Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt dat er op de mobiele markt voldoende aanbieders zijn om uit te kiezen. Toch blijken zij weinig gebruik te maken van de mogelijkheden tot overstappen. Bovendien zegt 43 procent dat het niet nodig lijkt om elke twee jaar over te stappen, om te voorkomen dat ze teveel betalen voor hun abonnement. Dat blijkt uit cijfers van ACM.
Opvallend is dat 67 procent van de ondervraagden zegt dat vaste kosten vooral meewegen in de keuze voor een abonnement. Het aantal consumenten dat de keuze vooral zegt te baseren op kosten, is ten opzichte van 2022 bovendien gestegen. Een verklaring waarom Nederlanders toch bij hun aanbieder blijven, lijkt te liggen in het feit dat zij in ruime mate tevreden zijn over hun aanbieder.
Het aantal consumenten dat niet is overgestapt van provider is in 2023 gestegen. Hoewel een meerderheid van de Nederlanders korter dan vijf jaar bij een mobiele aanbieder blijft, stijgt het aantal Nederlanders dat 11 jaar of langer dezelfde provider heeft voor het eerst in lange tijd.
Voor mobiele abonnementen wordt in Nederland gemiddeld 18,20 euro per maand betaald, tegenover 16,80 euro vorig jaar. Hoewel 59 procent van de consumenten niet zegt te weten hoeveel zij zouden kunnen besparen bij een overstap, stellen ze dat een gemiddelde maandelijkse besparing van 7 euro of meer voor hen aanleiding kan vormen om over te stappen.
Ook voor internet over een vaste aansluiting geldt dat consumenten maar in geringe mate overstappen naar een andere aanbieder. Vorig jaar nam 20 procent weliswaar een ander internetabonnement, maar slechts 12 procent stapte ook over van aanbieder. Ook voor internet geldt dat consumenten over het algemeen tevreden zijn over hun internetprovider en dat als ze al overstappen, prijs hiervoor de belangrijkste drijfveer is. Voor internet loont een overstap volgens consumenten als ze maandelijks meer dan 18 euro kunnen besparen.
Uit de cijfers van toezichthouder ACM blijkt verder dat glasvezel sterk blijft groeien. In het tweede kwartaal van 2023 werden er 440.000 nieuwe glasvezelverbindingen aangelegd, waarmee het totaal op 6,37 miljoen uitkomt.
Het aantal huishoudens met een glasvezelinternetabonnement steeg tot 2,60 miljoen, een toename van 100.000 vergeleken met het vorige kwartaal.
Niet alleen hebben Nederlanders steeds vaker internet via glasvezel, ook kijken steeds meer mensen tv op deze manier (1,83 miljoen aansluitingen, + 2,5%), terwijl het aantal huishoudens dat tv kijkt via kabel of koper afneemt.
Ruim 75 procent van de Nederlandse abonnees heeft inmiddels beschikking over internet sneller dan 100 Mbps. Wel blijft de uitrol van glasvezel in bepaalde gebieden achter. Met name in grote delen van Noord-Holland, Limburg en in Groningen is er minder glasvezel beschikbaar dan elders in het land.