STER: ‘Ons online aanbod mooie kans voor merken’

De exploitant van de publieke omroepen STER staat klaar voor een druk 2026 waarin het naast radio en televisie online omschrijft als ‘stiekem best groot’. Daarbij richt het zich vooral op de combinatie van online display met campagnes op radio en televisie. Online videoreclame mag niet, maar misschien verandert dat onder een nieuw kabinet. Gisteren bij de presentatie van de plannen voor 2026 werd de combinatie RTV-online display omschreven als ‘stiekem best groot’. NOS.nl heeft een miljoenenpubliek. “Dat is een mooie kans voor merken. We zien merken terugkeren naar het publieke domein”, aldus salesmanager Pim van Midde. Sinds 2021 bevindt STER zich in een raar spanningsveld. Aan de ene kant moet het geld verdienen voor de financiering van de publieke omroepen, maar aan de andere kant mag het geen geld verdienen met commerciële opdrachten op internet. Dat is ooit een politieke keuze geweest die vandaag de dag niet meer valt uit te leggen. In dat jaar is namelijk in de Mediawet bepaald dat STER zijn lineaire commerciële tv-reclamezendtijd moet halveren en de online reclameruimte enkel beschikbaar kan stellen aan partijen van algemeen nut. Deze regels maken STER digitaal vleugellam en kosten de Nederlandse burger uiteindelijk geld, omdat de NPO dan financiering uit andere bronnen moet betrekken. Directeur Frank Volmer (foto, links) zei gisteren in gesprek te blijven met het ministerie van OCW om de volledige exploitatierechten op het NPO-domein terug te krijgen. Display mag sinds een jaar weer wel, videoreclame nog niet. Terwijl de opbrengsten niet stijgen, moet de NPO wel bezuinigingen. STER-directeur Frank Volmer denkt dat zijn organisatie kan in korte tijd tientallen miljoenen euro’s extra kan verdienen voor de publieke omroepen met een eenvoudige wetswijziging. De exploitant verdient via internet nu zo’n twee miljoen euro per jaar met commercials van ideële en culturele instanties. Dat kan makkelijk groeien met een factor tien. Adverteerders geven in Nederland zo’n 1 miljard euro uit aan online videoreclame. Dat gaat nu voor het overgrote merendeel naar Google, Meta en Amazon en een beetje naar lokale commerciële uitgevers. Het jaar 2026 wordt een druk jaar bij de NPO, want er vinden Olympische Spelen plaats (winter, Italië), een WK Voetbal voor mannen en jaarlijks de Tour de France. Alledrie geliefd bij het grote publiek. Hoewel de lineaire kijktijd in Nederland afneemt, denkt de verkooporganisatie toch iets meer bereik te kunnen genereren dankzij deze sportevenementen. Dat vertaalt zich dan ook naar een hogere prijs. De netto basisprijs per GRP (= 1 contactmoment met 1% bereik in de doelgroep) gaat met 4,8 procent omhoog naar 740 euro. Daarnaast gaat STER vanaf volgend jaar behalve in GRP’s ook in CPM’s rapporteren, een metriek die in de online industrie gebruikelijk is en staat voor: mediakosten per duizend man bereik. Qua bereik heeft de NPO niet veel te klagen. Daar waar het lineaire bereik daalt, compenseert de digitale stijging dat. Contentmanager Remco van Westerloo van NPO 1 beschreef dat beeld onlangs ook al aan Emerce: “We zien wel dat online en streaming netto bekeken slechts een beperkte invloed hebben op lineaire kijktijd. Ja, je ziet andere vormen van distributie ontstaan: versnippering en meer uitgesteld kijken.”
emerce
15-10-2025 06:17