EXPERTVERSLAG – Driekwart van de wereldwijde cloudcapaciteit is in beheer van de hyperscalers Microsoft, Google en Amazon Web Services. In de discussie over de noodzaak van (meer) soevereiniteit klinkt ook de roep om een Europees equivalent door. ‘Maar als je al daartoe zou besluiten, wat is dan de weg ernaartoe?’, vraagt Peter Verkoulen, programmadirecteur Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC), zich af.
Peter Verkoulen & CoE-DSCPeter Verkoulen is programmadirecteur van het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC). Daarin zijn sinds 2023 een generieke Nederlandse initiatieven op het gebied van data delen en cloud gebundeld. Het CoE-DSC ondersteunt (federatieve) initiatieven op het gebied van data delen en cloud, werkt aan interoperabiliteit en geeft impulsen aan de markt. En dit in een internationale context.Het CoE-DSC vervult ook de rol van Gaia-X-hub in Nederland, met als doel om digitale soevereiniteit te bevorderen, en daarmee maatschappelijke en economische waarde te helpen realiseren.
Verkoulen weet zelf ook het antwoord niet, zegt hij eerlijkheidshalve, maar wil er wel hardop over nadenken. ‘Ik veronderstel dat een Europese variant op Microsoft zich allicht anders zal gedragen dan de Amerikaanse Microsoft, maar het blijft een hyperscaler met de businessmodellen die daarmee samenhangen. Dan is de vraag: wat worden we daar beter van? Maar ook: waar moeten de miljarden, misschien wel vijftig of honderd, vandaan komen om die hyperscaler te bouwen? Want de genoemde drie – Microsoft, Google en Amazon Web Services – zijn over een periode van twintig jaar ontstaan en dan vooral uit de manier waarop wij ons met z’n allen als inkopende organisaties hebben gedragen.’
Federatieve aanpak
Hij vervolgt: ‘Het probleem is: je zou minstens tien jaar nodig hebben om daar te komen en dan is de vraag: hoe kom je die jaren door? Je zou zo’n stap kunnen verdedigen door te stellen: uiteindelijk willen we gewoon helemaal onafhankelijk zijn. Maar bereik je dat dan door een Europese hyperscaler te bouwen – en eerlijk gezegd: van drie naar vier verruimt ook niet echt de keuze – of door federatieve oplossingen mogelijk te maken?’
Peter Verkoulen, programmadirecteur Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (foto: Arie Cijfer).
Gaia-X is een van de Europese initiatieven die zo’n federatieve aanpak voorstaan. ‘Daarbij kan ik bijvoorbeeld met een kleinere cloud-provider werken omdat die toevallig om de hoek zit of heel specifieke diensten levert of waarvan ik zeker weet dat mijn persoonlijke data in Nederland blijven. En dat kan ik combineren met een Duitse partij of een Franse partij, of een hyperscaler, het is maar net wat je wilt.’
Verkoulen gebruikt voor de federatieve oplossing de parabel van de lappendeken. ‘Jouw oplossing kun je helemaal met Europese lapjes aan elkaar knopen – en als iemand er een Japans, Indiaas of Amerikaans lapje in wil weven: prima. En in geval dat het blauwe lapje niet bevalt, moet je het ook los kunnen punniken en kunnen vervangen door een groen lapje.’
Gaia-X is in 2020 ontstaan op initiatief van elf Franse en elf Duitse bedrijven. Inmiddels zijn wereldwijd zo’n 250 bedrijven en instellingen aangehaakt. ‘Het is een initiatief dat in Europa is ontstaan, vanuit de Europese normen en waarden, maar wel met een breder internationaal perspectief. Want wat heb je in het huidige mondiale systeem aan een oplossing die het alleen maar in Europa doet? Dus er is al snel gezocht naar hoe dat uit te breiden en dat heeft geresulteerd in het opzetten van hubs in andere landen. Er is een hub in Amerika, er is een hub in Japan, er is een hub in Zuid-Korea, dus echt over de hele wereld verspreid. Economische Zaken heeft toen aan TNO gevraagd om dat in Nederland op te starten en TNO heeft aan mij gevraagd, vanuit mijn rol als zelfstandig adviseur, om dat voor hen te doen.’
In 2023 is de hub opgegaan in het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud, de Nederlandse hub voor alles wat met data delen en de onderliggende benodigde (federatieve) cloud infrastructuren te maken heeft.
