Universal hoeft artiesten geen hogere vergoeding te betalen voor streams en downloads

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat platenmaatschappij Universal drie artiesten (Henk Westbroek, Arriën Molema en Marinus de Goederen) geen hogere vergoeding hoeft te betalen voor streams en downloads. Het is niet vast komen te staan dat Universal de platencontracten verkeerd heeft toegepast en te lage royalty’s heeft betaald. De drie artiesten stellen dat Universal te lage tarieven hanteert als vergoeding voor digitale exploitatie van muziekopnamen; streams en downloads. De maatschappij baseert die tarieven op oude contracten toen streaming nog niet bestond of nog in de kinderschoenen stond. De artiesten vorderden onder andere dat Universal ten minste 50 procent van de inkomsten uit digitale exploitatie aan de artiesten betaalt. De in het verleden gemaakte afspraken moesten volgens hen buiten werking worden gesteld of gewijzigd. Ook vorderden de artiesten vergoeding van de schade die zij hebben geleden doordat Universal in het verleden te lage royalty’s heeft berekend. Universal was het met de vorderingen van de artiesten niet eens en stelde zich onder andere op het standpunt dat zij de overeengekomen tarieven juist heeft toegepast en dat de tarieven die zij hanteert voor digitale exploitatie gangbaar en marktconform zijn. De rechtbank doet geen principe-uitspraak over hoe platenmaatschappijen in het algemeen (moeten) omgaan met de vergoeding voor artiesten van inkomsten uit streaming, maar beperkt zich tot een oordeel over de individuele zaken en de contracten die daarin voorkomen. De stelling dat 50/50 een marktconforme inkomstenverdeling is voor streams, is door de eisers onvoldoende onderbouwd. Universal heeft die stelling gemotiveerd weersproken door er onder andere op te wijzen dat 50/50 afspraken wel voorkomen, maar dan bijvoorbeeld in het kader van een joint venture.
emerce
30-10-2025 13:00