emerce

Xiaomi heeft officieel aangekondigd dat het eind mei 2025 zijn eerste zelfontwikkelde smartphonechip, de XRING 01, zal lanceren. Deze stap markeert een belangrijke mijlpaal in het streven van het Chinese bedrijf naar meer controle over zijn hardware- en software-integratie. De XRING 01 is een geavanceerde mobiele processor die intern is ontworpen door Xiaomi en wordt geproduceerd door TSMC met behulp van hun 3-nanometerproductieproces. Hoewel Xiaomi nog geen officiële specificaties heeft vrijgegeven, suggereren gelekte informatie en analyses dat de chip een 1+3+4 CPU-configuratie zal hebben, voor veeleisende taken, voor gebalanceerde prestaties en voor energie-efficiëntie. Hoewel de XRING 01 mogelijk nog niet volledig kan concurreren met de krachtigste chips van Qualcomm en MediaTek, biedt het Xiaomi de mogelijkheid om zijn producten beter te optimaliseren en zich te onderscheiden in een competitieve markt. Met de ontwikkeling van de XRING 01 streeft Xiaomi ernaar zijn afhankelijkheid van externe chipfabrikanten zoals Qualcomm en MediaTek te verminderen. Dit initiatief weerspiegelt de strategieën van concurrenten zoals Apple en Huawei, die hun eigen chips ontwerpen om beter geïntegreerde en geoptimaliseerde producten te leveren. De XRING 01 zal naar verwachting debuteren in de aankomende Xiaomi 15S Pro-smartphone, waarmee Xiaomi zijn positie in het premiumsegment van de smartphonemarkt wil versterken.

De Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) heeft een rechtszaak aangespannen tegen het cryptobedrijf Unicoin en drie van zijn topbestuurders, waaronder CEO Alex Konanykhin, bestuurslid Silvina Moschini en voormalig investeringshoofd Alex Dominguez. De SEC beschuldigt hen van het misleiden van meer dan 5.000 investeerders, wat resulteerde in het ophalen van meer dan 100 miljoen dollar. Unicoin beweerde dat zijn tokens werden ondersteund door miljarden dollars aan vastgoedbezit wereldwijd. In werkelijkheid waren deze activa slechts een fractie waard van wat werd geclaimd. Het bedrijf verkocht daarnaast certificaten die recht gaven op toekomstige Unicoin-tokens en aandelen, zonder de vereiste registratie bij de SEC. Unicoin beweerde meer dan 3 miljard dollar aan certificaten te hebben verkocht, terwijl het werkelijke bedrag slechts 110 miljoen was. Daarnaast werd ten onrechte geclaimd dat de tokens SEC-geregistreerd waren.  Het bedrijf gaf aan over een financiële buffer van tientallen jaren te beschikken, terwijl het in werkelijkheid soms slechts vier maanden aan operationele middelen had. CEO Alex Konanykhin heeft de beschuldigingen krachtig ontkend en beschuldigt de SEC van het politiseren van regelgeving. Hij heeft geweigerd een schikking te treffen en is van plan de zaak in de rechtbank aan te vechten. Konanykhin overweegt ook een tegenvordering in te dienen tegen de SEC wegens vermeende schade van miljarden dollars aan het bedrijf en zijn investeerders.

Audiostreamer Podimo benoemt Georgia Brown, een voormalig medewerker van Amazon, tot hoofd Content van het internationale bedrijf. Met haar aanstelling voeren de Denen ook een nieuwe organisatievorm in. De eerder overgenomen bedrijven Tonny Media, Dag en Nacht Media en het Deense PodAds opereren vanaf nu onder de vlag van Podimo Studios. De Studios-tak richt zich op nieuwe inkomstenstromen voor makers, uitgevers en talenten via advertentieverkoop, het opzetten van merkpartnerschappen, live-evenementen en de verdere internationale groei. Brown is in deze nieuwe constellatie voor de volledige contentstrategie verantwoordelijk van het bedrijf. Ze zal daarbij zowel het abonnementsaanbod als de recent gelanceerde Studios-divisie aansturen. Ook krijgt ze de leiding over de productie van originele podcasts, video en digitale formats. “Er is geen one-size-fits-all,” zegt countrymanager Florentine Vos van Podimo in Nederland. “Sommige podcasts passen beter bij het advertentienetwerk en anderen kiezen voor exclusieve distributie zonder reclame en onderbrekingen. Bij Podimo benutten we beide verdienmodellen voor onze makers.”

