computable

126 nieuwsberichten gevonden
AcICT: overheid verzuimt tijdig in te grijpen bij ict-problemen
1 week
De overheid moet op het gebied van ict sneller leren, zodat op tijd is bij te sturen. Zaken worden te lang op hun beloop gelaten. Dat begint al bij de politieke top. Met die kritiek komt het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) in de ‘Jaarrapportage 2024’. In een tijd waarin digitale vraagstukken steeds belangrijker worden, benadrukt het AcICT de noodzaak van snelle aanpassingen. Zo moet het kabinet meer oog hebben voor de impact van digitale ontwikkelingen en dient de staatssecretaris voor Digitalisering de bevoegdheid te krijgen om departement overstijgende vraagstukken effectief te coördineren.  Geopolitieke ontwikkelingen vereisen versterkte aandacht voor digitale autonomie en weerbaarheid. Ook technologische ontwikkelingen, waaronder de verantwoorde inzet van ai, brengen nieuwe uitdagingen met zich mee. Het is nu belangrijker dan ooit om digitale diensten écht aan te laten sluiten op de behoeften van mensen. Mede door de nasleep van de toeslagenaffaire is het vertrouwen in de overheid afgenomen. Een goede uitvoering (en digitale ondersteuning) van overheidsprocessen die aan de verwachtingen van burgers voldoen, is dan ook essentieel om dat vertrouwen weer te laten toenemen. Legacy Het Adviescollege is bijna tien jaar actief en heeft in die periode meer dan 130 adviezen uitgebracht. In zeven onderzoeken uit 2024 luidde het oordeel dat vernieuwing van systemen met problematische legacy te risicovol werd aangepakt. Soms wordt onnodig gekozen voor totale vervanging van een systeem. Vooral bij kleinere organisaties is een totale vervanging extra uitdagend omdat die organisaties vaak de benodigde kennis niet in huis hebben. Ook ziet AcICT dat de onderliggende problemen niet worden aangepakt waardoor het risico groot is dat er snel weer problematische legacy ontstaat. Om dit soort risico’s te verkleinen is een handreiking uitgebracht met praktische hulp. Verder constateert het Adviescollege dat uitvoeringsorganisaties de beperkingen van legacy-systemen soms proberen te ontwijken door te kiezen voor oplossingen in de publieke cloud. In vijf onderzoeken die vorig jaar werden gedaan, kwam AcICT eveneens tot de conclusie dat de keuze voor een bepaalde cloudoplossing ondoordacht was. Vandaar de dringende oproep om niet over een nacht ijs te gaan. ‘Maak eerst een gedegen afweging ten opzichte van niet-cloudoplossingen, bijvoorbeeld in een overheidsdatacenter.’ Het onderzoeksrapport van de Algemene Rekenkamer ‘Het Rijk in de cloud’ bevestigt deze aanbeveling. De rijksoverheid is ondoordacht gaan werken in de cloud en denkt onvoldoende na over de risico’s, zo luidde de kritiek. Privacy Volgens het college dienen maatregelen op het gebied van privacy en strategische digitale veiligheid onderdeel te zijn van het selectietraject en niet pas tijdens de implementatie van een geselecteerde oplossing te worden ingevuld. Een ondoordachte keuze voor een cloudoplossing kan leiden tot onnodige nieuwe risico’s op het gebied van regievoering en strategische digitale veiligheid, en tot mogelijke toekomstige inperkingen in soevereiniteit. Verwachte voordelen van een cloudoplossing kunnen tegenvallen. Ze zijn vaak niet kwantificeerbaar gemaakt waardoor niet inzichtelijk is of de voorspelde baten werkelijk zijn te verzilveren. In 2024 zag het college in zes onderzoeken dat opdrachtgevers te weinig gelegenheid namen om alternatieve oplossingsvoorstellen serieus te bekijken. Alternatieven zouden mogelijk tot een beter projectresultaat hebben geleid met een lager risicoprofiel.
Opensource en eigendom vormen geen culturele strijd
1 week
BLOG – In de periode 1970 tot 2000 groeide het concept van opensourcesoftware op in de schaduw van dominante, commerciële modellen. Hoewel het opensource-label pas in de jaren negentig gangbaar werd, leefde het gedachtegoed al eerder onder namen als ‘free software’, ‘public domain software’ en ‘community-developed tools’. Wie zich de it-wereld van die tijd herinnert, weet dat essentiële zaken zoals ip-stacks, grafische drivers of zelfs printersupport vaak alleen via schreeuwend dure propriety-modules van derden beschikbaar waren — en dat early adopters bovendien jarenlang van het kastje naar de muur gestuurd werden. Het contrast met Microsoft in de jaren tachtig en negentig is frappant. Dos en Windows kwamen vaak gratis of goedkoop mee met de hardware, en boden een relatief complete set aan drivers, gebruikersinterfaces en netwerkonderdelen. Waar Unix een soort dure bouwdoos was, presenteerde Microsoft zijn producten als plug-and-play-pakketten. De geslotenheid van de Microsoft-benadering werd daarmee op pragmatische wijze gecompenseerd door compleetheid en toegankelijkheid. Tegenstelling Er is een dieper liggende vraag die deze tegenstelling overstijgt: wat garandeert de continuïteit van een digitaal product of concept? In veel gevallen bood het eigendomsmodel, met overdraagbare economische waarde, een stevige prikkel voor onderhoud en doorontwikkeling. Het ‘bezitten’ van broncode of intellectueel eigendom was niet slechts een juridische kwestie, maar een garantie voor aandacht, investeringen, en richting. Zeker in de tijd voor brede opensource-gemeenschappen was dat vaak de enige manier om software levend te houden. Niemand ‘bezit’ de blues of de sonnetvorm Laten we het perspectief verbreden. Wat als we software bezien zoals muziek, literatuur of architectuur? In al deze domeinen bestaan stijlen, genres en technieken die collectief ontwikkeld en hergebruikt worden. Niemand ‘bezit’ de blues of de sonnetvorm; ze blijven bestaan door iteratie, replicatie, en interpretatie. Net zo kunnen posix-compatibiliteit, de Unix-filosofie of open standaarden gezien worden als culturele vormen die bestaan bij de gratie van vrije toegang en herbruikbaarheid. En daarin ligt de kracht van opensource: niet in economische schaarste, maar in culturele overvloed. Denk aan de elegante eenvoud van Forth, mijn helaas overleden opensource-vakgebiedgeliefde. We hebben het hier immers ook over de rol van kans en tijdsgeest: technologieën kunnen door toeval of context slechts kort bestaan, of juist onverwacht lang overleven, zonder dat precies duidelijk is waarom. Of aan Python, dat zich dankzij zijn open karakter veel sneller kon verspreiden dan wanneer het aanvankelijk privaat was gehouden. Zakelijk gerichte ontwikkelingen zoals Azure en AWS waren wellicht zonder private eigenaars nooit zo snel tot dergelijke compleetheid en kwaliteit van dienst gekomen. Vooral omdat men daar zoveel mogelijk zekerheden wil hebben, geen positieve verwachtingen maar zo hard mogelijke garanties. De zakelijke wereld eist te mogen betalen als dat de continuïteitkans verhoogt. Gratis Het ironische is dat de neiging van digitale informatie om naar nulkostenreplicatie te tenderen, bestaansrecht geeft aan opensource. Broncode is eindeloos gratis kopieerbaar en kan functioneel toch oneindig waardevol zijn. De schaarste verschuift van bezit naar context: wie begrijpt het, wie kan er meer mee, wie biedt de brug tussen de code en de gebruiker? Dus houdt privaat eigendom statistisch gezien zakelijk vaker een voorsprong zolang er geen bijzondere omstandigheden zijn. Zonder een actieve community, ideologische basis of strategisch belang van meerdere partijen, is het privaat model efficiënter in het waarborgen van continuïteit. Maar zodra die factoren wel aanwezig zijn — denk aan de ontwikkeling van Linux, Apache of Kubernetes — blijkt opensource tot grootse dingen in staat. De strijd tussen opensource en commercieel eigendom is dan ook geen zero-sum game. Eerder is het een dynamisch samenspel waarin culturele continuïteit, economische prikkels en technologische innovatie elkaar beïnvloeden. Soms strijden ze, vaker vullen ze elkaar aan. Zoals jazz en klassieke muziek, of film en theater. Als we geluk hebben, brengt die wisselwerking het beste van beide werelden naar voren. Statistisch zal dat vrijwel zeker het geval zijn. Maar om dat te zien, moeten we eerst weer ons overzichtsechelon opschalen. Rob Koelmans is directeur bij MetaMicro Automatisering
Nieuwe directeuren bij Freedom Internet en Commvault
1 week
Freedom Internet heeft Randal Peelen benoemd tot directeur. Hij was sinds oktober 2024 interim directeur. Voorganger Anco Scholte ter Horst verlaat na zes jaar het bedrijf en gaat zich met The Good Cloud richten op soevereine cloudsomgevingen zonder hyperscalers. Ook Commvault heeft een nieuwe directeur: Pieter Jan van Steen is benoemd tot regiodirecteur voor de Benelux. Randal Peelen. In een video op zijn LinkedIn-profiel laat Scholte ter Horst weten alle vertrouwen te hebben in zijn opvolger. Hij bedankt de betrokkenen bij Freedom Internet en deelt zijn plannen voor de toekomst. Dat gaat dus onder meer om soevereinde cloudoplossingen zonder tussenkomst van grote Amerikaanse leveranciers. Freedom Internet komt voor uit Xs4all dat in 2020 opging in KPN en daarmee zijn activistische inborst verloor. Scholte ter Horst: ‘Het was een fantastisch avontuur om eerst met het Actiecomité Xs4all Moet Blijven te strijden en uiteindelijk, tegen alle verwachtingen in, een nieuwe provider te starten waarbij de strijd voor een eerlijker, beter en kwalitatief internet voorop staat. (…) Helaas stopt het hier voor mij maar zal ik blijven strijden voor een beter internet.’ Randal Peelen is geen onbekende voor Freedom Internet. In de beginfase van Freedom bood hij met Tweak (dat later opging in Odido) een vangnet aan klanten van het door KPN opgeheven Xs4all. Ook maakte hij als moderator van Tweakers en admin van de prijsvergelijkingssite van die titel (Pricewatch) de nodige meters voor de tech- en internetcommunity in Nederland. Hij is ook medeoprichter en host van de podcastreeks ‘Met Nerds om tafel‘. Commvault Pieter Jan van Steen. Commvault maakte onlangs de benoeming van Pieter Jan van Steen tot regional director voor de Benelux bekend. In die rol leidt hij de verkoopactiviteiten van de aanbieder van oplossingen voor databescherming en cyberweerbaarheid voor de hybride cloud in België, Luxemburg en Nederland. Het bedrijf heeft plannen om verder te groeien in die landen. Sinds zijn start bij Commvault in 2017 als territory accountmanager heeft Van Steen steeds grotere verantwoordelijkheden op zich genomen en werd hij in 2021 country manager voor België en Luxemburg. Dankzij deze promotie leidt hij nu de strategische verkoopactiviteiten van het bedrijf in de gehele Benelux.Het bedrijf meldt in het benoemingsbericht niet van wie Van Steen de taken in Nederland overneemt.
Kritiek op Verandermotor brengt raad van bestuur UWV in lastig pakket
1 week
Opnieuw een tegenvaller voor de raad van bestuur van UWV. Na het WIA-foutenfestival en een lange geschiedenis van (legacy)problemen met de it, dreigt nu onenigheid over de Verandermotor. De ondernemingsraad heeft een negatief advies uitgebracht over deze nieuwe werkwijze die meer ruimte moet bieden voor de menselijke maat in de dienstverlening. De voorgestelde aanpak is zo slecht uitgewerkt, blijkt uit een reactie van de ondernemingsraad (OR). Daarom bestaat (nog) de allerminste overtuiging dat de nieuwe opzet die met organisatorische verschuivingen en veranderingen in machtsverhoudingen gepaard gaat, goed gaat werken.  De vrees bestaat dat UWV van de regen in de drup raakt, terwijl UWV zich niet meer problemen kan veroorloven. Bovendien boogt UWV op een historie van mislukte herstructureringen waarbij bleek dat deze uitvoeringsorganisatie bijna niet veranderbaar is.  De OR vraagt de UWV-top daarom de adviesaanvraag in te trekken en met een nieuw voorstel te komen waarin de deeladviezen beter zijn uitgewerkt. Ook de personele gevolgen die zeer aanzienlijk kunnen zijn, moeten helderder voor het voetlicht worden gebracht.  Enquête Uit een enquête van de OR onder de achterban blijkt dat het voor medewerkers niet duidelijk is wat er voor hen gaat veranderen. Wel verwachten ze een impact, ook voor hun eigen positie. Zorgen zijn er over de kans van slagen. Medewerkers zien problemen die de Verandermotor ook niet oplost. Ook managers op alle niveaus constateren risico’s.  Omdat de OR meent dat het beperkte draagvlak voor de nieuwe werkwijze een succesvolle implementatie in de weg staat. Ook voor consultant TwijnstraGudde, door de OR voor advies in de arm genomen, is het onduidelijk of de Verandermotor tot de gewenste verbeteringen leidt. Het bureau ziet een afbreukrisico als deze operatie geen wezenlijke problemen oplost.   Op zich is de OR het eens met de inzet van de Verandermotor om tot één UWV-werkwijze te komen met een integrale aansturing van de verandering. Ook een sterke prioritering wordt toegejuicht. Evenmin zijn er bezwaren tegen een ‘lean portfolio-management’, een agile-architectuur en roadmap naar een wendbaar en betrouwbaar it-landschap.  Maar grote twijfels bestaan er over de vraag of UWV zo’n omvangrijke verandering aankan. De UWV-top wil met clusters gaan werken waarin multidisciplinaire teams vanuit de dienstverlening samen met teams verantwoordelijk voor de informatievoorziening, de handen ineen slaan. Binnen clusters wordt autonoom gewerkt aan gedeelde missies ter verhoging van de ‘klantwaarde’.   Moeite De OR constateert dat het UWV al veel moeite kost om over zeven divisies heen te werken. Vandaar de bedenking of het dan juist niet ingewikkelder wordt als er moet worden samengewerkt over zeven divisies, zes vakgroepen, de cio en cto en 22 clusters heen? De OR is bang dat de clusters zich als silo’s gaan gedragen terwijl het de bedoeling is de verkokering per divisie tegen te gaan. Behalve klantreis-, diensten- en kanalen-clusters komen er ook ‘enabling clusters’. Twijfels zijn er over de praktijk. Gaan alle clusters apart hun wensen neerleggen bij die ‘enabling clusters? Dit is onduidelijk, omdat een methode om de onderliggende oorzaken van de problemen bij UWV ontbreekt. Belangrijk is het niet alleen de symptomen aan te pakken, maar juist de kernoorzaken te vinden en op te lossen, zodat het probleem niet opnieuw optreedt. Vervangen Verder constateert de OR dat de afgelopen jaren vrijwel het gehele topmanagement is vervangen. Op alle niveaus moest het management informatievoorziening (IV) agile kunnen werken. Maar dat bracht niet de gewenste resultaten. Nu wil de raad van bestuur het management opnieuw laten solliciteren zonder dat het selectieproces bekend is. Ook is onduidelijk hoe iemands ‘agile’-kwaliteiten worden beoordeeld.  Zo zit de OR met tal van vragen, ook over de aansturing in de dagelijkse praktijk. Ook de salariëring van clusterleiders kan een probleem worden. De cio en cto krijgen als clusterleider zevenhonderd man onder zich, de andere clusterleiders gemiddeld 225 medewerkers. Dat is een groot verschil in omvang, wat zich niet laat terugzien in salariëring.  De OR ziet ook een potentieel probleem in de grote uitbreiding van het hogere management. Al die baasjes zijn gewend om hun wil door te drukken, of zoals de OR het uitdrukt ‘de hiërarchie te gebruiken om resultaat te behalen.’ Dat kan de samenwerking en uniformiteit schaden. Als samenwerken tussen divisiedirecteuren al een probleem is, dan wordt het nog lastiger wanneer daar handenvol clusterleiders bijkomen.  Verder merkt de OR op dat bij de vele eerdere reorganisaties knelpunten niet werden opgelost door een verandering van structuur. Ook worstelt de OR met de vraag welk raamwerk UWV wil gebruiken om agile-methoden toe te passen. TwijnstraGudde vreest dat UWV het SAFe-model (Scaled Agile Framework; een raamwerk ontworpen om organisaties te helpen met het implementeren van agile-methodieken op grotere schaal) vrijblijvend gaat implementeren. Met een eigen UWV-versie is Verandermotor gedoemd te mislukken. Operatie De OR betreurt het dat veel zaken rond deze ingrijpende operatie nog nader moeten worden uitgewerkt in detail-ontwerpen waar ze later over moet adviseren. Dit maakt het lastig nu advies uit te brengen over organisatorische wijzigingen zonder dat er zicht is op toekomstige personele consequenties van veranderingen in volgende fases. Als de OR nu akkoord zou gaan, dan zit ze vast aan een onherroepelijk besluit dat niet meer valt terug te draaien. Reactie UWV‘UWV waardeert de zorgvuldigheid die onze OR heeft genomen om het advies van de Verandermotor te bestuderen en begrijpt dat er nog veel vragen en punten van zorg zijn, waar we over in gesprek zijn.  ‘De raad van bestuur van UWV is overtuigd van de noodzaak om deze beweging te maken, en zijn positief dat ook de OR nut en noodzaak begrijpt. Met deze beweging kunnen we veranderingen sneller kunnen doorvoeren en onze dienstverlening verbeteren, met meer ruimte voor de menselijke maat. De OR mist echter op onderdelen nog voldoende uitwerking. En geeft daarom aan niet anders dan negatief te kunnen adviseren op basis van de informatie die het nu heeft. De OR is echter niet tegen de Verandermotor an sich en de beweging die we hiermee willen inzetten.’
