gegevens. Daarom werken we aan alternatieven die onze digitale autonomie vergroten. Een voorbeeld is een overheidsbrede soevereine cloud. We onderzoeken nu of en hoe we de infrastructuur hiervoor in eigen beheer kunnen opbouwen, samen met publieke en private partijen in Nederland. Uiteindelijk kun je in zo’n cloud de data en processen opslaan die je niet in een publieke cloud wilt hebben, zoals persoonsgegevens of gevoelige overheidsgegevens. Zo houden we grip op onze eigen informatie en kunnen we beter samenwerken tussen overheden.’
Hoewel niet specifiek genoemd in de NDS, juicht Van Marum de plannen voor een ai-fabriek in Groningen van harte toe. ‘De ai-fabriek gaat verder dan alleen de digitale overheid. Het raakt ook aan werkgelegenheid en de economische positie van Nederland. Daarom staat het niet in de NDS. Maar er wordt wél hard aan gewerkt. Kabinet en regio investeren samen tweehonderd miljoen euro. Hier komen mijn portefeuilles Herstel Groningen en Digitalisering mooi samen. Het zou fantastisch zijn als Groningen hiermee een voortrekkersrol krijgt. Dat biedt kansen voor de bewoners én laat zien dat Den Haag deze regio ook echt iets goeds te bieden heeft.’
Basisvoorziening
De NDS helpt ook in het perspectief van grotere cyberaanvallen. ‘We zijn beter voorbereid dan vroeger, maar we zijn ook zeker niet volledig veilig. Geen enkel land is dat. De NDS maakt ons weerbaarder, verkleint de risico’s en helpt ons sneller reageren als er iets misgaat. En we kunnen niet alleen op techniek vertrouwen. Techniek kan uitvallen. Daarom werken we ook aan noodplannen en noodvoorzieningen. Want zoals ik bij het begin van dit interview al zei: digitalisering is een basisvoorziening geworden, net als water of stroom. Ook bij een crisis moeten burgers en bedrijven gewoon op de overheid kunnen rekenen.’
Er is vaak gepleit voor een minister van Digitale Zaken. Moet uw opvolger geen staatssecretaris maar minister worden?
‘Die discussie speelt al langer, en ik snap dat goed. Digitalisering is nu verspreid over allerlei ministeries. Het is belangrijk om het signaal af te geven dat dit onderwerp topprioriteit heeft. Digitalisering behoort wat mij betreft net als Defensie en Financiën standaard aan tafel bij de ministerraad. Of er een minister komt, is natuurlijk aan het volgende kabinet. Maar hoe meer centrale sturing, hoe beter. Want digitalisering is geen bijzaak meer, het raakt de kern van onze samenleving.’
Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)De NDS is 1 van de pijlers van het kabinetsbeleid op digitalisering en definieert 6 prioriteiten voor 1 overheid.Prioriteit 1 – CloudPrioriteit 2 – DataPrioriteit 3 – Artificiële IntelligentiePrioriteit 4 – De overheid stelt burgers en ondernemers centraal in (digitale) dienstverleningPrioriteit 5 – Versterken digitale weerbaarheid en autonomie van de overheidPrioriteit 6 – Digitaal vakmanschap en een moderne werkomgeving
(Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 21 van Atos.)
computable
11-11-2025 17:00