De grootste stijging in jaren van online reclamebudgetten rapporteert IAB Europe over het jaar 2024. Adverteerders gaven 118,9 miljard euro uit, waarvan een kwart naar socialmedia ging. Dat komt naar voren in de jongste marktcijfers van IAB Europe in het jaarlijkse AdEx-rapport. Die werden woensdag gepresenteerd tijdens jaarcongres Interact in Brussel, de stad waar het event ooit voor het eerst in de kelder van een hotel werd gehouden. In Nederland gaven adverteerders 4,3 miljard euro uit aan digitale reclame (+13,2%). Daarvan ging twee miljard naar search (+11%) en 1,1 miljard euro naar display ads, waarvan 55% naar video. Bijna tweederde van alle reclame-uitgaven in Europa is inmiddels digitaal (67,2%). Die ene derde gaat dus naar uitingen op radio, televisie en billboards en in kranten en tijdschriften. Van die digitale bestedingen gaat dan nog eens driekwart naar Amerikaanse techreuzen. Hoofdeconoom Daniel Knapp van IAB Europe schetst: “Vroege voorspellingen voor 2025 wijzen op een hernieuwde periode van volatiliteit en een mogelijke herstart van een achtbaan. Gedreven door macro-economische onzekerheid en geopolitieke spanningen, waaronder de impact van nieuwe EU-tarieven, zullen adverteerders waarschijnlijk een voorzichtige, afwachtende houding aannemen, waarbij meetbare resultaten en prestaties prioriteit krijgen boven brede experimenten.” Voor het eerst rapport eerthet IAB naast Search, Display en Classifieds twee andere categorieën apart: socialmedia en retailmedia. Uitgaven aan socialmedia groeiden afgelopen jaar met 23,9 procent, bij retailmedia 22,2 procent. Enkel de categorie video noteerde met 24,5 procent een sterkere groei. Dat komt deels door, wat heet, reclame op connected-tv. Dat speelt in Nederland geen grote rol. Audio speelt op de grote berg digitaal reclamegeld niet echt een rol van betekenis, want komt met een groei van 18,3 procent niet verder dan 1,1 miljard euro. IAB Europe omschrijft dit specifieke kanaal als ‘complementair aan radio’. Foto: Najib Samatar, Unsplash

Na jaren van stevige groei lijkt de opmars van boodschappenbezorging door supermarkten te vertragen. Dat blijkt uit geanonimiseerde en geaggregeerde betaalgegevens van ABN Amro. Hoewel Albert Heijn al in 2001 begon met het bezorgen van online bestellingen, bleef het succes lange tijd uit. Pas met de komst van Picnic in 2015 begon de bezorgmarkt serieus terrein te winnen. De coronapandemie gaf die groei een flinke impuls. Sinds de zomer van 2023 is die trend echter aan het afzwakken. Uit cijfers van marktonderzoeker Circana blijkt dat het online marktaandeel in 2024 uitkwam op 7,3 procent, ten opzichte van 6,6 procent een jaar eerder. Ondanks het afvlakken blijft er sprake van groei, meldt de Levensmiddelenkrant. Het aantal online bestellingen lag in april 2025 nog altijd drie keer zo hoog als in april 2019. Toch is het tempo flink teruggelopen: waar de groei in 2023 nog 69 procent bedroeg, was dit in 2024 slechts 21 procent. In de afgelopen twaalf maanden lag de gemiddelde maandelijkse groei op 11%. Ter vergelijking: het aantal betalingen in fysieke supermarkten nam sinds 2019 met slechts 21 procent toe. Volgens ABN Amro zijn er meerdere oorzaken voor de afnemende groei. De hoge inflatie dwingt consumenten tot prijsbewust winkelen. Daarnaast zorgen geopolitieke onzekerheden – zoals oorlogen en handelsspanningen – voor een terughoudender koopgedrag. Ook de fysieke supermarkten blijven niet buiten schot. Cijfers van het CBS tonen aan dat het verkochte volume in deze winkels met 3,9 procent is gedaald, terwijl de omzet met 1 procent terugliep. Dit wordt deels verklaard door de grotere prijsgevoeligheid onder consumenten. De verdere ontwikkeling van de thuisbezorgmarkt zal steeds meer afhangen van demografische trends en veranderingen in consumentengedrag. Alle grote supermarktketens bieden inmiddels landelijke bezorging aan. Nieuwe spelers zoals Crisp proberen zich te onderscheiden door te focussen op verse, hoogwaardige producten.