Topicus lanceert bankingplatform: Akkuro
1 week
Om de internationale groei een boost te geven, komt Topicus met het nieuwegeneratieplatform Akkuro. Daarmee bundelt het softwarehuis uit Deventer zijn huidige toepassingen voor de financiële sector: die van Five Degrees – waaronder Matrix CRM en Neo Core Banking – en de Topicus Finance-oplossingen, zoals Fyndoo Lending. Akkuro is modulair opgezet met het oog op een nieuw tijdperk waarin flexibiliteit, personalisatie en snelheid centraal staan. Het platform stelt banken en andere financiële instellingen in staat wendbaar en snel, klantgerichte financiële oplossingen te ontwikkelen en te implementeren.   ‘Het platform beheert de volledige bancaire cyclus, van sparen en beleggen naar core banking tot klantrelatiebeheer voor banken en kredietverlening’, claimt Clint van Haalen, directeur van Topicus Finance. ‘We bundelen tientallen jaren aan bancaire expertise met een focus op innovatie.’ Topicus levert zakelijke software en gerelateerde it-diensten voor de sectoren financiën, overheid (sociaal domein), onderwijs en gezondheidszorg. Het in 2001 opgerichte bedrijf is uitgegroeid tot een onderneming met meer dan duizend man. Sinds 2020 maakt Topicus deel uit van het softwarebedrijvenconglomeraat TSS.  
Denen delen handreiking voor verantwoorde inzet van ai-agents
2 weken
Denemarken kan model staan voor de toepassing van ai-agents bij de overheid en bedrijven. Nederland hoeft wat dat betreft het wiel niet meer uit te vinden. Woensdag 2 april 2025 presenteerde de Deense werkgeversorganisatie Dansk Industri (DI) een handreiking die de inzet van ai-assistenten mogelijk maakt met inachtneming van ethiek en de EU AI Act. Vertegenwoordigers van zes agentschappen, vier ministeries en een aantal vertegenwoordigers van het bedrijfsleven waren naar de Deense ambassade in Den Haag gekomen om meer over de Deense aanpak te weten te komen. In de jaren ‘80 was Danish Dynamite een gevleugeld begrip; een bijnaam voor het nationale voetbalteam dat fris, energiek en vol verrassing de tegenstanders op het veld tegemoet trad. Diezelfde houding kenmerkt ook de manier waarop Denemarken de hedendaagse digitale disrupties tegemoet treedt. Het land heeft de reputatie van snelle praktische oplossingen waarmee de innovatie wordt gediend.Daarbij moet wel worden aangetekend dat het land bijvoorbeeld een ander zorgstelsel heeft en minder inwoners telt dan Nederland. De boodschap van Denemarken is dat hun handreiking voor het veilig en juridisch verantwoord werken met ai-assistenten ook in Nederland valt toe te passen. Op basis van deze whitepaper zijn concrete applicaties te ontwikkelen zonder dat (juridische) risico’s worden gelopen. André Rogaczewski, voorzitter van Danish Industry Digital (DI Digital), de tech-tak van Dansk Industri en directeur van ict-dienstverlener Necompany (8250 medewerkers), onderstreept de noodzaak tot snel handelen. ‘Dat kunstmatige intelligentie bijdraagt aan efficiëntie en duurzaamheid, is geen punt van discussie meer. Ai wordt snel mainstream. Het is nu tijd voor actie; concrete stappen zoals Denemarken die al neemt.’ ‘Ai is een blijvertje’ Een grote Deense publieke partij heeft al toegezegd voor het eind van het jaar tien digitale assistenten die op ai zijn gebaseerd, in bedrijf te hebben. En de minister-president van Denemarken wil komende zomer al drie ai-initiatieven op landelijke schaal uitgerold hebben. Zowel vanuit het bedrijfsleven, openbare instellingen en de politiek staat de druk dus op de ketel. De Deense samenleving sorteert snel voor op ai. Lokale besturen werken aan veelbelovende use cases, vertelt Rogaczewskiki, Hij ziet geen redenen waarom dit in Nederland ook niet zou kunnen. ‘Ga aan de slag,’ is zijn boodschap. ‘Ai s een blijvertje.’ De voorzitter van DI Digital licht Computable toe hoe zijn organisatie de zaken aanpakte. De whitepaper die ook in Nederland als sjabloon kan dienen, is het resultaat van publiek-private samenwerking. Deelnemers zijn onder meer het advocatenkantoor van de Deense overheid, de Deense tegenhanger van VNG Realisatie (Kombit), het agentschap voor het bedrijfsleven (vergelijkbaar met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), Microsoft, Dubex, pensioenverzekeraar PFA en Jyske Bank. Ook het Deense Agentschap voor Digitalisering, enigszins vergelijkbaar met Logius, is van de partij. Het is een misverstand om te denken dat de EU AI Act alles tegenhoudt Door de koppen bij elkaar te steken is de handreiking binnen enkele maanden tot stand gekomen. Uitgangspunt bij dit document is de strikte wetgeving zoals die geldt voor sectoren als de overheid en de financiële sector. Rogaczewski: ‘Wat voor die sectoren wettelijk kan, zal elders ook verantwoord toepasbaar zijn.’ Bij pakweg negen van de tien ai-projecten is implementatie mogelijk zonder dat betrokkenen zich zorgen hoeven te maken over de wettelijke implicaties. Het is een misverstand om te denken dat de EU AI Act alles tegenhoudt. Handboek inzet ai-agents Rogaczewskiki beschouwt de whitepaper als een soort handboek voor het opzetten van ai- assistenten. Een belangrijk voordeel van het volgen van het whitepaper is dat het de kennis en vaardigheden binnen de organisatie met betrekking tot het werken met ai vergroot. Organisaties worden aangemoedigd om al vroeg in hun ai-reis een ai-platform te overwegen, gebaseerd op solide it-beleid. Door een robuust platform te kiezen en belangrijke monitoring- en managementcomponenten vanaf het begin te implementeren, kunnen organisaties de basis leggen voor effectievere schaalvergroting en integratie van toekomstige ai-assistenten. Rogaczewski: ‘Begin stappen te ondernemen, bouw je kennis op en werk op basis daarvan aan schaalvergroting.’ Ai-assistenten kunnen eerst intern worden toegepast om vervolgens tot externe implementatie over te gaan.  Voorbeeld is een Deense verzekeringsmaatschappij die zo’n app eerst trainde om medewerkers van het callcenter te helpen om vragen over verzekeringen beter te beantwoorden. De volgende stap is dat de klanten de app zelf gaan gebruiken om verzekeringskwesties op te lossen. De ai-assistent kan hen helpen bij vragen over de dekking en wat ze moeten doen bij schade.  Danish Dynamite Ook kan ai bijdragen tot vermindering van de administratieve lastendruk. Het Deense ministerie voor het bedrijfsleven werkt aan ai-software die ondernemers helpt om hun administratieve verplichtingen beter na te komen. Zulke apps zijn ook in andere landen te gebruiken. Wat dat betreft hebben we overal dezelfde uitdagingen. Het heeft geen zin om eindeloos te bakkeleien over details. Rogaczewski: ‘We moeten veel vaker oplossingen van elkaar overnemen. Veel verzet valt ook weg te nemen als meerdere banken en verzekeraars die aan strenge regels zijn gebonden, ai-medewerkers gaan inzetten. Zo kent de DI Digital-voorzitter voorbeelden van ai-assistenten die inmiddels al bij vier financiële instellingen en vier overheidsinstellingen in gebruik zijn. ‘Je moet dan wel van heel goede huize komen, wil je je tegen het gebruik van zo’n app succesvol kunnen verzetten. Hoe meer gebruikers des te lastiger het wordt zo’n app tegen te houden.’ Tijdens de bijeenkomst bij de ambassade kwamen tal van actuele cases voor het voetlicht, die concrete voorbeelden bieden van hoe de principes in het whitepaper in de praktijk kunnen worden gebracht. Van de Denen vallen nuttige lessen te delen. Danish Dynamite kan een voorbeeld zijn voor de hele EU en Nederland in het bijzonder. Veel extra advies, onderzoek en schaafwerk is niet meer nodig.  De blauwdruk komt uit Kopenhagen en is slechts negen proces-stappen groot.
