Onvoorstelbaar compact. Het dunste product van Apple ooit. Ongekende prestaties, grensverleggende graphics en enorme AI‑power. Apple kwam superlatieven tekort bij de presentatie van de nieuwe iPad Pro.
En ja, de langverwachte iPad Pro 2024 is in alle opzichten een knap staaltje techniek. Het nieuwe Ultra Retina XDR-display met tandem OLED-technologie – oftewel twee OLED schermen onder elkaar gelegd – staat zonder meer garant voor wat Apple in zijn PR noemt ‘extreme helderheid en ongelofelijk nauwkeurige contrastverhoudingen’.
De omstreden reclame waarin instrumenten, tv’s en mix-apparatuur werden verpulverd (waarvoor het bedrijf inmiddels excuses heeft aangeboden) is verkeerd begrepen: Apple wilde ermee zeggen dat ze ongeveer alles in een enorm superplat apparaat had gestopt.
Ook bijzonder is dat de Pro maar meteen werd voorzien van de M4 chip, die zelfs nog niet is gearriveerd voor de MacBook Pro. De krachtige GPU maakt ray tracing met hardware-acceleratie mogelijk, voor grensverleggende graphics, zoals Apple het formuleert. En dankzij de Neural Engine van M4 heb je met iPad Pro meer dan genoeg power voor AI.
Er zijn meer voordelen aan de nieuwe Pro’s. De frontcamera die je voor videobellen gebruikt zit eindelijk op de lange zijkant, maar dat is ook het geval bij de nieuwe iPad Airs. De camera achter kan documenten scannen met behulp van een flitser, wat overigens niet altijd goede resultaten oplevert, al hangt dat sterk van het omgevingslicht af. Een iPad mini leent zich over het algemeen beter voor het fotograferen van documenten dan een 13 inch iPad Pro.
We hebben de nieuwe iPad Pro eens naast die van 2020 gelegd en dan vallen een paar dingen op: het scherm is inderdaad stukken helderder (de helderheid is verhoogd van 600 nits naar 1000 nits. Bij HDR-content is de maximale piekhelderheid zelfs 1600 nits) en het apparaat is sneller, maar verwacht geen turbo effect bij alledaagse taken. Misschien komt de M4 nog van pas bij AI toepassingen die Apple volgende maand gaat onthullen, maar die oude iPad Pro voelt nog altijd snel aan. En hij was misschien niet zo dun als de 5,3mm van het nieuwe 11 inch model, maar veel scheelt het niet. Lichter? Ook dat, maar zo’n dunne iPad gebruiken zonder hoes is niet verstandig, dus wordt hij vanzelf weer zwaarder.
Het probleem met de Pro is de prijs. 1219 euro voor de 11 inch en 1569 voor de 13-inch. Apple profileert de Pro graag als een alternatief voor de MacBook, maar de 13 inch versie is inmiddels net zo duur als een instap MacBook Pro, en die komt tenminste nog met toetsenbord. Koop je er een Magic Keyboard voor de iPad Pro dan ben je gelijk 400 euro meer kwijt. En heb je ook nog eens relatief weinig opslagcapaciteit.
Je kunt ook nog kiezen voor een scherm met nanotextuur. Dit zorgt ervoor dat er minder reflectie op het scherm zichtbaar is, maar ook dat gaat je extra kosten.
De Pro blijft met de nieuwe kantelgevoelige Apple Pencil Pro (149 euro) aantrekkelijk voor tekenaars die digitaal willen werken. Die kunnen het zonder toetsenbord stellen.
Daarnaast blijft Pro met zijn vier speakers het ideale entertainment apparaat. Zeer geschikt voor het kijken naar Disney, HBO Max, Videoland of Netflix. Of de 13 inch versie van de iPad Air (met verbeterde basvolume) kan concurreren met de Pro’s zullen we later eens beoordelen.
Toch moet vanwege de extreme prijzen het uiteindelijke advies luiden dat je misschien beter af bent met oudere modellen van de Pro, die nu snel goedkoper worden, en echt nog jaren meegaan. Een opgelapte iPad Pro uit 2022 is al te koop vanaf 800 euro.
De nieuwe iPad Pro doet mij denken aan die superdunne MacBook die Apple rond 2015 lanceerde, met 13,1 millimeter de dunste MacBook ooit. Vanwege de hoge prijs (1499 tot 1799 euro!) werd het geen succes en het model keerde niet meer terug. Voor de iPad Pro zal zeker een markt zijn, maar dan moet hij echt goedkoper worden.