Spotify meldt dat het toestaan van externe betalingsopties in zijn iOS-app heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van het aantal gebruikers dat een Premium-abonnement neemt. Deze verandering volgt op een gerechtelijke uitspraak in de VS die Apple verplichtte ontwikkelaars toe te staan gebruikers naar externe betaalmethoden te verwijzen, buiten de App Store om. In een brief ter ondersteuning van Epic Games in hun lopende rechtszaak tegen Apple, stelt Spotify dat interne gegevens aantonen dat de update met ondersteuning voor webbetalingen heeft geleid tot een ‘significante toename van iOS-gebruikers die upgraden naar een Premium-abonnement’. Spotify’s bijgewerkte iOS-app informeert gebruikers nu over abonnementsprijzen en biedt een link naar de website voor aankoop. Daarnaast kunnen gebruikers direct audioboeken aanschaffen. Volgens Spotify zijn deze wijzigingen positief ontvangen en hebben ze geleid tot een flink aantal betaalde abonnementen.

Shopify heeft een nieuwe AI-tool geïntroduceerd waarmee ondernemers volledige webwinkels kunnen opzetten op basis van enkele trefwoorden. Deze functie, genaamd AI Store Builder, genereert automatisch drie winkelontwerpen inclusief afbeeldingen en teksten, waardoor het opzetten van een online winkel aanzienlijk wordt vereenvoudigd. Volgens Vanessa Lee, vice-president product bij Shopify, is het doel om het proces minder intimiderend te maken voor gebruikers. In plaats van handmatig elementen te slepen en tekstvelden in te vullen, kunnen ondernemers nu met open vragen hun winkel laten opzetten door AI. De AI Store Builder is de eerste geïntegreerde functie binnen Shopify die het opzetten van een webwinkel volledig automatiseert. Eerder bood Shopify al diverse AI-tools en applicaties aan, maar deze nieuwe functie markeert volgens het bedrijf zelf een significante stap in het vereenvoudigen van het proces voor ondernemers. Ook heeft Shopify een nieuw openbaar thema geïntroduceerd in zijn Theme Store, de marktplaats voor kant-en-klare sjablonen. Het thema heet Horizon. Horizon bevat een ingebouwde AI-assistent die gebruikers helpt bij het aanpassen van het ontwerp naar eigen wens. Het is ook het eerste thema dat gebruikmaakt van zogenoemde Theme Blocks — bouwstenen waarmee gebruikers hun webshop visueel kunnen aanpassen zonder code te hoeven schrijven. Het platform heeft ook Sidekick, de AI-commerceassistent, verbeterd met nieuwe functies voor spraakchat en schermdeling.