Zo ziet het industriële dreigingslandschap eruit
2 weken
BLOG – Industrie 4.0 biedt ongekende kansen voor innovatie en economische groei. Industriële systemen zijn steeds slimmer en helpen processen verregaand te automatiseren. Tegelijkertijd kleven aan innovatie nieuwe risico’s en uitdagingen. Bedrijven in de maak- en procesindustrie zien een toename van het aantal cyberincidenten. Een rapport van Kaspersky1 laat zien dat 94 procent van de Nederlandse industriële organisaties de afgelopen twaalf maanden te maken had met een cybersecurity-incident. Iets meer dan veertig procent classificeerde deze aanvallen als een ernstige verstoring. Bewustwording en voorbereiding zijn dus cruciaal. Daarom is een goed beeld van het dreigingslandschap voor de industrie in 2025 onmisbaar. De risico’s op een rij. Jacht op innovaties Innovatie is een drijfveer voor de industrie. Veel organisaties investeren in ai en machine learning, quantumcomputing, optische elektronica, energiebronnen, satellieten, telecommunicatie en biotech. Deze ontwikkelingen brengen extra cyberrisico’s met zich mee. Zowel hacktivisten als ransomwaregroepen jagen continu op intellectueel eigendom van innovatieve organisaties, zoals ontwerpdocumenten of algoritmes van ai-modellen. Dit risico gaat verder dan de organisatie zelf en raakt het hele ecosysteem van leveranciers en partners. Aanvallers hoeven dus niet rechtstreeks de r&d-labs binnen te dringen om gevoelige data te stelen. Op diverse plekken in de keten, bijvoorbeeld op de productievloer, ligt waardevolle informatie die soms minder goed beveiligd is. Dit zijn aantrekkelijke doelwitten voor cybercriminelen. Bewuste barrières en sancties De geopolitieke spanningen groeien waardoor ook sanctieoorlogen ontstaan. Bepaalde landen hebben geen of beperkte toegang tot geavanceerde technologieën. Deze beperkingen kunnen leiden tot de inzet van illegale methodes die de cyberveiligheid bedreigen. Genoemd onderzoek onderstreept dit. Ruim 36 procent van de respondenten had de afgelopen zes maanden te maken met cyberincidenten of pogingen van diefstal van intellectueel eigendom of andere vertrouwelijke bedrijfsdata. In de energiesector was dat zelfs 43 procent. Het resultaat is dat 69 procent zich zorgen maakt over verlies van intellectueel eigendom. Deze situatie heeft uiteenlopende gevolgen voor de cyberveiligheid: Meer kwetsbaarheid omdat ontwikkelaars en leveranciers van ot-technologie hun intellectuele eigendom niet langer effectief kunnen beveiligen met de bestaande, ingebouwde mechanismen en maatregelen; Misbruik van fouten, ongeautoriseerde patches van derde partijen en manieren om licentiebeperkingen te omzeilen, vergroten de risico’s in ot-omgevingen; Naast de documentatie over technologische vernieuwingen zijn ook modellen, designs en simulatiebestanden interessant voor criminelen; Programma’s voor plc’s, scada-configuraties en andere digitale procesbestanden zijn ook een lucratief doelwit voor aanvallers. Nieuwe technologieën, nieuwe risico’s Veel bedrijven experimenteren met augmented reality, quantumcomputing en ai-toepassingen die om hun productieprocessen te optimaliseren. Ai-optimalisatie van processen bespaart tijd, verlaagt kosten en verhoogt efficiëntie. Maar ai-systemen brengen ook nieuwe kwetsbaarheden mee: Dataverlies en ongewenste inzage: bij het trainen van ai-modellen komt veel vertrouwelijke informatie vrij. Als deze data in verkeerde handen valt, ontstaat een nieuw type datalek; Gijzeling van ai-data: de kern van een ai-systeem, de getrainde modeldata, is net zo goed te gijzelen of vernietigen als traditionele data. Als deze cruciale kennis onherstelbaar beschadigd raakt, loopt de productie vast; AI-aanvallen: Cybercriminelen gebruiken ai ook om sneller zwakheden te vinden, overtuigende phishingmails te maken en voor grootschalige aanvallen. Oude technologie, nieuwe gevaren De uitdrukking ‘if it ain’t broke, don’t fix it’ leidt tot extra risico’s in ot-infrastructuren. Daar draaien systemen soms jaren zonder aanpassingen en zelfs zonder securitypatches. Ook zwakke wachtwoorden zijn gangbaar. Extra risicovol is dat documentatie over industriële netwerken vaak publiekelijk of intern eenvoudig te vinden is. Criminelen hoeven dus geen experts te zijn in complexe industriële processen, via het netwerk vinden ze snel wat ze nodig hebben. Naast onbeveiligde industriële systemen zoals plc’s en scada-servers, zijn ook andere apparaten en infrastructuren met het netwerk verbonden. De security van deze systemen krijgt niet altijd voldoende aandacht. De C-suite in de Nederlandse industriële sector is hierover aantoonbaar bezorgd. De grootste zorg is de kwetsbaarheid van verbonden en iot-apparaten. Uit het eerder genoemde onderzoek blijkt volgens 22 procent van de respondenten dat iot-kwetsbaarheden momenteel de grootste bedreiging zijn. Dit betreft kwetsbaarheden in bijvoorbeeld: Beveiliging van telecomapparatuur wordt als onnodig gezien of als de verantwoordelijkheid van de telecomoperator. Het idee is dat mobiele basisstations en netwerken van telecomoperators voldoende beschermd zijn tegen cyberaanvallen. Toch is deze apparatuur kwetsbaar, vooral tijdens onderhoud. Telecomoperators zijn zeker niet immuun voor cyberaanvallen, zoals blijkt uit de Blackwood-aanvallen. Het is dus zaak rekening te houden met: Het dreigingsmodel: aandacht voor ‘man-in-the-middle’-aanvallen op telecomapparatuur en infrastructuur. De beveiligingsprioriteit: toename van slimme systemen voor monitoring en controle op afstand maakt security van de telecomomgeving steeds belangrijker. Investeringen: industriële ondernemingen moeten investeren in telecombeveiliging om cyberincidenten te voorkomen. Slimme sensoren en industriële iot-apparaten; de security hiervan krijgt beperkte aandacht, terwijl het wel interessante aanvalsdoelen zijn, om data te bemachtigen of storingen te veroorzaken. Kleine, afgelegen faciliteiten; deze gebruiken vaak goedkope netwerkapparatuur die lastig te beveiligen is. Linux-systemen in ot-systemen; hoewel ze minder malware aantrekken, zijn ze net zo moeilijk te beschermen tegen gerichte aanvallen als Windows-systemen. Verkeerde leverancierskeuze met grote gevolgen Niet elke technologie- of softwareleverancier investeert evenveel in security. Als een nicheleverancier van essentiële procesautomatisering onvoldoende securitymaatregelen treft, loopt de eindgebruiker veel risico. Bij grootschalige ketenaanvallen kan één kwetsbare schakel in de supply chain tot grote verliezen leiden. Zo veroorzaakte de aanval op CDK Global meer dan een miljard dollar aan verliezen. Complicerende factoren hierbij zijn de: Lange toeleveringsketens voor technologie: complexe apparatuur en automatiseringssystemen vereisen samenwerking met meerdere fabrikanten, inclusief nicheontwikkelaars met beperkte securitymiddelen. Verder vereisen installatie en onderhoud externe specialisten, hierdoor is het aanvalsoppervlak groter. Zelf ontwikkelen: grote organisaties ontwikkelen zelf of via dochterbedrijven maatwerkoplossingen. Security krijgt hierbij niet altijd de aandacht dit het verdient, wat de oplossingen kwetsbaar maakt. Onderzoek van Kaspersky in de Nederlandse industrie bevestigt deze risico’s. Circa dertig procent ziet in dat industriële controlesystemen binnen de wereldwijde supply chain niet secure-by-design zijn. Een andere zwakke schakel zijn verouderde technologieën binnen de keten, bijvoorbeeld door leveranciers en onderaannemers (27 procent). Verder erkent eenzelfde percent dat de volwassenheid van partners op het vlak van cybersecurity onvoldoende gecontroleerd wordt.1 Security by obscurity is verleden tijd Voorheen dachten veel organisaties dat hun industriële netwerken ‘onzichtbaar’ waren voor de buitenwereld. Door digitale tools en meer transparantie van organisaties, is dat verleden tijd. Op GitHub staan bijvoorbeeld talloze bibliotheken met industriële protocollen. Een aanval op hoofdproductiesystemen is hierdoor steeds eenvoudiger. Bovendien delen bedrijven veel informatie in hun documentatie en netwerken. Bijvoorbeeld: onderhoudsinstructies, veiligheidsrichtlijnen en plattegronden van de fabriek. Dat helpt bij audits en digitale transformatie, maar het helpt ook criminelen die zich voorbereiden op een aanval. Tijd voor bewustwording en actie De industriële sector moet steeds complexere, digitale systemen beschermen. Het is hierbij niet de vraag óf, maar eerder wannéér een bedrijf doelwit wordt. Innovatie is cruciaal, maar ai en slimme sensoren vereisen dat security een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie is. Alleen dan kunnen industriële ondernemingen veilig en concurrerend opereren. Tim de Groot is general manager Kaspersky UKI, Benelux en Nordics 1. Kaspersky heeft in augustus 2024 een onderzoek uitgevoerd onder 203 C-level-besluitvormers van grote ondernemingen met meer dan duizend werknemers in sectoren als energie, productie en olie & gas. De respondenten werden ondervraagd over cybersecuritymaatregelen binnen hun organisaties, de barrières waar zij als managementteam mee te maken hebben en de uitdagingen die kwetsbaarheden in hun toeleveringsketens met zich meebrengen. Zie hier voor pdf.
Ziekenhuizen nog niet klaar voor grootschalige adoptie van ai
2 weken
Nederlandse ziekenhuizen behalen binnen kleine proefprojecten successen met ai, maar het lukt niet om die toepassingen op te schalen naar een bredere inzet van ai. Onder meer een gebrek aan kennis en ervaring bij medewerkers, onvoldoende data-management, te weinig beschikbare data en karige budgetten staan een brede adoptie vooralsnog in de weg. Dat beeld komt naar voren in de AI Monitor Ziekenhuizen 2025 van M&I/Partners. In die jaarlijkse AI Monitor Ziekenhuizen brengt M&I/Partners in kaart wat de huidige stand van zaken is van de inzet van ai in de zorg. Hoe ver zijn de ziekenhuizen, welke uitdagingen ervaren zij in de praktijk en hoe zien zij de toekomst?, zijn vragen die gesteld worden aan cio’s, cmio’s (chief medical information officers) en andere ai-ingewijden binnen de ziekenhuizen. Aan de zevende editie van het onderzoek werkten 49 vertegenwoordigers van 46 ziekenhuizen mee. Volgens het onderzoek staan veel ziekenhuizen nog aan het begin van hun ai-adoptie. De grootste ‘uitdaging’ is het ‘ai-bewustzijn’, 51 procent heeft de kennis en ervaring bij medewerkers niet op orde. Ook beschikt maar 45 procent over databeheer en data-governance, als er al voldoende gegevens beschikbaar zijn om ai-modellen te trainen. Maar 45 procent heeft de financiële ruimte en 43 procent het transformatievermogen voor de implementatie van ai. ‘Bij alle onderdelen heeft maar twintig procent van de ziekenhuizen het grotendeels of volledig op orde. De helft van de ziekenhuizen heeft zelfs geen één onderdeel voor elkaar en geen één ziekenhuis heeft alles op orde’, concluderen de onderzoekers. Ze zien dat de aandacht voor een ai-strategie en beleidsvorming iets is gegroeid. Meer dan 28 procent van de ziekenhuizen heeft een (middel)langetermijnvisie en strategie inzake ai. Dat is 2 procent meer dan in 2024. Bij 61 procent van de ziekenhuizen (10 procent meer dan in 2024) is deze in ontwikkeling. Het percentage ziekenhuizen dat (nog) niet bezig is met een ai-strategie is gedaald naar 11 procent (in 2024 was dat nog 23 procent). Bij bijna een derde van de ziekenhuizen (30 procent) is er niemand eindverantwoordelijk voor ai of is het onduidelijk of en waar dit is belegd. Wel hebben ziekenhuizen steeds vaker een formeel ai-team en is er minder sprake van individuele ai-voortrekkers. Ook concluderen de onderzoekers dat er nog nauwelijks ai-implementaties op grote schaal zijn. Gelet op de toepassingen staat ai als diagnostisch hulpmiddel in de radiologie nog steeds op één, maar ai in de bedrijfsvoering, zoals zorgadministratie en zorglogistiek is snel opkomend. Generatieve ai Verder valt op dat driekwart van de ziekenhuizen generatieve ai gebruikt. Bovendien heerst er een sterke voorkeur voor aangekochte ai-toepassingen boven zelfbouw. De voornaamste drijfveer voor het gebruik van ai in ziekenhuizen is het reduceren van de werkdruk van medewerkers. Maar liefst 98 van de ondervraagden verwacht dat ai de komende vijf jaar een positieve impact zal hebben op de ervaring van zorgpersoneel. Door tijdbesparing door het automatiseren van bijvoorbeeld administratieve taken moet meer ruimte voor de behandeling van de patiënt vrijkomen is de verwachting. Dat sluit aan bij de wens van minister Agema van VWS die ai ziet als een sleutel om administratieve lasten te verlichten en snelle vooruitgang te boeken en dat in het  regeerprogramma heeft vastgeled. M&I/ Partners: ‘De opschaling van ai in de zorg in Nederland blijft echter achter.’ De onderzoekers halen een position paper van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra  (NFU) aan en benadrukken dat het ‘niet of zeer beperkt lukt om waardevolle ai-toepassingen na de pilotfase succesvol op te schalen’ Er komt bovendien steeds meer aandacht voor de risico’s en keerzijden van ai, zijn zij. ‘Hoe houden we het binnen ziekenhuizen allemaal georganiseerd en behapbaar? Hoe gaan we verantwoord om met ai? Hoe zorgen we voor databeschikbaarheid en interoperabiliteit om ai-modellen beter te trainen?, zijn vragen die ontstaan. Ook benadrukken ze dat de geopolitieke spanningen de noodzaak van datasoevereiniteit vergroten om  minder afhankelijk te zijn van buitenlandse Big Tech. ‘Grote technologiebedrijven domineren de markt en introduceren ongevraagd ai-producten in onze bestaande kantoorsoftware. Ook China bestormt de generatieve ai-markt in hoog tempo. Als we ons niet voorbereiden, overkomt het ons. Nieuwe wet- en regelgeving voegt extra urgentie toe’, schrijven de onderzoekers. Europese AI Act Ze gaan in op de Europese AI Act die ziekenhuizen verplicht om ai-geletterdheid onder medewerkers te bevorderen en een overzicht te hebben van alle gebruikte ai-systemen, inclusief risicoclassificatie. ‘Er zal waarschijnlijk geen sprake zijn van verboden ai-systemen, maar mogelijk wel van hoogrisico-ai-systemen met stevige wettelijke verplichtingen voor verantwoorde en mensgerichte ai.’ Door de veelheid aan uitdagingen en regelgeving wordt ai niet alleen een technologische kwestie, maar steeds meer een strategisch organisatievraagstuk voor ziekenhuizen, benadrukken de onderzoekers tot slot.
Linux Foundation zet bedrijfskritische opensource op de kaart
2 weken
EVENT | KubeCon + CloudNativeCon Europe 2025   Opnieuw bewijst opensource zijn waarde: nu als innovator van het toepassen van artificiële intelligentie (ai). De lancering van DeepSeek zette de markt op stelten. Maar de opensourcewereld moet nog beter laten zien hoe betrouwbaar en van cruciaal belang de technologie is. Daar ligt ook een rol voor de Linux Foundation. Dat stelde uitvoerend directeur Jim Zemlin op KubeCon + CloudNativeCon Europe 2025. Jim Zemlin Tijdens de persbijeenkomst op de Kubecon-conferentie, die deze week in Londen plaatsvindt, vertelt de Linux Foundation-directeur over zijn déjà vu. ‘Keer op keer bestaat de neiging om opensource af te doen als een anomalie, maar steeds blijkt de technologie een winnaar te zijn. Linux, Red Hat, Databricks, cloud native computing, Kubernetes, om maar eens wat te noemen. En met ai en opensource is weer zo’n moment.’ Zemlin wijst op DeepSeek, het Chinese gen-ai-model dat de markt op zijn kop zette omdat daaruit bleek dat ontwikkelaars een opensource-taalmodel kunnen bouwen tegen een fractie van de kosten van een proprietary-product. ‘DeepSeek geeft aan dat met het gebruik van opensource de kosten voor zowel de toegang tot ai-technologie als de training ervoor drastisch omlaag kunnen. Taalmodellen komen beschikbaar voor de gehele wereld; de totale markt kan zo fors groeien. Niet voor niets kondigde marktleider OpenAI recent aan met een opensource-versie te komen.’ Geen verrassing Dat de Chinezen een opensource-ai-model uitbrengen mag voor diegenen, die al lang met deze technologie bezig zijn, geen verrassing heten, aldus Zemlin. ‘China is al sinds eind jaren 90 bezig met de adoptie van opensource-technologie, uit economische overwegingen. En het gaat allang niet meer om piraterij. Chinese bedrijven hebben inmiddels grote bijdragen geleverd aan de opensource-gemeenschap, bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van Linux en Kubernetes door concerns als Tencent en Alibaba.’ Sterker nog, benadrukt de Linux Foundation-directeur, ‘ze kijken niet meer alleen naar de Westerse wereld maar gebruiken opensource als een middel om innovatie te versnellen en elkaar te beconcurreren.’ Rekenschap geven Hij vindt het in zijn algemeenheid verbazingwekkend hoe snel opensource blijft groeien. ‘Al voel ik me in 2025 verplicht om vooral over kunstmatige intelligentie te praten. Waarschijnlijk moeten we alle Linux Foundation-url’s van org wijzigen in .ai’, grapt hij. Maar de gemeenschap moet zich in het huidige onrustige umfeld wel rekenschap geven van de toenemende cybersecurity-risico’s, de scherpere regelgeving (met name in de Europese Unie) en de geopolitieke, techno-nationalistische ontwikkelingen die haaks staan op het open karakter van de opensourcewereld. De Linux Foundation, de thuishaven voor samenwerking bij opensourcesoftware, open standaarden, open data en open hardware, speelt hierbij een voortrekkersrol. Zemlin: ‘Bij de Linux Foundation zijn ruim duizend organisaties aangesloten, redelijk gelijkmatig verdeeld over Europa, de Verenigde Staten en Azië. Wij moeten er met z’n allen voor zorgen dat het vertrouwen in de betrouwbaarheid en transparantie van opensource-code sterk blijft en nog verder wordt verhoogd.’ Cruciaal belang Daarvoor zet de stichting allerlei projecten op poten. Een ervan is een samenwerking met de Harvard University om een schatting te maken van zakelijke gebruikers van opensource. Om uiteindelijk een ranglijst te maken van ’s werelds meest bedrijfskritieke software. ‘Er staan bij wijze van spreken vijfhonderd miljoen opensource-projecten op GitHub. Na onderzoek blijkt dan dat er slechts zo’n honderdduizend van cruciaal belang zijn. En een nog kleinere subset daarvan is van superbelang. Die projecten rangschikken we vervolgens om erachter te komen welke ondersteuning ze nodig hebben om nog veiliger en betrouwbaarder te zijn.’ Een ander voorbeeld is het kortgeleden gestarte First Person Project. Dit is een gedistribueerde grootboektool (ledger) waarmee opensource-ontwikkelaars hun identiteit cryptografisch anoniem kunnen laten verifiëren door opdrachtgevers. Die weten dan dat ze niet met hackers vandoen hebben. Zo’n tool vergroot de betrouwbaarheid van opensource-ai-projecten en promoot die dus ook op deze manier. ‘Maar’, benadrukt Zemlin, ‘het gaat op vrijwillige basis. Opensource-projecten hoeven deze tools niet verplicht in te zetten. Ons belangrijkste uitgangspunt blijft dat iedereen, waar ook ter wereld, kan deelnemen aan onze gemeenschap.’ KubeCon + CloudNativeConAan de editie van 2025 in Londen namen 12.409 bezoekers deel, ongeveer evenveel als vorig jaar in Parijs. Volgens jaar vindt het evenement in Europa weer plaats in Amsterdam, in de RAI (23-26 maart).Voor het eerst organiseert de Linux Foundation dit jaar een KubeCon + CloudNativeCon-evenement in Japan (16-17 juni). Het Aziatische land is bezig aan een inhaalslag op cloudgebied en heeft een levendige opensource-gemeenschap.
