‘Nederlanders zijn digitaal minder handig dan ze denken’

Nederlanders zijn zich vaak onbewust van hun eigen digitale tekortkomingen – met name rond veilig online gedrag en het bewust omgaan met schermtijd. Dat blijkt uit de eerste meting met het nieuwe instrument DigIQ2.0, waarin de digitale vaardigheden van Nederlanders werd onderzocht. Ook zijn leeftijd en opleidingsniveau bepalend voor digitale competentie. Bijna 2.500 Nederlanders van tien jaar en ouder beoordeelden hun eigen digitale vaardigheden, maakten kennisvragen en voerden praktische taken uit om hun digitale competentie te toetsen. Jongeren, jongvolwassenen en hoogopgeleiden scoren structureel hoger dan ouderen, jonge tieners, en lageropgeleiden. Nederlanders hebben veel vertrouwen in hun digitale kunnen: ze denken vooral goed te zijn in online zoeken en het kritisch beoordelen van informatie. Maar dit vertrouwen komt niet overeen met hun daadwerkelijke prestaties. Zo weten bijna alle deelnemers hoe ze moeten googelen, maar slechts weinigen hoe je geavanceerde zoekstrategieën gebruikt. Ook weten Nederlanders niet altijd goed hoe je controleert of berichten op sociale media ‘nepnieuws’ zijn. Ook op het gebied van digitale omgangsvormen (nettiquette) overschatten Nederlanders zichzelf. Een groot deel zegt te weten wat je wel en niet online deelt, maar slechts een derde herkent correct bij welke foto’s toestemming nodig is voor online publicatie (namelijk foto’s waarbij iemand herkenbaar in beeld staat). Daarnaast gebruikt maar één op de tien Nederlanders apps om schermtijd te monitoren of te beperken, terwijl velen zichzelf juist hoog inschatten op ‘digitale gezondheid’. En nog minder Nederlanders hebben thuis regels voor het beperken van de tijd die ze met digitale media bezig zijn. Op het gebied van generatieve AI hebben Nederlanders minder vertrouwen in hun eigen vaardigheden en scoren ze in lijn op de kennisvragen en praktische taken. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig Nederlanders die weten hoeveel invloed genAI op het klimaat heeft, en wat de privacyrisico’s zijn als je informatie aan genAI, zoals ChatGPT, geeft. Vooral jonge tieners, ouderen en lageropgeleide Nederlanders weten niet goed hoe generatieve AI werkt en wat de privacyrisico’s zijn. Ook hebben zij meer moeite een goede prompt te maken of een door AI gemaakt beeld te herkennen, dan jongvolwassenen en hoogopgeleiden. Voor het eerst zijn ook zogenoemde transactionele vaardigheden onderzocht – digitale handelingen zoals online betalen, contact met de huisarts of het aanvragen van subsidies en toeslagen. Hoewel de meeste Nederlanders denken dit goed te kunnen – ook ouderen – falen ze vaak op de praktische taak te controleren of een webshop veilig is. Omdat het regelen van financiële- of burgerzaken steeds meer online plaatsvindt, kan lage competentie op dit gebied leiden tot uitsluiting of ongelijkheid, waarschuwen de onderzoekers. Tot slot herkennen Nederlanders online misleiding zoals een phishing mail (nep-e-mail) redelijk goed, maar gebruiken ze voor de veiligheid van hun accounts onveilige of weinige geavanceerde strategieën. Vooral ouderen gebruiken zelden hulpmiddelen waarbij je bijvoorbeeld inlogt met behulp van een vingerafdruk of gezichtsherkenning. De onderzoekers concluderen dat Nederlanders hun digitale veiligheid wisselend op orde hebben. Deze resultaten verwerken de onderzoekers in een interactief dashboard voor beleidsmakers dat op 20 november wordt gepresenteerd op het ECP jaarfestival, een jaarlijks evenement over een betrouwbare en veerkrachtige digitale samenleving. In de komende jaren volgen nog vijf meetrondes. Foto Rodion Kutsaiev (cc)
emerce
12-11-2025 08:45