Transparantie als sleutel tot slimme en duurzame digitale infrastructuur
OPINIE – De reacties op mijn eerdere opinie over het sentiment in de datacenterbranche laten zien dat de discussie leeft. Dat is niet iets om defensief op te reageren, maar juist een kans om de sector verder te brengen. De betrokkenheid die uit de reacties spreekt, bevestigt dat we samen het gesprek moeten voeren over transparantie, duurzaamheid en toekomstbestendige digitale infrastructuur.
Datacenters zijn geen probleemsector — ze vormen de ruggengraat van onze samenleving. Laten we dat vooropstellen. Werk, onderwijs, zorg, overheid, innovatie en zelfs onze vrije tijd zijn afhankelijk van datacenters. Zonder datacenters geen digitale zorg, geen onderwijs op afstand, geen ai-modellen, geen moderne bedrijfsvoering.
De feedback in de reacties (zie kader onderaan) maakt duidelijk dat veel professionals trots zijn op dit werk – en terecht. De sector verdient waardering. Maar waardering alleen is niet genoeg. Want met die cruciale rol komt ook verantwoordelijkheid.
Slimmer
Groei is onvermijdelijk, maar de manier van groeien moet veranderen. Als we doorgaan op de weg van de afgelopen tien jaar – vooral gericht op schaalvergroting – lopen we binnen enkele jaren tegen uitgeputte mogelijkheden aan:
netcongestie;
beperkte ruimte;
stijgende energievraag;
onzeker maatschappelijk draagvlak.
De oplossing ligt niet in groter, maar in slimmer. Dat betekent: efficiëntere hardware, betere workload-sturing, integratie met warmtenetten, minder verspilling, modulair bouwen en continu inzicht in energiegedrag van systemen.
Het recente ABN Amro-rapport bevestigt hetzelfde probleem: zonder cijfers blijft groene it een illusie. Bedrijven kunnen hun it niet verduurzamen omdat ze geen betrouwbare, gestandaardiseerde cijfers krijgen vanuit datacenters en cloudproviders, aldus de ABN Amro-analyse.
In dat rapport wordt gesteld dat:
meetmethodes sterk verschillen;
dashboards ontbreken;
verbruik vaak niet inzichtelijk is per workload of applicatie;
en dat groene claims te vaak marketing zijn in plaats van meetbaar en verifieerbaar.
De constatering van ABN Amro (‘zonder cijfers blijft groene it een illusie’) raakt de kern van mijn boodschap: transparantie begint bij de bron – bij de hardware, de servers, de koeling, de energieprofielen en de real-time data daarvan.
Onzichtbaar
De samenleving wil begrijpen wat datacenters doen – laten we dat mogelijk maken. Het is niet genoeg dat datacenters intern weten hoe efficiënt ze zijn. Ook lokale overheden, burgers en klanten moeten dat kunnen begrijpen. Want het maatschappelijk draagvlak staat onder druk, en dat heeft de sector deels aan zichzelf te wijten. Niet omdat datacenters slecht zijn, maar omdat ze onzichtbaar zijn. En wat onzichtbaar is, wordt gewantrouwd.
Door open data, auditbare rapportages en eenvoudige dashboards ontstaat een totaal ander gesprek: van ‘Wat kost dit ons?’ naar ‘Wat levert dit ons op?’. Conservatisme blokkeert innovatie – maar de transitie dwingt beweging af.
Veel datacenters zijn technisch zeer capabel maar organisatorisch te voorzichtig.Nieuwe concepten als:
modulaire datacenters;
restwarmte-levering;
AI-gedreven koeloptimalisatie;
transparante energie-dashboards;
en server-efficiëntiemetrieken (zoals server idle coefficient)
zijn geen toekomstmuziek. Ze bestaan al, maar worden nog te weinig toegepast.