Melding over tweede beveiligingslek bij Oracle, bedrijf ontkent
2 weken
Oracle zou onlangs voor de tweede keer in korte tijd te maken hebben gehad met een beveiligingslek. Persbureau Bloomberg meldde 3 april 2025 dat Oracle via een e-mail klanten waarschuwt die mogelijk slachtoffer zijn geworden van een cyberaanval. Hen wordt gemeld dat gebruikersnamen, toegangssleutels en versleutelde wachtwoorden zijn gestolen en dat de FBI en beveiliger Crowdstrike de zaak onderzoeken, aldus Bloomberg. Het zou gaan om een andere zaak dan een incident eind maart. Toen meldden beveiligingsonderzoekers een lek in Oracle Cloud waarbij patiëntgegevens zichtbaar zouden zijn geweest. ‘Er is geen inbreuk gemaakt op Oracle Cloud. De gepubliceerde inloggegevens zijn niet voor de Oracle Cloud. Geen enkele Oracle Cloud-klant heeft een inbreuk meegemaakt of is gegevens kwijtgeraakt’, reageerde het bedrijf toen in een statement. Volgens critici draait het hier om een woordenspel en zou het gaan om een lek in de Oracle Health-variant Cloud Classic, waardoor het it-concern een incident met Oracle Cloud kan ontkennen. Inmiddels zwelt de kritiek op het bedrijf aan omdat het stellig blijft ontkennen terwijl er door experts wel degelijk gegevens worden gedeeld die wijzen op een beveiligingsprobleem. In plaats van inhoudelijk in te gaan op de melding wordt er volgens The Register vooral ontkend, afgeleid en herhaald.
Proximus NXT biedt met Clarence een soevereine cloud
2 weken
Proximus NXT en Luxconnect hebben de handen ineengeslagen om een volledig onafhankelijke cloud te creëren. Het samenwerkingsverband, genaamd Clarence, biedt een ‘disconnected cloud’ die volledige soevereiniteit garandeert door gebruik te maken van Googles technologie, zonder verbinding met Google zelf. De in Luxemburg gehoste clouddienst is volledig Europees eigendom, met aandelen verdeeld tussen de Luxemburgse en Belgische overheid. Dit maakt Clarence naar eigen zeggen uniek in een landschap waar Amerikaanse techgiganten domineren. En hoewel veel Europese cloudleveranciers beweren soevereine clouddiensten aan te bieden, gaat dit volgens de initiatiefnemers achter Clarence vaak niet verder dan beperkte oplossingen binnen Europa. ‘Clarence daarentegen biedt een volwaardige cloud op hyperscaler-niveau, inclusief geïntegreerde ai-oplossingen en databases, zonder de afhankelijkheid van internationale politieke invloeden’, aldus Joris Leupen, ceo Proximus NXT Nederland. Google Het platform is gebaseerd op Google Disconnected Cloud-technologie maar is volledig afgesloten van Google, internet en elke derde partij. ‘Alleen de klant heeft inzicht en controle over de data. De clouddienst wordt bovendien beveiligd met post-quantum safe connectiviteit’, aldus Leupen, die het belang benadrukt: ‘Onze digitale autonomie op Europees niveau waarborgen is een grote uitdaging. De voordelen van de publieke cloud zijn welbekend, maar hetzelfde geldt voor de zorgen omtrent dataveiligheid’, stelt hij. Volgens Leupen wordt met Clarence een belangrijke stap gezet richting meer digitale onafhankelijkheid voor Europa. ‘Waarbij organisaties die met gevoelige gegevens werken kunnen profiteren van cloudvoordelen zonder concessies te doen aan soevereiniteit.’
‘EU-tegenmaatregelen in handelsoorlog mogelijk verbreed naar digitale diensten’
2 weken
De beoogde tegenmaatregelen van de EU in de handelsoorlog met de Amerikaanse regering treffen mogelijk ook digitale diensten. Dat zegt een Franse regeringswoordvoerder. De Ierse minister van handel ontkende meteen. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen beschreef de nieuwe importtarieven die de Amerikaanse president Donald Trump op 2 april aankondigde als een grote klap voor de wereldeconomie. Ze zei dat de Europese Unie bereid is om met tegenmaatregelen te reageren als de gesprekken met Washington zouden mislukken. Trump kondigde een minimumtarief van 10 procent aan op de meeste goederen die naar de Verenigde Staten worden geïmporteerd, met een hoger tarief van 20 procent voor de Europese Unie. Digitale diensten De EU is bezig met een pakket aan tegenmaatregelen op goederen in reactie op de heffingen die de VS op 12 maart oplegde aan de staal- en aluminiumindustrie. Een woordvoerder van de Franse regering zei dat verdere maatregelen voor een breder scala aan goederen én diensten eind april van kracht kunnen worden, aldus persbureau Reuters. Er zou nog niets besloten zijn, maar diensten, met name digitale diensten, zullen waarschijnlijk een focus zijn. Amerikaanse digitale diensten aanpakken als tegenmaatregel is niet het standpunt van de Europese Unie en zou zeer schadelijk zijn voor Ierland, reageerde de Ierse minister van handel Simon Harris op 3 april. Veel Amerikaanse techgiganten hebben hun EU-hoofdkantoor in Ierland. ‘Ik kan begrijpen waarom landen verwijzen naar de instrumenten die tot onze beschikking staan, mochten ze nodig zijn, maar we moeten er echt aan werken om te voorkomen dat we ooit op dat punt komen’, zei Harris aldus Reuters. ASML De maatregelen van de regering Trump zorgen voor beroering op de internationale beurzen. Chipmachinemaker ASML kreeg zware klappen op de Amsterdamse beurs. Topman Christophe Fouquet zegt dat het bedrijf uit Veldhoven het moeilijk krijgt door de Amerikaanse handelstarieven, aldus de NOS.
Microsoft werkt mee aan gratis cursus over ai op de werkvloer
2 weken
AI-Certified biedt een gratis online leerplatform om werkenden in alle sectoren kennis te laten maken met begrippen en toepassingen van ai. De cursus duurt vier uur en wordt afgesloten met een deelnamecertificaat. AI-Certified is een initiatief van e-learning-ontwikkelaar RMMBR in samenwerking met Microsoft Nederland, NLgroeit, Van Haren Learning Solutions en Stichting NL Onderneemt Maatschappelijk. Volgens de initiatiefnemers neemt de toepassing van ai zo’n vlucht dat laagdrempelige en toegankelijke ai-trainingen nodig zijn voor werkenden in alle sectoren: van productie en onderhoud tot logistiek en van hr tot zorg. De online training is gericht op deelnemers vanaf denkniveau MBO-IV. In vier uur maken ze via leerpaden en interactieve modules kennis met de basisbegrippen van ai, toepassingen, tools, promptvaardigheden en ethische vraagstukken. De kennis van de deelnemers wordt getest in ‘knowledge checks’. Na voltooiing van de hele leerlijn volgt een deelnamecertificaat. Voor een officieel erkend certificaat kun de deelnemer tegen betaling een examen afleggen bij Van Haren. ‘Veel organisaties worstelen met de vraag: hoe nemen we álle medewerkers mee in deze ai-transitie?’ zegt Cees Oudshoorn van Stichting NL Onderneemt Maatschappelijk, mede-initiatiefnemer van AI-Certified. ‘Ai is te belangrijk om over te laten aan een selecte groep tech-specialisten. Iedereen in de organisatie moet mee kunnen praten en meedenken over deze technologie die werk fundamenteel verandert.’ Zorg Naast de algemene leerlijn ontwikkelt AI-Certified leerlijnen per sector. De zorg is de eerste sector waarvoor extra materiaal beschikbaar komt. Een zorg-medewerker kan ai bijvoorbeeld gebruiken om administratie makkelijker te maken en meer tijd met patiënten door te brengen. Uit de onlangs gepubliceerde AI-Monitor 2024 van het CBS blijkt volgens AI-Certified dat 75 procent van de Nederlandse bedrijven – ongeacht grootte of sector – ai niet gebruikt door een gebrek aan ervaring.
Fontys lanceert eigen ai-platform voor meer controle op data en privacy
2 weken
De ict-organisatie van onderwijsinstelling Fontys, Fontys ICT, werkt aan een ai-platform dat studenten en docenten meer controle en privacy moet bieden bij het gebruik van ai-toepassingen. Volgens de makers van het opensource-ai-platform biedt hun oplossing meer controlemogelijkheden dan de systemen van grote ai-aanbieders. ‘We weten precies welke gegevens worden verwerkt en waar ze naartoe gaan’, zegt projectleider Ruud Huijts. Het platform is een directe reactie op de groeiende zorgen rondom databeveiliging en privacy, die recentelijk naar voren kwamen in de publieke discussie over ai-toepassingen. Koen Suilen, ook projectleider, wijst op de invloed van recente ontwikkelingen, zoals het advies van ict-organisatie voor onderwijs en onderzoek Surf om geen gebruik meer te maken van Microsoft Co-pilot. ‘Deze zorgen hebben ons gemotiveerd om ons project te versnellen en een veilige, transparante oplossing te ontwikkelen.’ Belangrijk kenmerken van het platform zijn de ingebouwde privacymaatregelen, die ervoor zorgen dat gevoelige informatie nooit bij commerciële bedrijven terechtkomt, aldus Fontys in het persbericht. ‘Zelfs als er per ongeluk gevoelige gegevens worden ingevoerd, kunnen deze automatisch gefilterd worden voordat ze extern verwerkt worden’, legt Huijts uit. Dit stelt zowel medewerkers als studenten in staat om ai-tools op een verantwoorde manier te gebruiken, zonder dat ze zich zorgen hoeven te maken over de veiligheid van hun gegevens. Ook biedt het platform transparantie en meer toegankelijkheid, wat een oplossing biedt voor administratieve complicaties. ‘Eerder moesten medewerkers zelf ai-diensten voorschieten en declareren. Nu kunnen we via het platform precies bijhouden wie welke ai-modellen gebruikt en tegen welke kosten’, voegt Huijts toe. Platform als een auto Fontys ICT stelt het ai-platform voor als een voertuig waarin verschillende motoren geladen kunnen worden, afhankelijk van de wensen van de gebruiker. Dat moet de afhankelijkheid van grote commerciële ai-providers zoals OpenAI, Microsoft, Anthropic en Meta verminderen. Het platform maakt gebruik van OpenWebUI, een open-source interface die lijkt op ChatGPT, en biedt functionaliteiten zoals custom GPT’s, projectbeheer, visualisaties, code-interpretatie en beeldgeneratie. De makers kiezen bewust voor open-source ai-modellen omdat die volgens de betrokkenen steeds beter presteren en vaak een krachtig alternatief zijn voor commerciële oplossingen. Bovendien biedt het platform de mogelijkheid om ai-modellen op de eigen hardware te draaien. Dit maakt het mogelijk om gevoelige toepassingen volledig binnen de eigen infrastructuur te beheren, zonder afhankelijk te zijn van externe servers. Tests De komende maanden wordt het platform getest door een selecte groep docenten en studenten van Fontys ICT. De pilotfase zal gegevens verzamelen over het gebruik, de betrouwbaarheid en de schaalbaarheid van het platform. ‘We willen ook testen hoe het platform presteert wanneer duizenden gebruikers tegelijkertijd inloggen en hoe we de kosten kunnen beheren’, zegt Huijts. Ondanks deze uitdagingen is het projectteam trots op de behaalde vooruitgang. “Met een klein team hebben we in korte tijd grote stappen gezet. Dit project laat zien hoe een onderwijsinstelling zelf de regie kan nemen over generatieve ai’ besluit  Suilen.