Nederland en Singapore gaan samenwerken op het gebied van halfgeleiders (microchips). Minister Beljaarts (Economische Zaken) en zijn Singaporese ambtgenoot, minister Grace Fu (Handel en Industrie), starten daarom een ambtelijke werkgroep (NL-SG Bilateral Working Group on Semiconductors). Met deze stap willen beide landen de banden tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden verder versterken en verkennen hoe de samenwerking over de landsgrenzen heen kan worden uitgebreid. Deze ontwikkeling sluit aan op de Europese Semicon Coalition die op initiatief van minister Beljaarts in maart werd gepresenteerd. Die samenwerking richt zich op extra innovatie, het uitbreiden van de Europese positie naar andere onderdelen in de waardeketen en het sneller op de markt brengen van technologie. Halfgeleiders zijn uitgegroeid tot een centrale spil in geopolitieke en economische machtsverhoudingen. De sector vertegenwoordigde in 2020 al 15 procent van de wereldwijde goederenhandel. Verwacht wordt dat de sector tegen 2030 een jaaromzet van 1 biljoen euro zal hebben en tegen 2040 mogelijk nog eens zal verdubbelen. Nederland beschikt over een van de meest geavanceerde en samenwerkende halfgeleider-ecosystemen ter wereld, met internationale koplopers zoals ASML, ASM en NXP, een innovatief mkb, en een sterke kennisbasis met onder meer TNO en de technische universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente. Singapore heeft toonaangevende productiebedrijven, beschikt over sterke onderzoeks- en ontwikkelingscapaciteiten en speelt een sleutelrol in de wereldwijde toeleveringsketens. Een ambtelijke werkgroep – zoals de NL-SG Bilateral Working Group on Semiconductors – is een goed voorbeeld van hoe deze ecosystemen met elkaar in verbinding worden gebracht en hoe samenwerking op het gebied van innovatie en technologieontwikkeling kan worden gestimuleerd. Deze werkgroep is een gezamenlijk initiatief van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Singaporese ministerie van Handel en Industrie.

Eén op de vijf Nederlandse bedrijven leed in 2024 schade als gevolg van een cyberaanval. Bij grote bedrijven geldt dat zelfs voor drie op de tien ondernemingen. Het vaakst ging het om financiële verliezen, gevolgd door verlies van gegevens, en operationele verstoringen. Dat blijkt uit een onderzoek naar cybersecurity dat ABN AMRO en MWM2 onder 788 bedrijven hebben verricht. Vrijwel alle onderzochte organisaties zijn ooit slachtoffer geweest van cyberincidenten. Desondanks blijft het vertrouwen in de eigen weerbaarheid tegen digitale inbreuken groot. Dat geldt vooral voor kleinere bedrijven. Zij richten zich met name op preventie, zoals antivirusprogramma’s en firewalls. Zij treffen echter te weinig proactieve maatregelen voor de detectie van cyberaanvallen, respons op een aanval of herstel na een hack. Volgens ABN AMRO is dat zorgwekkend, omdat de financiële schade snel kan oplopen en zelfs sprake kan zijn van een strategisch risico als klanten hun vertrouwen verliezen in het bedrijf, kritische processen langdurig worden verstuurd, of intellectueel eigendom wordt gestolen. Nieuwe dreigingen – zoals generatieve AI en deepfakes – maken het speelveld nog complexer. Bovendien gaan geopolitiek gemotiveerde aanvallen onverminderd door. Toch is er een groot verschil tussen de risicoperceptie van bedrijven en de gevaren die zij door zulke aanvallen lopen. Geopolitieke spanningen leiden tot cyberincidenten, óók in Nederland. Zo richten statelijke actoren hun pijlen op de digitale ketens van bedrijven en werken zij hierbij vaak samen met cybercriminelen. Autoritaire regimes gebruiken de digitale route om chaos te creëren en Europa te verzwakken. Ze vallen specifieke doelwitten aan – zoals kritieke infrastructuur en de zorgsector -via zwakkere schakels in de keten. Het is dan ook belangrijk dat elke organisatie verantwoordelijkheid neemt voor onze gezamenlijke digitale weerbaarheid. Toch beschouwt slechts 9 procent van de bedrijven statelijke actoren als een serieuze dreiging. Met de invoering van de NIS2-richtlijn en de Cyber Resilience Act wil Brussel de digitale weerbaarheid van essentiële en belangrijke sectoren versterken. NIS2 verplicht bedrijven tot onder andere risicobeheersing, het melden van incidenten en ketenverantwoordelijkheid. De bekendheid met deze richtlijn is echter nog beperkt. Krauwer: “Slechts twee op de drie grote bedrijven en minder dan de helft van het mkb is bekend met de NIS2-verplichtingen. Hoewel veel mkb-bedrijven vanwege hun omvang niet direct aan NIS2 hoeven te voldoen, lopen zij wel het risico indirect met de wet te maken krijgen. Het kan mkb’ers verrassen als zij door NIS2-plichtige klanten worden bevraagd over hun cybersecurity en eisen opgelegd krijgen. Ook moet een groot deel van de bedrijven die aan deze verplichtingen moeten voldoen nog de laatste stappen zetten.