Net zoals ABN AMRO stelt dat groene IT niet kan zonder meetdata, geldt voor datacenters dat duurzame groei niet kan zonder radicale transparantie. De digitale infrastructuur wordt steeds belangrijker in ons dagelijks leven. Daardoor wordt de maatschappelijke verwachting ook groter.Dat vraagt om een nieuw sociaal contract tussen de sector en de samenleving:
erkennen dat de fysieke impact groeit;
verantwoorden wat er gebeurt;
verbeteren waar het kan;
delen hoe die verbeteringen bijdragen aan energie, kosten en duurzaamheid.
Kruispunt
Het begint en eindigt bij data. Zowel de reacties op mijn eerdere artikel als het ABN AMRO-rapport laten zien dat iedereen uiteindelijk naar hetzelfde zoekt: betrouwbare, vergelijkbare en realtime cijfers.
De sector staat op een kruispunt. Kiezen we voor openheid, innovatie en samenwerking? Of houden we vast aan oude patronen, met groeiende weerstand als gevolg?
Ik ben ervan overtuigd dat de sector de juiste keuze gaat maken. Maar het begint wel bij de bron: de data, de transparantie, en de bereidheid om te laten zien wat er écht gebeurt.
Marco Verzijl, medeoprichter Stichting Save Energy Foundation
Samenvatting van de vier reactiesOp de eerste opiniebijdrage van Marco Verzijl, ‘Datacenterbranche heeft sentiment tegen zichzelf gekeerd‘, kwamen vier reacties (waarvan twee van dezelfde reageerder: 1 en 4). Hieronder een samenvatting.1. Kritiek op de Stichting en onafhankelijkheidDe eerste reageerder stelt dat Stichting Save Energy Foundationvan Marco Verzijl zichzelf als normsteller positioneert en daarmee een eigen niche creëert, wat vragen oproept over belangenverstrengeling en onafhankelijkheid. Volgens hem moet eerst helder zijn wie de regels maakt en waarom. Daarnaast vindt hij dat het narratief van “onbegrepen energieslurpers” voorbijgaat aan het feit dat elektrische auto’s op macroniveau meer vermogen vragen dan datacenters. Hij stelt dat netcongestie niet wordt opgelost met pue-optimalisatie en dat maatschappelijke legitimiteit via andere mechanismen loopt dan via een stichting.2. Reflectie op energie, pue en hypocrisie rond datacentersDe tweede reageerder erkent dat de discussie over it-energiegebruik al lang gaande is en dat Nederlandse datacenters vergelijkbare pue’s hebben als die in de VS. Hij vindt het daarom hypocriet om wel tegen datacenters te zijn maar niet de achterliggende oorzaken (zoals groeiend it-gebruik) te willen aanpakken. Daarnaast trekt hij de parallel met politiek: roepen om ‘groen zijn’ zonder meetbaarheid leidt tot inconsequent beleid.3. Sector verdedigt bestaande rapportage, transparantie en prestatiesDe derde reageerder stelt dat de opinie van Verzijl foutieve aannames bevat. Volgens hem rapporteert de Nederlandse datacentersector al meer dan twintig jaar verplicht en transparant via MJA, EED, Omgevingsdiensten en CBS-cijfers. De sector zou bovendien actief samenwerken met netbeheerders, warmtenetten en overheden, en al jaren in de kopgroep van best presterende sectoren zitten. Hij benadrukt dat er jaarlijks open dialoog is via duurzaamheidsevenementen.4. Terugkerende zorgen over hyperscalers en energie-infrastructuurDe vierde reageerder legt de nadruk op het effect van hyperscalers die >100 MW verbruiken en lokaal de infrastructuur kunnen domineren, zoals in Dronten. Hij betoogt dat het debat over datacenters terecht gevoerd wordt. Daarnaast stelt hij dat modellen (zoals van het CPB of de server idle coefficient) soms overschat worden in hun impact op werkelijke energieverbruiken. Hij wijst erop dat een groot deel van het energieverbruik juist zit in langdurige data-opslag (retentie), waarbij tape-opslag opnieuw aantrekkelijk wordt door zijn lage idle-consumptie.
computable
19-12-2025 18:08