Intel kijkt met gemengde gevoelens naar de deelname van bijna 10 procent die de Amerikaanse regering heeft genomen in de kwakkelende chipfabrikant. Ceo Lip-Bu Tan liet maandag weten dat Intel geen ondersteuning nodig heeft, maar dat de Staat welkom is als aandeelhouder.
Trump sprak van een historische overeenkomst. Maar Intel wijst op de (potentiële) gevaren. Aan de overeenkomst die met de overheid is gesloten, heeft de chipmaker een risico-overzicht toegevoegd. Dat geeft inzicht in de risico’s zoals de Amerikaanse beurs-toezichthouder SEC dat bij dit soort deals voorschrijft. De deal brengt Intel in politiek vaarwater. Het kan de chipmaker tot besluiten verleiden die het anders uit puur zakelijke overwegingen niet zou hebben genomen.
Uit het document (Form 8-K) blijkt dat allerminst zeker is of en wanneer de transactie doorgaat, gelet op de financieringsvoorwaarden. Een garantie ontbreekt dat er op tijd een bepaalde som geld naar Intel vloeit. Wijzigingen in wetten en politieke verschuivingen kunnen roet in het eten gooien.
Ook juridisch kan het misgaan. Hoewel het Department of Commerce (DOC) contractueel is gebonden aan de deal, heeft geen enkele andere instantie of tak van de Amerikaanse overheid toezeggingen gedaan.
Verwatering
Bovendien zijn de financiële, fiscale en boekhoudkundige gevolgen van de transactie onzeker. De regering-Biden had subsidiefinanciering toegezegd die nu is omgezet in een investering in aandelen. Dit leidt ertoe dat Intel niet langer profiteert van lagere toekomstige bedrijfskosten. De omzetting van overheidssubsidies in aandelen betekent ook een verwatering van het aandelenkapitaal.
Daarnaast is onzeker hoe andere regeringen (buiten de VS) op de staatsdeelneming gaan reageren. Intel krijgt in landen als Duitsland hoge subsidies voor de bouw van fabrieken. De kans is aanwezig dat die landen straks ook aandelen willen hebben zoals Donald Trump nu heeft losgepeuterd. Ook bestaat het gevaar dat andere landen in de toekomst geen subsidies meer aan Intel willen verlenen. Intel wijst zelf op het risico dat de onderneming hierdoor minder snel aan kapitaal kan komen, de kapitaalkosten omhoog gaan of de bedrijfskosten worden opgestuwd. Nu de Amerikaanse overheid in één klap de grootste aandeelhouder in Intel is geworden, bestaat de kans dat andere landen die subsidies geven, anders tegen Intel gaan aankijken.
Ook Sillicon Valley en ‘politiek Washington’ zijn er nog allerminst van overtuigd dat deze overeenkomst uiteindelijk gunstig uitpakt. Trump zelf doet alsof hij een geweldige deal heeft gesloten. Met name met de korting op de aandelenprijs is de president erg in zijn sas. Hij heeft al laten doorschemeren meer van dit soort interventies in het Amerikaanse bedrijfsleven te willen doen. Dat kan tot ongebruikelijke deals leiden.
China
Onlangs sprak Trump met Nvidia en AMD af dat ze aan China mogen leveren als deze chipmakers 15 procent van hun omzet naar dat land aan de Amerikaanse federale overheid overmaken. Apple dat al langere tijd onder druk van Trump staat, heeft zich verplicht voor een half miljard dollar van MP Materials af te nemen. Dit gebeurde kort nadat het ministerie van Defensie een belang in deze fabrikant van zeldzame-aardmetalen-magneten had genomen.
Trump voert op een geheel eigen wijze ‘industriepolitiek’. Eerst trok hij de loyaliteit van Intel-topman Tan in twijfel door zijn vroegere banden met Chinese bedrijven aan de kaak te stellen. Enkele dagen later prees hij Tan nadat deze had beloofd meer in de VS te investeren. En nam de president een belang in Intel. Mocht Intel onverhoopt de meerderheid van zijn fabrieken verkopen, dan kan de Amerikaanse Staat nog eens 5 procent van Intel overnemen met korting.
Voor andere aandeelhouders betekent zoiets een verwatering van het aandelenkapitaal. Al dit soort deals kunnen leiden tot extra complicaties, aldus zakenkrant Wall Street Journal. (Tech)bedrijven raken bovendien overgeleverd aan Trump’s grillen.
Technische achterstand
De deal tussen Intel en Trump betekent nog geen directe oplossing voor Intel’s grootste twee problemen: het inhalen van een technische achterstand bij ontwikkeling en productie wat gigantisch veel geld kost, alsmede aarzelende klanten. Intel wil pas investeren in de laatste, zeer geavanceerde chiptechnologie (14A genaamd, gebaseerd op ASML’s High-NA EUV Lithografie) als daarvoor orders in de boeken komen te staan. Gelet op Intels recente technologische strubbelingen zijn veel potentiële klanten terughoudend. Intel is het tot op heden niet gelukt om productietechnisch het gat te dichten met zijn grote concurrent TSMC uit Taiwan.
De verwachting is dat Trump hier wel een oplossing voor weet. De president deinst er niet voor terug in zo’n geval de twijfelaars een (flink) zetje te geven. Als aandeelhouder in Intel wordt de verleiding groot om hier niet te veel gras over te laten groeien. Maar de New York Times tekent hierbij aan dat Washington nauwelijks mogelijkheden heeft om Intel te helpen als het technisch misgaat. Als Intel onmachtig is om de uiterst geavanceerde chips te produceren waar de klanten om vragen, dan ‘stopt’ ook Trumps industriebeleid.
Helemaal kwalijk zou zijn als klanten zich gedwongen voelen technisch ‘ondermaatse’ chips te accepteren om Trump maar niet voor het hoofd te stoten. De staatsdeelname in Intel komt in een land waar weinig in het bedrijfsleven wordt ingegrepen, laat staan nationalisaties populair zijn. Twijfels overheersen of de techsector op lange termijn gebaat is met Trumps ‘industriebeleid’.
computable
27-08-2025 07:00