Faillissementen hebben beperkte invloed op winkelleegstand

Faillissementen of sluiting van retailketens hebben nauwelijks invloed op de winkelleegstand. Hoewel de leegstand recent iets is gestegen naar gemiddeld 6,3 procent, wordt toename van beschikbare winkelruimten door faillissementen vaak beperkt door een doorstart of overname. Ongeveer 1 op de 3 winkels komt namelijk niet leeg te staan. Dat blijkt uit een analyse gemaakt door CBRE van faillissementen van 30 bekende ketens in de afgelopen vijf jaar. Kijkshop, BCC, Big Bazar, Perry Sport, Intertoys en CoolCat zijn voorbeelden van bekende winkelketens die in de afgelopen jaren failliet zijn gegaan. Sommige hebben een doorstart gemaakt of zijn overgenomen. Hierbij wordt vaak alsnog een deel van de winkels gesloten. Andere formules zijn geheel uit het straatbeeld verdwenen. De stijging van het aantal faillissementen betekent een terugkeer naar een normaler niveau, na een tijd van uitzonderlijk weinig faillissementen. Dat retailers het door gestegen kosten zwaar hebben is duidelijk, maar het huidige aantal faillissementen in Nederland is vergelijkbaar met het niveau van het langjarige gemiddelde van vóór de Covid-19 uitbraak en is dus niet schrikbarend hoog. Bovendien creëert nieuwe beschikbaarheid van winkelruimten ook weer kansen voor nieuwkomers en andere retailers. Neem bijvoorbeeld de voormalige BCC locaties, waar formules als Coolblue, Electro World en MediaMarkt nieuwe filialen openden. Een ander voorbeeld is de Frasers Group, die op meerdere locaties posities wil overnemen van Sports Unlimited Retail, het failliete moederbedrijf van Aktiesport, Perry Sport en Sprinter. Uit een analyse van faillissementen van 30 bekende grote ketens in de afgelopen vijf jaar blijkt dat de beschikbaar gekomen winkels gemiddeld na ongeveer 1,5 jaar opgevuld zijn. Dit is inclusief winkels die een doorstart hebben gemaakt of zijn overgenomen. Verhuur g Bij opvulling in de binnensteden is er een groot verschil tussen de top-winkelsteden en de minder populaire binnensteden. Voor de top vijf binnensteden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven – is de gemiddelde beschikbaarheidsduur met 1¼ jaar relatief laag. Ook de gemiddelde leegstand is hier met 6,1 procent relatief beperkt. Voor de nummers 6-15 ligt de leegstand met 7,7 procent hoger, maar de beschikbaarheidsduur uit de analyse is maar net iets langer dan die bij de top vijf. Het gaat daarbij om steden als Maastricht, Groningen, Haarlem en Den Bosch. In kleinere binnensteden buiten de top 15 is zowel de leegstand als de leegstandsduur vaak een stuk hardnekkiger. Winkels met een winkelvloeroppervlak (wvo) kleiner dan 50m² en – opvallend – de categorie 350-450m² worden het snelst opgevuld. Ook de categorie 75-125m² wordt relatief snel gevuld. De andere groottecategorieën zijn dus minder gewild bij retailers, met als uitschieter de categorie 300-350m². Het lijkt er dan ook op dat veel retailers geïnteresseerd zijn óf in zeer kleine winkels óf juist in een middenmaat van rond de 400m². De laatste kan een perfecte maat zijn voor veel retailers voor bijvoorbeeld een flagship store, waarbij 300-350m² blijkbaar vaak net een maatje te klein is.
emerce
01-05-2024 08:25