Kernwaarden
Met als kernwaarden data soevereiniteit, interoperabiliteit, transparantie en open standaarden, is Gaia-X inmiddels vijf jaar onderweg. ‘Dat is een proces van veel praten en nadenken en stukken schrijven en sinds anderhalf jaar wordt er ook echt software ontwikkeld. De kern van Gaia-X is eigenlijk het zogenaamde Digital Clearing House, dat ervoor zorgt dat data delende partijen met elkaar worden verbonden en dat daar ook (cloud) diensten onder kunnen worden gehangen die je dan federatief kunt gebruiken. Er zijn inmiddels tien commerciële partijen in de wereld welke die Digital Clearing House functionaliteit leveren. Ook in Nederland zijn gesprekken met een paar kandidaten in een afrondende fase. Daarmee is ook een misverstand uit de wereld geholpen dat Gaia-X zelf diensten zou gaan leveren en een concurrent zou worden van it-leveranciers. Nee, Gaia-X is geen commerciële partij, maar zorgt voor een standaard voor bijbehorende software specificaties en commerciële bedrijven gaan uiteindelijk die functionaliteit leveren.’
Hij voegt eraan toe dat Airbus en ook Électricité de France (EDF) in hun tenders om Gaia-X compliance vragen. ‘Dit zijn de eerste stapjes maar we staan aan de vooravond van een doorbraak.’
(Foto: Arie Cijfer)
Een ander misverstand is dat Gaia-X gesubsidieerd zou worden door de Europese Commissie, geeft Verkoulen aan. De aangeslotenen betalen contributie en brengen op die manier werkbudget bij elkaar. ‘Er is wel een belangrijke rol weggelegd voor de overheid want die heeft een enorme marktmacht die ze kan inzetten bij Europese aanbestedingen. Daarbij wordt altijd gesproken over de ‘economisch meest voordelige inschrijving’, waarbij vroeger primair naar prijs werd gekeken en pas later naar functionaliteit. Maar je zou nu ook moeten kijken naar aspecten van soevereiniteit, beschikbaarheid. Kan ik makkelijk een Plan B organiseren als er iets gebeurt met mijn dienstverlener? Of als ik ineens niet meer bij data in Amerika kan, heb ik dan een alternatief? Daar moet je, vind ik, aandacht aan besteden en uiteindelijk moet je daar ook voor willen betalen. Dus de overheid heeft daar ook een heel belangrijke taak bij het aanschaffen van it-oplossingen die ze toch al nodig heeft en dit als het ware on the fly kan stimuleren en regelen.’
Verkoulen vervolgt: ‘Dit geldt in z’n algemeenheid en bij de innovatieve toepassingen waar we het in deze context over hebben geldt dat nog sterker. Het is het bekende kip-ei probleem: als er geen vraag is, gaan leveranciers ook niks ontwikkelen. Dus de overheid kan daar een impuls geven. Dat gebeurt gelukkig ook al, er zijn in Nederland een aantal grote innovatieve data deel projecten, zoals Health-RI. Dat gaat over secundaire data in de gezondheidszorg, dus niet om het primaire proces te ondersteunen maar data gebruiken om innovatie te doen en beleidsvraagstukken te beantwoorden. Een ander goed voorbeeld is het Smart Connected Supplier Network (SCSN) in de Brainport regio. Hier is een federatieve datadeel oplossing geïmplementeerd waar meer dan 400 high tech bedrijven via meer dan tien service providers dagelijks gebruik van maken.’
Speerpunten en sturing
In de op 4 juli jongstleden aangekondigde Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) zijn data, cloud en weerbaarheid drie van de zes speerpunten. ‘Ergo: dat moet nu echt gaan leiden tot één aanpak van de overheid op die domeinen. In de voorbereidende workshops zei iemand: ‘We hebben een Rijksvastgoedbedrijf, moeten we niet ook naar een Rijkscloudbedrijf toe?’, en dan zie je mensen reageren en zeggen dat het een goed idee is en vervolgens beargumenteren waarom het voor hen toch niet past. Maar die NDS, die ademt nu wel uit: dit is geen keuze meer, we moeten dit samen gaan doen. Vanwege effectiviteit, kosten en functionaliteit. Maar ook omdat we op die manier sturing kunnen geven aan de markt en kunnen zorgen dat we een betere kant uitgaan. Het is natuurlijk echt niet zo dat in de huidige markt, waarbij dus 70-80 procent van de diensten door de hyperscalers worden geleverd, dat we dat op korte termijn hebben omgedraaid. Maar we moeten die beweging wel nu in gang zetten en de komende jaren grote stappen zetten. Overigens, de hyperscalers hebben ook een rol te spelen in de toekomst, maar wel op een manier waarop wij er nog controle over hebben. En dat zien we dus in die federatieve aanpak en lappendeken.’