NLdigital: samenwerking overheid en ict-markt moet beter
2 weken
De samenwerking tussen de Nederlandse overheid en de ict-sector moet beter om de door de overheid opgestelde digitaliserings-doelstellingen te behalen. Dat stelt brancheorganisatie NLdigital in een visie op de digitale overheid die 2 april is overhandigd aan staatssecretaris van Digitalisering Szabó. ‘Wij willen vanuit de sector niet alleen meedenken, maar vooral ook meedoen’, zei Dagmar Lens, directeur van NLdigital, tijdens de overhandiging. ‘Bijvoorbeeld door mee te bouwen aan een veilige en soevereine Rijkscloud of het delen van best practices rondom datagedreven werken.’ Die boodschap lijkt aan te komen. Staatssecretaris Szabo reageert in een bericht op LinkedIn: ‘In de aankomende Nationale Digitaliseringsstrategie geef ik aan dat intensiever de samenwerking met het bedrijfsleven wordt gezocht. Zo is er de intentie om in de Nationale Digitaliseringsstrategie-raad ook een vertegenwoordiger vanuit het bedrijfsleven op te nemen.’ De sector steekt ook de hand in eigen boezem en zegt meer verantwoordelijkheid te nemen om bij te dragen aan de digitalisering van de overheid en de maatschappij als geheel. In de visie schrift de brancheorganisatie: ‘Een goede samenwerking tussen de overheidslagen, overheid en markt en marktpartijen onderling is een randvoorwaarde voor toekomstbestendige digitalisering waarbij de burger centraal staat. De overheid moet het tempo en de richting bepalen, maar kan dit niet alleen. Ze heeft de kennis, ervaring, innovatiekracht en schaalbaarheid van de markt nodig om alle ambities waar te maken. We staan helaas nog ver van dit ideaalbeeld af.’ Lapmiddelen Volgens de NLdigital worden binnen de digitale overheid te vaak lapmiddelen en tijdelijke oplossingen ingezet en bouwt de overheid vaak zelf systemen met dure externe krachten terwijl er in de markt goede oplossingen voor handen zijn. Ze pleiten onder meer voor hervorming van het inkoopstelsel en de aanbestedingsregels om innovatie en samenwerking te belonen. De visie is opgesteld door de commissie Digitale Overheid binnen NLdigital en sluit volgens de brancheorganisatie nauw aan op de prioriteiten van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, waaronder digitale weerbaarheid, autonomie, ai, data en cloud. De overhandiging vond plaats in een persoonlijk en inhoudelijk gesprek, waarbij naast NLdigital-directeur Dagmar Lens en staatssecretaris voor Digitalisering Szabó tevens Emily Glastra (NLdigital), Britt Hoppenbrouwers (Netcompany), Pablo Derksen (Capgemini) en Saskia Boon (Equinix) aanwezig waren. Ook Erik Hoorweg (Capgemini), Patrick Krijnen (Xerox), Erwin Angelier (Google), Marcell Schmidt (IBM), Yves Derks (SAP), Bart Daniels (Sopra Steria) en Phaedra Kortekaas (SAS) hebben bijgedragen aan de visie.
Linux Foundation start NeoNephos als hub digitale soevereiniteit EU
2 weken
Linux Foundation Europe lanceert de NeoNephos Foundation. Dit nieuwe initiatief is gericht op het bevorderen van samenwerking en innovatie rond open-cloudinfrastructuur, digitale soevereiniteit en cloud-native technologieën in Europa. De eerste leden van deze substichting zijn onder meer SAP, Deutsche Telekom en Ecofed (European cloud services in an open federated ecosystem), waaraan Info Support, i3D.net, BIT, AMS-IX en TNO meedoen. De Linux Foundation, de thuishaven voor samenwerking bij opensourcesoftware, open standaarden, open data en open hardware, maakte het nieuws bekend bij de start van de KubeCon + CloudNativeCon Europe 2025-conferentie die deze week in Londen plaatsvindt. NeoNephos krijgt financiering vanuit het EU-programma Ipcei voor cloud-infrastructuur en -diensten van de volgende generatie (Ipcei-Cis), vertelde Chris Aniszczyk, cto van de Linux Foundation, op de persconferentie. Achterliggende gedachte is dat Europese overheidsorganisaties en bedrijven niet meer afhankelijk hoeven te zijn van één it-leverancier. Ontwikkelen en promoten NeoNephos wil fungeren als een hub voor het ontwikkelen en promoten van open-source-oplossingen om voor Europese ondernemingen en publieke organisaties ‘een soeverein continuüm van cloud-computing-diensten’ te bieden. Daarvoor werkt het samen met technologieleveranciers, academische instellingen en overheidsorganisaties. Het initiatief staat nog wel in de kinderschoenen; naar nieuwe leden wordt gezocht. Volgens de Linux Foundation is NeoNephos een ‘belangrijke stap voorwaarts in het ondersteunen van Europa’s doelstellingen op het gebied van cloudsoevereiniteit door middel van open source. Middels het bevorderen van een open beheerd samenwerkingsecosysteem kunnen we innovatie versnellen door met opensource-cloud-native-bouwstenen zoals Kubernetes, Sylva en LF Networking projecten te bouwen en te integreren.’ De stichting wijst erop dat er al veel projecten bestaan die onder het wereldwijde ecosysteem van de Linux Foundation worden gehost, in overeenstemming met de wettelijke en gegevensbeschermingsvereisten van de EU. Daarvan kan NeoNephos gebruikmaken.  AandachtsveldenNeoNephos zal zich richten op verschillende gebieden, waaronder de drie belangrijkste:– cloudinfrastructuur: ontwikkeling en bevordering van open, interoperabele cloudtechnologieën die zijn afgestemd op de behoeften van Europese bedrijven en overheden;– digitale soevereiniteit: ervoor zorgen dat organisaties de volledige controle behouden over hun gegevens en infrastructuur en tegelijkertijd voldoen aan de Europese regelgeving;– samenwerking en innovatie: het bieden van een leveranciersneutrale omgeving waar bijdragers cloud-native oplossingen kunnen bouwen, implementeren en schalen die een digitale economie ondersteunen.
Initiatiefwetsvoorstel ‘Wolken aan de horizon’ nader verklaard
2 weken
De vrees is onterecht dat Europese, en dus ook Nederlandse softwareontwikkelaars die leveren aan de publieke sector en daarnaast gebruikmaken van de infrastructuur van hyperscale cloudproviders, tussen wal en schip raken. Dat stellen Kamerleden Jesse Six Dijkstra (NSC) en Barbara Kathmann (PvdA) in antwoord op vragen over de veranderingen in het rijksbreed cloudbeleid die zij willen afdwingen. De ambitie om het aandeel Nederlands-Europese cloudoplossingen bij de rijksoverheid te vergroten, betekent niet dat clouddiensten van hyperscalers per definitie worden uitgesloten. Datzelfde geldt voor Nederlandse en Europese softwareontwikkelaars die (deels) gebruik maken van de infrastructuur van bijvoorbeeld Amazon Web Services (AWS) en Microsoft.  Zo blijkt uit een toelichting op het initiatiefwetsvoorstel ‘Wolken aan de horizon’ dat de digitale soevereiniteit van Nederland moet vergroten. Het initiatief van beide kamerleden beoogt met name het inkoopbeleid van ministeries en uitvoeringsorganisaties bij te sturen. In dat beleid zal daarom de voorkeur moeten uitgaan naar leveranciers die hun volledige dienst in eigen beheer hebben. Het Rijk draagt dan maximaal bij aan kennisopbouw van de binnenlandse cloudsector op het gebied van zowel infrastructuur als software, wanneer zij deze dienst afneemt. Communicatie Six Dijkstra en Kathmann hebben medio maart al een Kamermeerderheid gevonden voor hun standpunt dat vooral de (vertrouwelijke) communicatie binnen het Rijk en de opslag van persoonsgegevens buiten het bereik van de regering-Trump moet blijven. Zodra er voor deze onderdelen een lokale clouddienst is ingericht en in eigen beheer is gebracht, kunnen de mailservers en dataopslag van de overheid met spoed worden losgeweekt van enige tussenkomst van de Verenigde Staten. Sinds de initiatiefnota medio juni 2024 werd ingediend, is de roep om de strategische autonomie te vergroten sterk toegenomen, mede door het grillige beleid van president Trump.  Six Dijkstra en Kathmann erkennen dat er nog veel water door de Rijn moet lopen voordat er een volwaardige Europese cloud-infrastructuur  bestaat. Veelbelovend noemen zij Nextcloud, een Europees opensourcecloudplatform dat recentelijk in gebruik is genomen door vijf Nederlandse universiteiten in samenwerking met Surf. Het Duitse overheidsproject ZenDis maakt gebruik van NextCloud en levert opensourcesoftware aan publieke sectoren. Op 18 maart heeft de Kamer uitgesproken dat er een beperkte Rijkscloud moet worden gebouwd, in navolging van het initiatief Cloud Kootwijk (bedacht door techexpert Bert Hubert).  Maar Six Dijkstra en Kathmann beseffen dat volledig eigen beheer voorlopig lastig wordt. Als dat niet mogelijk blijkt, wordt er daarom met voorrang gekeken naar diensten die een zo groot mogelijk aandeel van hun dienst in Nederland of Europa beleggen. De initiatiefnemers pleiten in hun initiatiefnota voor een eerlijkere markt en een overheid die in haar (inkoop)beleid aanstuurt op meer digitale autonomie. Het uitgangspunt is ‘Nederlands waar het kan, Europees waar het moet’. Dit wordt een voorwaarde bij inkoop en aanbestedingen en werkt in het voordeel van Nederlandse en Europese cloudaanbieders.  Een overname door een niet-Europees bedrijf, zoals een Amerikaanse hyperscaler, zou de facto een ‘killer acquisition’ zijn en leiden tot contractbreuk. Want zo’n contract is afgesloten onder de voorwaarde dat het bedrijf gevestigd is in Nederland (lees Europa) en onderhevig is aan nationale wetgeving. In contracten moet worden afgesproken dat tussentijdse overname is uitgesloten of tenminste aanleiding is om het contract te her-evalueren. Als lancerende klant heeft de overheid de positie om deze voorwaarde te stellen. Stip Een totale overstap van Amerikaanse naar Europese diensten is vooralsnog niet mogelijk, erkennen Six Dijkstra en Kathmann. Wel is het essentieel om een stip op de horizon te zetten: minimaal dertig procent van de clouddiensten die de overheid gebruikt, worden belegd bij Nederlandse en Europese partijen. Een helder doel stellen doet investeringen lonen en dwingt af dat het Rijk centraal de regie voert. De initiatiefnemers benadrukken dat het Rijk als grootste it-afnemer van Nederland een verantwoordelijkheid heeft om Europese innovatie te faciliteren, met oog op de diensten die zij zelf op termijn van Nederlandse partijen zal moeten afnemen.
Zo revitaliseren digitalisering en hybride zorg de eerstelijnszorg
2 weken
BLOG – De eerstelijnszorg is al decennia het fundament van onze gezondheidszorg. Hier vinden patiënten een eerste luisterend oor en krijgen ze begeleiding naar de juiste zorg. Dit fundament staat onder druk. Wachttijden lopen op, praktijken kampen met personeelstekorten en zorgverleners voelen de toenemende werkdruk. Doen we niets, dan dreigt de eerstelijnszorg vast te lopen. De oplossing? Innovatie, met hybride zorg en digitale zorg als gamechanger. De E-healthmonitor 2023 laat zien dat hybride zorg, een combinatie van fysieke en digitale (zelf)zorg, een reëel antwoord biedt op genoemde uitdagingen. Toch wordt het potentieel hiervan onvoldoende benut. Waarom is hybride zorg cruciaal, wat zijn de praktische voordelen en hoe zorgen we samen voor een toekomstbestendige eerstelijnszorg? Tastbaar Hybride zorg klinkt abstract, maar de voordelen zijn concreet en tastbaar. Als voorbeeld een 67-jarige vrouwelijke patiënt met diabetes. Dankzij telemonitoring hoeft zij nog maar één keer per jaar naar de praktijk te komen. Thuis meet ze eenvoudig haar waarden, die rechtstreeks worden gedeeld met haar huisarts. Het resultaat? Minder fysieke controles, meer regie voor de patiënt, en meer tijd voor de huisarts om om zich te richten op andere zorgtaken en vragen Bij de Arts en Zorg Groep werken we aan een toekomst waarin binnen vijf jaar de helft van de zorg voor chronische patiënten digitaal verloopt. Dit hybride model, dat het beste van digitale en fysieke zorg combineert, biedt balans: fysieke zorg blijft beschikbaar waar nodig, terwijl digitale tools eenvoudige zorgvragen afhandelen en administratieve druk verlagen. Dit biedt patiënten sneller toegang, beter overzicht en zorgverleners meer ruimte voor complexe casussen. Huiverig Hoewel de voordelen duidelijk zijn, blijkt uit de E-healthmonitor dat een krappe derde van de huisartsen telemonitoring toepast. Veel patiënten blijven onbekend met digitale tools zoals persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) of staan er huiverig tegenover. Daarnaast kampen zorgverleners met technische obstakels, zoals de integratie van digitale systemen met bestaande zorgprocessen, en een gebrek aan vertrouwen in nieuwe technologieën. Ook zorgen over privacy en gegevensbeveiliging spelen een belangrijke rol bij de acceptatie van digitale zorg. Er is dus meer nodig dan alleen technologische innovaties: we moeten ook investeren in vertrouwen en transparantie. Drie pijlers Slimme inzet van hybride zorg en ai Door digitale zorg gericht in te zetten, kunnen eenvoudige vragen sneller worden afgehandeld. Dit geeft zorgverleners meer tijd voor spoed en complexe zorg. Arts en Zorg laat zien dat dit mogelijk is: met minder druk op fysieke spreekuren wordt de toegankelijkheid voor alle patiënten verbeterd. Zo kunnen patiënten sneller geholpen worden, wat bijdraagt aan het verlichten van de werkdruk op huisartsenpraktijken. Uit intern onderzoek blijkt dat de inzet van hybride zorg de druk op huisartsen en doktersassistenten fors kan verlagen omdat tot driekwart van de zorgvragen online is te beantwoorden. Een sprekend voorbeeld hiervan is de implementatie van een ai-klachtenchecker, die patiënten in staat stelt hun symptomen in te voeren en direct advies te krijgen over de urgentie en mogelijke vervolgstappen. In de praktijk betekent dit dat een patiënt met bijvoorbeeld keelpijn niet onnodig een fysieke afspraak hoeft te maken, maar via deze checker wordt doorverwezen naar zelfzorgadvies of een e-consult. Dit werkt niet alleen een efficiëntere triage in hand, maar biedt ook zorgverleners meer tijd om zich te richten op patiënten die écht directe aandacht nodig hebben. Scholing en ondersteuning voor zorgverleners Zorgverleners moeten technologie vertrouwen en effectief gebruiken. Dit vraagt om scholing in digitale vaardigheden en gebruiksvriendelijke systemen die werkdruk verlagen in plaats van verhogen. Bij de Arts en Zorg Groep ontwikkelen we samen met partners gerichte trainingen en tools die aansluiten op de behoeften van zorgverleners. Ook wordt er gewerkt aan het verbeteren van de technische infrastructuur, zodat zorgverleners met meer vertrouwen digitale zorg kunnen inzetten. Patiënten meenemen in de verandering Voor patiënten zijn vertrouwen en gemak essentieel. Heldere communicatie en begeleiding bij digitale tools, zoals PGO’s, kunnen hen helpen de voordelen van hybride zorg te ervaren. Denk aan introducties op maat en laagdrempelige support. Daarnaast moeten patiënten goed geïnformeerd worden over de privacy- en beveiligingsmaatregelen die worden getroffen bij het gebruik van digitale zorg. Dit helpt hen de stap naar digitale zorg gemakkelijker te maken. Gezamenlijke inspanning Hybride zorg is geen doel op zich, maar een middel om de kracht van de eerstelijnszorg te behouden. Het vraagt om een gezamenlijke inspanning van zorgverleners, beleidsmakers en technologieontwikkelaars. Laten we nú investeren in slimme oplossingen die de zorg toekomstbestendig maken. Zo bouwen we aan een zorgsysteem dat niet alleen toegankelijker wordt, maar ook duurzaam is in het licht van toekomstige uitdagingen. Bij de Arts en Zorg Groep hebben we een heldere stip op de horizon: binnen vijf jaar willen we dat minstens de helft van de chronische zorg digitaal verloopt, ondersteund door een hybride model dat kwaliteit en toegankelijkheid waarborgt. Maar we kunnen dit niet alleen. Ook andere zorginstellingen, beleidsmakers en technologieontwikkelaars moeten de handen ineenslaan om de impact van hybride zorg te vergroten. Samen kunnen we deze visie werkelijkheid maken en een toekomst bouwen waarin zorg altijd dichtbij blijft, fysiek én digitaal. Paulus Lips is huisarts en bestuurder bij de Arts en Zorg Groep
Directeur Stassen neemt afscheid van Brother Nederland
2 weken
Michel Stassen zwaait af als managing director van Brother Nederland. Na een indrukwekkende carrière van bijna veertig jaar binnen het bedrijf gaat hij met vervroegd pensioen. Stassen begon in 1986 bij Brother en speelde een sleutelrol in de groei van de organisatie. Onder zijn leiding heeft de onderneming in bedrijfsoplossingen zich steeds verder ontwikkeld in de zakelijke markt, onder andere met managed print services en business-oplossingen. ‘Ik kijk met trots en dankbaarheid terug op mijn tijd bij Brother Nederland’, aldus Stassen. Het management en de medewerkers op hun beurt bedanken hem voor zijn jarenlange toewijding. Ook Hisashi Ota, managing director van Brother International Europe, spreekt zijn waardering uit voor Stassen en zijn leiderschap. John Goossens zal als country manager de taken overnemen en de verdere groei van Brother Nederland begeleiden.
