Stichting Massaschade & Consument gaat in cassatie bij de Hoge Raad, in een collectieve rechtszaak die het sinds 2021 tegen het Amerikaanse boekingsplatform Airbnb voert. De stichting legt zich niet neer bij een arrest van het Gerechtshof Den Haag van mei dit jaar, waarin het stelde dat een Nederlandse rechter niet bevoegd is om de zaak in behandeling te nemen.
In de zaak draait het om de dubbele bemiddelingskosten die Airbnb onder de noemer ‘servicekosten’ aan zowel verhuurders als huurders rekende, een praktijk die in Nederland verboden is.
Volgens het hof kan alleen een individuele consument naar een Nederlandse rechter stappen en een belangenorganisatie niet, omdat die formeel geen partij is bij het contract dat Airbnb met consumenten sluit. De uitspraak heeft tot gevolg dat de zaak nu is doorverwezen naar Ierland, het land waar Airbnb formeel is gevestigd maar waar geen effectief systeem voor collectieve acties bestaat. De stichting stelt dat het hof volledig miskent dat Airbnb zich nadrukkelijk op de Nederlandse markt richt, via Nederlandstalige websites, iDEAL-betalingen en Nederlandse btw. De tienduizenden Nederlanders die zich bij de actie van de stichting hebben aangesloten, dreigen daardoor tussen wal en schip te vallen.
De Hoge Raad zal naar verwachting in de loop van 2026 uitspraak doen. Het is daarbij goed mogelijk dat de hoogste rechter prejudiciële vragen zal stellen aan het Europese Hof van Justitie over de uitleg van de bevoegdheidsregels. Daarmee kan de procedure belangrijk worden voor alle toekomstige grensoverschrijdende collectieve acties in de Europese Unie.
emerce
10-10-2025 13:00