Hoe zullen de hyperscalers hierop reageren denk je? Verlies van marktaandeel lijkt een logisch uitvloeisel…
‘Ja, dat kan, maar als je naar meer soevereine oplossingen toewerkt, dan gaat er nog een veel grotere markt ontstaan. Als de markt viermaal zo groot wordt en je marktaandeel zou halveren, dan heb je in absolute zin nog je omzet verdubbeld. Dus van die groeiende markt kun je ook met een kleiner marktaandeel beter worden. Het is dus enerzijds gecontroleerd de schade beperken en anderzijds ontstaan ook gewoon nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen. In het huidige geopolitieke klimaat, dat vergeten we wel eens, hebben Amerikaanse klanten ook vragen over afhankelijkheid en continuïteit. In zijn algemeenheid is dit iets wat niet meer weggaat. Dus kun je er maar beter actief wat mee gaan doen, ook als hyperscaler.’
Een korte anekdote: ‘Als ik twee, drie jaar geleden met betrokkenen sprak over het onderwerp digitale autonomie, dan was mijn punchline altijd in de geest van: ‘door het faciliteren van digitale autonomie maken wij innovatie en economische groei mogelijk’; als je weet dat je je data veilig kunt delen met anderen, dan ga je dat ook doen. En dan was de response veelal dat er nog geen beleid was voor digitale autonomie, of soevereiniteit. Mede door de actuele geopolitieke ontwikkelingen – om het maar even neutraal te zeggen – is dat nu prioriteit één, twee en drie in de politiek en dus ook bij de top van de ministeries en de uitvoeringsorganisaties. En ook in het bedrijfsleven, want ook daar wil men dat data veilig zijn, al is het misschien meer vanuit concurrentiële- dan vanuit privacyoverwegingen. Dit zie je ook terug bij het eerder genoemde SCSN voorbeeld: bedrijven delen enerzijds data met elkaar en zijn anderzijds concurrenten. Ze willen dus controle hebben over wat ze delen en met welk doel.’
EuroStack
Ook in Europa zijn data delen en data soevereiniteit op dit moment ‘Chefsache’. Nadat de Europese Commissie (EC) eerder al een consortium van Europese bedrijven opdracht gaf voor het bouwen van Simpl (voor het ondersteunen van datatoegang en interoperabiliteit tussen Europese dataruimten) en het Europese Data Spaces Support Centre oprichtte, is EuroStack het meest recente initiatief van de EC, samen met meer dan 250 bedrijven en organisaties, waaronder de Nederlandse organisaties Rinis en AMS-IX.
EuroStack behelst het maken van een plan voor een soevereine digitale infrastructuur voor Europa over de hele (digitale) stack heen en is ontstaan vanuit een conferentie in 2024 waar DG Connect (het directoraat-generaal van de EC belast met digitalisering) en de top van het Europese bedrijfsleven met elkaar spraken over de noodzaak van meer soevereiniteit en hoe die handen en voeten te geven.
‘Een soevereine digitale infrastructuur voor Europa over de hele stack heen: dat is van laten we zeggen de onderkant met de grondstoffen en de chips tot aan de bovenkant met de applicatie-laag, de ai-toepassingen, etcetera. Dus over die hele toren wordt nu nagedacht en gesproken over hoe Europa tot meer soevereiniteit en regievoering kan komen met betrekking tot de toepassingen die worden gebruikt. Gaia-X levert daaraan een kleine maar feitelijke bijdrage, en dan vooral over het cloud deel en over het data delen deel’, aldus Verkoulen.
Waarbij hij aantekent: ‘Feit is wel dat je op alle lagen moet nadenken over welke controle je hebt en welke oplossingen van anderen je kunt gebruiken. Want je kunt wel soevereine cloudoplossingen bouwen als Europa, maar met welke hardware ga je dat dan doen? Met welke virtualisatiesoftware? Welke chips ga je gebruiken, enzovoorts.’
Het principe van de lappendeken is op al die lagen toepasbaar.
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 21 van Atos.
computable
20-11-2025 17:00