Gebrekkige ict en financiële wanorde hinderen politieorganisatie
2 weken
Bij alle grote it-programma’s die de politie onder handen heeft, zijn overschrijdingen de regel. Minstens zo kwalijk is dat de politie door een gebrekkige financiële huishouding amper weet wat er in de eigen it-organisatie gebeurt. Dit blijkt uit een kritisch rapport dat Ernst & Young (E&Y) heeft opgesteld over de lopende it-systemen van de politie en ontwikkelingen binnen de informatievoorziening (IV). Opdrachtgever was korpschef Janny Knol. De politie weet niet goed wat de uitgaven en inkomsten zijn, welke projecten er lopen en hoeveel externe krachten worden ingehuurd. Daarnaast ontbreekt er inzicht in de applicaties die voor vergelijkbare doeleinden worden gebruikt. Plannen en informatievoorziening zijn onvoldoende compleet en consistent, zo constateert E&Y.Pijnlijk is de conclusie dat het voor de korpsleiding en het directoraat-generaal bijna onmogelijk is om passende maatregelen te nemen als er wat misgaat. Het is lastig om zicht te krijgen op voortgang en knelpunten. Ingrepen zijn te vaak nog ad hoc, stelt E&Y. Zulke maatregelen leiden snel tot ongewenste bijeffecten in het operationele werkveld. Behalve de korpsleiding wordt ook de cio belemmerd in de controle en sturing.De informatievoorziening is vrijwel onbeheersbaar vanwege de financiële wanorde. Korpschef Knol trekt uit de studie de conclusie dat de financiële huishouding zwak is. Voor het adviesbureau is het nog niet duidelijk of dit een kwestie van onvoldoende goede kaders is, dan wel een gebrek aan naleving daarvan. E&Y nam voor dit onderzoek meer dan honderd interviews af en doorzocht tal van rapporten. Sturing Opvallend bij de tien grootste IV-programma’s die E&Y analyseerde, is dat er geen goede businesscases zijn en er weinig (basis voor) sturing op output is. De politie gaat vaak zonder solide (bedrijfseconomische) afweging en kaders over tot realisatie (van deelprojecten). De businesswaarde per programma en (deel)project blijft dan onduidelijk, terwijl het risico aanzienlijk is dat de kosten hoger liggen dan de baten.Vernieuwing via de IV-programma’s is niet aantoonbaar ’in control’. De politie wil gelijktijdig meer vernieuwing dan de Dienst IV aankan, waardoor inefficiënties ontstaan. Prioriteiten worden nauwelijks gesteld, aldus E&Y. Als urgente programma’s voorrang krijgen en minder dringende zaken later aan de beurt komen, wordt het gebrek aan kundig it-personeel minder zwaar gevoeld. Loep E&Y adviseert ook de IV-vernieuwing buiten de tien grootste IV-programma’s nog eens onder de loep te nemen. Bekeken moet worden welke programma’s/projecten later zijn uit te voeren of zelfs te stoppen. Maak de grote initiatieven eerst af, voordat nieuwe plannen worden opgestart. En aan nieuwe initiatieven moet eerst een gestandaardiseerde en meer complete documentatie (plan, businesscase) ten grondslag liggen.Verder signaleert E&Y een versnipperd applicatielandschap bij de politie, gebaseerd op een onvolledige en onnauwkeurige database. Bovendien zijn er veel applicaties met een dubbele functionaliteit, wat een aanzienlijke rationalisatie en modernisering vereist. Verder is er te veel dure inhuur van externen. Overhead en uitvoering zijn niet met elkaar in evenwicht. Binnen het personeelsbestand zijn te weinig mensen op de hoogte van recente technologische ontwikkelingen. Bovendien zijn de wervingsprocessen onvoldoende wendbaar. Dataopslag De oplopende kosten van it-infrastructuur vormt een serieuze financiële uitdaging. De groeiende behoefte aan dataopslag, in combinatie met gebrekkige governance van data- en andere technologie gerelateerde kostenposten draagt bij aan deze kostenstijging. Daarnaast blijven kansen voor technologische innovatie onbenut (replatforming, cloud, ontwikkeltooling). Het lifecyclemanagement van IV-contracten schiet tekort. De aanbestedingsprocessen zijn onnodig complex en langdurig door een gebrek aan ervaren professionals en onvoldoende samenwerking tussen projectmanagers en onderhandelaars.  Contractbeheer is inefficiënt en kent onnauwkeurige compliance-controle en forecasting-methoden. Er is een tekort aan capaciteit voor relatiemanagement/ contractbeheer en een gebrek aan centraal en professioneel opdrachtgeverschap. Verder kent de politie een complexe beveiligingsinfrastructuur waarbij de huidige securitytools niet optimaal worden benut. E&Y stelt ook optimalisaties en kostenbesparingen voor. Korpschef Knol erkent dat de conclusies uit het rapport hard en scherp zijn. ‘Er is veel werk aan de winkel’, besluit zij. ‘Het rapport legt de vinger op deze zere plek. Maar tegelijk geeft het ons richting.’
Spoelstra Spreekt: Dit kunnen we leren van Trump
2 weken
COLUMN – Natuurlijk vallen er ook lessen te trekken uit de regering-Trump. Kijk hoe snel maatregelen zijn door te voeren. Neem de kwestie rond de invoertarieven. Trump besluit iets en het wordt doorgevoerd. Als we in Nederland een maatregel willen doorvoeren, dan duurt dat minimaal drie jaar. En dan is alleen nog maar het besluit genomen, de uitvoering ervan duurt nog eens drie jaar. Zo zijn we eerst drie jaar aan het praten. En daarnaast moet iedereen gecompenseerd worden. Dat zie je nu ook met het vuurwerkverbod. Iedereen, tot de leverancier van de lontjes aan toe, moet gecompenseerd worden. Toen we de slavernij afschaften in ons koninkrijk, moesten zelfs de plantagehouders, die de ’tot slaaf gemaakten’ moesten betalen voor hun werk, worden gecompenseerd. De tot slaaf gemaakten wachten overigens nog steeds op compensatie. Traag Een reden waarom we in Nederland zo traag zijn, is dat als we in Nederland een maatregel nemen, dat ook altijd consequenties heeft voor de ict. Als er iets moet worden aangepast, schiet iedereen die ook maar iets met ict bij de overheid heeft, in de stress. Zo wilde dit kabinet de eerste week al het btw-tarief voor cultuur en evenementen omhoog hebben. Waarbij Caroline van der Plas nog wist uit te onderhandelen dat dit niet voor de toegang tot het circus zou gelden. Daarvan hebben we er nog twee in Nederland – dankjewel, Caroline!De btw-maatregel is bij onderhandelingen met de oppositie toch weer van tafel gegaan. Officieel om de cultuur te beschermen, maar iedereen weet dat als we dit wel hadden willen doorvoeren, we minimaal drie bussen vol met cobolkrassers nodig hebben die vier jaar bezig zijn om dat tarief aan te passen. Dus misschien moeten we in Amerika kijken hoe zij dat doen. Want dat is iets wat we zeker van de Trump kunnen leren. Maar dat is dan ook echt het enige. Jacob SpoelstraJacob Spoelstra is columnist/stand-upcomedian. Kijk hier voor meer informatie.
Tips (5) om pc’s te vernieuwen (en toekomstbestendig te zijn)
2 weken
BLOG – Met het einde van de ondersteuning voor Windows 10 op 14 oktober 2025 in zicht, moeten organisaties de overstap naar Windows 11 maken. Zie het niet als een software-update, maar als een strategische kans om ai-gebaseerde apparaten te benutten en it-activiteiten toekomstbestendig te maken. Windows 11 biedt niet alleen compliance met de huidige software, maar stelt organisaties ook in staat krachtige, veilige systemen te omarmen die hun concurrentiepositie versterken. Oktober 2025 komt sneller dichterbij dan je denkt. De overstap naar een nieuw besturingssysteem is een complex proces. Organisaties die legacy-systemen blijven gebruiken, lopen een verhoogd risico op cyberdreigingen, non-compliance, compatibiliteitsproblemen en verminderde operationele efficiëntie. Zonder regelmatige beveiligingsupdates worden oudere platforms kwetsbaarder voor datalekken, phishingaanvallen en ransomware, waardoor gevoelige bedrijfsinformatie in gevaar komt. Hier zijn vijf overwegingen voor organisaties die hun pc’s willen vernieuwen als onderdeel van de overstap naar Windows 11. Beoordeel compatibiliteit van hard- en software Voordat organisaties overstappen op Windows 11, moeten ze inzicht krijgen in hun huidige hardware en software. Veel oudere apparaten voldoen niet aan de hardware-eisen voor Windows 11. Door tijdig te plannen voor updates of vervangingen, kunnen organisaties downtime voorkomen en een soepele overgang realiseren. Windows 10 blijft beschikbaar, maar vanaf oktober 2025 rekent Microsoft kosten voor verlengde beveiligingsupdates via het Extended Security Updates (ESU)-programma. Dit licentiemodel werkt per apparaat en kan resulteren in hoge kosten voor oudere apparaten die geen nieuwe functies meer krijgen. Door nu een plan te maken, bepalen organisaties welke apparaten geüpgraded kunnen worden en waar investeringen nodig zijn. Omarm ai-geoptimaliseerde hardware Om een organisatie toekomstbestendig te maken, is het implementeren van ai-geoptimaliseerde hardware essentieel. Pc’s met neural processing units (npu’s) beschikken over ai-versnellers die samenwerken met cpu’s en gpu’s om specifieke taken efficiënter uit te voeren. Deze ai-pc’s helpen workflows te stroomlijnen, videocalls te verbeteren en geavanceerde ai-functies te integreren in creatieve processen. Nieuwe ai-pc’s zijn ontworpen om de functies van Windows 11 optimaal te benutten, zoals Copilot. Deze systemen bieden niet alleen betere prestaties, maar ook een langere batterijduur en efficiënter energiegebruik. Geef prioriteit aan beveiliging Uit het Innovation Catalyst-onderzoek blijkt dat ruim tachtig procent van de Nederlandse organisaties in de periode vanaf juli 2023 te maken had met cyberaanvallen, zoals malware (20%), phishing (35%) en datalekken (19%). Bijna zestig procent van de respondenten in Nederland geeft aan dat dreigingen van binnenuit de organisatie een zorg zijn. Daar is dus duidelijk een noodzaak om te focussen op training, aangezien werknemers de eerste verdedigingslinie vormen, maar ook op ingebouwde beveiliging op pc’s waardoor risico’s aanzienlijk worden verlaagd. De beveiligingsfuncties in Windows 11 werken het best op nieuwere hardware. Nieuwe zakelijke apparaten bieden vaak ingebouwde bescherming voor workloads en data, ongeacht waar medewerkers werken. Dankzij veilige ontwerpprincipes en robuuste supply chain-controles wordt het risico op kwetsbaarheden geminimaliseerd. Unieke verdedigingsmechanismen activeren zero-trust-principes en beschermen het apparaat tijdens gebruik. Dit maakt ze tot de veiligste zakelijke pc’s ter wereld1, een ideale combinatie met het veiligste Windows-systeem ooit. Nu aanvallen op apparaten toenemen in onze hybride wereld, zijn beveiligingsfuncties zoals bios-verificatie, secure boot, tpm 2.0 en virtualization-based security belangrijker dan ooit. Vergroot productiviteit en samenwerking Volgens Enterprise Strategy Group is 58 procent van de organisaties al begonnen met de implementatie van pc’s en laptops met ingebouwde ai-processors, terwijl een derde dit van plan is.2 Werken met verouderde systemen kan frustrerend zijn en de betrokkenheid van medewerkers verminderen, wat de kans vergroot dat ze vertrekken. AI-pc’s die draaien op Windows 11 Pro, beschikken over geavanceerde hardware die machine learning en slimme taakuitvoering ondersteunt. Hierdoor kunnen medewerkers workloads efficiënter beheren, repetitieve taken automatiseren en de rekenkracht voor data-analyse maximaliseren. Dit zorgt niet alleen voor betere werkervaringen, maar leidt ook tot meetbare bedrijfsresultaten. Plan voor lagere eigendomskosten en duurzaamheid Hoewel upgraden een investering vereist, verdienen organisaties deze kosten snel terug dankzij minder IT-onderhoud, lagere foutpercentages en efficiënter resourcegebruik. Met een modern besturingssysteem en hardware besteden IT-teams minder tijd aan technische problemen en meer tijd aan strategische initiatieven. Bovendien maken flexibele betalings- en financieringsopties grote investeringen vooraf overbodig, dankzij maandelijkse abonnementsmodellen. Dit stelt organisaties in staat om de pc-infrastructuur flexibel op en af te schalen op basis van hun behoeften. Het vernieuwen van pc’s voor Windows 11 biedt ook een kans om energiezuinige apparaten aan te schaffen. Dit bespaart niet alleen kosten op de lange termijn, maar draagt ook bij aan duurzaamheidsdoelen. Klanten kunnen erop vertrouwen dat deze apparaten e-waste verminderen, recycling bevorderen en energiezuinig zijn – zowel tijdens productie als in gebruik. Dit verlaagt energiekosten en verbetert duurzaamheidsstatistieken. Meer dan een upgrade De overstap naar Windows 11 is meer dan een it-upgrade; het is een strategische keuze waar organisaties jarenlang van profiteren. Het biedt voordelen op meerdere vlakken, van medewerkerstevredenheid tot verbeterde organisatieveerkracht. Bovendien is upgraden naar Windows 11 niet alleen een softwarekwestie, maar een kans om de huidige pc’s te evalueren. Moderne pc’s, uitgerust met de nieuwste processors en ai-mogelijkheden, maximaliseren de voordelen van Windows 11. Door een doordachte aanpak voor pc-vernieuwing te hanteren, kiezen organisaties voor een soepele migratie en benutten ze het volledige potentieel van het ai-tijdperk. Wilco Zwerus is head of client solutions bij Dell Technologies Nederland —- 1. Gebaseerd op interne analyse van Dell, oktober 2024. Geldt voor pc’s met Intel-processors. Niet alle functies zijn beschikbaar op alle pc’s. Extra aankoop vereist voor sommige functies. Gevalideerd door Principled Technologies. Een vergelijking van beveiligingsfuncties, april 2024.    2. AI at the Endpoint: Tracking the Impact of AI on End Users and Endpoint Devices, een whitepaper in opdracht van Dell uitgevoerd door Enterprise Strategy Group by TechTarget, januari 2025.
