Het Haagse verbod op reclame voor vliegvakanties en vliegtickets blijft gehandhaafd. Dat heeft de rechtbank in Den Haag in kort geding bepaald.
Naar aanleiding van een (gewijzigd) initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren heeft de gemeenteraad op 12 september 2024 besloten tot invoering van een verbod op reclame voor de producten en diensten ‘fossiele brandstoffen, vliegvakanties, vliegtickets, grijze stroomcontracten, gascontracten, cruisereizen of auto’s met een fossiele of hybride brandstofmotor’.
Met dit Reclameverbod beoogt de gemeente de gezondheid van haar inwoners te beschermen, de negatieve gevolgen van klimaatverandering terug te dringen en het milieu te verbeteren.
Het Reclameverbod is in werking getreden op 1 januari 2025, met dien verstande dat in eerste instantie (tot 1 mei 2025) alleen een waarschuwing wordt gegeven bij overtreding ervan. Pas na 1 mei 2025 zal het Reclameverbod door de Gemeente worden gehandhaafd.
Brancheorganisatie ANVR en TUI wilden het Reclameverbod buiten werking stellen. Ook D-Reizen heeft zich gevoegd in de procedure.
Volgens de ANVR en TUI heeft de gemeente niet onderbouwd dat de volksgezondheid van de inwoners en de bezoekers van Den Haag als gevolg van het reclameverbod concreet en effectief zal verbeteren en is het daarom onaannemelijk dat het reclameverbod dienstig kan zijn aan een openbaar belang binnen de gemeentegrenzen.
De voorzieningenrechter volgt de ANVR en TUI daarin niet. Op grond van artikel 149 van de gemeentewet is de gemeenteraad bevoegd om de verordeningen te maken die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. Dit betekent dat de gemeenteraad bevoegd is om in verordeningen alle onderwerpen te regelen die in voldoende mate aan het publieke belang raken en dat de gemeenteraad zich daarbij alle belangen mag aantrekken die uitstraling hebben naar de openbare ruimte.
emerce
28-04-2025 14:55