Ondernemingskamer keurt handelwijze Micro Focus bij reorganisatie af

Micro Focus is op de vingers getikt door de Ondernemingskamer. Het softwarebedrijf heeft de ondernemingsraad (OR) onvoldoende geïnformeerd over een reorganisatie die in 2024 werd afgekondigd. Deze recente uitspraak laat zien dat in zogeheten matrixorganisaties de bestuurder zich niet mag verschuilen achter het feit dat hij zelf niet direct beschikt over informatie waar een OR om vraagt. Het Canadese softwareconcern OpenText kondigde in juli 2024 een reorganisatie aan waarbij wereldwijd 1.200 functies werden geschrapt (op een personeelsbestand van 24.500). Daarbij gingen ook banen verloren bij Micro Focus, de softwarespecialist op het gebied van modernisering, testen en beheer van zakelijke applicaties. OpenText meldde in 2022 Micro Focus te gaan overnemen. Voor de Nederlandse organisatie van Micro Focus betekende de sanering een verlies van twaalf arbeidsplaatsen (op 76 medewerkers), uitgesmeerd over een breed aantal afdelingen. De directie van Micro Focus vroeg de ondernemingsraad hiervoor niet om advies en startte met de getroffen medewerkers begin juli 2024 gesprekken over hun ontslag (via een zogeheten vaststellingsovereenkomst). Nadat de OR hier lucht van kreeg, liet de raad de directie weten alsnog advies te willen uitbrengen over dit voorgenomen besluit. Negatief advies De directie van Micro Focus Nederland en de werknemersvertegenwoordiger voerden vervolgens overleg over een verbetering van de voorwaarden van de vertrekregelingen. Daarnaast vroeg de raad om een inhoudelijke onderbouwing van de noodzaak tot reorganisatie. De directie verschool zich echter achter het argument dat de ontslagronde onderdeel uitmaakte van een wereldwijde ingreep door het moederconcern OpenText en dat het bedrijf nu eenmaal ‘onderdeel van het grotere geheel vormt’.      De ondernemingsraad bracht uiteindelijk begin oktober 2024 wegens onder meer een gebrek aan onderbouwing een definitief negatief advies uit. De directie legde dit advies naast zich neer. De raad stapte daarop 1 november naar de Ondernemingskamer met de vraag om de handelwijze van Micro Focus Nederland te beoordelen en te gebieden dat het bedrijf het reorganisatiebesluit en alle uitgevoerde stappen ongedaan maakt. OR in het gelijk De Ondernemingskamer veegt in zijn uitspraak de vloer aan met het optreden van de directie van Micro Focus Nederland en stelt de OR in het gelijk. De directie heeft nagelaten de ondernemingsraad op tijd in te lichten en voldoende inzicht te bieden in de onderbouwing van de reorganisatie. Dat het bedrijf daarbij als excuus aanvoert een onderdeel te zijn van een groter concern vindt deze rechtbank niet afdoende. ‘Micro Focus moet in staat zijn zelfstandig te beoordelen op welke wijze de belangen van de Nederlandse onderneming door de voorgenomen reorganisatie worden geraakt, deze af te wegen tegen het concernbelang en de ondernemingsraad inzicht te verschaffen in dat proces’, valt te lezen in de uitspraak. Bovendien is Micro Focus primair verantwoordelijk voor een goed verloop van het medezeggenschapstraject. De inrichting van de interne organisatie hiervoor is bij de toepassing van het Nederlandse medezeggenschapsrecht een factor die voor rekening en risico komt van Micro Focus en kan er niet toe leiden dat aan de raad informatie wordt onthouden ‘die redelijkerwijs nodig is voor een behoorlijke vervulling van zijn taak’, aldus de Kamer. Praktijk De uitspraak van de Ondernemingskamer heeft in de praktijk hoogstwaarschijnlijk weinig gevolgen, gezien de beëindigingsgesprekken die al met medewerkers liepen voordat de ondernemingsraad aangaf advies te willen uitbrengen. Ook legde de directie het uiteindelijke negatieve advies naast zich neer. Op de vraag of er nog ontslagen medewerkers zijn teruggekeerd kwam noch van de directie noch van de OR een reactie. Bij moederbedrijf OpenText was ook niemand bereikbaar voor commentaar. Matrixorganisatie Wel wilde de raadsvrouw van de OR van Micro Focus, Annette Terpstra van advocatenbureau Sprengers, een schriftelijke toelichting geven. ‘In algemene termen kan ik iets over de uitspraak zeggen. De uitspraak laat zien, dat ook (internationale) matrixorganisaties gehouden zijn om de WOR – Wet op de Ondernemingsraden – na te leven. De bestuurder dient in het kader van adviestrajecten en op basis van de algemene informatieverplichtingen de OR in staat te stellen zijn (wettelijke) taak uit te oefenen. Dat betekent dat tijdig alle relevante informatie moet worden gedeeld. Uitgangspunt bij adviestrajecten is dat het aan de OR is om te bepalen welke informatie relevant en nodig is om advies uit te brengen.’ Terpstra vervolgt: ‘In matrixorganisaties hebben bestuurders in de zin van de WOR niet altijd zelf de beschikking over de informatie. Dat betekent, dat zij door anderen/andere business units (ook buiten de eigen onderneming), in staat moeten worden gesteld om te beschikken over de informatie die de OR nodig heeft. Met andere woorden: de informatie moet van anderen komen.’ Deze uitspraak laat in haar ogen zien dat de bestuurder zich niet mag verschuilen achter het feit dat hij zelf niet beschikt over de informatie en dat in matrixorganisaties de verantwoordelijkheid op de bestuurder blijft rusten. ‘Indien hij deze verplichting niet kan nakomen, kan het zijn dat de Ondernemingskamer de verplichting oplegt een besluit in te trekken.’
computable
24-07-2025 07:15