Flitsmeister wil op termijn een Europese speler worden. Dit kan direct of via samenwerking met lokale initiatieven. Het Nederlandse bedrijf gelooft echter niet in een ‘winner takes it all’ model, zegt directeur John de Vries van Flitsmeister bij Emerce TV. ‘In Nederland zijn er ook wat initiatieven geweest van partijen om ons uit de markt te drukken, dat is ook niet gelukt. Ik denk dat vooral de samenwerking kan helpen en dat kan natuurlijk op verschillende manieren. Iedere partij is succesvol in zijn land om een bepaalde reden. Ik vind dat je vooral vanuit die optiek moet vertrekken.’ De markt voor mobiliteitsdata, variërend van verkeersstromen tot flitspaalmeldingen, is al drukbezet met spelers als Garmin, Google Waze en TomTom. Toch is er voldoende ruimte om te groeien, zegt De Vries. Mobiliteit is iets van alle tijden en brengt altijd uitdagingen met zich mee. Continu innoveren is essentieel voor een plek in deze markt. Wat Flitsmeister onderscheidt van globale concurrenten zoals Google en Waze is hun lokale verankering, met name in de Benelux. Ze spreken de taal van de gebruiker (rekening houdend met regionale verschillen) en investeren in lokale content en use cases. Partnerships met overheden zijn hierbij belangrijk. Dit stelt Flitsmeister in staat om specifieke diensten aan te bieden, zoals de waarschuwing voor hulpdiensten (ambulance, brandweer, Rijkswaterstaat). Deze dienst biedt duidelijke meerwaarde voor de gebruiker en vindt primair in Nederland plaats. Concurrenten zouden dit technisch gezien kunnen, maar het heeft geen hoge prioriteit omdat het lokaal is, aldus De Vries, Het grote voordeel van Flitsmeister vormt verder de input van zo’n drie miljoen actieve gebruikers. Door het koppelen van uiteenlopende geanonimiseerde databronnen is het mogelijk om op tal van manieren real-time verkeersinfo te verrijken en te delen. Via slimme stoplichten, de eigen app tot de Matrix-borden boven de snelweg. Op basis van incidentmeldingen (zoals een ongeval) kan Flitsmeister automobilisten verder proactief omleiden als de route beïnvloed dreigt te worden, zelfs voordat de reistijd al veranderd is. Voldoende datapunten maken gedetailleerde filedetectie mogelijk. Technologie en AI kunnen meldingen slimmer, sneller en veiliger maken. Stilstaande voertuigen kunnen ook worden gedetecteerd als de bestuurder een Flitsmeister-gebruiker is. Privacy is altijd een belangrijk thema bij het samenbrengen van consumenten en data. De Vries ziet privacy als een Unique Selling Proposition door er correct mee om te gaan. Privacyvriendelijke bedrijven hebben een streepje voor bij consumenten, vooral in landen als Duitsland, meer nog dan in de Benelux). Flitsmeister heeft advertentieproposities, maar deze zijn aangepast om afleiding tijdens de rit te minimaliseren. Commerciële uitingen (zoals een billboard of een aanbieding voor eten) worden nu aan het einde van de rit getoond. Dit is een bewuste keuze uit veiligheidsoverwegingen, om consistent te zijn met diensten zoals ambulancewaarschuwingen die de veiligheid bevorderen. De grootste uitdaging bij het organiseren van alle data is schaalbaarheid op een kostenefficiënte manier. Het datacenter van Flitdmeister (gevestigd in Europa) moet pieken in gebruik aankunnen (van 10.000 gebruikers ’s nachts tot 180.000 in de spits). Ze werken hiervoor samen met AWS. De Vries: ‘AI kan helpen de efficiëntie te verhogen en door snellere detectie en interpretatie van data.’ De video Real-time mobiliteitsinfo in een complex datalandschap is na registratie gratis te bekijken. De collectie Customer data: trends, innovatie en toekomst wordt de komende maanden aangevuld.

