BLOG – In een tijd waarin politieke systemen wereldwijd onder druk staan, vertrouwen verliezen en reageren op de waan van de dag, verdient het Zwitserse model bijzondere aandacht. Niet omdat het luidruchtig hervormt of spectaculaire beloftes doet, maar juist omdat het stilletjes een van de meest robuuste vormen van collectieve intelligentie operationaliseert die we kennen: de Wijsheid van de Massa.
Het boek The Wisdom of Crowds (2004) van de Amerikaanse journalist James Surowiecki maakte het fenomeen populair, maar de onderliggende principes zijn ouder, eenvoudiger en krachtiger dan we vaak beseffen. Francis Galtons beroemde koeienraadsel uit 1906, waarbij het gemiddelde van honderden schattingen verrassend precies uitkwam op het werkelijke slachtgewicht, illustreert hoe individuele onwetendheid zich kan uitmiddelen tot collectieve scherpzinnigheid. Mits aan vier voorwaarden is voldaan: diversiteit, onafhankelijkheid, decentralisatie en een goede manier van aggregatie.
Als een functionerend systeem zichtbaar positieve resultaten oplevert, groeit het vertrouwen van burgers erin
Zwitserland tikt al deze vakjes aan. Natuurlijk is het verleidelijk — en soms terecht — om te wijzen op unieke omstandigheden: culturele homogeniteit, welvaart, neutraliteit. Maar juist dat maakt het des te indrukwekkender dat het onderliggende mechanisme standhoudt. De Zwitserse praktijk is geen bewijs dat het alleen dáár werkt, maar een demonstratie dat het kán werken. Wie het model afwijst omdat hij of zij aspecten van de Zwitserse samenleving hekelt, verwart context met principe. Met frequente volksraadplegingen (referenda), een sterk federaal karakter, een consensus-gedreven regering en een cultuur van pragmatisme boven ideologie, lijkt het land eerder ontworpen door een statisticus dan door een politicus. Waar elders referenda sporadisch en vaak polariserend zijn, zijn ze in Zwitserland routinematig, laagdrempelig en corrigerend. Het electorale systeem is meer een sensor dan een scepter.
Scherp
Zoals een lezer van Surowiecki scherp opmerkte: de werking van deze mechanismen lijkt zo vanzelfsprekend zodra je ze ziet, dat het des te verbazender is hoe weinig ze worden toegepast. De reden? Mensen willen geen optimalisatie van het beslissysteem; ze willen dat hun standpunt wint. En politici willen geen proces dat hen overbodig maakt, maar een mandaat dat hen machtig maakt.
Wie vooruit wil kijken moet vertrouwen op statistiek, niet op sentiment. Zoals Londen haar voortbestaan mede dankt aan de 19e-eeuwse ingenieur Joseph Bazalgette, die de riolering overdimensioneerde op basis van toekomstige bevolkingsgroei en levensverwachting. Niet omdat het direct nodig was, maar omdat het statistisch noodzakelijk was.
Datzelfde voorspellende mechanisme onderbouwt ook het vertrouwen in het voorspellend vermogen van het mechanisme zélf — zelfs in gevallen waarin directe toetsing praktisch onmogelijk is. Deze benadering maakt het mogelijk om de vergelijking tussen organisatiesystemen te onttrekken aan subjectieve interpretaties van incidentele uitkomsten. In plaats daarvan ontstaat, via statistisch significante herhaling, een vorm van empirisch bewijs voor het voorspellend vermogen van een mechanisme, zelfs als dat vermogen zich alleen over langere tijdlijnen laat herkennen.
Eigen succes
Er is nog een vijfde, vaak vergeten voorwaarde voor duurzame collectieve wijsheid: het vermogen van een systeem om zijn eigen succes uit te dragen en zo zichzelf te versterken. Als een functionerend systeem zichtbaar positieve resultaten oplevert, groeit het vertrouwen van burgers erin. Dat verhoogt de bereidheid om eraan deel te nemen, wat leidt tot meer en betere input, die op zijn beurt de uitkomsten versterkt — een zichzelf voedende cyclus van legitimiteit en effectiviteit. Zonder deze zichtbare succeservaring kan zelfs een goed ontworpen systeem aan geloofwaardigheid verliezen en stilletjes verdwijnen.
Wat daarbij vereist is, is het besef dat de werking van zulke mechanismen zich per definitie uit in statistische betrouwbaarheid over de lange termijn, en zelden in een overtuigend incident. Het is verleidelijk — en politiek lucratief — om een individueel falen van het systeem uit te lichten als bewijs tegen het geheel. Maar een enkel fout besluit of onverwachte uitkomst zegt niets over de voorspellende kracht van het systeem zelf. Net zomin als één geslaagde gok een methode tot waarheid maakt, ontkracht één misstap een goed ontworpen statistisch mechanisme. Juist het vertrouwen in die lange lijn van robuuste gemiddelde uitkomsten maakt zulke systemen krachtig — ook, en misschien juist, wanneer het tijdelijk ongrijpbaar lijkt.
Het is tijd dat we dezelfde denkwijze durven toepassen op bestuurlijke structuren. Niet door meer technologie of snellere data-analyse, maar door iets fundamentelers: vertrouwen op goed ingerichte processen waarin onze collectieve onwetendheid zichzelf wegfiltert, en onze gezamenlijke kennis naar boven komt. Dat vereist bescheidenheid, geduld en structuur. En misschien een beetje Zwitserse nuchterheid.
(Dit artikel is geïnspireerd door Galton, Surowiecki, Bazalgette en een goed gesprek over fundamenteel vertrouwen in systemen in plaats van in individuen.)
Rob Koelmans, directeur MetaMicro Automatisering
computable
14-05-2025 17:12