‘Organisatie Rijkswaterstaat remt digitale transformatie’
2 weken
De digitale samenwerking komt in de sector infrastructuur traag van de grond. Grote spelers als Rijkswaterstaat, ProRail en Alliander slagen er niet in hun activiteiten goed op elkaar af te stemmen. Ze werken vaak langs elkaar heen, wat tot inefficiënties leidt.  Dit stelt de Tilburgse promovendus David Wodak in een gesprek met Tilburg University Magazine. Hij onderzocht waarom de digitale transformatie zo traag gaat. ‘De grootste struikelblokken zijn niet technisch maar organisatorisch,’ concludeert hij.  Nederland zou leider in smart infra kunnen worden bij betere samenwerking. Nu gaat dat meestal ad-hoc. Informatie wordt via papieren rapporten en Excel-bestanden gedeeld.  De voordelen van digitale samenwerking zijn volgens Wodak talrijk. ‘Neem bijvoorbeeld windmolenparken op zee. Die zijn uitgerust met sensoren die waardevolle gegevens verzamelen over luchtdruk en windsnelheid. Als deze gegevens breder zouden worden gedeeld, zou onderhoud efficiënter kunnen worden gepland.’ Digitalisering is ook cruciaal voor de energietransitie. ‘Als de overheid wil dat meer mensen overstappen van de auto naar de trein, heeft ProRail een goed functionerend spoorwegnet nodig. Dat vereist ook voldoende vermogen van energieleveranciers als Alliander,’ verduidelijkt Wodak. ‘Zonder effectieve digitale samenwerking ontstaan er knelpunten.’ Barrières De Tilburgse onderzoeker ziet naast het eerder genoemde gebrek aan standaardisatie nog drie andere grote barrières. Zo zijn er nogal wat juridische beperkingen. Sommige wetten die het delen van gegevens beperken, dateren uit het pre-digitale tijdperk, vindt hij. Ook signaleert Wodak vertrouwensproblemen. ‘Bedrijven aarzelen om gevoelige informatie te delen zonder een centrale, veilige infrastructuur.’ En tenslotte komen er veel organisatorische obstakels voor. ‘Zelfs als technologie beschikbaar is, is er vaak geen duidelijke implementatiestrategie. Technici, juristen en managers werken niet effectief samen.’ Om de digitalisering in de infrastructuursector te versnellen, stelt Wodak drie belangrijke oplossingen voor. Ten eerste moeten technici, juristen en managers vanaf het begin van digitaliseringsprojecten samenwerken in multidisciplinaire teams. ‘In een casestudy werden juridische experts al vroeg betrokken, maar later uitgesloten, wat onnodige juridische zorgen bij managers veroorzaakte,’ legt Wodak uit. Ten tweede moet de overheid de regelgeving aanpassen aan het digitale tijdperk, terwijl de privacy en veiligheid behouden blijven. Tot slot moeten infrastructuurbedrijven overstappen van geïsoleerde systemen naar interoperabele platforms die gecentraliseerde toegang tot data bieden.Wodak is promovendus Information Systems & Operations Management aan de Universiteit Tilburg. 
1 april: databeschermer vindt geheim Heinz-recept
2 weken
Op 1 april moeten redacteuren behoorlijk uitgeslapen zijn: wat is een 1-aprilgrap en wat is serieus bedoeld? Zeg het maar. Pegamento (ai-technologie voor klantcontacten) kondigt aan het geheime recept van Heinz-ketchup in hun eigen kelder te hebben gevonden. Tijdens het opruimen van een afgesloten archiefkast, vermoedelijk achtergelaten door de vorige bewoner van het pand, te weten Heinz Nederland, troffen medewerkers van Pegamento een oud dossier aan. Opvallend genoeg bevatte dit dossier wat lijkt op een handgeschreven recept, getiteld: Original Tomato Ketchup Formula, Confidential. Inmiddels is contact gezocht met Heinz, vooralsnog zonder dat dit tot een reactie leidde. Ondertussen heeft Pegamento de vondst veiliggesteld. ‘We zijn natuurlijk geen experts in ketchup,’ aldus de woordvoerder, ‘maar we weten wel hoe je data beschermt.’ Het originele document wordt voorlopig ondergebracht in een beveiligde kluis binnen het pand. Wc-bril Ook aankondiging van de PPOT, een slimme wc-bril van toilethygiëne-specialist TOPP, lijkt op een poging om via een 1-aprilgrap publiciteit te genereren. ‘Deze slimme wc-bril met ingebouwde bilherkenning biedt een compleet nieuwe ervaring op het toilet,’ stelt het bedrijf. ‘Met gepersonaliseerde geuren, kleuren én realtime-gezondheidsinzichten tilt de PPOT het toiletbezoek naar een ongekend niveau. Dankzij geavanceerde sensortechnologie herkent de PPOT wie er plaatsneemt. Het systeem past vervolgens automatisch de sfeer aan op basis van persoonlijke voorkeuren en gemoedstoestand, van kleurlicht tot geurprofiel. Ondertussen meten subtiele sensoren signalen van fysieke of mentale klachten. Bij afwijkingen geeft het systeem een vriendelijk seintje, inclusief tips voor voeding of stressmanagement.’ Jeffrey van der Spoel, franchisenemer van TOPP, is via de mail om een reactie gevraagd. ‘Ik ben afwezig tot 14 april en lees mijn mail niet’, is zijn antwoord.
Flinke groei gen-ai-investeringen ondanks falende projecten
2 weken
Onderzoeksbureau Gartner verwacht dat de wereldwijde uitgaven aan generatieve ai (gen-ai) in 2025 uitkomen op 644 miljard dollar (omgerekend 596 miljard euro). Dat is een stijging van 76,4 procent ten opzichte van 2024. Opvallende paradox: de investeringen stijgen ondanks de groeiende ontevredenheid over de opbrengst van gen-ai. Bij gen-ai hebben we het over ai-toepassingen die tekst, afbeeldingen, video’s, softwarecode of andere gegevens genereren met behulp van generatieve modellen en dit uitvoeren als reactie op ingetypte opdrachten (prompts). ‘De gen-ai-uitgaven in 2025 zullen grotendeels worden aangedreven door de integratie van ai-mogelijkheden in hardware, zoals servers, smartphones en pc’s. Tachtig procent van de gen-ai-uitgaven zal naar hardware gaan’, schrijft de marktvorser in zijn prognose. De groeicurve van de markt wordt sterk beïnvloed door ai-ondersteunde apparaten, die tegen 2028 naar verwachting vrijwel de gehele consumentenapparatenmarkt zullen beslaan en de markt domineren, stelt Gartner. ‘Consumenten zijn echter niet actief op zoek naar deze functies. Aangezien fabrikanten ai als een standaardfunctie in consumentenapparaten integreren, zullen consumenten gedwongen worden deze aan te schaffen.’ Falende projecten Gartner ziet dat de verwachtingen over de capaciteiten van gen-ai afnemen. Projecten leveren vaak niet de gewenste resultaten op. Het onderzoeksbureau spreekt zonder cijfers te noemen over ‘hoge faalpercentages’ bij initiële proof-of-concepts (poc). Ondanks de ontevredenheid over die proefprojecten en de de huidige resultaten van gen-ai, investeren leveranciers van veelgebruikte gen-ai-modellen jaarlijks miljarden om de omvang, prestaties en betrouwbaarheid van die modellen te verbeteren. ‘Deze paradox zal zich doorzetten in 2025 en 2026’, verwacht Gartner. De markvorser verwacht dat bedrijven hun interne projecten van 2024 in 2025 kritisch onder de loep nemen en dat cio’s vaker zullen kiezen voor commerciële kant-en-klare gen-ai-oplossingen van bestaande leveranciers boven experimenten met het zelf bouwen van gen-ai-oplossingen. Zo moeten implementaties ‘voorspelbaarder’ verlopen en een grotere bijdrage leveren aan de verbetering van de bedrijfsvoering. Gartner verwacht dat gen-ai-uitgaven in 2025 een significante groei doormaken in alle kern- en submarkten en wijst op een toekomst waarin ai-technologieën steeds belangrijker worden voor bedrijfsvoering en consumentproducten (zie overzicht). Tabel 1. Wereldwijde gen-ai-uitgaven, prognose in miljoenen Amerikaanse dollars.     2024 Uitgaven  2024 Groei  (%)  2025 Uitgaven  2025 Groei  (%)Diensten 10,569177,027,760162,6Software19,164255,137,15793,9Apparaten199,595845,5398,32399,5Servers135,636154,7180,62033,1Totaal gen-ai364,964336,7643,86076,4
Nieuwe Accenture Siemens Business Group ziet licht
2 weken
Siemens en Accenture intensiveren hun samenwerking die inmiddels zo’n drie decennia beslaat. Op de Hannover Messe 2025 kondigen de twee bedrijven de oprichting aan van de Accenture Siemens Business Group. De groep, gevestigd bij Accenture, combineert het Siemens Xcelerator-portfolio voor automatisering, industriële artificiële intelligentie (ai) én software met de data- en ai-expertise van Accenture. Bij de nieuwe business-unit komen wereldwijd zo’n zevenduizend mensen te werken. Het doel is klanten in de industrie te ondersteunen op het gebied van software, automatisering en industriële ai, met als focus software defined-producten en fabrieken. ‘Innovatie in de industriële sector is niet gemakkelijk, zeker rond automatisering. Daar bestaat nog veel legacy’, stelt Roland Busch, topman van Siemens tijdens de persconferentie op de Hannover Messe. ‘We hebben ook schaal nodig om onze vernieuwingen door te kunnen voeren. Daarom werken we samen met internationaal opererende systeemintegrators, zoals Accenture.’ Engineering en productie markeren het volgende hoofdstuk van digitalisering’, voegt Julie Sweet, ceo van Accenture, eraan toe. ‘Accenture Siemens Business Group zet automatisering, data en ai op schaal in om klanten te helpen hun productontwikkeling en productie te transformeren en kosten te verlagen.’
Rusland ontwikkelt ‘eigen ASML’ met jarennegentigtechniek
2 weken
Rusland heeft stappen gezet in de ontwikkeling van eigen technologie voor de productie van chips. ZNTC, de Russische ‘tegenhanger van ASML’, introduceert lithografiemachines die halfgeleiders kunnen maken van 350 nanometer op siliciumwafers van 200 mm. Technisch zijn de Russen daarmee op het niveau van de jaren negentig, toen Intel de Pentium P54CS-processor introduceerde voor met name desktops. Tot nog toe moesten Russische chipfabrikanten voor hun lithografiesystemen aankloppen bij buitenlandse machinefabrikanten. Het sanctiebeleid maakte dat lastig. Het Wit-Russische bedrijf Planar hielp bij de ontwikkeling van het eerste Russische lithografie-systeem, aldus Duitse media. ZNTC heeft dus een achterstand van ongeveer drie decennia. Ter vergelijking: TSMC, ‘s werelds grootste chipfabrikant, gaat met de geavanceerdste ASML-machine binnenkort naar een productietechnologie van 2 nanometer met wafers van 300 mm. Rode Leger De nieuwe productielijnen van de ZNTC gaan leveren aan het Rode Leger. Overigens willen Westerse microcontrollers, signaalprocessoren en sensoren nog wel eens in verkeerde handen terechtkomen. Ondanks de EU-sancties zijn het afgelopen jaar miljoenen chips van Nederlandse fabrikanten via opportunistische tussenhandelaren in Russische wapens terechtgekomen, aldus Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks-PvdA).