Ruim driekwart van de Nederlanders boven de 18 jaar is geabonneerd op streamingdiensten. Het gros daarvan heeft meerdere abonnementen, waarbij Netflix en Videoland het populairst zijn. Gemiddeld geven zij hier 29,56 euro per maand aan uit. Dat blijkt uit een onderzoek van vergelijkingssite Slimster.nl onder een representatief panel van 1066 Nederlanders. Deze kosten zijn te verklaren doordat twee op de drie Nederlanders die gebruikmaken van streamingdiensten, zijn geabonneerd op meerdere verschillende diensten. In de meeste gevallen zijn dat er twee of drie. Een kleine groep – bijna zes procent – heeft zelfs een abonnement op meer dan vijf verschillende platformen. Slimster vroeg het panel ook welke streamingdienst zij als eerst zouden opzeggen, als de kosten te hoog worden. Viaplay blijkt dan het meest te moeten vrezen: bijna de helft van de mensen met meerdere abonnementen, waaronder een Viaplay-abonnement, geeft aan dit als eerst te beëindigen. SkyShowtime moet er bij bijna 38 procent van de ‘multi-geabonneerden’ als eerst aan geloven, terwijl HBO Max (ruim 35 procent) evenmin bovenaan het prioriteitenlijstje staat. Spotify – dat recent nog de prijzen verhoogde – komt daarentegen pas veel later aan de beurt. Slechts 12 procent van de betaalde Spotify-gebruikers zegt dit abonnement als eerst op. Uit eerder onderzoek van Slimster bleek al hoe verslaafd we zijn aan de vele series die diensten als Netflix, Videoland en Amazon Prime aanbieden. Nóg verslaafder zelfs dan aan social media. Bijna 60 procent van de Nederlanders stopt namelijk liever met social media dan met het streamen van films en series. Onder dertigers en veertigers geldt dat zelfs voor bijna twee derde.

Het kabinet neemt maatregelen om kinderen die actief zijn op sociale media als verdienmodel beter te beschermen. Nieuwe wetgeving moet voorkomen dat jonge influencers, ook wel ‘kidfluencers’ genoemd, worden blootgesteld aan overbelasting of schadelijke invloeden van hun online werk, meldt de NOS woensdag. Volgens staatssecretaris Van Arbeidsomstandigheden, Maarten Nobel, is het gebruik van kinderen door ouders of bedrijven om geld te verdienen ‘potentieel schadelijk voor hun welzijn en ontwikkeling’. Hij heeft een wetsvoorstel met strengere regels naar de Tweede Kamer gestuurd. Kinderen onder de 13 mogen officieel niet werken. Daarom komt er een meldplicht voor ouders van jonge vloggers of TikTokkers bij de Arbeidsinspectie. Zij moeten toestemming aanvragen om hun kind online actief te laten zijn als verdienende influencer. Als die ontheffing wordt verleend, moeten ouders actief toezien op een gezonde balans tussen werk, school en vrije tijd. Er komen ook strengere sancties: ouders die hun kind niet aanmelden bij de Arbeidsinspectie riskeren hogere boetes. Daarnaast start de overheid een voorlichtingscampagne om bewustwording te creëren over de risico’s van het online tentoonstellen van kinderen. Het aantal kindinfluencers is de afgelopen jaren explosief gestegen. In 2020 waren er naar schatting zo’n 200 verdienende kindvloggers, inmiddels zou dat aantal zijn opgelopen tot tussen de 3.000 en 4.000. Exacte cijfers zijn er niet, maar de toename is duidelijk. Vlogfamilies maken in sommige gevallen grote winsten met hun bedrijf, waardoor de commerciële druk op hun kinderen kan toenemen met alle risico’s van dien. Een boete van het niet naleven van de ontheffingsplicht moet passend zijn en effect hebben. Daarom werkt het kabinet ook aan het aanscherpen van het boetebeleid. Veel ouders beseffen echter niet altijd wat het betekent voor een kind om zelf te vloggen of om veelvuldig voor te komen in vlogs van ouders. Voorlichting is nodig om ouders te wijzen op de risico’s voor het welzijn van kinderen en hen ook bewust te maken van geldende wet- en regelgeving rondom vlogs. De komende tijd wordt gewerkt aan een voorlichtingsaanpak om ouders van vlogfamilies en kidfluencers gericht te bereiken. Aanleiding voor de aanscherping is onder meer een uitzending van het tv-programma BOOS in april, waarin Nederlandse familievloggers onder de loep werden genomen. Daarin werd duidelijk dat kinderen vaak in kwetsbare situaties worden gefilmd — huilbuien, woede-uitbarstingen en angstmomenten worden niet geschuwd.