Ook voor grote IBM begint ai-revolutie met kleine stapjes
2 weken
IBM bracht op 19 maart zijn visie op ai tijdens het evenement Put AI to Work, in de Fabrique in Utrecht. Zo’n 250 klanten en partners verkenden praktijkvoorbeelden van ai-pilots en -implementaties en ontdekten hoe deze technologie bedrijfsprocessen kan optimaliseren. Senior IBM-vertegenwoordigers Peter den Haan en Valentijn Stolk vertellen over de ai-adoptie in Nederland en welke plek de hybride cloud en opensource innemen in de ai-strategie van Big Blue. Volgens Den Haan, client engineering leader Benelux bij IBM, bevindt de implementatie van ai in Nederland zich nog grotendeels in de experimentele fase. ‘Ons land heeft een sterke reputatie op het gebied van technologische innovatie, maar veel organisaties zijn voorzichtig in het grootschalig omarmen van ai’, stelt hij. ‘Bedrijven willen bovendien eerst zeker weten dat de technologie niet alleen veilig is, maar ook echt toegevoegde waarde biedt.’ Die voorzichtigheid vertaalt zich volgens Den Haan in een sterke focus op kleinschalige projecten en pilots. Organisaties verkennen de technologie en de impact ervan in een gecontroleerde omgeving. Maar langzaamaan verschuift de focus zich ook naar de eerste echte implementaties van ai in bedrijfsprocessen: door Den Haan aangeduid als de 2.0-fase van ai. Het IBM-duo wil geen aantallen noemen van de lopende en afgeronde ai-projecten van hun bedrijf in de Nederlandse markt, maar somt desgevraagd wel projecten op waarbij het bedrijf betrokken is. Zoals bij ict-dienstverlener SLTN waar met gesprekgestuurde ai (conversational ai) een integratie is gemaakt naar verschillende hr-systemen zodat medewerkers bijvoorbeeld zelf het aanvragen van vakantiedagen kunnen regelen. Ook Damen Shipyards komt voorbij. De scheepsjachtenbouwer gebruikt digital twins voor het voorspellen van onderhoud en een overzicht van de precieze onderdelen en bouwconstructies. De transformatie van een technische tekening van een jacht naar een digital twin kost heel veel manuren. Valentijn Stolk, expert op het vlak van ai-applicaties en het ai-platform van IBM: Watsonx: ‘Daar wordt ai ingezet om deze transformatie te versnellen en het werk van een configuration-engineer te vergemakkelijken.’ Hij benadrukt dat ai patronen herkent en voorspellingen doet die anders niet mogelijk zijn. ‘Dat helpt organisaties bij het nemen van datagedreven beslissingen’, aldus Stolk, die sinds kort verantwoordelijk is voor de ai-strategie bij overheidsklanten van IBM en bij Heineken. Een andere casus die voorbijkomt, is die van het Brits-Nederlandse adviesbedrijf Bowmen. IBM helpt bij het beantwoorden van vaak terugkerende vragen bij aanbestedingsprocedures. De ai-software combineert de expertise van het bedrijf met de IBM-productinformatie en biedt desgevraagd bijvoorbeeld antwoorden op vragen over securitystandaarden van clouddiensten. Watsonx Valentijn Stolk. Een pijler in IBM’s ai-strategie is Watsonx, een generatief ai- en dataplatform dat bestaat uit verschillende clouddiensten. Het helpt bedrijven en organisaties bij het bouwen, trainen en implementeren van op maat gemaakte ai-oplossingen. Het biedt een studio voor het bouwen van ai-toepassingen, dataopslag, orkestratie-software voor het koppelen van systemen binnen slimme workflows en een ai-governance-toolkit. Met die laatstgenoemde toepassing kunnen klanten toetsen of hun ai-plannen voldoen aan wet- en regelgeving. IBM zegt ethiek en regelgeving hoog in het vaandel te hebben staan. Ook ondersteunt Watsonx meerdere grote taalmodellen waaronder IBM’s eigen Granite. Den Haan legt uit: ‘Watsonx is ontworpen met een duidelijke focus op snelheid en schaalbaarheid. Dit betekent dat bedrijven niet alleen snel resultaten kunnen boeken, maar ook flexibel kunnen inspelen op veranderende zakelijke behoeften.’ Volgens het IBM-duo onderscheidt Watsonx zich van de grote ai-platformen door het gebruik van opensource-technologie. ‘Opensource opent de deur naar samenwerking en innovatie,’ voegt Stolk toe. ‘Het stelt bedrijven in staat om toegang te krijgen tot een wereldwijde gemeenschap van ontwikkelaars, wat de adoptie van ai kan versnellen.’ Voor het grote publiek gaat het bij ai vaak over OpenAI, Microsoft Copilot en chatbot Google Gemini. IBM lijkt wat minder op de kaart te staan, maar daar heeft Den Haan wel een verklaring voor. ‘We bieden ai aan in de context van een bedrijfsproces. Dus het staat ook niet bovenaan de agenda van de klant om daar van alles over te gaan roepen. Het gebeurt allemaal meer binnenshuis.’ Ook speelt mee dat het vooral over de kwaliteit, snelheid en verbeteringen van bedrijfsprocessen gaat. ‘Dan is het ook geen pure ai-activiteit meer, maar heeft het bijvoorbeeld ook impact op de bedrijfsvoering.’ Hij ziet veel projecten binnen hr-omgevingen en ai-toepassingen voor klantcontact en helpdesks. ‘In het geval van een it-helpdesk gaat het niet alleen om een ticket en een persoon die antwoord geeft. Maar het gaat er juist om dat je veel meer deskundigheid en informatie bij elkaar moet brengen voordat het probleem opgelost is. Dan zie je dat er een proces ontstaat tussen personen en systemen.’ Hybride cloud Naast Watsonx speelt de filosofie van een hybride cloud een cruciale rol in IBMs ai-strategie. Deze biedt bedrijven de mogelijkheid om gegevens en applicaties te beheren in zowel on-premises als cloudomgevingen. Dat moet voor flexibiliteit zorgen. ‘Hybrid cloud stelt bedrijven in staat om bestaande infrastructuren te integreren met nieuwe ai-technologieën’, legt Den Haan uit. Het is volgens hem de ideale oplossing voor bedrijven met complexe infrastructuren die willen experimenteren zonder volledig afscheid te nemen van hun huidige systemen. Stolk benadrukt de veiligheidsvoordelen: ‘De hybride cloud combineert het beste van twee werelden. Je krijgt de flexibiliteit van de cloud en de controle van on-premises systemen.’ Zeker gezien de huidige discussies over datasoevereiniteit heeft IBM met die aanpak een belangrijke troef in handen. Den Haan licht toe dat IBM beschikt over een zestal datacenters op Europees grondgebied waaronder één in Amsterdam. Ook laat hij weten dat van data die zijn opgeslagen en versleuteld in IBM-systemen de encryptiesleutel bij de klant ligt en niet bij de leverancier. IBM kan dus geen data van klanten inzien waar dat volgens hem bij andere leveranciers vaak wel het geval is. Peter den Haan. Ai-innovatie Op de vraag of IBM in Nederland al op grote schaal concrete ai-oplossingen heeft opgeleverd, blijft het even stil. Dan antwoordt Stolk: ‘Ik denk dat de meeste bedrijven in een pilotfase zitten, dus dat ze dingen aan het bedenken zijn, of dat ze proberen ai naar productie te brengen.’ Hij duidt dat het dan specifiek gaat over generatieve ai-oplossingen. Stolk vervolgt: ‘De bankensector draait  al jarenlang machine learning en ai-toepassingen op grote schaal. Maar generatieve ai is een vrij nieuwe technologie.’ Hoewel veel ai-projecten in Nederland zich nog in de beginfase bevinden, zijn Den Haan en Stolk optimistisch over de toekomst. ‘We zien dat generatieve ai en conversational ai al een impact hebben, met name in sectoren zoals klantenservice en contentcreatie’, zegt Den Haan. ‘Er is geen twijfel dat deze technologieën een centrale rol gaan spelen in hoe bedrijven opereren.’ Volgens Stolk biedt Nederland een goede voedingsbodem voor ai-innovatie. ‘We hebben hier niet alleen de technologische expertise, maar ook een cultuur van samenwerking en innovatie.’ Den Haan vult aan: ‘We proeven zeker voorzichtigheid. Ai is ook niet af bij de eerste keer dat je het aanzet. Bedrijven zijn onderzoekend. De eerste ai-gebruikersgroepen ontstaan en het zijn behoorlijke groeitrajecten.’  Hij vervolgt: ‘Dat is in het verleden  natuurlijk ook het manco van ai geweest. Iets neerzetten levert na een periode vaak toch weer vertraging of achterstand op. Met generatieve ai is dat voorzichtig uitrollen ook wat de meeste bedrijven doen.’ Hij wil maar benadrukken dat ai-projecten vragen om geduld, klein beginnen en tot iets groots kunnen evalueren. Iedere revolutie, ook die van ai, begint met kleine, voorzichtige stappen, is zijn boodschap.
Studie: SAP-klanten ervaren ‘bijwerkingen’ met S/4Hana-migratie
2 weken
Uit een onderzoek van adviesbureau Horváth blijkt dat meer dan zestig procent van de SAP-klanten te maken krijgt met overschrijdingen van budget, planning en kwaliteitsproblemen tijdens hun S/4Hana-migratie. Intussen komt de deadline van 2027 dichterbij.De migratie naar S/4Hana moet uiterlijk in 2030 voltooid zijn, en dat is alleen mogelijk als bedrijven gebruikmaken van SAP’s speciale driejarige verlengingsaanbod na het einde van de standaardondersteuning eind 2027. Hoewel 2027 nog ver weg lijkt, ondervinden bedrijven die bezig zijn met de overgang naar S/4Hana flink wat uitdagingen. Een onderzoek van managementadviesbureau Horváth bij tweehonderd vooraanstaande SAP-klanten in de VS en Europa toont aan dat vertragingen bij de geplande implementaties eerder regel dan uitzondering zijn. Van de tweehonderd ondervraagde bedrijven hebben 37 hun migratie naar S/4Hana afgerond; de meerderheid (57 procent) bevindt zich nog midden in de transformatie. Volgens genoemde studie duren de migratieprojecten bovendien gemiddeld dertig procent langer dan oorspronkelijk gepland. Slechts acht procent van de bedrijven die de overgang naar S/4Hana hebben voltooid, deed dit volgens schema. Tegelijkertijd werd volgens het onderzoek in meer dan zes van de tien gevallen het geplande budget voor de S/4Hana-migratie overschreden.KlassiekerVolgens studiedirecteur en Horváth-partner Christian Daxböck liggen veel problemen tijdens de migratie in een onjuiste programmaopzet. Het is een klassieker bij voor it-projecten. De complexiteit van het project en de benodigde middelen worden onderschat, terwijl de organisatorische competentie wordt overschat. ‘Deze mismatch leidt tot de discrepanties tussen plan en resultaten’, zegt Daxböck. Een ander probleem, volgens Daxböck, betreft het stellen van de juiste prioriteiten: te veel doelen worden als even belangrijk geclassificeerd en zouden daarom in het beste geval gelijktijdig moeten worden aangepakt, wat uiteindelijk ook een gevolg is van inadequaat projectmanagement.Opvallend is dat meer dan twee derde van de ondervraagde bedrijven een bedrijfsspecifieke aanpak hanteert en de voorkeur geeft aan private cloud (48 procent) of on-premises (19 procent) hosting-opties. Daarentegen verkiest een krappe derde de publieke-cloudhosting-optie. Met andere woorden: een minderheid van de SAP-klanten kiest voor de standaard die door SAP zelf is vastgelegd.
Backupparadox: je veilig wanen, kan je duur komen te staan
2 weken
BLOG – In het digitale tijdperk is databescherming belangrijker dan ooit. Al meer dan tien jaar herinnert World Backup Day (31 maart) ons eraan om onze gegevens veilig te stellen. Maar nu cyberdreigingen geavanceerder worden, kan blind vertrouwen op backups leiden tot schijnveiligheid. Ofwel, organisaties denken dat ze beschermd zijn, terwijl ze in werkelijkheid nog steeds kwetsbaar blijven.Daarom blijven steeds meer bedrijven hun strategieën door ontwikkelen. Met name aanvallen op saas-oplossingen nemen toe, waardoor de focus op cloudgebaseerde bescherming ligt. Gartner voorspelt dat in 2028 drie kwart van de grote organisaties prioriteit gaat geven aan saas-backup, een forse toename vergeleken met de huidige vijftien procent. Dit laat zien dat organisaties erkennen dat enkel traditionele backup-oplossingen niet voldoende zijn om zich te weren tegen moderne cyberdreigingen. Sleutel Organisaties moeten verder kijken dan ouderwetse backups en ervoor waken dat hun data altijd veilig en toegankelijk zijn, wat er ook gebeurt. De sleutel tot het beschermen van je bedrijf tegen geavanceerde cyberaanvallen is ‘cyberweerbaarheid’. Dit concept bestaat uit drie belangrijke onderdelen. Kijk verder dan alleen naar backups Cyberweerbaarheid draait niet alleen om het verdedigen tegen aanvallen, maar ook om het snel herstellen en voortzetten van cruciale bedrijfsprocessen tijdens en na een incident. De vraag is niet óf je aangevallen wordt, maar hoe vaak. Daarom is een goede cybersecuritystrategie cruciaal. Door je belangrijkste bedrijfsprocessen te identificeren en beschermen, bedreigingen vroegtijdig te detecteren en snelle responsmechanismen te implementeren, zorg je ervoor dat je organisatie operationeel blijft – zelfs tijdens een cyberaanval. Integreer kunstmatige intelligentie Kunstmatige intelligentie (ai) speelt een cruciale rol in het verbeteren van cybersecurity, maar brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Ai-gestuurde beveiligingssystemen kunnen bijvoorbeeld dreigingen automatisch detecteren en bestrijden. Maar cybercriminelen gebruiken ai ook om hun aanvallen slimmer te maken, zoals bij geautomatiseerde phishing-aanvallen en adaptieve malware. Om deze evoluerende dreigingen effectief tegen te gaan, moeten organisaties een aanpak hanteren waarbij er hard wordt opgetreden. Dit betekent dat ai niet alleen ingezet moet worden ter verdediging, maar ook om cyberaanvallen in realtime te voorspellen, tegen te gaan en te neutraliseren. Deze proactieve strategie verhoogt de cyberweerbaarheid en helpt organisaties een stap voor te blijven op zowel menselijke als ai-gestuurde dreigingen. Hanteer het zero-trust-principe Een essentieel onderdeel van cyberweerbaarheid is het implementeren van een zero-trust-beveiligingsmodel, gebaseerd op het vertrouw-niemand-verifieer-altijdprincipe. Zero-trust stelt dat elke gebruiker, elk apparaat en elke applicatie een potentiële dreiging vormt, ongeacht de herkomst. Door met deze bril naar cybersecurity te kijken, verkleint het risico op interne dreigingen drastisch en krijgen alleen geverifieerde en geautoriseerde partijen toegang tot kritieke data en systemen. Testen Een sterke cyberweerbaarheidsstrategie gaat verder dan alleen backups en herstelplannen, het omvat ook het continu testen van backupsystemen, realtime-dreigingsdetectie en een proactieve beveiligingsaanpak. Het testen en valideren van backupsystemen leidt ook tot de garantie dat ze werken op het moment dat ze het hardst nodig zijn. Dit betekent niet alleen gegevens backuppen, maar ook de integriteit van de backups controleren en herstelprocedures testen door middel van simulaties van realistische cyberaanvallen. Zo weet je zeker dat je organisatie écht voorbereid is op het ergste scenario. Om geavanceerde cyberdreigingen een stap voor te blijven, moeten organisaties ai-gestuurde monitoring implementeren die dreigingen in realtime kan herkennen. Deze systemen detecteren ongebruikelijke activiteiten, identificeren kwetsbaarheden en reageren sneller op dreigingen dan het handmatig ingrijpen op dreigingen ooit zou kunnen. Realtime-monitoring helpt om aanvallen te onderscheppen voordat ze grote schade aanrichten. Vals Hoe lossen we het dilemma van een vals gevoel van veiligheid op? Organisaties kunnen zich niet langer veroorloven om backups te zien als dé ultieme oplossing voor databescherming. Om effectief weerstand te bieden tegen het snel veranderende cyberdreigingslandschap, is het cruciaal om een allesomvattende cyberweerbaarheidsstrategie te hanteren – een strategie die preventie, het detecteren en snel herstellen omvat. Cyberweerbaarheid is niet alleen een strategisch voordeel, het is een absolute noodzaak voor bescherming in de hedendaagse digitale wereld. Daarom moeten we veerkracht boven afhankelijkheid van backups stellen en proactieve stappen zetten om te beschermen wat écht telt: onze data, onze bedrijven en onze toekomst. Jerry Rijnbeek is vp cloud en security technology EMEA bij Rubrik

Pagina's

Abonneren op computable