Databricks, leverancier van data- en AI-oplossingen, heeft Data Intelligence for Marketing gelanceerd, een nieuw platform dat marketingteams in staat stelt om klant- en campagnedata realtime te combineren en te benutten. Door het integreren van het bestaande Data Intelligence Platform met populaire marketingtools, wil Databricks het voor marketeers mogelijk maken om zonder technische achtergrond inzichten te verkrijgen en gerichte campagnes op te zetten – allemaal vanuit één uniform systeem. Veel marketingorganisaties kampen met versnipperde data over verschillende systemen, waardoor het lastig is een compleet klantbeeld te creëren of AI effectief toe te passen. Met Data Intelligence for Marketing kunnen marketeers deze obstakels overwinnen. Het platform biedt directe toegang tot betrouwbare data, geavanceerde AI-functionaliteit en natuurlijke taalinterfaces, waardoor ook niet-technische gebruikers analyses kunnen uitvoeren en inzichten kunnen omzetten in actie. “Data Intelligence for Marketing zorgt ervoor dat elke marketeer, ongeacht technische achtergrond, toegang krijgt tot de data die ze nodig hebben om sneller slimmere beslissingen te nemen en relevante, efficiënte campagnes uit te rollen,” zegt Rick Schultz, Chief Marketing Officer bij Databricks. “Door klant- en campagnedata samen te brengen en daar AI op toe te passen, biedt het platform real-time analyses op basis van natuurlijke taal. Dit is precies wat marketeers nodig hebben om te concurreren in het huidige datagedreven tijdperk.” Het platform is gebaseerd op open standaarden en sluit volgens het bedrijf naadloos aan op bestaande martech-stacks. Er zijn integraties beschikbaar met onder meer Adobe, Salesforce, Braze, Amperity, Hightouch, Tealium en OneTrust. Daarnaast werkt Databricks samen met implementatiepartners zoals Deloitte, Slalom en Tredence, die maatwerk en ondersteuning bieden bij de uitrol van het platform.

Tijdens Google I/O 2025 kondigde Google aan tot 150 miljoen dollar te investeren in een samenwerking met brillenmerk Warby Parker voor de ontwikkeling van slimme brillen met kunstmatige intelligentie, gebaseerd op het Android XR-platform. Deze samenwerking markeert een nieuwe stap van Google in de markt voor draagbare technologie, na eerdere pogingen zoals Google Glass. De investering van Google bestaat uit twee delen: 75 miljoen wordt direct toegewezen aan productontwikkeling en commercialisatiekosten. Daarnaast is er een voorwaardelijke investering van nog eens 75 miljoen, waarmee Google een aandelenbelang in Warby Parker kan nemen, afhankelijk van het behalen van bepaalde mijlpalen. De nieuwe slimme brillen zullen worden uitgerust met multimodale AI-functionaliteiten, waaronder spraakgestuurde assistentie via Google’s Gemini AI, augmented reality-mogelijkheden, en ondersteuning voor zowel voorschrift- als niet-voorschriftlenzen. De brillen zijn ontworpen voor dagelijks gebruik en zullen functies bieden zoals navigatie, berichtenverkeer en real-time vertaling. De eerste lijn van deze slimme brillen wordt na 2025 verwacht. Prototypes worden momenteel getest door geselecteerde gebruikers, maar details over prijs en beschikbaarheid zijn nog niet bekendgemaakt.